Koreaanse sopraan vertolkt titelrol Butterfly uitstekend Oogverblindend mooi P Oud juweel in nieuwe zetting Varèse trapt open deuren ir Klassieken der 20e eeuw in de Kleine Zaal Puccini's stervensbegeleiding Sjostakowitsj en Mendelssoh in tochtig Concertgebouw Haagse Comedie speelt Calderon Residentie Orkest onder Jacques Merciei? TV COMMENTAAR MAANDAG 19 FEBRUARI 1979 KUNST/RADIO/TELEVISIE TROUW/KWARTET door R. N. Degens AMSTERDAM In bijna de helft van het aantal opera's dat Giacomo Puccini schreef, sterft de vrouwelijke hoofd persoon een tragische dood. Mimi. Mamon, Tosca's zuster Angelica en Butterfly overle ven geen van allen het laatste bedrijf. Ze gaan door zelf moord of aan een ongeneeslij ke ziekte letterlijk en figuur lijk te gronde. Met uitzondering van Soeur Angelica behoren deze werken tot de meest gespeelde van de gehele operalitera tuur. Waarin het overigens ook bij herhaling op heldhaitig of zielig ster ven uitdraait, zonder dat dit op zich zelf voldoende voor succes bij het publiek blijkt te zijn. De aantrekkingskracht van Puccini's opera's schuilt wellicht in de pakken de manier waarop hij bij voorkeur het leven en sterven van vrouwen in zijn muziek begeleidt. Een artistieke ster vensbegeleiding. waarvan de doel treffendheid eerder tot de liefhebbers dan tot de kenners doordrong. Het publiek verdrong zich n.l. al voor de kassa's toen de vakmensen zich nog beijverden om de banaliteit en het effectwerk in Puccini's muziek aan de kaak te stellen. Maar voor Madame Butterfly, door Puccini in 1903 vol tooid. was het publiek niet zo enthou siast. Het tweede bedrijf daarvan duurde oorspronkelijk vijf kwartier, wat voor de Italiaanse operaliefheb bers te lang bleek. Pas nadat de com ponist het in tweeën had gesplitst, met een muziek-tussenspel. werd het een succes. Oorspronkelijke versie In de opvoeringen die de Nederlandse Operastichting er nu van geeft (de première was vrijdag in de Amster damse Stadsschouwburg) is men weer van de oorspronkelijke versie uitgegaan. Daarbij gaat in het tweede bedrijf het doek niet dicht wanneer de door de Amerikaanse marine-offi cier Pinkerton in de steek gelaten geisha Cio-Cio-San (Madame Butter- Leiding De Koreaanse sopraan Sung Sook Lee (Butterlfy) en Adriaan van Limpt (Pinkerton) in Madame Butterfly. fly) zich met driejarig kind en diena res Suzuki neerzet om de komst van Pinkerton af te wachten. Dat doet ze al meer dan drie jaar, maar op dót moment is een oorlogsbodem de ha ven binnengelopen en Butterfly voor voelt dat haar geliefde daarmee te ruggekomen is. Die scène van dat wachten (wat de hele nacht duurt) is de ontroerendste van de hele opera en werkt met de suggestief-tedere muziek pas goed zonder onderbre king. Pinkerton verschijnt inder daad, maar met zijn Amerikaanse vrouw. En daarmee is voor Butterlfy alles afgelopen. Na afscheid van haar kind (dat mee naar Amerika moet) pleegt zij harikiri. Bij open doek in deze versie. Wat dramatisch (ook in muzikaal opzicht) veel beter werkt dan het gefoezel achter een kamer scherm in de „verbeterde" uitgave. 'De knecht van twee meesters' door Dirkje Houtman ROTTERDAM Het sneeuwt en er tekent zich een laaghan gende mist al tegen een blauwgestileerde achtergrond. Trul- faldino komt op. trekt zijn kleurig geblokte pak uit. legt zijn zwarte masker af en ontpopt zich als een twintigste eeuwse Vormentaal Arlecchino. die zich op een racefiets vervoert. Het is een verstild, intens beeld, dat niet alleen voorafgaat aan een groots theatraal spektakel, maar ook de historische lijn trekt naar de oorspronkelijke Commedia dell'arte figuren die Gol- doni vereeuwigde in „De knecht van twee meesters". eigen kostuum, creëerde zijn eigen spelvondsten en de acteur moest een enorme fantasie en lichamelijke be hendigheid bezitten om zijn taak naar behoren uit te voeren. Dit stuk ging zaterdag bij het RO- theater In Rotterdam in première. Een fraaie voorstelling die uitblonk in verrassende vondsten en perfect uiterlijk theatraal vertoon, maar waarin helaas te veel acteurs te wei nig techniek bezaten om de stijl van de