In 'De Drie Hoven' mag en kan alles ijnen van 'niet bij brood alleen' doortrekken iuisdier niet mee naar bejaardenhuis 'Rex zou ik toch niet weggedaan hebben' jelle fusie tussen de drie CDA-partijen dichts in hooguit twintig van de zeventienhonderd gevallen kan het wél DAG 23 FEBRUARI 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET RH 11 let Amsterdamse be]aardente- I De Drie Hoven in Slotervaart t men niet op een dier meer of lier. In dit complex, dat be lt uit een verzorgingstehuis ziek 235 personen) een verpleegte- - en een serie aangepaste wo- jen, samen goed voor zo'n zes- 'erlflerd personen, bevinden zich ien honden, dertig katten, 150 tls, zes aquaria, één volière en dierenboerderij. Bij het onder- j van de dierenbescherming Dde dit tehuis dan ook een uit- in,e)ering. it bejaardenoord kan binnen alle rede- lid alles en mag alles," noteerde een aa»!lijk verheugd bestuurslid van de die- jscherming in een rapport. _4is het: niets is er onmogelijk, voordat gebleken is. dat het niet kan. Alle worden positief tegemoet getre- „En waarom ook niet", zegt sociaal- te ur Thorn Houweling, die zelf een nhond op zijn kamer heeft, die hij later llneeneemt naar de vergadering van de memingsraad. noon een wijk iwij van alles toestaan, heeft te maken bns uitgangspunt, dat de mensen hier Ifstandig mogelijk moeten kunnen wo- pigenlijk net zoals in elke andere wijk Amsterdam. Ik beschouw ons tehuis Dn als een Amsterdamse wijk, waar een zelfstandig is. En zoals mensen in eigen huis beslissen of ze wel of geen Iwillen, welke gordijnen en welke meu- Ize willen, gebeurt dat hier ook. Nie- ig I hoeft zijn poes of hond weg te doen. leer hij hier binnenkomt. Ook mag iedereen hier zijn kamer precies zo inrich ten als hij wil: er zijn geen voorschriften over dezelfde gordijnen, vloerbedekking of bedden. Iedereen zet er maar neer wat hij mooi vindt. Er zijn wel eens mensen, die zeggen dat het er hier wat rommelig uitziet; el die verschillende gordijnen bijvoorbeeld, die van de buitenkant gezien geen eenheid vormen. Nou. wat zou dat? Ik ga er niet van uit, dat wij hier een tehuis hebben, dat moet uitmunten door orde en netheid. Het gaat erom dat de mensen die er wonen, zoveel mogelijk kunnen doen wat ze willen." In de Drie Hoven worden alleen dan regels gesteld, wanneer het samenleven van zoveel mensen dat noodzakelijk maakt. Er worden nooit vooraf al regels opgesteld voor alle mogelijke zaken, maar alleen achteraf, wan neer gebleken is, dat het echt nodig is. bewoners niets meer te organiseren valt. Al deze mensen hebben zeventig of tachtig jaar zelfstandig geleefd met alle bijbehoren de problemen en conflicten; moeten wij hier dan opeens elke strobreed verwijderen, die er op hun weg komt? Zo neem je ook veel mogelijkheden tot communicatie weg. Na tuurlijk vind ik niet. dat we hier grote ruzies moeten hebben over blaffende honden of andere zaken, maar is een ruzietje af en toe nou zo erg? Dat komt toch in ieders leven voor, waarom dan niet meer in dat van een bejaarde?", zegt Thom Houweling. Als er moeilijkheden rondom een dier blij ven bestaan (mensen zijn bijvoorbeeld echt Hoven zelfs de mogelijkheid weer een nieuw dier te nemen, wanneer het oude is overle den. Verder kan elk dier, dat een bejaarde heeft, mee naar het tehuis. Ook een paard? Jazeker, ook een paard. Dat kan wel niet op de kamer, maar krijgt wel een plaatsje op de boerderij, die bij het tehuis hoort. Soms adviseert men mensen, die alleen in het tehuis komen, juist om een dier aan te schaffen, wanneer men het idee heeft, dat. de bejaarde dat fijn zou vinden. Kortom: alles kan en alles mag, zolang het geen onoverkomelijke moeilijkheden voor ande ren oplevert. „Ik vind het gewoon een kwestie van ge makzucht