'In Europa gaat het om democratie,
niet alleen om krenten en rozijnen'
-Het beroemdste gat van Amerika
Afschaffen
keuken lenigt
woningnood
15
door Bert van Panhuis
„Het parlement hoeft helemaal geen nieuwe be
voegdheden te krijgen. Het moet beter gebruik
maken van wat het al heeft."
Ir. Henk Vredeling weet waarover hij praat. Vijftien jaar,
van 1958 tot zijn benoeming tot minister van defensie in
1973, is hij lid geweest van het Europese Parlement. Vin
dingrijk heeft hij de beperkte mogelijkheden benut, die de
EG-verdragen „Straatsburg" bieden. Aan het veelvuldig
gebruiken van het vragenrecht heeft hij zelfs de bijnaam
Vrageling" overgehouden.
De beantwoording van die schrifte
lijke vragen 2086 volgens de sta
tistieken is meestal tegengeval
len. ..Maar." zegt Vredeling. „dat is
bijna altijd zo. Ik heb in ieder geval
iets ingevoerd. Die openbare vragen
in het begin pakte ik met name
fraude-zaken zijn een machtig
wapen. Ik las veel en stelde naar
aanleiding daarvan mijn vragen.
Het kwam vaak uit de pers, en door
die vragen en antwoorden kwam de
zaak dan weer bij de pers terug."
Vredeling is in 1958 niet naar
Straatsburg gestuurd, zoals zijn ex-
collega Arie van der Hek onlangs
nog van zichzelf zei, maar het kwam
voor hem toch wel onverwacht. Hij
had in 1957 als kersvers socialis
tisch parlementariër in de Haagse
Tweede Kamer het landbouwge-
deelte van het EEG-verdrag voor
zijn rekening genomen, en toen er
mensen voor het nieuwe Europese
nW Parlement moesten worden aange
wezen kwam PvdA-fractieleider
Jaap Burger bij hem. „We hebben te
yeel onderwijzers en nog geen land-
bouwspecialist." zei hij, en zo kwam
«^ik in aanmerking. Ik heb er minder
moeite mee gehad dan met het Ka
merlid worden. Ik stak toen ook
nogal wat' tijd in de vakbeweging en
met de vele uren, die het Kamerlid
maatschap vroeg werd het allemaal
wat moeilijk."
Simpel
De instelling waarmee hij in
Straatsburg aan de slag is gegaan is
simpel. „Ik wilde er wat van maken.
Landbouw heb ik gedaan en handel
en later ook nog sociale zaken. Die
landbouw was nog niet geregeld. Bij
het tot stand brengen van het Euro
pese landbouwbeleid heb ik me met
de structuur beziggehouden."
In die afgelopen twintig jaar is voor
Vredeling het beeld van het Euro
pees Parlement niet zo veranderd.
,In het begin was het nog geen full
time job, er werd veel minder verga
derd dan nu. Je kunt misschien
zeggen dat het door de uitbreiding
'van de EG wat minder intiem is
geworden."
Doorzettingsvermogen en saamho
righeid zijn onmisbare eigenschap
pen voor Euro-parlementariërs, die
hun invloed beetje bij beetje op de
nationale regeringen moeten vero
veren. Vredeling: „Dat vind ik ook
jammer van Van der Hek en
dat heb ik hem ook verweten dat
hij te vroeg bij de pakken neer is
gaan zitten. Hij heeft te vroeg geca
pituleerd, dat moet je nooit doen. Je
moet terriërneigingen hebben. Als
je alleen maar naar Frankrijk gaat
voor het lekkere etenJe komt
daar in Straatsburg soms niet eens
aan toe."
Het vastbijten, het drukken en nog
eens drukken is ook nodig bij de
strijd om meer bevoegdheden. „Die
komen niet vanzelf. De begrotings
bevoegdheden hebben we letterlijk
bij de duivel moeten weghalen. Ik
heb het genoegen gehad bij de men
sen te behoren, die een voortrek
kersrol hebben gespeeld. Trouwens
alle Nederlandse leden van het Eu
ropese Parlement behoorden toen
tot de gangmakers, ook de christen
democraten en de liberalen."
