In 'De Drie Hoven' mag en kan alles
ijnen van 'niet bij brood alleen' doortrekken
iuisdier niet mee naar bejaardenhuis
'Rex zou ik toch niet
weggedaan hebben'
jelle fusie tussen de drie CDA-partijen
dichts in hooguit twintig van de zeventienhonderd gevallen kan het wél
DAG 23 FEBRUARI 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET RH 11
let Amsterdamse be]aardente-
I De Drie Hoven in Slotervaart
t men niet op een dier meer of
lier. In dit complex, dat be
lt uit een verzorgingstehuis
ziek 235 personen) een verpleegte-
- en een serie aangepaste wo-
jen, samen goed voor zo'n zes-
'erlflerd personen, bevinden zich
ien honden, dertig katten, 150
tls, zes aquaria, één volière en
dierenboerderij. Bij het onder-
j van de dierenbescherming
Dde dit tehuis dan ook een uit-
in,e)ering.
it bejaardenoord kan binnen alle rede-
lid alles en mag alles," noteerde een
aa»!lijk verheugd bestuurslid van de die-
jscherming in een rapport.
_4is het: niets is er onmogelijk, voordat
gebleken is. dat het niet kan. Alle
worden positief tegemoet getre-
„En waarom ook niet", zegt sociaal-
te ur Thorn Houweling, die zelf een
nhond op zijn kamer heeft, die hij later
llneeneemt naar de vergadering van de
memingsraad.
noon een wijk
iwij van alles toestaan, heeft te maken
bns uitgangspunt, dat de mensen hier
Ifstandig mogelijk moeten kunnen wo-
pigenlijk net zoals in elke andere wijk
Amsterdam. Ik beschouw ons tehuis
Dn als een Amsterdamse wijk, waar
een zelfstandig is. En zoals mensen in
eigen huis beslissen of ze wel of geen
Iwillen, welke gordijnen en welke meu-
Ize willen, gebeurt dat hier ook. Nie-
ig I hoeft zijn poes of hond weg te doen.
leer hij hier binnenkomt. Ook mag
iedereen hier zijn kamer precies zo inrich
ten als hij wil: er zijn geen voorschriften
over dezelfde gordijnen, vloerbedekking of
bedden. Iedereen zet er maar neer wat hij
mooi vindt. Er zijn wel eens mensen, die
zeggen dat het er hier wat rommelig uitziet;
el die verschillende gordijnen bijvoorbeeld,
die van de buitenkant gezien geen eenheid
vormen. Nou. wat zou dat? Ik ga er niet van
uit, dat wij hier een tehuis hebben, dat moet
uitmunten door orde en netheid. Het gaat
erom dat de mensen die er wonen, zoveel
mogelijk kunnen doen wat ze willen."
In de Drie Hoven worden alleen dan regels
gesteld, wanneer het samenleven van zoveel
mensen dat noodzakelijk maakt. Er worden
nooit vooraf al regels opgesteld voor alle
mogelijke zaken, maar alleen achteraf, wan
neer gebleken is, dat het echt nodig is.
bewoners niets meer te organiseren valt. Al
deze mensen hebben zeventig of tachtig
jaar zelfstandig geleefd met alle bijbehoren
de problemen en conflicten; moeten wij hier
dan opeens elke strobreed verwijderen, die
er op hun weg komt? Zo neem je ook veel
mogelijkheden tot communicatie weg. Na
tuurlijk vind ik niet. dat we hier grote ruzies
moeten hebben over blaffende honden of
andere zaken, maar is een ruzietje af en toe
nou zo erg? Dat komt toch in ieders leven
voor, waarom dan niet meer in dat van een
bejaarde?", zegt Thom Houweling.
Als er moeilijkheden rondom een dier blij
ven bestaan (mensen zijn bijvoorbeeld echt
Hoven zelfs de mogelijkheid weer een nieuw
dier te nemen, wanneer het oude is overle
den. Verder kan elk dier, dat een bejaarde
heeft, mee naar het tehuis. Ook een paard?
Jazeker, ook een paard. Dat kan wel niet op
de kamer, maar krijgt wel een plaatsje op
de boerderij, die bij het tehuis hoort. Soms
adviseert men mensen, die alleen in het
tehuis komen, juist om een dier aan te
schaffen, wanneer men het idee heeft, dat.
de bejaarde dat fijn zou vinden. Kortom:
alles kan en alles mag, zolang het geen
onoverkomelijke moeilijkheden voor ande
ren oplevert.