van een directie, wanneer je alles Is dat zo erg? Leveren al die huisdieren nooit eens moei lijkheden op? „Ja, natuurlijk wel. Er is wel eens een op loopje in de gang, wanneer er een hoopje van een hond ligt, die niet meer kon wach ten tot hij buiten was. Maar is dat nou zo erg? In het normale leven komen dergelijke dingen toch ook voor? Wanneer een hond lang en hard blaft, zijn er uiteraard mensen, die daar last van hebben. Maar dat gebeurt bij mij in de straat ook." „De mensen moeten onderling proberen deze dingen te regelen, daar moeten wij niet steeds aan te pas komen. Dat vind ik zo'n enorme betutteling, dat wij als directie eens alles zo mooi zullen regelen, dat er voor de bang voor de hond van de buurman), kan er natuurlijk altijd gepraat worden. Liefst eerst onderling en desnoods later met de leiding. Een andere kamer behoort dan tot de mogelijkheden, maar een dergelijke maatregel is nog nooit nodig geweest in de drie jaar, dat Houweling nu directeur is. Zelfs een paard maar wilt regelen en aan vaste voorschrif ten binden. Zo probeer je elk conflict uit de weg te gaan. Natuurlijk is het gemakkelij ker en rustiger, wanneer Je voor alles regels hebt, maar wat houdt de bejaarde dan nog over voor plezier in zijn leven? Een tehuis ■moet vóór alles fijn zijn om in te wonen. 'Een misdaad' Als een van de weinige, misschien wel het enige tehuis in Nederland biedt de Drie Orde en netheid komen bij mij pas veel later op de ranglijst," aldus Thom Houwe ling. „Ik was hier echt niet komen wonen, wan neer Rex niet had meegemogen" vertelt de 77-jarige heer W. J. van der Berg, een we duwnaar, die sedert ruim een jaar in de Drie Hoven woont met zijn hond. „Ik heb m'n hele leven honden gehad en ik had beslist geen afstand van Rex willen doen. Dan had ik wel voortgetobd in m'n eigen huis, ook al ging dat eigenlijk niet meer." De heer Van den Berg heeft last van even wichtsstoornissen, hij kan niet veel meer doen met één hand en heeft te hoge bloed druk. „Ik wist vroeger nooit, dat je een hond mee kon nemen naar een tehuis, maar toen de maatschappelijk werkster van hier bij mij thuis op bezoek kwam en de hond zag, zei ze zelf. dat die mee mocht. Het zou gewoon een misdaad zijn, wanneer je een dier, dat je al zolang hebt, zou moeten wegdoen. Alle mensen vinden Rex een leuk dier. De buur man van hiernaast heeft een poes, daar speelt hij zo leuk mee. Nee hoor, niks geen moeilijkheden, iedereen haalt hem aan." Echt nooit problemen met de hond? „Nou ja, er zijn natuuurlijk altijd mensen, die zeuren, die een echte hekel aan dieren hebben, aan elk dier. Een vrouw zei: „Als het aan mij lag, gingen alle honden er hier uit." Ik zei toen: „Nou mevrouw, gaat u dan maar liever zelf." Ja. daar kreeg ik wel even de smoor over in. Ik ben Juist zo vreselijk blij, dat ik m'n Rex hierheen mee mocht nemen. En niemand heeft last van hem, hij is erg rustig." „Ja hoor," beaamt een op bezoek zittende vriend, met een poedeltje op schoot „Ik kon zelf al veel eerder in een bejaardenhuis komen in Purmerend, maar daar mocht de hond niet mee. Nou, ik heb het mooi afge zegd, want dan hoef Ik zelf ook niet." Waarom geen poes Mevrouw T. de Wit, een 65-jarige gehandi capte vrouw woont samen met haar poes Flip in een van de aangepaste woningen in de Drie Hoven. „Ik kwam hier zonder een dier. Ik had vroeger wel een poes. maar die is doodgereden. Toen ik hier kwam wonen, ben ik een tijd erg van streek geweest; ik voelde me alleen, nadat m'n jongste doch ter het huis was uit gegaan. Ik kon niet meer op mezelf blijven wonen, want ik ben gehandicapt aan een been. Bovendien heb ik astma en hartklachten. Ik lag echt in de vernieling. Toen zei een personeelslid „waarom neemt u geen poes. dat zou u vast