Huize Assisië drie maanden later 'Het had niet mogen voorkomen' nderzoekingen ngen te ver fEROAG 10 MAART 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET 19 der koppen als „Omstreden experimenten van en broeder" en „De schedelmeter van Uden- it" bracht de Brabant-pers begin december vorig als eerste naar buiten, wat een aantal jaren eden op medisch gebied had plaatsgevonden in ize Assisië. Die berichten sloegen in als een n, want er werd hier geëxperimenteerd met akzinnigen, één van de meest kwetsbare groe- i in onze samenleving. idelijke bladen, radio en televisie gingen zich met Iwestie bezighouden, er werden Kamervragen teld n de inspectie voor de geestelijke volksge- idheid zag zich genoodzaakt een onderzoek in te len. Hangende dit onderzoek kwamen steeds er zaken naar buiten, die als niet medisch lorloofd konden worden bestempeld. Naast de al dar genoemde schedelmetingen ook lumbaal- icties (ruggeprikken), insulinekuren, maagopera- castraties, terwijl er ook geruchten gingen over senoperaties. I ar ook van waar was, duidelijk werd wel en I voor het eerst dat er weer een zwakzinni- iinrichting in opspraak was en dat dit gepaard c met veel opzienbarende publiciteit. Nu, ruim maanden later, zijn de kruitdampen enigszins door Kees de Leeuw UDENHOUT Op die kille, troosteloze woensdag in fe bruari ligt Huize Assisië er haast nog geïsoleerder bij dan op een heldere zomerdag, die ervoor zorgt dat de afstand naar het dorp Udenhout te overzien is. De dichte mist maakt dat nu onmogelijk, het zicht is zeer beperkt en het lijkt wel of de wereld steeds kleiner wordt en op de plaats van bestemming alleen nog bestaat uit deze zwakzinni geninrichting. Huize Assisië (640 pupillen) hoort thuis in het rijtje Huize Padua - Boe kei, Sint Josephstichting - Apel doorn, Huize Plusoord - Tilburg, De Lathmer - Wilp (Gld) en de Harte- kamp - Heemstede. Het geheel wordt bestierd door de Daniël de Brouwer stichting, die haar zetel heeft in Til burg en destijds is opgericht door de Congregatie der broeders Penitenten om deze inrichtingen te kunnen voortzetten. Ook op Assisië zijn van deze broeders de sporen nog terug te vinden, gelet op de oude (klooster-) gebouwen en de overal bovenuit to renende kapel. Voorzitter van de stichting is sinds tien jaar dr. Aloysius Jan Hubert Bar- tels (63), die van 1963 tot 1967 (onder Marijnen, Cals en Zijlstra) staatsse cretaris van sociale zaken en volksge zondheid is geweest en nu tal van functies bekleedt op bestuurlijk ge bied in de volksgezondheid. Aan hem de vraag hoe hij de afgelopen drie maanden „Assisië" heeft ervaren. Bartels: „Ik treed niet in beoordeling van de zaak, want dat moet het me disch tuchtcollege doen. Wel kan ik zeggen dat de medische kant van het hele gebeuren bij ons als bestuur wij wisten er niets vanaf hard is aangekomen. Het tweede dat hard aankwam was de zorg, onrust en kwetsbaarheid van de mensen die hier werken en de ouders van de pupillen. Ze zetten zich hier met heel veel liefde in en beschouwen Assisië als hun huis. Dat huis werd aangeval len en in zekere zin werd dat als onredelijk ervaren. Dat maakte de mensen kwetsbaar en de grote zorg waarvoor wij stonden was: hoe stel je de belangen van de pupillen veilig en hoe help je werkenden en ouders? Ondanks alle spanningen moest de zorg doorgaan en die spanningen hadden tot uitbarstingen kunnen lei den, waardoor de zorg direct ln ge vaar was gekomen. Dat alles heb ik me erg aangetrokken en de afgelopen maanden is er dagelijks hierover overleg geweest". Schokkend De publiciteit, heeft u die als schokkend ervaren of vond u die onredelijk? Bartels: „Niet als onredelijk. De kran ten hebben er recht op om als ze iets ontdekken erover te schrijven. Wat ons wel schokte was dat in de eerste publicaties werd geschreven over proeven, die bij konijnen werden ge daan. Dat vond ik onredelijk, ook gezien de aard van de latere onder zoekingen en de tijd waarin het ge beurd is. Daar plaats ik het toch graag in, omdat in die tijd juist gesti muleerd werd uit te zoeken wat de oorzaak is van zwakzinnigheid. Ver sta me niet verkeerd, daarmee keur ik die onderzoekingen nog niet goed, maar om die in verband te brengen met konijnen vind