„Ik vind het gewoon een kwestie van ge
makzucht van een directie, wanneer je alles
Is dat zo erg?
Leveren al die huisdieren nooit eens moei
lijkheden op?
„Ja, natuurlijk wel. Er is wel eens een op
loopje in de gang, wanneer er een hoopje
van een hond ligt, die niet meer kon wach
ten tot hij buiten was. Maar is dat nou zo
erg? In het normale leven komen dergelijke
dingen toch ook voor? Wanneer een hond
lang en hard blaft, zijn er uiteraard mensen,
die daar last van hebben. Maar dat gebeurt
bij mij in de straat ook."
„De mensen moeten onderling proberen
deze dingen te regelen, daar moeten wij niet
steeds aan te pas komen. Dat vind ik zo'n
enorme betutteling, dat wij als directie eens
alles zo mooi zullen regelen, dat er voor de
bang voor de hond van de buurman), kan er
natuurlijk altijd gepraat worden. Liefst
eerst onderling en desnoods later met de
leiding. Een andere kamer behoort dan tot
de mogelijkheden, maar een dergelijke
maatregel is nog nooit nodig geweest in de
drie jaar, dat Houweling nu directeur is.
Zelfs een paard
maar wilt regelen en aan vaste voorschrif
ten binden. Zo probeer je elk conflict uit de
weg te gaan. Natuurlijk is het gemakkelij
ker en rustiger, wanneer Je voor alles regels
hebt, maar wat houdt de bejaarde dan nog
over voor plezier in zijn leven? Een tehuis
■moet vóór alles fijn zijn om in te wonen.
'Een misdaad'
Als een van de weinige, misschien wel het
enige tehuis in Nederland biedt de Drie Orde en netheid komen bij mij pas veel
later op de ranglijst," aldus Thom Houwe
ling.
„Ik was hier echt niet komen wonen, wan
neer Rex niet had meegemogen" vertelt de
77-jarige heer W. J. van der Berg, een we
duwnaar, die sedert ruim een jaar in de Drie
Hoven woont met zijn hond. „Ik heb m'n
hele leven honden gehad en ik had beslist
geen afstand van Rex willen doen. Dan had
ik wel voortgetobd in m'n eigen huis, ook al
ging dat eigenlijk niet meer."
De heer Van den Berg heeft last van even
wichtsstoornissen, hij kan niet veel meer
doen met één hand en heeft te hoge bloed
druk.
„Ik wist vroeger nooit, dat je een hond mee
kon nemen naar een tehuis, maar toen de
maatschappelijk werkster van hier bij mij
thuis op bezoek kwam en de hond zag, zei ze
zelf. dat die mee mocht. Het zou gewoon een
misdaad zijn, wanneer je een dier, dat je al
zolang hebt, zou moeten wegdoen. Alle
mensen vinden Rex een leuk dier. De buur
man van hiernaast heeft een poes, daar
speelt hij zo leuk mee. Nee hoor, niks geen
moeilijkheden, iedereen haalt hem aan."
Echt nooit problemen met de hond?
„Nou ja, er zijn natuuurlijk altijd mensen,
die zeuren, die een echte hekel aan dieren
hebben, aan elk dier. Een vrouw zei: „Als
het aan mij lag, gingen alle honden er hier
uit." Ik zei toen: „Nou mevrouw, gaat u dan
maar liever zelf." Ja. daar kreeg ik wel even
de smoor over in. Ik ben Juist zo vreselijk
blij, dat ik m'n Rex hierheen mee mocht
nemen. En niemand heeft last van hem, hij
is erg rustig."
„Ja hoor," beaamt een op bezoek zittende
vriend, met een poedeltje op schoot „Ik
kon zelf al veel eerder in een bejaardenhuis
komen in Purmerend, maar daar mocht de
hond niet mee. Nou, ik heb het mooi afge
zegd, want dan hoef Ik zelf ook niet."