Commedia dell'arte ook maar enigszins te benaderen. Het succes van dit genre, dat in de zestiende eeuw in Italië tot bloei kwam. steunde op het talent van de acteurs. Zij vormden de fundamen ten van dergelijke gezelschappen: de vaste typen die volgens een vastom lijnd scenario improviseerden. Elk karakter, waarvan Arlecchino en Pantalone de bekendste zijn. had zijn door Jac. Kort AMSTERDAM Zaterdagavond was Ik in de Kleine Zaal. waar de Stichting KAM een concert presen teerde, waarop „De Klassieken van de 20e eeuw" aan het woord kwamen. Speciaal vandaag Na Geheim ^Commando CRV het tv- i JC* (20.271 brengt de NCÏ spel Soort bij soort van de Ier se schrijver Norman Smythe, met Saeco van der Made. Jules Royaards en Hugo Koolschijn in een psychologische dialoog. Ned. 121.20 In zijn Groot Uur U verza melt Koos Postema informatie over stress, die ontstaat wan neer een mens de spanningen niet langer kan verdragen. Ned. 1/21.55 Lothar Seehaus maakte een film over de beroemde cellist Pablo Casals, die als tegen stander van Franco leefde en stierf in ballingschap. Duits. 22235 Thema van Plein Publiek Is „De dominee komt niet meer alleen aan het woord". Hilv. 2 09.00 Henk van l'lsen leest frag menten uit het boek Verzet en overgave van Dietriseh Bon- hoef (er. Hilv. 2 21.35 Home sweet home is een ge dramatiseerde documentaire van Ab van Eyk over de wo ningnood onder studenten. Hilv. 222.33 uitgevoerd door het Rondom Kwartet. De ..Klassieken" in kwestie waren: Paul Hindemlth, Igor Strawinsky en Arnold Schönberg. Het concert werd geopend met het uit 1938 daterende kwartet (1938) voor viool, klarinet, violoncello en piano, een driedelig, nogal weerbarstig werk. dat echter een uiterst mild en expressief middendeel isehr langs am) heeft. De toneelmuziek bij Ramuz' „L'his- toire du soldat" 1918) heeft Strawins ky later bewerkt voor piano, viool en klarinet. Ook in deze zetting, die dit maal ten gehore gebracht, komen de geest en het karakter van deze mu ziek op indringende wijze over. Juist voor het begin van de twintigste eeuw nl. in 1899 kwam „Verklarte Nacht" van Arnold Schönberg ge reed. De com po rust componeerde dit werk onder de indruk van het gedicht „Zwei Menschen' van Richard Deh- mel oorspronkelijk voor strijksextet, maar bewerkte het later voor strijkor kest. Eduard Steuermann, jarenlang vriend en medewerker van Schön berg. maakte van „Verkl&rte Nacht" een bewerking voor piano, viool en violoncello. Het was deze versie, die na de pauze werd uitgevoerd van een compositie, die niet alleen in chrono logisch opzicht nog in de 19e eeuw gedateerd moet worden. De invloed van Wagner is duidelijk waar te nemen. Maar nu iets over het Kam Kwartet Het bestaat uit Vera Beths. viool. George Pieterson. klarinet. Anner Bijlsma. violoncello en Reinbert de Leeuw piano, en dat zijn alle vier niet slechts meesters op hun instrument, maar bovendien zulke ras-artiesten ten daarbij zo goed op elkaar afge stemd' dat elk van deze werken een optimale uitvoering kreeg De Kleine Zaal was vol (en dat bij deze weersomstandigheden) en het publiek toonde zich telkens terecht opgetogen over de sublieme vertol kingen In de regie van „De knecht van twee meesters", dat in de traditie van de Commedia dell'arte is geschreven, legt Marijnen het accent echter niet op de acteursprestaties, maar op de vormentaal van het stuk, waardoor het wel oogverblindend mooi maar niet meeslepend wordt. De knecht Truffaldino (gespeeld door Peter Tuinman), die in moeilijkheden raakt omdat hij twee meesters dient en zich uitsluitend zorgen maakt om zijn knorrende maag krijgt wel de gele genheid te improviseren. Vanaf het toneel, dat in het midden een stuk de zaal is ingebouwd, probeert hij soms een dialoog met het publiek aan te gaan. Hij vraagt een vuurtje, vertelt er zijn bevindingen en verstopt zich voor zijn meesters in de zaal. Hij gaat hier met ver genoeg in. Truffaldino is te netjes, niet dierlijk en niet naïef genoeg. Ondanks de mogelijkheden blijven de grote momenten uit. Zoals de scè ne waarin zijn e tens droom werkelijk heid wordt. De