fijn vinden" Zij wist wel een klein poesje voor me. Nou, dat is gebeurd en ik ben dolgelukkig dat ik Flip gekregen heb. Ik heb nu weer iemand om voor te zorgen, ik heb aanspraak aan 'em en er wacht iemand op me. wanneer ik thuis kom. Het is een kostelijk en een heerlijk iets," zegt ze. Heerlijk wonen Eerst was ze een beetje bang hoe het moest, wanneer ze eens wegwilde om bij haar kin deren te logeren. Maar daar hoefde ze geen ogenblik over in de war te zitten, zelden ze van het personeel, want dan kon dc poes wel ergens logeren. Wanneer de dochter van mevrouw De Wit komt logeren, neemt ze haar hond en poes mee. Die kunnen alle maal terecht in de Drie Hoven. „Ja. het is hier heerlijk wonen, ook al heb je op bepaal de dingen best eens wat aan te merken. Maar dat ze zo lief voor mij zijn geweest om me een poes te bezorgen, steekt boven alles uit." iscussie. die de laatste week in Trouw op gang is gekomen over de naderende fusie van het vraagt mijns inziens om enkele kritische kanttekeningen. mr. J. J. M. S. Leyten-de Wijkerslooth A. Vermaat acht het, blijkens rtikel in Trouw van 16 februari, akelijk eerste „de politieke ilging" door de partijen te laten ellen alvorens met het fusiepro- erder te gaan. Deze wens ver mij van hem in hoge mate; rs de grondslagcommissie, an hijzelf deel uitmaakte, heeft lange lijst van aanbevelingen aanbeveling niet gedaan. Inte- tel, de commissie zag en ik aan ziet de politieke overtui- ils een zich steeds vernieuwende ante van de waardevolle ele- ■D van bezinning binnen de «n-Democratie. Zij bepleit een mente bezinning en vernieu- vanuit de grondslag naar de ike stellingnames. mmissie schrijft letterlijk: „Re en van deze arbeid zullen van >t tijd verwerkt kunnen worden t kader van de opstelling en uwing van ons Program van ftgspunten." eigen voorstel in het KVP-Par- tijbestuur bij de behandeling van het grondslagrapport om tot een duidelij ke vastlegging van de politieke over tuiging te geraken, leed dan ook schipbreuk op weerstand van leden van de grondslagcommissie met het argument, dat dit vastleggen onrecht zou doen aan de door de commissie zo bepleite permanenente bezinning en vernieuwing. Het daarna door de AR- Partijraad op 15 december gedane voorstel om nu al te beginnen met het opstellen van een nieuw program van uitgangspunten is door mij dan ook van harte ondersteund, maar niet als een noodzakelijk fusiedocument (het is door de ARP ook niet als zodanig voorgesteld) omdat een program van uitgangspunten onder dat proviso het risico zou lopen een veel te starre status voor de toekomst te krijgen. In de geschiedenis van de 3 partijen hebben we enige ervaring met begin selprogramma's, die naast de Heilige Schrift een eigen „eeuwigheidswaar de" kregen. In die zin sprak het plei dooi van de grondslagcommissie voor permanente bezinning mij dan ook in hoge mate aan. Er is trouwens de laatste jaren al een vloed van zeer goede CDA-publikaties verschenen, die erg veel materiaal bevatten voor de „politieke overtuiging" en het pro gram van uitgangspunten. Wantrouwen 2. De analyse van Willem Breedveld over de ontwikkelingen binnen het AR-Partijbestuur, waar een toene mend aantal leden een afnemend ent housiasme voor een snelle fupie van de CDA-partijen schijnt te hebben. Hij noemt in dat artikel „een onover komelijk wantrouwen in de KVP" als een van de oorzaken van het afne mend enthousiasme. Hoewel zelden zo direct uitgesproken kan ik mij niet aan de Indruk onttrekken dat er op de achtergrond steeds weer een irrati oneel wantrouwen in de KVP cq Ka tholieken een rol speelt. Woorden als „onoverkomelijk wantrouwen in de KVP" maken mij daarom beurtelings boos, gegriefd en verdrietig. Van de KVP-ers als Steenkamp. van Agt, Lubbers, An