Leeuwen
En niet uit te vlakken is de opstel
ling van de Nederlandse Tweede
Kamer. „Zoals laatst nog met die
motie van Dankert over het begro-
tingsrecht. Unaniem aangenomen,
zelfs met de steun van de commu
nisten en de SGP, dacht ik. En de
SGP moet toch weinig van Europa
hebben. De Nederlanders hebben
altijd als leeuwen gevochten voor
dat begrotingsrecht. Ik herinner me
hoe dat toen is gegaan. De Fransen
wilden de financiering van het vol
ledige landbouwbeleid naar de ge
meenschap halen. Tot dan beslisten
de nationale parlementen over de
besteding van de gelden. Maar met
die wijziging zou ook de controle
van de parlementen verdwijnen.
Ho, hebben we toen geroepen, we
aanvaarden geen verandering als
daar niets tegenover staat op het
vlak van de controlerende bevoegd
heden voor het Europese Parle
ment. En toen hebben de Fransen
ingestemd met artikel 203, het bud
getrecht. Want De Gaulle wist ook
wel dat hij misschien over het Euro
pese. maar niet over het Nederland
se parlement kon heen springen. De
Gaulle had waardering voor onze
houding. Zo was hij ook wel weer.
Daarom, de nationale inbreng van
een land als Nederland is altijd zeer
belangrijk geweest."
Die eensgezindheid van het parle
ment was soms ook wel nodig, bij
voorbeeld als een kabinet niet erg
genegen was om op te treden. „Een
keer met het kabinet-De Quay. Het
ging toen over de bevoegdheden
van de Europese Commissie. Ik was
samen met Barend Biesheuvel, die
zat ook in het Europese Parlement.
In Zundert hebben we de telefoon
gepakt. Hij belde Jelle Zijlstra (toen
minister van financiën), ik De Pous
(economische zaken). We vinden
dat jullie ons moeten steunen, an
ders komen we in de Kamer met een
motie, hebben we toen gezegd. We
hebben de heren onder oirbare druk
gezet," zegt Vredeling breed grijn
zend.
Band
De band met het eigen nationale
parlement zal voor de Euro-parle
mentariërs straks na de verkiezin
gen van juni waarschijnlijk wel an
ders worden. Nu is het zo dat je het
mandaat van de Kamer hebt, niet
van je eigen fractie in feite, maar
van het parlement. Straks is men
verantwoording schuldig aan de
kiezers, dat is directer. Er is nog wel
de mogelijkheid om zowel lid van
het eigen als van het Europese Par
lement te zijn maar dat zal slechts
een enkeling doen. Het is in de
praktijk nauwelijks te doen. voor
allebei werken.
Vroeger moest ik voor stemmingen
in de Kamer wel terug naar Den
Haag. Ik weet nog hoe je soms voor
niets terugkwam. De stemming
ging niet door. Daarom, ik heb ook
wel eens geweigerd om naar Neder
land terug te gaan. In de nieuwe
situatie kun je niet ongestraft weg
gaan of wegblijven."
De veel gehoorde klacht dat die
verkiezingen niets voorstellen om
dat het nieuwe parlement, net als
overigens het oude. geen bevoegd
heden van betekenis heeft, onder
schrijft Vredeling maar ten dele.
„Je moet niet te veel naar de pessi
misten luisteren. Dat proces van
meer macht heeft tientallen jaren
nodig. Hier geldt letterlijk „Boom
pje groot, plantertje dood". Toen
we in 1958 begonnen hadden we
niets, niet eens een eigen onderko
men. We moesten vergaderen in het
gebouw van de Belgische senaat
Europees
Vredeling is zeker niet somber over
de situatie na juni. De kwaliteit van
de mensen is niet slecht, het enige is
dat er veel nieuwkomers bij zitten.
Maar dat heb je bij nationale parle
menten ook. „Laat ze maar meteen
in het diepe, dan leren ze het wel.
Natuurlijk verdwijnen er een aantal
onder de kim maar waar niet?"