ik stuitend. En bij de ouders is dat ook onstellend hard aangekomen". Wat hem verder dwars zat was het repeteer-effect van iedere dag grote stukken in de krant, waarbij alles weer werd opgehaald omdat er in feite geen nieuws was. En het element van sensatie dat in sommige stukken was terug te vinden. „Van ons werd er tegenwicht verwacht, maar dat heb ik geweigerd. Ik heb gezegd: laten we daar onvoorstelbaar voorzichtig mee zijn. We kunnen op dit moment geen aardige verhalen kwijt, hoe goed Jul lie als personeel ook Je best doen. Het gaat nu niet om aardige verhalen, ze willen nieuws hebben". U spreekt nu van sensatie, maar in veel publikaties was er toch sprake van een bewogenheid met de zwak zinnige die in feite zo weinig be scherming geniet. En van verbazing. Hoe is het mogelijk dat dit nog voor komt, terwijl de ouders er niets of nauwelijks iets vanaf wisten? Bartels: „Dat spreek ik ook niet te gen. Het gaat hier om een zeer kwets bare groep. Van de handelingen voor 1972 wisten de ouders niets af. Het onderzoek met lumbaalpuncties ging hoe goed bedoeld ook te ver. Dat kan niet zonder de goedkeuring van ouders en bestuur. Dat geldt ook voor de maagoperatie en die verwijdering van twee testikels in 1972. Dat had niet mogen voorkomen ondanks ver zachtende omstandigheden die zijn aan te voeren. Na 1972 zijn er de röntgenfoto's geweest van de sche dels van alle patiënten. Daarvan zeg ik: dat kan niet zonder goede weten schappelijke garanties. Het feit op zich heeft geen gevaar meegebracht. Dat je daar voorzichtig mee moet zijn stamt pas uit de laatste tijd. Je zou kunnen zeggen dat dat ook geldt voor bevolkingsonderzoeken, maar het had wel besproken moeten worden, omdat de patiënt niet voor zichzelf kan opkomen, ook dat moet niet meer voorkomen A's het aan a zou worden ge vraagd, kunt u ja of nee zeggen. Bartels: „Inderdaad en daarom moet etrokken en kan op basis van wat er nu bekend ver de affaire-Assisië de balans worden opge- W. e zaak draait met name om de huisarts van het tuut, dr. J. Huysmans, en de röntgenassistent eder Dionysius. Zij hebben tussen 1969 en 1972 180 pupillen een röntgenfoto van de hersenen naakt, waarbij tevens sprake was van een zoge- ruggeprik. In 1973 werd aan de lumbaalpunc- een eind gemaakt, maar het nemen van rönt- iloto's ging door. Die foto's werden van belang J| icht voor het verkrijgen van een juist ziektebeeld de pupil, terwijl ook verondersteld werd dat i gegevens gebruikt konden worden voor het poren van de oorzaken van zwakzinnigheid. ral broeder Dionysius probeerde met de sche- netingen te bewijzen, dat er een relatie bestaat •n menselijk gedrag in het algemeen dat van kzinnigen in het bijzonder en de hersenom- Een nogal schimmige theorie van de Italiaan- Lombroso uit de vorige eeuw, die (el nu als volkomen ondeugdelijk afgedaan, af en toe nog hardnekkig de kop opsteekt, der Dionysius heeft inmiddels zijn ontslag &men. ter Huysmans heeft verder één acute maagope- b verricht, bij twee pupillen een afgestorven il verwijderd, bij drie pupillen een insulinekuur tpast in verband met ernstige gedragsstoornis- Bi) daarnaast contrastfoto's van maag, blaas en ingemaakt. De betrokken ouders waren van dit wiet of nauwelijks op de hoogte, evenmin als tóch directeur E. van Dongen, die momenteel Ziekteverlof is en 30 april met pensioen gaat. Jut eindrapport van de inspectie, dat vertrouwe- fer inzage ligt in de Tweede Kamer, blijkt dat niet de medische verrichtingen met de vereiste vuldigheid zijn vastgelegd in de daarvoor be nde dossiers. En dat bovendien bij de operaties Dldoende gekwalificeerd personeel aanwezig Tegen directeur Van Dongen en dr. Huysmans geen strafvervolging worden ingesteld, omdat voor geen gronden aanwezig zijn, aldus de lase officier van justitie mr. J. van Leeuwen na bdering van het rapport. heeft de inspectie tegen de arts een klacht diend bij het medisch tuchtcollege in Den Bosch ndat deze zaak nog loopt, acht staatssecretaris louw Veder-Smit van volksgezondheid het niet ct het rapport openbaar te maken. Ook het ir van de Daniël de Brouwerstichting beschikt over een exemplaar, maar dat neemt niet weg voorzitter dr. A. J. H. Bartels begin februari de —Iers uitvoerig