knecht moet zijn meesters om beurten serveren. De prachtig opgemaakte schalen worden op een lopende band vanuit het zijto neel aangevoerd. Hij kan het uitein- L door Jac Kort er w( I syirti 9 Dat het publiek vrijdagavond zo in tens kon meeleven met wat Butterfly op gezag van de librettisten Illica en Giacosa (die het weer van een toneel stuk naar een roman hebben overge nomen) moet doormaken, mag voor het grootste deel toegeschreven wor den aan de volkomen ingeleefde ver tolking van de titelrol door de Kore aanse sopraan Sung Sook Lee. Die in alle registers en standen een moeite loze, knap genuanceerde vocale pres tatie leverde, en bovendien, althans naar lengte, aannemelijk een 18-jari- ge geisha voorstelde. Een soms wat al te sterk aangezet acteren kon men er graag voor door de vingers zien. De enige die zich naast haar op ni veau handhaafde was Annett An- driessen als Suzuki. En op bepaalde momenten ook wel Andriaan van Limpt, die in de vele bekende aria's en duetten de onsympathieke Pinker ton wel goed liet doorklinken, maar die in zijn actie te weinig overtuigend bleef. John Bröcheler (de vaderlijke consul) en Nico Boer (de huwelijks makelaar) behoorden tot de noodza kelijke. maar niet zo belangrijke, per sonele entourage die, grotendeels in kleurrijke Japanse kostuums, de exo tische sfeer waarin het drama zich afspeelt mede bepaalde. Een sfeer die. zoals bekend in hoofdzaak door Puccini's magnifiek geïnstrumen teerde muziek met feilloos gevoel voor effect wordt opgeroepen. lil* Marjon Brandsma en Eddy Brugman in „Het leven een droom". door André Rutten DEN HAAG Zelden is een premièrepubliek zo intens stil als zaterdagavond het Haagse bij Calderons „Het leven een droom" bij de Haagse Comedie. Het was dan ook een droom van een voorstelling. Dat dit allemaal in deze uitvoering, na een wat grof aangezet begin, goed overkwam, mag voor een zeer belang rijk deel ook worden toegeschreven aan de bezielende leiding van diri gent Bohumil Gregor die het Om- roeprkest onder zijn hoede had. En aan de doeltreffende regie van Frie- drich Pezold, die weer mooi afge stemd was op de vindingrijke ensce nering van Hermann Soherr. Een in vele opzichten uitstekende voorstelling waarvan voornamelijk de vertolking van de titelrol door Sung Sook Lee in herinnering zal blijven. In Amsterdam wordt Butter fly nog gespeeld op 20, 26, 28 februari en 4 maart. In Scheveningen 22 en 24 februari. In Rotterdam 10 maart en in Utrecht 15 maart. Paul Röttger als Silvio deiijk niet meer bijhouden en wordt bedolven onder salades, kippen en puddingen. De combinatie van de lo pende band en het serveren gepaard aan de tweestrijd tussen het felbe geerde voedsel en een kamermeisje dat zich aanbiedt, zou een prachtige scène vol waanzin en navrante tra giek op kunnen leveren. Het omhulsel (de vondst) was perfect, de invulling onvoldoende. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zo als Canci Gerardts als Beatrice, die ook met haar rug naar de zaal nog expressief genoeg is. De wanhoop, die ze uitstraalt nadat ze de dood van haar geliefde vernomen heeft, is zeer ontroerend. Paul Röttger als Silvio, een klein met fascistoïde trekjes uit gerust verwend jongentje, behoorde eveneens tot de gunstige uitzonde ringen. Pedro Calderon de la Barca (1600- 1681) houdt een wijsgerig betoog dat hij in een barok drama, een verzon nen verhaal, een gespeeld exempel zijn kijkers voor ogen stelt. Het woordje barok betekent tegen woordig overladen, te veel aandacht voor de buitenkant. Regisseur Pierre Laroche en zijn decor- en costuum- ontwerper Germinal Casado zijn voor hun „buitenkant", hün vormgeving uiteraard van de oorspronkelijke be tekenis uitgegaan: groot, verheven. Zij hebben daaruit met hun spelers een voortreffelijke speelstijl ontwik keld. De kern ervan is een sierlijk, hoofs bewegen, zeer precies uitge werkt zoals in verfijnde miniaturen. Dat wordt gevarieerd naar de aard en de betekenis van de figuren. Het wordt sterk geladen met een toege spitste intensiteit, die aan de tekst bijzonder indringend vertaald door Dolf Verspoor