Zijn verwachting is dat de recht
streeks gekozenen zeker niet meer
gebonden aan het thuishonk en dus
nationalistischer zullen zijn. „Die
verkiezing maakt ze onafhankelij
ker. Ze zijn niet meer gebonden aan
de discipline van de eigen fractie in
het nationale parlement. Ik ver
wacht dat bij voorbeeld bij de men
sen van de Britse Labourpartlj. Die
kunnen zich tegen Londen afzetten
en zeggen: mijn kiezers hebben me
hier neer gezet. De ervaring is dat ze
vanzelf Europeser gaan denken en
doen. Ze gaan de belangen zien. De
enige, die dat goed heeft gezien is
Chirac, de leider van de Franse
gaullisten. In het negatieve dan, en
ik veroordeel die houding. Hij zegt
tegen zijn partijgenoten: een jaar,
langer mogen jullie er niet blijven.
Anders worden jullie bedorven door
die Europese geest.
Maar voor de rest, nationalisme?
Dat enge staatsnatlonalisme, daar
moet ik niets van hebben. Maar in
kwesties als werkgelegenheid, se- DwiflOGIl
lectieve investeringen mag je toch
ook wel aan je eigen land denken.
Dat heb ik zelf als Europees parle
mentslid ook wel gedaan, en in een
enkel geval zelfs, als commissaris."
Vredeling voelt zich nog altijd sterk
betrokken bij het werk van het Eu
ropese Parlement. Hij zal in de ver
kiezingscampagne ook op pad
gaan. „Kort. want we hebben hier
afgesproken dat ons werk ook weer
niet te lang stil kan liggen."
Hij heeft ooit het plan geopperd om
de commissarissen als kandidaat
aan de Europese verkiezingen te
laten meedoen. Geldt dat nog
steeds? Vredeling: „Ja, maar er is
één grote onvolkomenheid doordat
de verkiezingsdata en de benoe
ming van commissarissen niet op
hetzelfde tijdstip kunnen. Of ik na
de commissie wel weer in het Euro
pese Parlement zou willen gaan zit
ten? Dat durf ik niet te zeggen. Stel
dat ik er na deze periode mee op zou
houden dan zou ik van 1981 tot 1984
moeten wachten want ik sta nu
eenmaal niet op de kandidatenlijst.
En dan is er misschien weer wat
anders. Ik zou ook wel weer wat in
de vakbeweging willen doen. Met
het parlement is het zo: de ene dag
denk ik wat zou ik graag weer in
Straatsburg zitten en de andere
baal ik en denk ik: wat ben ik blij
dat ik er weg ben en hier zit. Maar
dat zal iedereen in zijn werk wel
hebben."
door Aldert Schipper
Plains is vermoedelijk het be
roemdste gat van de verenigde
Staten, sinds een van de bewoners
als president naar het Witte Huis
in Washington is vertrokken. Veel
bijzonders heeft het verder niet.
Plains ligt in Georgia, een van de
traditionele zuidelijke staten waar
de slavernij ook na de officiële
afschaffing nog een tijdje heeft
voortbestaan. Nog steeds wonen
er zwarte mensen in hutjes op de
pinda- en sojavelden van de blan
ke boeren. Een van die boerenfa
milies is de familie Carter. Zij
overheersen Plains. Hugh Carter
heeft er een antiekwinkel en er is
een firma Carter die doet in zijde
rupsen.
Het bekendste is echter het benzi
nestation van Billy Carter, Jim
my's broer. Billy lijkt wat op de
president en slaat daar een aan
zienlijk slaatje uit. Er is al Billy's
Bier op de markt en Billy vervoert
je in een treintje door Plains langs
de huizen waar zijn beroemde
broer en hijzelf vroeger woonden
Billy doet soms gepeperde uit
spraken en lijkt het niet goed te
kunnen hebben dat hij minder se
rieus wordt genomen dan de broe
ders van de vroegere president
Kennedy.
Vórige week haalde Billy zich nog
de woede van de Joodse gemeen
schap op zijn hals. toen hij een
aantal vrienden uit Libië ontving
in Plains. Op de vraag van een
radioreporter wat de Joodse ge
meenschap wel van dat bezoek
zou vinden, gebruikte hij enige
schunnige woorden om aan te ge
ven dat hij daar geen boodschap
aan had. Eerder had zijn broer de
president zich al van Billy gedis
tantieerd wegens diens Libische
vrienden.
Als je op een winterse regenachti
ge dag door Plains rijdt, kom je
toch nog toeristen tegen. Ze rijden
allemaal even langs het rode hek.
waarachter de wachten zitten die
moeten passen op het huis van de
familie Carter, dat daar weer ach
ter staat. Een bord geeft aan dat
stoppen hier verboden is. Na langs
het rode hek te zijn gereden keren
de mensen terug naar de hoofd
straat en de souvenirswinkeltjes.
