ntegratie Surinamers moeizaam proces
aharaanse vrouwen vormen
terke basis voor
r
fiterne conflicten komen naar buiten
'Rotterdam heeft
geen oog voor
crepeergevallen'
jlTERDAG 10 MAART 1979
TROUW/KWARTET
23
i or Henny de Lange
OTTERDAM/AMSTERDAM Na de gigantische problemen die zich hebben voorgedaan
de opvang en huisvesting van de tienduizenden voormalige rijksgenoten in Nederland,
men nu met name de grote steden steeds meer tot de ontdekking dat ze er niet zijn met het
nbieden van woonruimte, onderwijs, werk en (sociale) voorzieningen.
t integratie-proces, dat wil zeggen
opnemen van de Surinamers als
ijkwaardige groep in de Neder-
samenleving (waarbij hun
ntiteit wel in het gedrang dreigt te
nen). blijkt uiterst moeizaam te
lopen. Dat is wel geblekken uit de
leurtenissen van de laatste weken
Amsterdam en Rotterdam. Vooral
jongere Surinamers zijn de afgelo-
i weken meermalen openlijk in
iflict gekomen met de gemeentelij
overheden en verwacht wordt dat
e tendens zich zal voortzetten.
Surinaamse jongeren, die of mee-
omen zijn door hun familieleden
ïelf vol verwachting naar Neder-
d zijn gekomen, zijn in veel geval-
tot de conclusie gekomen dat ze
van vooroordelen moeten over-
nen en dat hun Surinamer-zijn
ar al te vaak een beletsel vormt
geaccepteerd te worden. Het ge-
hiervan is dat ook binnen de
naamse gemeenschap problemen
staan: aan de ene kant groeit er
groep van wat men zou kunnen
men „gearriveerde" Surinamers,
ijksgenoten die zich hoe langer
meer gaan gedragen naar het
eotiepe beeld van de Nederlan-
terwijl er anderzijds een groep
taat van vooral jongere Surina-
s, die zich sterk bewust zijn en
blijven van hun identiteit,
e houding leidt er maar al te vaak
dat deze jongeren niet geaccep-
d worden en via werkloosheid al
ien naar drugsverslaving en van-
ruit terecht komen in de drugs-
del of in de prostitutie.
nflict
groepen gaan zich tegen elkaar
tten, wat onder meer naar buiten
t in de Surinaamse instellingen,
ijn er verenigingen gegroeid voor
gearriveerde" Surinamers en or-
saties die zich het lot van de
peerge vallen" .aantrekken en
uitsluitend richten op Surina-
mers die het niet „gemaakt" hebben
in dit land.
Deze situatie is vooral in Rotterdam
de afgelopen weken aan het licht ge
komen in het conflict dat gerezen is
tussen enerzijds het Centraal Op
bouw Orgaan voor Surinamers
(COOS) (dat in 1975 ontstaan is uit de
behoefte aan een samenwerkingsver
band, een overkoepelend orgaan voor
alle Surinaamse instellingen op wel
zij nsgebied in Rotterdam) en ander
zijds de drie belangrijkste stichtin
gen op welzijnsgebied en de gemeen
te Rotterdam.
Volgens het COOS, dat door de ge
meente vrijwel uitgeschakeld is door
het dichtdraaien van de subsidie
kraan, heeft de gemeente doelbewust
besloten tot deze „politieke coup",
aldus voorzitter H. S. Soemodihardjo,
„omdat het COOS te lastig werd".
„Het COOS confronteerde de ge
meente Rotterdam in toenemende
mate met de nood onder de Surina
mers op en rond de Kruiskade, de
heroïne-problemen onder Surinaam
se jongeren, de werkloosheid Kor
tom, het COOS zette zich in voor de
arme donder en niet voor de Surina
mers die zich aangepast hebben aan
het Nederlandse model."
Volgens Soemodihardjo vond de ge
meente Rotterdam dit „niet leuk".
„Want de gemeente wil dat we zo snel
mogelijk opgaan in de Nederlandse
samenleving en dat wij allemaal net
te Nederlanders worden."