Waarom geen poes
Mevrouw T. de Wit, een 65-jarige gehandi
capte vrouw woont samen met haar poes
Flip in een van de aangepaste woningen in
de Drie Hoven. „Ik kwam hier zonder een
dier. Ik had vroeger wel een poes. maar die
is doodgereden. Toen ik hier kwam wonen,
ben ik een tijd erg van streek geweest; ik
voelde me alleen, nadat m'n jongste doch
ter het huis was uit gegaan. Ik kon niet
meer op mezelf blijven wonen, want ik ben
gehandicapt aan een been. Bovendien heb
ik astma en hartklachten. Ik lag echt in de
vernieling. Toen zei een personeelslid
„waarom neemt u geen poes. dat zou u vast
fijn vinden" Zij wist wel een klein poesje
voor me. Nou, dat is gebeurd en ik ben
dolgelukkig dat ik Flip gekregen heb. Ik
heb nu weer iemand om voor te zorgen, ik
heb aanspraak aan 'em en er wacht iemand
op me. wanneer ik thuis kom. Het is een
kostelijk en een heerlijk iets," zegt ze.
Heerlijk wonen
Eerst was ze een beetje bang hoe het moest,
wanneer ze eens wegwilde om bij haar kin
deren te logeren. Maar daar hoefde ze geen
ogenblik over in de war te zitten, zelden ze
van het personeel, want dan kon dc poes
wel ergens logeren. Wanneer de dochter van
mevrouw De Wit komt logeren, neemt ze
haar hond en poes mee. Die kunnen alle
maal terecht in de Drie Hoven. „Ja. het is
hier heerlijk wonen, ook al heb je op bepaal
de dingen best eens wat aan te merken.
Maar dat ze zo lief voor mij zijn geweest om
me een poes te bezorgen, steekt boven alles
uit."
iscussie. die de laatste week in Trouw op gang is gekomen over de naderende fusie van het
vraagt mijns inziens om enkele kritische kanttekeningen.
mr. J. J. M. S. Leyten-de Wijkerslooth
A. Vermaat acht het, blijkens
rtikel in Trouw van 16 februari,
akelijk eerste „de politieke
ilging" door de partijen te laten
ellen alvorens met het fusiepro-
erder te gaan. Deze wens ver
mij van hem in hoge mate;
rs de grondslagcommissie,
an hijzelf deel uitmaakte, heeft
lange lijst van aanbevelingen
aanbeveling niet gedaan. Inte-
tel, de commissie zag en ik
aan ziet de politieke overtui-
ils een zich steeds vernieuwende
ante van de waardevolle ele-
■D van bezinning binnen de
«n-Democratie. Zij bepleit een
mente bezinning en vernieu-
vanuit de grondslag naar de
ike stellingnames.
mmissie schrijft letterlijk: „Re
en van deze arbeid zullen van
>t tijd verwerkt kunnen worden
t kader van de opstelling en
uwing van ons Program van
ftgspunten."
eigen voorstel in het KVP-Par-
tijbestuur bij de behandeling van het
grondslagrapport om tot een duidelij
ke vastlegging van de politieke over
tuiging te geraken, leed dan ook
schipbreuk op weerstand van leden
van de grondslagcommissie met het
argument, dat dit vastleggen onrecht
zou doen aan de door de commissie zo
bepleite permanenente bezinning en
vernieuwing. Het daarna door de AR-
Partijraad op 15 december gedane
voorstel om nu al te beginnen met het
opstellen van een nieuw program van
uitgangspunten is door mij dan ook
van harte ondersteund, maar niet als
een noodzakelijk fusiedocument (het
is door de ARP ook niet als zodanig
voorgesteld) omdat een program van
uitgangspunten onder dat proviso
het risico zou lopen een veel te starre
status voor de toekomst te krijgen. In
de geschiedenis van de 3 partijen
hebben we enige ervaring met begin
selprogramma's, die naast de Heilige
Schrift een eigen „eeuwigheidswaar
de" kregen. In die zin sprak het plei
dooi van de grondslagcommissie voor
permanente bezinning mij dan ook in
hoge mate aan. Er is trouwens de
laatste jaren al een vloed van zeer
goede CDA-publikaties verschenen,
die erg veel materiaal bevatten voor
de „politieke overtuiging" en het pro
gram van uitgangspunten.
Wantrouwen
2. De analyse van Willem Breedveld
over de ontwikkelingen binnen het
AR-Partijbestuur, waar een toene
mend aantal leden een afnemend ent
housiasme voor een snelle fupie van
de CDA-partijen schijnt te hebben.