dri essen, Mevrouw O ar deniers, Vergeer etc, kan misschien veel gezegd worden (net zoals van vele anti-revolutionairen), maar niet. dat ze niet met een hele duidelijke motivatie voor christelijke politiek hun werk doen. Voor wat betreft de doorwerking van de grondslag in het politiek handelen is het argwaan t.a.v. de intentie van KVP-ers on terecht; een dergelijk argwaan wijs ik dan oók diep-verontwaardigd van de hand. In het KVP-kamp hoor ik nooit, dat aan de intenties van anti revolutionairen wordt getwijfeld, wel dat standpunten van sommige hun ner worden bestreden. Zou het dan na zovele Jaren niet mogelijk zijn dat KVP-ers andersom een soortgelijke behandeling krijgen? In het dagelijks bestuur van het CDA gebeurt dat overigens op volstrekt open en eerlij ke wijze en de daar met veel discus sies doorgebrachte Jaren heb ik dan ook persoonlijk als zeer verrijkend ervaren. 3. De open brief van dr Goudzwaard legt de klemtoon wat meer op de politieke gang van zaken en zijn ver ontrusting daarover. Hij memoreert echter ook de discussie die is gevoerd rondom de grondslag en noemt daar bij als meest onbevredigend element, dat de discussie zo in abstracto is gevoerd los van de vraag naar een concrete inhoud van een beleid, dat door een levend christelijk geloof wordt gevoed. Zijn onvrede daarover deel ik in belangrijke mate, maar de schuldvraag over die gang van zaken werpt hij niet op; zijn voorstel om de ARP na 1980 nog langer te laten voorbestaan wekt echter op zijn minst de suggestie, dat de schuld daarover moet worden gezocht bij KVP en CHU. Het is toch niet in overeenstemming met de feiten, die zich de afgelopen Jaren binnen het CDA hebben voor gedaan, dat zo'n soort van de con crete inhoud van het beleid geabstra heerde grondslagdiscussie door KVP en CHU zouden zijn geënta meerd? Onbewezen Ook de stellingen van dr Goud zwaard over de richting waarin het CDA zich politiek ontwikkelt, zijn voor een belangrijk deel onbewezen. Mag ik 2 voorbeelden noemen: De samenstelling van de rechtstreek se leden: er is bij mijn beste weten in het geheel geen onderzoek gedaan naar motivatie en afkomst van de 25.000 rechtstreekse leden van het CDA. En als er al zoveel ex-KVP-era bij zouden zijn, die de KVP te pro gressief vonden, dan moeten toch die genen binnen de ARP, die het conser vatisme van de KVP als argument tegen de fusie inbrengen, ongelijk hebben. Er is op zijn minst een van beide stellingen onjuist. Persoonlijk denk ik beide. Een tweede punt waar dr Goud zwaard zich op beroept is de wijziging in de sociale samenstelling van het CDA. de verschuiving in aanhang en achterban. Dat een aantal onzer deze ontwikkeling vrezen, ls juist, maar in welke mate die ontwikkeling aan de gang ls, daarvoor ontbreekt een be hoorlijk inzicht en gedegen onder zoek. Het zou boelend zijn eens met elkaar uit te praten waardoor die verschuivingen veroorzaakt zouden zijn. Ik denk, dat wij in de verkie zingscampagnes veel te bang geweest zijn kiezers te verliezen aan SOP, GPV, RKPN etc. De spanning tussen de kiezers, die we hebben aangetrokken door onze wij ze van campagne voeren en het pro gramma dat we anderzijds aan die zelfde kiezers hebben gepresenteerd, ls bij herhaling in het dagelijks be stuur van het CDA aan de orde ge weest. Het waren daar beslist niet de KVP-ers, diezo benauwd waren voor de kleine rechtse splinterpartijen. Bundelen Teleurstelling over de mate waarin wij tot nu toe gestalte geven aan de idealen van „Niet bij brood alleen" heerst bij alle drie de partijen, ook bU mij. Het zou ons echter tot de conclu sie moesten brengen, dat we al onze energie moeten besteden aan het dichterbij brengen van die idealen en niet wat de conclusie van dr Goud zwaard ls de fusie