Naar de mening van de voorzitter van
het COOS wordt op het Rotterdamse
stadhuis niet geaccepteerd dat het
accent wordt gelegd op de „rotte
plekken" in de Surinaamse gemeen
schap. Toen een deel van het COOS-
bestuur zich onlangs schaarde achter
de eisen van een groep jonge Surina
mers, die nog steeds het kantoor van
de Surinaamse welzljnsstichting
SSBS bezet houdt, was dat een mooie
gelegenheid voor de gemeente om het
COOS uit te schakelen, is de mening
van Soemodihardjo.
De visie van de gemeente Rotterdam
luidt heel anders: in een officiële ver
klaring, die een dag na het begin van
de bezettingsactie uitgegeven werd,
lieten B. en W. weten dat zij het
COOS niet langer als overlegover-
gaan konden beschouwen. Temeer
omdat de drie belangrijkste welzijns
organisaties SSBS, Sahara en Su-
rozu hun vertrouwen in het COOS
hadden opgezegd. Volgens deze orga
nisaties is het COOS ongeschikt om
als overkoepelend orgaan op te tre
den, omdat het zich achter activisten
zou scharen. Ook hebben leden van
deze organisaties verklaard meerma
len bedreigd te zijn door leden van
het COOS, waarbij hun zelfs „hel
pistool op de borst" zou zijn gezet
Voorts zou het COOS zich met hel
beheer van de financiën bemoeien
terwijl het alleen de financiële admi
nistratie hoeft te voeren.
De aantijging van het COOS als zou
den de welzijnsorganisaties onvol
doende oog hebben voor de nood on
der de Kruiskade-Surinamers, is vol
gens de organisaties uit de lucht ge
grepen.
De gemeente Rotterdam, die inmid
dels de welzijnsorganisaties recht
streeks subsidieert en niet meer via
het COOS, weerspreekt de geruchten
dat de gemeente deze bezettingsactie
dankbaar heeft aangegrepen om het
COOS uit te schakelen. „Er zijn altijd
al problemen geweest met het COOS,
dat zich vaker van middelen heeft
bediend die de gemeente niet kan
Tijdens een manifestatie in het Surinaamse ontmoetginscentrum Kwakoe hebben bestuurs
leden van het Centraal Opbouw Orgaan voor Surinamers forse kritiek geuit aan het adres
van de gemeente Rotterdam. Volgens bet COOS steunt de gemeente alleen die Surinaamse
welzijnsorganisaties die nauwelijks aandacht hebben voor het heroïne-probleem onder
Surinaamse jongeren.
tolereren. Het COOS functioneert
niet naar behoren, dat is de reden dat
de subsidie is stopgezet, waarbij dan
ook nog heeft meegespeeld dat het
COOS niet langer het vertrouwen van
de achterban geniet", aldus een ge
meentelijke woordvoerder.
'Politieke coup'
De verantwoordelijke wethouder,
mevrouw Schmltz, heeft eveneens
met klem ontkend dat er sprake is
geweest van een „politieke coup" om
eerst het COOS uit te schakelen en
na verloop van tijd het totale Suri
naamse welzijnswerk om op die ma
nier het integratieproces kunstmatig
te versnellen. De gemeente heeft wel
degelijk het inzicht dat integratie van
de Surinamers een proces van jaren
is. „De gemeente is ervan overtuigd
dat er voorlopig allerlei instellingen
voor Surinamers nodig zijn. Als de
Surinamers in Rotterdam uitsluitend
aangewezen zouden zijn op onze alge
mene dienstverlening, zouden ze on
voldoende aan hun trekken komen en
nog meer gediscrimineerd worden als
nu het geval is", aldus een gemeente
lijke zegsman.
Kruiskade
Dit welzijnsconflict kan volgens hem
echter niet los gezien worden van wat
er binnen de Surinaamse gemeen
schap gebeurt en dan met name op de
Kruiskade, het centrum in Rotter
dam voor heroïnehandel en criminali
teit. „Er is veel meer aan de hand dan
een welzijnsconflict en de Kruiskade
heeft daar heel veel mee te maken. Er
is sprake van dreigementen over en
weer met zelfs het pistool op de borst,
telefoongesprekken worden afgeluis
terd. Geloof me. de gemeente heeft
het hier erg moeilijk mee: we weten
genoeg, maar bewijzen kunnen we
niets".