Hij noemt in dat artikel „een onover
komelijk wantrouwen in de KVP" als
een van de oorzaken van het afne
mend enthousiasme. Hoewel zelden
zo direct uitgesproken kan ik mij niet
aan de Indruk onttrekken dat er op
de achtergrond steeds weer een irrati
oneel wantrouwen in de KVP cq Ka
tholieken een rol speelt. Woorden als
„onoverkomelijk wantrouwen in de
KVP" maken mij daarom beurtelings
boos, gegriefd en verdrietig. Van de
KVP-ers als Steenkamp. van Agt,
Lubbers, An dri essen, Mevrouw O ar
deniers, Vergeer etc, kan misschien
veel gezegd worden (net zoals van
vele anti-revolutionairen), maar niet.
dat ze niet met een hele duidelijke
motivatie voor christelijke politiek
hun werk doen. Voor wat betreft de
doorwerking van de grondslag in het
politiek handelen is het argwaan
t.a.v. de intentie van KVP-ers on
terecht; een dergelijk argwaan wijs ik
dan oók diep-verontwaardigd van de
hand. In het KVP-kamp hoor ik
nooit, dat aan de intenties van anti
revolutionairen wordt getwijfeld, wel
dat standpunten van sommige hun
ner worden bestreden. Zou het dan na
zovele Jaren niet mogelijk zijn dat
KVP-ers andersom een soortgelijke
behandeling krijgen? In het dagelijks
bestuur van het CDA gebeurt dat
overigens op volstrekt open en eerlij
ke wijze en de daar met veel discus
sies doorgebrachte Jaren heb ik dan
ook persoonlijk als zeer verrijkend
ervaren.
3. De open brief van dr Goudzwaard
legt de klemtoon wat meer op de
politieke gang van zaken en zijn ver
ontrusting daarover. Hij memoreert
echter ook de discussie die is gevoerd
rondom de grondslag en noemt daar
bij als meest onbevredigend element,
dat de discussie zo in abstracto is
gevoerd los van de vraag naar een
concrete inhoud van een beleid, dat
door een levend christelijk geloof
wordt gevoed. Zijn onvrede daarover
deel ik in belangrijke mate, maar de
schuldvraag over die gang van zaken
werpt hij niet op; zijn voorstel om de
ARP na 1980 nog langer te laten
voorbestaan wekt echter op zijn
minst de suggestie, dat de schuld
daarover moet worden gezocht bij
KVP en CHU.
Het is toch niet in overeenstemming
met de feiten, die zich de afgelopen
Jaren binnen het CDA hebben voor
gedaan, dat zo'n soort van de con
crete inhoud van het beleid geabstra
heerde grondslagdiscussie door
KVP en CHU zouden zijn geënta
meerd?
Onbewezen
Ook de stellingen van dr Goud
zwaard over de richting waarin het
CDA zich politiek ontwikkelt, zijn
voor een belangrijk deel onbewezen.
Mag ik 2 voorbeelden noemen:
De samenstelling van de rechtstreek
se leden: er is bij mijn beste weten in
het geheel geen onderzoek gedaan
naar motivatie en afkomst van de
25.000 rechtstreekse leden van het
CDA. En als er al zoveel ex-KVP-era
bij zouden zijn, die de KVP te pro
gressief vonden, dan moeten toch die
genen binnen de ARP, die het conser
vatisme van de KVP als argument
tegen de fusie inbrengen, ongelijk
hebben. Er is op zijn minst een van
beide stellingen onjuist. Persoonlijk
denk ik beide.
Een tweede punt waar dr Goud
zwaard zich op beroept is de wijziging
in de sociale samenstelling van het
CDA. de verschuiving in aanhang en
achterban. Dat een aantal onzer deze
ontwikkeling vrezen, ls juist, maar in
welke mate die ontwikkeling aan de
gang ls, daarvoor ontbreekt een be
hoorlijk inzicht en gedegen onder
zoek. Het zou boelend zijn eens met
elkaar uit te praten waardoor die
verschuivingen veroorzaakt zouden
zijn. Ik denk, dat wij in de verkie
zingscampagnes veel te bang geweest
zijn kiezers te verliezen aan SOP,
GPV, RKPN etc.
De spanning tussen de kiezers, die we
hebben aangetrokken door onze wij
ze van campagne voeren en het pro
gramma dat we anderzijds aan die
zelfde kiezers hebben gepresenteerd,
ls bij herhaling in het dagelijks be
stuur van het CDA aan de orde ge
weest. Het waren daar beslist niet de
KVP-ers, diezo benauwd waren voor
de kleine rechtse splinterpartijen.
Bundelen
Teleurstelling over de mate waarin
wij tot nu toe gestalte geven aan de
idealen van „Niet bij brood alleen"
heerst bij alle drie de partijen, ook bU
mij. Het zou ons echter tot de conclu
sie moesten brengen, dat we al onze
energie moeten besteden aan het
dichterbij brengen van die idealen en
niet wat de conclusie van dr Goud
zwaard ls de fusie vertragen en duf
weer eindeloos tijd verdoen aan fusie-
besprekingen.