kon inlichten over het gebeuren in nhout. Hij baseerde zich daarbij op de gesprek- die hij de afgelopen maanden voerde met de ectie en op het ministerie. Dr. Bartels bood de Bfs zijn excuses aan en zei dat de feiten die aan licht zijn gekomen als feilen moeten worden Kdeeld. EU het eerst sinds het begin van de affaire was hij id tot een vraaggesprek over „Assisië", perso en ouders en de zwakzinnigenzorg. Huize Assisië: onrust, spanningen, kwetsbaarheid. er extra grote voorzichtigheid mee worden betracht". Mevrouw Veder-Smit heeft gezegd dat ze de kans op onoirbare praktij ken in zwakzinnigeninrichtingen ui terst klein acht. Kunt u daar als oud staatssecretaris achterstaan? Bartels: „Ik ken alleen onze eigen inrichtingen, maar ik acht ze bijna uitgesloten, gelet op alles wat er al in beweging was en nu nog is gekomen". I' hebt dus de indruk dat het hier om kwalijke incidenten gaat? Bartels: „Ja, daar ben ik nu wel van overtuigd. De waarschuwing die we terecht hebben gekregen en die we ons heel sterk moeten aantrekken, leidt tot ontwikkelingen die deze inci denten kunnen vermijden". De staatssecretaris zei er nog wat achteraan, namelijk gezien de con trole van de ondernemingsraad, de ouderparticipatie en versterking van de inspectie voor de geestelijke volksgezondheid. Bartels: „Voor ouderparticipatie staan we volledig open, maar als u vraagt, hoe ziet u die precies, dan zeg ik: die zie ik nog niet helemaal. Daar zitten zoveel kanten aan, maar de inspraak van de ouders in het bestuur is nu gegarandeerd en komt op gang. Over de individuele controle van de ouders is het laatste woord nog niet gezegd en verder is de vraag, hoe betrek je de ouders bij het beleid van het instituut? Dat is een zaak die in de inrichtingen zelf op gang moet komen, maar er moeten wel algemene beleidsregels voor dit alles worden opgesteld. Samen met de ouders zijn we hierover bezig in een proces van wederzijdse betrokkenheid". Hij voegt eraan toe, dat „we er nog lang niet zijn, ook omdat nog niet iedere ouder eraan toe is. De verant woordelijkheden moeten duidelijk liggen en botsingen tussen ouders en medewerkers moet je zien te vermij den. Het hangt allemaal ook van de ouders af, omdat er van hen een mon digheid wordt verwacht die niet altijd in die mate aanwezig is. Voor velen is het een opgave en je moet je ook afvragen of de belasting niet te groot is en je hun geen schuldgevoelens opdringt door hen bij de ouderparti cipatie te betrekken. Kortom, er zit ten nogal wat haken en ogen aan". Regentensfeer De Daniël de Brouwerstichting beheert zes instituten. Vindt u dat niet een beetje veel? Bartels: „Daar kan ik tegenoverstel len, dat we in ieder instituut een directie en uitstekende medewerkers hebben, die steeds meer verantwoor delijkheid moeten kunnen dragen en die ook tot gelding moeten brengen. Ze hebben niet zo n behoefte aan een bestuur in de ouderwetse regenten sfeer, dat voortdurend op de stoep zit. Het bestuur moet beleid voeren, de grote lijnen aangeven en de verant woordelijkheid delegeren aan de mensen, die dagelijks in de praktijk werkzaam zijn. Ja, dat klinkt allemaal prachtig, maar dan moet het bestuur wel op de hoogte zijn van wat er in het insti tuut gebeurt. En daar heeft het hier toch wel aan ontbroken. Bartels: „Indèrdaad, vandaar nu ook een beleidsregel over de communica tie over en weer, want omgekeerd hoort eveneens een directeur te we ten wat er op de afdeling plaatsvindt. Er moet dan ook duidelijkheid ko men over zaken als ouderparticipatie, communicatie, organisatie en behan deling". Het bestuur blijft uiteindelijk ver antwoordelijk en in dat verband heb ik me afgevraagd of het niet heeft overwogen af te treden na alles wat hier is gebeurd. Bartels: „Nee, dat zou ln strijd ge weest zijn met die verantwoordelijk heid. Bovendien was er in alle gele dingen eenstemmigheid over het be leid dat we voeren en dan ls er geen reden af te treden. Als we in gebreke waren gesteld, hadden we misschien anders moeten reageren, maar dat is niet het geval geweest. Er is niet tegen ons gezegd, dat we gefaald heb ben. Integendeel, er is dagelijks ln tensief contact geweest en ik moet zeggen, dat we er samen met winst zijn uitgekomen". Excuses