Deze situatie heert ertoe geleid dat
burgemeester Van der Louw (als
hoofd van de politie) zich persoonlijk
met de affaire is gaan bemoeien. Om
dat Amsterdam ook tot over zijn oren
in soortgelijke problemen zit, ligt het
voorts in de bedoeling dat de Rotter
damse wethouder Schmitz op bezoek
gaat bij haar collega Irene Vorrink
om zich te beraden over een gezamen
lijke aanpak van deze ingewikkelde
problematiek.
Verdeeldheid
Hoewel de gemeente Rotterdam het
COOS nu heeft uitgeschakeld, zal er
toch zo snel mogelijk een nieuw plat
form komen vla hetwelk de gemeente
de contacten met de Surinaamse wel
zijnsorganisaties zal onderhouden,
verwacht de zegsman van de gemeen
te. Dit is ook hard nodig, gezien de
verschillende groepen en belangen
binnen de Surinaamse gemeenschap
(hindoestanen, creolen, Javanen).
„Er zal inderdaad nooit sprake zijn
van een eensgezind Surinaams optre
den", bevestigt Soemodihardjo. „Het
COOS was er tot nutoe redelijk in
geslaagd de verschillende groepen
bijeen te brengen. De gemeente door
kruist dit beleid nu en zaait met onze
opheffing alleen maar een totale des
integratie. Aan een snelle Integratie
hoeft Rotterdam dan ook niet meer
te denken. Zolang de voorzitter van
één van de ruim dertig Surinaamse
welzijnsorganisaties nog in een ver
gadering durft te zeggen dat hij niet
werkt voor ongeletterde, zwarte apen,
zólang is er een COOS nodig, waar
niet alleen de gearriveerde Surina
mers maar ook aan lager wal geraak
te jongeren een luisterend oor vinden
voor hun problemen. Laat de ge
meente dat goed bedenken. Ik heb
haar gewaarschuwd, aldus Soemodi
hardjo.
n man hoeft niet meer om te kijken als hij zijn vrouw zoekt; zij staat naast hem en is zijn
|ke." Een versregel uit de revolutionaire liederen van de Saharanen. In de nu vijf jaar
ende strijd van het Frente Polisario als bevrijdingsbeweging van de West Sahara, neemt de
iw een belangrijke plaats in.
Johanneke Leestemaker
Ier de bevrijding van de Saha-
le vrouw bestaat er geen bevrij-
van de West-Sahara is een stelre-
an Polisario. De ontwikkeling
le vrouwen wordt niet alleen uit
zaak gesteund (de vrouwen ver-
iwoordigen meer dan de helft
•eschikbare mankracht) ook uit
»gie van de revolutie.
r het Spaanse bewind dat tot
duurde was het voor de vrouwen
•gelijk iets te leren. Er waren
Spaanse scholen en daarop
iten geen meisjes. Bij de machts-
lame door Marokkaanse en
etaanse militairen in 1974 was
ocent van de Saharabewoners
abeet. Het koloniale bewind on-
erp de van huis uit vrije noma-
ammen van de westelijke Saha-
de Spaanse wetgeving. Voor de
ren betekende dit dat zij hun
dige positie moesten opgeven
h moesten onderwerpen aan de
laharaanse vrouw verliet in die
fee maal haar woning: éénmaal
trouwen en éénmaal om begra-
e worden," vertelt Siniya Ah-
Siniya werkt op het department
luitenlandse Betrekkingen van
emocratische Arabische Repu-
Sahara (DARS). Zij is een toon-
van de Saharaanse vrouwene-
•atie, gekleed in de traditione-
iwe kleur van de Saharaanse
maar ongesluierd en zeer
phtelingenkampen
vluchtelingenkampen in het
ijk puntje van Algerije leven
vrouwen en kinderen. De
SOjen kwamen te voet uit de bezet-
tgebieden van de West Sahara
chtten letterlijk met de Marok-
s soldaten op de hielen. Voor
ids rouwen was de tocht van hon
or" n kilometers één van de eerste
9'° dat zij hun huizen verlieten. In
1 w zette gebied wonen nog onge-
00.000 mensen. Zwangere vrou-
Ihn ünderen en oude mensen, die
i de gelegenheid zijn om naar de
a' tn te vluchten of zich bij de
z'r Ha aan te sluiten.
btt
In 1975 trok Spanje zich te
rug uit de West-Sahara en ver
deelde het gebied onder Ma
rokko en Mauretanië. Het
Frente Polisario vocht toen al
twee jaar voor een onafhanke
lijke staat, de Democratische
Arabische Republiek Sahara
(DARS).