Er ls al veel tijd door topmensen aan
besteed het was onvermijdelijk bij
zo'n historisch fusieproces maar de
tijd moet zo langzamerhand worden
.besteed aan de politieke vulling van
de christen-democratie voor de toe
komst en niet meer aan alle mogelij
ke dubbelvergaderingen van ener
zijds de federatie CDA en anderzijds
de drie partijen. Politieke verschillen
van Inzicht zijn er binnen alle drie de
partijen, de ARP Incluis; het wordt
daarom tijd de progressieve krachten
te bundelen binnen een gefuseerd
CDA. De ARP staat bekend als een
partij met een zeer groot zelfvertrou
wen. Waar ls eigenlijk datzelfde zelf
vertrouwen als het erom gaat in een
gefuseerd CDA de lijnen van „Niet bij
brood alleen" door te trekken?
Msdeleeo Leyten-de Wijker
slooth is lid van het dagelijks
bestuur van het CDA en oud
vice-vooraitter van de KVP.
De Amandelhof in Zeist is
een van de weinige bejaar
dentehuizen in ons land,
waar de huidieren van be
jaarden terecht kunnen. Elke
ochtend is deze poes present
wanneer een groepje bewo
ners een kaartje legt.
tehuis: het dier is klankbord in de
veel voorkomende perioden van een
zaamheid; er ontstaat, juist door de
aanwezigheid van de dieren, een bete
re communicatie tussen de bejaar
den; aan de eigen problemen wordt
wat minder zwaar getild, wanneer
men afleiding heeft aan een dier; het
dier zorgt voor de dagelijkse regel
maat in het leven van de bejaarde en
houdt hem of haar zo veel mogelijk in
beweging (vooral door het uitlaten
van een hond).
Een ander punt, dat bij de dierenbe
scherming meetelt, is dat deze instan
tie zeer ontlast wordt wanneer de
huisdieren meegenomen mogen wor
den naar het bejaardentehuis. An
ders komen de dieren vaak in de toch
al overvolle asiels terecht, waar het
risico bestaat dat ze afgemaakt wor
den. De dierenbescherming be
schouwt het afmaken van gezonde,
goed verzorgde dieren als ethisch niet
verantwoord.
Beperking
Overigens zal de dierenbescherming
in een aanbeveling wel een paar be
perkende maatregelen opnemen; zo
zou bij de dood van een dier geen
nieuw mogen worden aangeschaft;
ook zouden de honden niet boven een
bepaalde schofthoogte mogen uitko
men (ongeveer veertig centimeter),
(men vindt het erg moeilijk om grote
honden als een slnt-bemhardshond
of een bouvier mee te nemen naar de
veelal kleine kamers van een
bejaardentehuis). Verder stelt men
regelmatige medische controle op het
dier voor.
Mochten tehuisdirecties besluiten op
grond van al deze argumenten over te
gaan tot het toelaten van huisdieren
in hun tehuis, dan nog zouden zij,
samen met de bejaarden, het laatste
woord dienen te hebben in het al dan
niet blijven van een dier, wanneer er
moeilijkheden komen, meent de die
renbescherming.
Cisca Dresselhuys
I HAAG Er zijn in ons land ongeveer 40.000 bejaarde
sen, die in aanmerking komen voor plaatsing in een
ardentehuis, maar die daar grote moeilijkheden mee
ien, omdat ze een huisdier hebben. Want in verreweg het
tste deel van alle Nederlandse verzorgingstehuizen mo
de bejaarde bewoners hun hond of poes niet meenemen,
de 1700 verzorgingstehuizen, zijn er misschien maar
waar de huisdieren wel mee mogen. Omdat veel
beslist hun hond of poes niet willen missen, stellen ze
in een verzorgingstehuis steeds maar uit, soms veel
gevallen bekend, waarin be-
die nodig toe waren aan op-
in een tehuis, zeiden: „Ik
nog liever met m'n manke be
de vloer door het huis, dan
m'n dier wegdoe en in een
ga."