In een eerste reactie in december heeft u gezegd, dat alles wat er op Assisië is gebeurd gedaan is uit zorg voor de zwakzinnigen. Begin februa ri echter hebt u de ouders uw excu ses aangeboden en verklaard dat de feiten als feilen moeten worden aan gemerkt. Is dat niet in tegenspraak met elkaar? Bartels: „Je moet de dingen niet uit de context halen. Op die vergadering werd gevraagd, waarom wordt dokter Huysmans niet ontslagen, want wat hij heeft gedaan is niet in het belang van de pupillen geweest en dus moet ie eruit. Daarop heb ik geantwoord: als ik hem ontsla, komt de zorg in gevaar, maar deze praktijken zullen niet meer voorkomen. Datzelfde heb ik ook gezegd tegen de inspectie en de staatssecretaris. Wij staan primair 'voor het belang van de pupillen en de maatregelen die genomen moeten worden dienen in hun belang te zijn. Uit die afweging is voortgevloeid, dat Huysmans niet is ontslagen". Hij vertelt dat de inspectie en het ministerie „ons dat wel ernstig ln overweging hebben gegeven, maar ik heb gezegd: dat is prachtig, maar ik heb met andere verantwoordelijkhe den te maken dan Jullie. Wij moeten alles afwegen. Als Jullie mij het drin gend advies geven om Huysmans te ontslaan, maar met vermelding van motieven en schriftelijk, dan zullen we erover praten. De gevolgen echter, die weieens tegengesteld kunnen zijn aan wat jullie beogen, zijn dan voor jullie rekening". En daar zijn se voor terugge schrokken? Bartels: „Dat weet ik niet. Wij heb ben het niet gedaan, maar ons eigen beleid bepaald". Het is toch wel vreemd; aan de ene kant Is ernstig in overweging gege ven om te ontslaan en aan de andere kant is er een rapport, dat geen aan leiding geeft tot strafvervolging. Bartels: „Daar komt u met een oor deel waar ik wel kan inkomen en iedereen mag daarover denken wat-ie wil, maar wie met dit tehuis heeft te maken, moet het geheel erbij betrek ken en alles kunnen overzien". U hebt ook geen schorsing over wogen? Bartels: „Daarvoor geldt precies het zelfde, want dat is ook een strafmaat regel. Bovendien laat de CAO slechts een schorsing van een week toe en dan moet je hem weer terugnemen. Die schorsing is ons eveneens ln over weging gegeven, maar we hadden geen poot om op te staan". Sisser Alles Is dus met een sisser afgelo pen, zou je kunnen zeggen. Bestuur treedt niet af, directeur met pensi oen, arts blijft en broeder Dionysius gaat uit zichzelf weg. Geen strafver volging, alleen een klacht bij het medisch tuchtcollege. Bartels: „Dionysius had duidelijk met de hele kwestie te maken en de ziekte van de directeur ook. Ik be strijd dat het met een sisser afloopt, want ons werk gaat op een heel zorg vuldige manier door We hebben van wat er gebeurd is veel geleerd". Uit de discussie die dan volgt, blijkt dat er enorme spanningen zijn geweest, die ook positief hebben gewerkt ln die zin. dat de hele structuur weer in beweging ls gekomen. In plaats van sisser is het woord opstekertje meer op zijn plaats, zo wordt gezegd. Bartels: „De mensen die hier werken hebben dat ook best verdiend, want het ls geen kleinigheid wat ze doen. Je moet straks maar gaan kijken". Tijdens de oudervergadering in fe bruari is er gezegd, dat er inmiddels in Assisië een aantal maatregelen is getroffen om de kwaliteit van de zorg te waarborgen. Wat mag ik daaronder verstaan? Bartels: „In het kort komt het neer op meer openheid ook naar de ouders toe, een betere communicatie, het opnieuw bekijken van de organisatie en het meer betrekken van de ouders bij het beleid. Dat alles zijn we nu aan het doorspreken". Hij voegt er tot slot aan toe: „Dit is het eerste gesprek sinds begin decem ber, dat we met een Journalist heb ben. We hebben een beetje de hoop, dat er ook iets positiefs naar onze mensen kan doorklinken. De afgelo pen maanden zijn ze direct aangetast in hun eigen functioneren, omdat ze stuk voor stuk tot de tuinman toe bij wijze van spreken het gevoel hadden, dat ze hoe dan ook niets goeds meer konden doen vanwege „Assisië". Het is toch wel schokkend geweest om dat mee te maken". Voorzitter Bartels: er is niet tegen ons gezegd dat we gefaald hebben. .y V Vj/j fT? - - bjèi -pt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 19