vertragen en duf weer eindeloos tijd verdoen aan fusie- besprekingen. Er ls al veel tijd door topmensen aan besteed het was onvermijdelijk bij zo'n historisch fusieproces maar de tijd moet zo langzamerhand worden .besteed aan de politieke vulling van de christen-democratie voor de toe komst en niet meer aan alle mogelij ke dubbelvergaderingen van ener zijds de federatie CDA en anderzijds de drie partijen. Politieke verschillen van Inzicht zijn er binnen alle drie de partijen, de ARP Incluis; het wordt daarom tijd de progressieve krachten te bundelen binnen een gefuseerd CDA. De ARP staat bekend als een partij met een zeer groot zelfvertrou wen. Waar ls eigenlijk datzelfde zelf vertrouwen als het erom gaat in een gefuseerd CDA de lijnen van „Niet bij brood alleen" door te trekken? Msdeleeo Leyten-de Wijker slooth is lid van het dagelijks bestuur van het CDA en oud vice-vooraitter van de KVP. De Amandelhof in Zeist is een van de weinige bejaar dentehuizen in ons land, waar de huidieren van be jaarden terecht kunnen. Elke ochtend is deze poes present wanneer een groepje bewo ners een kaartje legt. tehuis: het dier is klankbord in de veel voorkomende perioden van een zaamheid; er ontstaat, juist door de aanwezigheid van de dieren, een bete re communicatie tussen de bejaar den; aan de eigen problemen wordt wat minder zwaar getild, wanneer men afleiding heeft aan een dier; het dier zorgt voor de dagelijkse regel maat in het leven van de bejaarde en houdt hem of haar zo veel mogelijk in beweging (vooral door het uitlaten van een hond). Een ander punt, dat bij de dierenbe scherming meetelt, is dat deze instan tie zeer ontlast wordt wanneer de huisdieren meegenomen mogen wor den naar het bejaardentehuis. An ders komen de dieren vaak in de toch al overvolle asiels terecht, waar het risico bestaat dat ze afgemaakt wor den. De dierenbescherming be schouwt het afmaken van gezonde, goed verzorgde dieren als ethisch niet verantwoord. Beperking Overigens zal de dierenbescherming in een aanbeveling wel een paar be perkende maatregelen opnemen; zo zou bij de dood van een dier geen nieuw mogen worden aangeschaft; ook zouden de honden niet boven een bepaalde schofthoogte mogen uitko men (ongeveer veertig centimeter), (men vindt het erg moeilijk om grote honden als een slnt-bemhardshond of een bouvier mee te nemen naar de veelal kleine kamers van een bejaardentehuis). Verder stelt men regelmatige medische controle op het dier voor. Mochten tehuisdirecties besluiten op grond van al deze argumenten over te gaan tot het toelaten van huisdieren in hun tehuis, dan nog zouden zij, samen met de bejaarden, het laatste woord dienen te hebben in het al dan niet blijven van een dier, wanneer er moeilijkheden komen, meent de die renbescherming. Cisca Dresselhuys I HAAG Er zijn in ons land ongeveer 40.000 bejaarde sen, die in aanmerking komen voor plaatsing in een ardentehuis, maar die daar grote moeilijkheden mee ien, omdat ze een huisdier hebben. Want in verreweg het tste deel van alle Nederlandse verzorgingstehuizen mo de bejaarde bewoners hun hond of poes niet meenemen, de 1700 verzorgingstehuizen, zijn er misschien maar waar de huisdieren wel mee mogen. Omdat veel beslist hun hond of poes niet willen missen, stellen ze in een verzorgingstehuis steeds maar uit, soms veel gevallen bekend, waarin be- die nodig toe waren aan op- in een tehuis, zeiden: „Ik nog liever met m'n manke be de vloer door het huis, dan m'n dier wegdoe en in een ga." tijd geleden kwam deze kwes- de orde in een televisiepro- waarop nogal wat reacties die doorgestuurd naar de toenmalige staatsse- van CRM, Wim Meijer. Die aan de dierenbescherming ge- eens te onderzoeken hoe het het meenemen van huisdieren een