De overdracht van de Saha
ra betekende voor Polisario
een verheviging van de strijd,
omdat met name Marokko er
alles aan gelegen was het fos-
faatrijke land te bezetten. Ma
rokko maakte ook aanspraak
op het Mauretaanse gebied,
maar zag daar van af om sa
men met Mauretanië tegen het
Polisario te vechten. Sinds
Mauretanië in juli van het vo-
.rige jaar een nieuw bewind
kreeg, zijn de verhoudingen
tussen dit land en Polisario
sterk verbeterd. De Marok
kaanse onderdrukking in het
bezette gebied duurt echter
nog onverminderd voort.
hebben en zich een beetje thuis gaan
voelen in de daira."
Ook de andere taken in de kampen
zijn verdeeld. In elke daira, een dorp
van ongeveer 7000 mensen, functio
neren vijf comité's met elk hun speci
fieke taken. Een soort gemeenteraad
bestuurt de diara. De besturen van de
vierentwintig vluchtelingenkampen
zijn vertegenwoordigd in de Nationa
le Raad, de voorlopige regering van
de DARS
Bijna alle vrouwen zijn lid van de
Vrouwenraad, een orgaan dat als vak
bond en politieke partij fungeert en
ook in de regering vertegenwoordigd
is. Voor het slagen van de revolutie is
het hard nodig dat de vrouwen aktief
meewerken. Het Marokkaanse leger
is veel beter uitgerust en de strijd van
Polisario tegen dat leger is te vergelij
ken met die van David tegen Goliath.
Onderwijs
oor
gesneden om te zien wat er in zit:
„een jongetje of een meisje".
Ook het leven in de vluchtelingen
kampen valt niet mee. Het stuk woes
tijn, dat Algerije in bruikleen heeft
afgestaan, bevat geen enkele voorzie
ning. De kampen hebben zich zoveel
mogelijk om de kleine oases heen
gevormd. Maar van de vierentwintig
daira's (kampdorpen) beschikken er
maar enkele over vers water, de rest
moet het doen met de aanvoer van
tankauto's. Er is geen elektriciteit en
alleen het Nationale ziekenhuis be
schikt over een aggregaat. Het animo
van de mannen voor de guerrillabe
weging is groot. In vijf jaar tijd groei
de het leger van Polisario van drie tot
meer dan 250.000 guerrillastrijders.
Er bleef voor de vrouwen niets anders
over dan zelf het heft in handen te
nemen en het leven in de kampen te
organiseren.
ren in het bezette land is zwaar.
B Polisario moeten de kleine
,0Jpanse kooplui hoge belastingen
terwijl de Marokkaanse
andel wordt ontzien. Kinderen
i maar zelden recht op onder-
o voor de zieken zijn er geen
üiingen. Het dragen van de tra-
sb Saharaanse kleding is vol-
voor een gevangenisverblijf.
thode, die de Marokkaanse sol-
gebruiken om de gevangen te
en, variëren van het onder
drinken van bleekwater tot
bruik van elektrische schok-
'wangere vrouwen, verdacht
Hendschap met guerrillastrij-
'orden 's nachts van hun bed
en hun buiken worden opea-
Ghalla Ali, burgemeesteres van het
kamp El Ayoun, genoemd naar de
hoofdstad. „Toen wij hier aankwa
men was er niets. We wisten alleen
dat we hier veilig waren voor de bom
bardementen van de Marokkanen.
Dat was het belangrijkste. We kwa
men hier niet voor het comfort maar
om het leven van onze kinderen en
ons zelf te redden.
„We hebben geprobeerd de familie
den bij elkaar te houden. Vluchtelin
gen uit het zelfde dorp wonen in één
kamp. Hoewel het moeilijk is, probe
ren we toch elke familie een eigen
tent te geven. Nog steeds komen er
dagelijks vluchtelingen binnen, soms
wel negenhonderd op één dag. Die
moeten allemaal onderdak en eten
De belangrijkste taak van de vrou
wen is het vormen van een sterke
„thuisbasis". Het Saharaanse volk
heeft een eeuw achterstand in te ha
len en daarom moet iedereen naar
school. Vrouwen, mannen en kinde
ren moeten leren schrijven, lezen en
rekenen. Het Comité Popular zorgt
voor het onderwijs. In de vijf jaar
revolutie is het percentage analfabe
ten met twintig procent gedaald. Alle
vrouwen gaan één dag in de week
naar school. Tenminste als ze hun
eigen leslokaal gebouwd hebben en
iemand gevonden hebben die les kan
geven. Voor de kinderen, jongens én
meisjes is een leerplicht ingesteld van
vijf tot veertien jaar. De onderwijzers
zijn voor het overgrote deel Saha
raanse studenten die hun studie in
Madrid hebben afgebroken om het
„eigen volk" te helpen.