De Amerikaanse inventiviteit
kent geen grenzen. Behalve aan
stekers en flessenopeners zijn
daar ook kaarsen en kleurboeken
versierd met het lachende gezicht
van Carter of met een lachende
pinda te koop. Er liggen vijftien
centimeter hoge pinda's van plas
tic te koop met Carters gezicht er
op. De tanden in de breed lachen
de mond dienen om er een kroon-
kurk mee van de fles te wrikken.
Met een beetje geluk helpt de 'eer
ste neef van president Carter', se
nator Hugh Carter, je zelf in zijn
antiekwinkel. De senator poseert
gewillig tussen een aantal toeris
ten voor een foto. Als de flitser
weigert wacht hij geduldig tot er
een nieuw apparaat tevoorschijn
komt.
De kruidenier op de hoek van de
hoofdstraat heet tegenwoordig De
Pindapot, het is een soort delica
tessenzaak geworden. De eigenaar
van de winkel biedt me een stukje
cheddar-kaas aan en vraagt me
waar ik vandaan kom. Als hij
Inside
this
m
issue
roiru* 2
Hrrrpimn for Or. VarAt,
_JV«» i
m'\ m-mi
-l naulhoroni* pubU
-Pagr 4
Hnr> 4nnr'i Urm
...Pagr b
j
Harnnalhn buililing
j£v Kj
rnnrrrrolmrt
Hn NÉ
1
j
j® 3
-J'agr M
BW
fc> Jm,
iMlUfirH. Jr. p w
Billy Carter en zijn Libische vrienden haalden de voorpagina van
de Monitor, Plains' eigen krant.
hoort dat ik uit Nederland kom.
wijst hij trots op enkele stukken
Goudse kaas in zijn vitrine. Ja.
Jimmy kent hij goed. Hij heeft
vroeger, zij het drie klassen lager,
met hem op school gezeten. Zo
straalt er op iedereen in Plains iets
af van de beroemdheid van hun
dorpsgenoot.
Straks zal er in Plains wel een
Jimmy Carter Memorial komen.
Er is in elk geval al een pindamu
seum.
Het EP moet beter de kansen be
nutten die het momenteel heeft. Zo
heeft het formeel niet het recht van
initiatief, maar het kan dat recht in
feite wel uitoefenen. Het kan voor
stellen doen aan de commissie, die
met die voorstellen naar de raad
van ministers moet gaan. Ook heeft
het parlement de Jure geen recht
van amendement, maar het kan dat
recht in de praktijk wel degelijk
uitoefenen. Ook dat dwingt de com
missie een opstelling te kiezen. Ik
weet het wel, het is de raad die de
besluiten neemt en die de amende
menten vaak verwerpt. Maar in we
zen is het in de gewone verhouding
parlement-regering weinig anders.
Neem de commissie. Als er een nieu
we wordt benoemd dan moet het
parlement zeggen: wij willen de
commissie eerst zien. En als die dan
slecht is samengesteld, met mensen
met te weinig kwaliteiten of in een
verkeerde politieke verhouding,
dan kan ze worden weggestemd.
Het idee van het parlement om één
commissaris te kunnen wegsturen
is ook een goed ding. Dat houdt in
dat zo'n commissaris „persona non
grata" wordt. De bodes van het par
lement mogen hem dan niet meer
binnen laten Zo'n man is politiek
weg. En als de rest van de commis
sie dan solidair wil zijn stappen ze
allemaal op. Het weren van een
commissaris is de facto de erken
ning van een soort ministeriële ver
antwoordelijkheid."
Natuurlijk kunnen de regeringen in
theorie zo'n commissie of commis
sieleden herbenoemen, maar in de
praktijk zal dat volgens Vredeling
nauwelijks kunnen „Want wat
doen dan de rechtstreeks gekoze
nen. Die stappen naar hun eigen
parlement en zeggen, wij socialis
ten en wij christen-democraten heb
ben die mensen weggestemd omdat
we dat nodig vonden. Dan moeten
jullie de regering onder druk zetten
Stel nu dat een commissie wordt
weggestuurd omdat ze niets doet
aan de werkloosheidsbestrijding.