bejaardentehuis. Dit rap- nu klaar en zal binnenkort aan van Wim Meijer, staats- Wallis de Vries, worden is het niet zo, dat het mi- van CRM ook maar iets te heeft met het al dan niet mee- van huisdieren naar bejaar- Dit is louter en alleen die geregeld kan worden de bejaarde en de leiding van hij zijn intrek neemt, de provincie als het rijk, beide die direct betrokken zijn bejaardenzorg, hebben over dit niets te zeggen. Wanneer Wallis de Vries het rapport van de dierenbe- heeft en hij mocht de con- daarvan dat het een onder van de rechten en de privacy bejaarde is, dat verboden een huisdier mee te nemen ;en tehuis delen, dan kan hij iet veel doen. Hoogstens een d briefje schrijven aan de over- lende tehuis-organisatie, waar als zijn vrijblijvende me- eeft, dat hij het fijn zou vinden, :er bejaarden hun huisdier zou- :unnen behouden. Maar geen enkele tehuis-directie hoeft zich door deze mening gebonden te voelen: zij blijft vrij om zo'n eventuele aanbeve ling te volgen of naast zich neer te leggen. Maar twaalf Het onderzoek naar de tehuizen, waar bejaarden wél hun huisdier mogen meenemen, was niet erg veel omvat tend, eenvoudig, omdat men maar twaalf tehuizen vond, waar dieren werden toegelaten. Inmiddels zijn daar misschien nog enkele bijgeko men, maar meer dan twintig zijn het er zeker niet. Men trof er in Noord-Brabant twee, in Zuid-Holland twee, in Noord-Holland drie, in Utrecht vier en in Zeeland één aan. Geen royale oogst dus, en dat terwijl uit cijfers bekend is, dat juist veel hoogbejaarde mensen tegen woordig een huisdier hebben. Het zijn ook juist weer deze hoogebejaarden, die In aanmerking komen voor plaat sing in een bejaardentehuis, nu men als uitgangspunt heeft, dat bejaarden zo lang mogelijk zelfstandig moeten blijven wonen. In de tehuizen, waar wél toegang mo gelijk was voor huisdieren, bleek vaak dat de directeur of directrice zelf ook een huisdier had, waardoor hij of zij duidelijk meer begrip had voor wat zo'n dier kan betekenen voor iemand. Juist in een levensfase, waarin toch al zo veel verandert en er zulke ingrijpende beslissingen geno men moeten worden als het geval is bij het overstappen naar een tehuis, is het erg belangrijk dat een bejaarde iets van zichzelf overhoudt, waarvoor hij kan zorgen, meent de dierenbe scherming. Bezwaren Wat zijn nu de meest gehoorde be zwaren tegen dieren in een tehuis? Er is te weinig verzorgend personeel voor het uitlaten van de honden en het verschonen van de kattebakken. (De dierenbescherming voert hierte gen aan, dat het niet de bedoeling is, dat het verzorgen van de dieren op het personeel neerkomt. Het is juist zo goed, dat de bejaarde dit zelf zo lang mogelijk doet. Wanneer dit niet meer kan, kunnen familieleden, vrij willigers of schoolkinderen uit de buurt ingeschakeld worden bij het uitlaten van de honden.) Bij langdurige ziekte of overlijden van een bejaarde zal het moeilijk zijn een dier te plaatsen (hier tegenover stelt men de ervaring dat het in tehui zen, waar al dieren zijn toegelaten, nog vrijwel nooit een probleem is geweest wat er met het dier moest gebeuren in geval van ernstige ziekte of overlijden van de eigenaar; vaak neemt een andere bejaarde in het huis het dier over of anders zorgt de familie voor opvang). kent hier bij aan, dat dieren die in een tehuis komen, van tevoren een ge zondheidsattest van de dierenarts zouden moeten hebben. Bovendien zouden ze gesteriliseerd en ge castreerd moeten zijn.) Ten slotte zijn er de bezwaren van Voordelen hygiënische aard en het eventueel oplopen van ziekten of ongedierte via de dieren. (De dierenbescherming te- Voordelen. die de dierenbescherming ziet aan het houden van dieren in een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 11