Een sterke thuisbasis betekent ook
een gezonde thuisbasis. Het tweede
grote comité zorgt voor de hygieijne.
Het comité bestaat uit een net van
veldwerksters die elk hun eigen wijk
in de daira onder haar hoede heeft.
De vrouwen bezoeken elke dag de
tenten, helpen jonge moeders met
hun baby en geven les in de dagelijk
se hygiëne. De zieken sturen zij door
naar het kamphospitaal. Als er ern
stige zieken zijn, wordt de patiënt
naar het tientallen kilometers verder
op liggende nationale ziekenhuis ge
bracht. Alleen daar werkt een gedi
plomeerd arts.
Epidemie
Alle diara's liggen kilometers uit el
kaar. Door de armoede en ondervoe
ding is de kans op epidemieën erg
groot. Een jaar geleden stierven er
honderden kinderen aan een eenvou
dige ziekte als mazelen. Van „blote
voeten dokters" of andere ontwikke
lingshulp is hiet nog nauwelijks
sprake
Alles wat er in de kampen wordt
georganiseerd komt van de vrouwen
zelf. Een bouwploeg maakt bij voor
beeld de scholen en de ziekenhuisjes.
De ploeg bestaat uit vijftig vrouwen,
die hebben geleerd van zand en water
huizen te bouwen. Op het heetste van
de dag leggen ze mallen met nat zand
te drogen. Met de zo ontstane brok
ken steen bouwen ze muurtjes; nat
zand dient als cement. Tijdens het
werk leert de ploeg andere vrouwen
hoe het moet. De meeste van deze
gebouwtjes hebben een golfplaat of
deken als dak. Met de primitieve mid
delen die de vrouwen tot hun be
schikking hebben is een stenen dak
te moeilijk om te maken.
In het november '78 opgerichte mili
tair scholingskamp 27 februari wor
den vrouwen opgeleid om aan de gu
errillastrijd deel te nemen. De 27 fe-
bruari-school is een tegenhanger van
de 12 november-school, een militair
trainingskamp voor mannen. Het is
de bedoeling dat de vrouwelijke guer-
rilleros de bewaking van de kampen
op zich nemen en eventueel inzetbaar
zijn voor de actieve guerrilla.
De vrouwen van 27 februari
hebben ploegendiensten ingesteld. In
toerbeurt zorgen ze voor de kinderen,
fouragering en het onderhoud van
het kamp. De eerste lichting van het
kamp zal voor de opbouw van nieu
we, soortgelijke militaire scholen
moeten zorgen. Met de militaire trai
ning valt het trouwens wel mee. De
vrouwen leren met een geweer om te
gaan en hun conditie wordt vergroot.
Het gebrek aan „echte" militaire ap
paratuur maakt verdere scholing on
mogelijk.
Gelijkwaardig
Terwijl de vrouwen vijf jaar gelegen
nog in een aparte binnentent leefden
mannen en vrouwen mochten niet
in het zelfde vertrek zijn beleggen
ze nu met mannen vergaderingen. De
verhouding tussen mannen en vrou
wen is voor de nieuwelingen in de
kampen erg onzeker. In tegenstelling
tot vrouwen in de Arabische buurlan
den worden de vrouwen van Polisario
behandeld als mensen, die ook iets
zinnigs kunnen zeggen. De verande
ring in het rolpatroon komt in de
eerste plaats door de ongewone le
vensomstandigheden. Maar de vrou
wen zijn druk bezig verworven rech
ten vast te leggen.
Een werkgroep bestudeert de moge
lijkheid om de huwelijkswetgeving
aan te passen aan de huidige omstan
digheden. Vroeger werd het huwelijk
buiten medeweten van de kandida
ten door de ouders geregeld. De
grootte van de bruidsschat bepaalde
toen de waarde van de vrouw. Nu
worden de huwelijken alleen nog ge
sloten op verzoek van de beide part
ners. zonder enige bijbetaling.