Dat baart opzien, er wordt over ge
sproken. over geschreven. Dan kan
zo'n commissie toch niet simpel
worden herbenoemd. Je hebt wel
kans dat enkele oude terugkomen
maar de nieuwe commissie zal zeker
een andere zijn."
Vredeling is niet bang dat de com
missie zo een speelbal zou worden
tussen parlement en raad van mi
nisters. Dat hangt van de man in
kwestie af. „Laatst heeft een collega
een rede gehouden, waarin hij kriti
sche opmerkingen maakte over de
landbouwpolitiek. Er was een mi
nister die daar zeer boos over was
en hem ter verantwoording wilde
roepen. In zo'n geval zou ik zeggen:
ik wil me best verantwoorden maar
dan voor het Europese Parlement.
Want alleen daaraan ben ik verant
woording schuldig."
Als het parlement zijn tanden laat
zien staat het veel sterker tegenover
de raad van ministers, die wel de
beslissingen neemt maar zich daar
voor niet in Straatsburg hoeft te
verantwoorden. „Zo'n institutionele
kwestie als nu met het budget. (Het
EP heeft in zijn recente conflict met
de raad over de uitgaven van de
begroting 1979 voet bij stuk gehou
den, bvp) De situatie zal altijd an
ders zijn dan daarvoor. Het is een
klein beetje, maar een tweede keer
zullen de ministers voorzichtiger
zijn met het voorbijgaan van het
parlement. Het is de moeite waard
te knokken voor de democratie. Het
verwijt dat het allemaal zo lang
haam gaat, daar wil ik tegenover
stellen de vraag of de Tweede Ka
mer dan zoveel te vertellen heeft.
Het duurt hier in Straatsburg en
Brussel misschien wat langer, maar
komt dat in Nederland ook niet
voor? Hoe lang is men nu al bezig
met de abortus, met de onderne
mingsraden?"
Brussel staat niet verder van de
mensen af dan Den Haag, heeft hij
ooit eens gezegd. „Voor de boeren is
dat nu al zo. En straks met het
probleem van arbeid en arbeidstijd
geldt dat ook voor de werknemers.
We moeten de arbeidstijdverkor
ting internationaal regelen, heeft
Albeda een paar dagen geleden nog
gezegd. Dan bedoelt hij op EG-ni-
veau De beslissingen die hier wor
den genomen zijn van groot belang.
Weet Je wie de weg naar Straats
burg en Brussel meteen weten te
vinden? De multinationals. Die lo
pen Den Haag zo voorbij. Bij de
energiedebatten zaten de mensen
van Shell hier op de tribune. Maar
in Nederland is er weinig aandacht
voor wat er hier gebeurt."
Een goed voorbeeld daarvan noemt
hij de media. „In het begin stuurden
de kranten hun beste mensen als
verslaggever of correspondent.
Mensen als Metzemaekers om een
voorbeeld te noemen. Nu staan de
meeste kwesties in het rubriekje
„gemengd nieuws". Het is een soort
provincialisme van de Nederlandse
pers. Maar ach. elk volk krijgt de
pers, die het verdient"
„Dat zit er bij ons een beetje in, dat
afzijdig houden. Het is niet voor
niets dat we onder Colijn zo lang
neutraal bleven terwijl om ons heen
de boel in brand stond. Wat de EEG
betreft zal het wel zijn vah „Neder
land is zo klein en het is allemaal zo
ver van ons bed". Net zoals Je bij
ons geen nachttreinen hebt. je kunt
's nachts niet slapen en meteen rei
zen. Zeker ook bij de politici is de
belangstelling niet bijster groot. Ik
weet nog wel hoe vroeger de woens
dagavond door de fractie altijd
werd bestemd voor „EuropaEr
was in de praktijk altijd wel iets
anders te bespreken dat belangrij
ker was. Bij de andere partijen ging
het al net zo. Ik weet echter uit
ervaring dat de belangstelling bij de
gewone mensen groot is."