tijd geleden kwam deze kwes-
de orde in een televisiepro-
waarop nogal wat reacties
die doorgestuurd
naar de toenmalige staatsse-
van CRM, Wim Meijer. Die
aan de dierenbescherming ge-
eens te onderzoeken hoe het
het meenemen van huisdieren
een bejaardentehuis. Dit rap-
nu klaar en zal binnenkort aan
van Wim Meijer, staats-
Wallis de Vries, worden
is het niet zo, dat het mi-
van CRM ook maar iets te
heeft met het al dan niet mee-
van huisdieren naar bejaar-
Dit is louter en alleen
die geregeld kan worden
de bejaarde en de leiding van
hij zijn intrek neemt,
de provincie als het rijk, beide
die direct betrokken zijn
bejaardenzorg, hebben over dit
niets te zeggen. Wanneer
Wallis de Vries
het rapport van de dierenbe-
heeft en hij mocht de con-
daarvan dat het een onder
van de rechten en de privacy
bejaarde is, dat verboden
een huisdier mee te nemen
;en tehuis delen, dan kan hij
iet veel doen. Hoogstens een
d briefje schrijven aan de over-
lende tehuis-organisatie, waar
als zijn vrijblijvende me-
eeft, dat hij het fijn zou vinden,
:er bejaarden hun huisdier zou-
:unnen behouden. Maar geen
enkele tehuis-directie hoeft zich door
deze mening gebonden te voelen: zij
blijft vrij om zo'n eventuele aanbeve
ling te volgen of naast zich neer te
leggen.
Maar twaalf
Het onderzoek naar de tehuizen, waar
bejaarden wél hun huisdier mogen
meenemen, was niet erg veel omvat
tend, eenvoudig, omdat men maar
twaalf tehuizen vond, waar dieren
werden toegelaten. Inmiddels zijn
daar misschien nog enkele bijgeko
men, maar meer dan twintig zijn het
er zeker niet.
Men trof er in Noord-Brabant twee, in
Zuid-Holland twee, in Noord-Holland
drie, in Utrecht vier en in Zeeland één
aan. Geen royale oogst dus, en dat
terwijl uit cijfers bekend is, dat juist
veel hoogbejaarde mensen tegen
woordig een huisdier hebben. Het zijn
ook juist weer deze hoogebejaarden,
die In aanmerking komen voor plaat
sing in een bejaardentehuis, nu men
als uitgangspunt heeft, dat bejaarden
zo lang mogelijk zelfstandig moeten
blijven wonen.
In de tehuizen, waar wél toegang mo
gelijk was voor huisdieren, bleek
vaak dat de directeur of directrice
zelf ook een huisdier had, waardoor
hij of zij duidelijk meer begrip had
voor wat zo'n dier kan betekenen
voor iemand. Juist in een levensfase,
waarin toch al zo veel verandert en er
zulke ingrijpende beslissingen geno
men moeten worden als het geval is
bij het overstappen naar een tehuis,
is het erg belangrijk dat een bejaarde
iets van zichzelf overhoudt, waarvoor
hij kan zorgen, meent de dierenbe
scherming.
Bezwaren
Wat zijn nu de meest gehoorde be
zwaren tegen dieren in een tehuis?
Er is te weinig verzorgend personeel
voor het uitlaten van de honden en
het verschonen van de kattebakken.
(De dierenbescherming voert hierte
gen aan, dat het niet de bedoeling is,
dat het verzorgen van de dieren op
het personeel neerkomt. Het is juist
zo goed, dat de bejaarde dit zelf zo
lang mogelijk doet. Wanneer dit niet
meer kan, kunnen familieleden, vrij
willigers of schoolkinderen uit de
buurt ingeschakeld worden bij het
uitlaten van de honden.)
Bij langdurige ziekte of overlijden
van een bejaarde zal het moeilijk zijn
een dier te plaatsen (hier tegenover
stelt men de ervaring dat het in tehui
zen, waar al dieren zijn toegelaten,
nog vrijwel nooit een probleem is
geweest wat er met het dier moest
gebeuren in geval van ernstige ziekte
of overlijden van de eigenaar; vaak
neemt een andere bejaarde in het
huis het dier over of anders zorgt de
familie voor opvang).
kent hier bij aan, dat dieren die in een
tehuis komen, van tevoren een ge
zondheidsattest van de dierenarts
zouden moeten hebben. Bovendien
zouden ze gesteriliseerd en ge
castreerd moeten zijn.)
Ten slotte zijn er de bezwaren van Voordelen
hygiënische aard en het eventueel
oplopen van ziekten of ongedierte via
de dieren. (De dierenbescherming te-
Voordelen. die de dierenbescherming
ziet aan het houden van dieren in een