Blijven steunen
Om deze rechten ook voor de toe
komst te garanderen is de werkgroep
bezig een geheel nieuwe wetgeving op
schrift te stellen. Eén, die meer weg
heeft van de ongeschreven wetten
van het 8aharaanse nomadenvolk
dan van de huidige Spaanse of Ma
rokkaanse wetgeving. Zo bepalen de
vrouwen mee hoe de eventuele toe
komstige maatschappij er uit zal zien
ÉflM
Vrouwen van het Frente Polisario onderwijzen elkaar in de vluchtelingenkampen.
Foto: Bert van Manen
en vormen intussen hun eigen ge
meenschap.
Toch is het de vraag of de zelfstandi
ge positie van de vrouw ook in de
toekomst zal worden gehandhaafd.
Uit de Algerijnse onafhankelijkheids
strijd valt lering te trekken. Ook daar
deden de vrouwen actief mee aan het
verzet en de opbouw van een nieuwe
socialistische staat. Er vormden zich
vrouwenraden en de emancipatie was
één van de paradepaardj es van de
revolutie. Vrouwenraden zijn er nu
nog steeds maar de emancipatie van
de vrouw is blijven steken tussen de
patriarchale wetten van de Islam en
het vastgeroeste rolpatroon van de
Algerijnse maatschappij. De huizen
zijn in Algerije weer vrouwengevang-
genissen geworden. De Saharanen
zijn echter optimistisch: „Wij zullen
niet toestaan dat onze vrouwen een
stap terug moeten doen", menen de
leiders van het Frente Polisario.
Siniya Ahmed: „De Saharaanse vrou
wen hebben zich meer gemanifes
teerd dan de vrouwen in de Algerijnse
vrijheidsstrijd. Bovendien duurt onze
strijd langer dan de Algerijnse Hoe
meer tijd de vrouwen hebben om hun
achterstand in te halen, hoe groter de
kans is op een zelfstandig leven in de
toekomst."
„Het verschil met Algerije is," geeft
Siniya aan. „dat wij geen streng Isla
mitisch volk zijn. De Saharanen heb
ben altijd een buffer gevormd tussen Moestuin
de Arabische volken van Noord Afri- w
ka en de negerbevolking van Zuid
Afrika. De Islam hebben we als gods
dienst van de Arabieren overgeno
men, maar het is nooit een allesover
heersende religie geworden."
krijgt zoveel er is. Niet dat er voldoen
de voedsel is. Voor de materiële zaken
is men afhankelijk van de giften van
het buitenland. De Saharaanse Rode
Halve maan, een Rode Kruis organi
satie. zorgt voor de eerlijke verdeling.
De Saharaanse vrouwen zijn in verge
lijking met Arabische vrouwen uit
zonderlijk vrij. Ook al is er van eman
cipatie in de Europese zin van het
woord nog geen sprake. De aangewe
zen taak van de vrouwen blijft de
zorg voor het nageslacht. Deze taak
wordt verlicht door de voorzieningen
die de vrouwen voor elkaar treffen.
Kinderopvang, gemeenschappelijke
maaltijden en werk is voor élke
vrouw weggelegd. Gelijke beloning
voor mannen en vrouwen staat niet
ter discussie: niemand wordt betaald.
Iedereen werkt voor de revolutie en
Om het gebrek aan verse groenten en
fruit op te heffen leggen vrouwen
moestuinen aan. Bij het kamp Dah-
kla is een tuin aangelegd rond de
oase. De tuin doet het goed en levert
tomaten, aubergines en paprika's aan
het hospitaal. Bulten het kamp zijn
de vrouwen bezig met de aanleg van
een grotere moestuin. Voor de irriga
tie is een put geslagen op een gunsti
ge plaats, waar het zoete grondwater
vlak aan de oppervlakte ligt. Van
enig groen valt nog niets te be
speuren.
Toch is er voor de toekomst van de
DARS een goede kans dat het land
zelfstandig kan draalen. Met de grote
fosfaatvoorraden (kunstmest) en de
aanwezige zoetwaterbronnen onder
de oppervlakte is het mogelijk de
woestijn vruchtbaar te maken.