Nationaal
Dat in het Europese parlement, nu
en ook in de toekomst, de nationale
interesse meespeelt vindt Vredeling
helemaal niet erg. „Dat is zo'n na
tuurlijk proces. Het is net zo als bij
verkiezingen in Nederland. Naast
de einduitslag kijk ik in de krant
altijd hoe Zeist en Amersfoort heb
ben gestemd. In Zeist woon ik en uit
Amersfoort kom ik vandaan. En als
het kan kijk ik ook nog hoe mijn
wijk heeft gestemd. Je hebt toch
altijd die speciale betrokkenheid.
Ik heb me in het EP ook altijd sterk
Nederlander gevoeld. Ik heb staan
gillen dat ik het verdomde om te
stemmen als een amendement niet
in mijn eigen taal was opgesteld. En
zo voel ik mee met de Vlamingen,
die zich tegenover de Franstaligen
staande proberen te houden."
Een andere zaak. die hij met name
tegen de Europese achtergrond
hoog houdt, is de democratie. „Je
voelt hoe een kasplantje dat is, dat
kunnen we ons in Nederland, dat
eiland zelfs in West-Europa, nauwe
lijks voorstellen. In de meeste ande
re landen is die democratie minder,
zwakker. West-Duitsland is pas
sinds 1949 een democratie. Daarom
hecht ik ook zo aan die uitbouw van
de gemeenschap. Landen als Grie
kenland. Spanje en Portugal vinden
het wezenlijk dat ze er bij horen.
Het is zelfbescherming, want wij
zijn een democratische samenle
ving. Het gaat om veel meer dan
krenten en rozijnen. Dat waardeer
ik ook zo in mensen als Vondeling
en Willy Brandt, dat ze zeggen dat
hier in Straatsburg de belangen
liggen."
door Louis Smit
De Sowjetburgers moeten uithui
ziger worden. Zij moeten in men
sa's gaan eten, in speciale ont
moetingsruimten naar de televi
sie kijken en er een praatje ma
ken met de buurman, de krant
lezen en een kopje koffie drinken
in gemeenschappelijke leeszalen
en piano of viool spelen in
muzlekruimten die in flatgebou
wen worden ingericht.
Deze uithuizigheid is volgens de
architect Boris Swjetlitsjny de
aangewezen oplossing voor de
woningnood in de Sowjet-lTnie.
Hij doet zijn „nieuwe woonvorm"
in het tijdschrift „Politieke Zelf
opvoeding" uit de doeken.
Swjetlitsjny heeft uitgerekend
dat dagelijks op de hele wereld
een miljard vrouwen bezig is met
het klaarmaken van eten. Dat wil
zeggen een vierde deel van de
wereldbevolking. Met het klaar
maken van het eten voor 1000
mensen zijn dus 250 vrouwen in
de weer. Maar in een mensa heb je
voor 1000 eters maar 20 kooksters
nodig. Alleen al om de (meestal
werkende) vrouwen werk te be
sparen, zou er dus veel beter in de
mensa gegeten kunnen wordeiv
En van de keuken, zo meent
Swjetlitsjny, kan dan een een ex
tra-woonkamer worden gemaakt.
De architect betreurt het dat er
nog zo weinig mensa's zijn en dat
de Sowjetburger nog zo vast
houdt aan de traditionele wo
ning, waarin de keuken een grote
rol speelt.
Op het moment heeft iedere Sow
jetburger volgens Swjetlitsjny
gemiddeld 12 vierkante meter
woonruimte tot zijn beschikking.
Daklozen zijn er niet, zo zegt hij,
omdat de grondwet het recht op
een woning voor iedere burger
garandeert. De mensen zouden
echter pas echt tevreden zijn als
zij ieder 25 vierkante meter zou
den hebben. Zij behoren tot een
welvarend en cultureel volk en
daarom willen ze ook een muziek
kamer, een kamer om de schilder
kunst te bedrijven enz. enz. En
een gastenkamer willen ze ook.
Swjetlitsjny is van mening dat
aanvulling van de eigen woning
evengoed de clubruimten, leesza
len en kunstcentra (waarvan er
steeds meer komen) kunnen
dienen.
„En als u geen zin heeft of in de
schoot van uw gezin wilt uitrus
ten, heeft u altijd nog die moge
lijkheid, want u houdt een eigen
woning", zo besluit Boris Swjet
litsjny zijn artikel. In deze woon
vorm ziet hij een mogelijkheid
iedereen tevreden te stellen en
tegelijkertijd de woningnood op
te lossen.