wordt ontleend. De tekstbehandeling is in beginsel zeer ingetogen maar kent uiteraard cli maxen. Dat inspireert tot aandachtig luisteren. Het juweel, dat het stuk is, blijkt op een uitstekende manier ge slepen. Sober De „zetting" de toneelruimte is zeer sober, met een paar elementen van uiterlijke praal, heel summier in de achterwand van het decor, in zeer precies ingetoomde mate in de cos- tuums. Deze zelfbeheersing is ook in de muziek van Jurriaan Andriessen. Maar het gaat natuurlijk om de in houd, het betoog. De parabel, waarin het uitgebeeld wordt, is in het kort zo. Een jonge vrouw van koninklijke af komst is, in mannenkleren en verge zeld van een dienaar, op zoek naar haar verdwenen verloofde, verdwaald in een woeste streek, waar zij in een toren een gevangen jonge man ont dekken. De jongeman weet dan nog niet, dat hij een koningszoon is, door zijn vader al van jongsafaan opgeslo ten omdat hij in de sterren gelezen heeft dat zijn enig kind alles in zich heeft om een boosaardig tyran te worden. Toch besluit de koning hem op de proef te stellen door hem plot seling in de positie te plaatsen, die hem rechtens toekomt. Hij gedraagt zich inderdaad als een ongetemd dier. Omdat hij in bedwelmde toestand zoals hij ook naar het paleis gebracht is weer naar zijn kerker terug is gevoerd, wordt hem voorgehouden dat hij slechts gedroomd heeft. Hij weet dat dit wel en niet waar is. De kerker is voor hem de werkelijkheid, het paleis, waarin hij macht bezat, een droom. Met daarin deze werke lijkheid: de macht was hem gegeven en werd hem weer ontnomen omdat hij die verkeerd gebruikte. Hij con cludeert eruit, dat het leven een droom is, waarin je dingen gegeven worden die je ten slotte terug zult moeten geven en die je dus goed moet gebruiken. Door opstandelingen uit zijn kerker bevrijd en tot hun aanvoerder geko zen verslaat hij zijn vader, maar weet nu, dat hij zijn macht waardig moet gebruiken. Voor zijn vader trekt hij de les: hoe kon u verwachten mijn kwade aandriften te temmen door mij geketend te houden. Door mijn droom heb ik geleerd dat ik die zelf moet beheersen. De parabel is nótuurlijk veel subtie ler gevlochten dan uit deze wat grove aanduiding van het hoofdthema kan blijken. Zij wordt ook subtiel ge speeld met Eddy Brugman als de prins, Marjon Brandsma als de jonge vrouw, Kees Coolen als de koning, Bas ten Batenburg en Anne-Marie Heyligers als neef en nicht van konin klijke bloede, Wim van den Heuvel als dienaar, een fraai relativerend contrapunt. Deze voorstelling maakt voor heden daagse kijkers duidelijk, dat Calde ron niet alleen Spanjes grootste to neelschrijver was, maar ook een van de grootste dichtergenieën van het katholicisme. Zijn gespeelde betoog is ook voor nu zeer boeiend. AMSTERDAM Er is zeer kans op. dat de dertiende s; van de Russische componist Dii Sjostakowitsj heden ten dage Sowjet-Unie zal worden uitgevir Dit vindt zijn oorzaak in het feit deze symfonie uit 1961, die in w et een cantate voor bas, mannenktx d< orkest is. geschreven is op vijf gr ten van Y. Yevtusjenko. waai ene klacht na de andere vooi tegen het anti-semitisme. En h men vermoedt, dat het werk is c dragen aan de nagedachtenis nin. zal dit de pil nauwelijks k vergulden. ..De 'Intematio klinkt en galmt wanneer er geeni senziel op deze wereld meer l is van Jodenhaat" (Ik heb deze vi maar even voor u in het Nederlai vertaald, want in het progi boekje vond ik van de tekst, die li Russisch werd gezongen, slecht» Duitse(l) versie. Zo doet men hier). Dat Sjostakowitsj kon componeiC', even bekend, als het feit, dat h c niet van terugschrok om ..(»i buur bij de voorgangers en tijdg ten te spelen. In deze symfonie in de componist een voorkeur t< j{ voor lage stemmen (een groot van bassen en een bassolist) en instrumenten (basklarinet, conti jj' got en extra veel contrabassen) het Moussorgsky, Mahler en I winsky, die een groot deel van materiaal hebben geleverd, de op vocaal, de andere twee op ini mentaal gebied. (Hoe geïnspireerd de bas Robert 1 en hoe bekwaam het Eindho* Ie mannenkoor „La Bonne espéran les en het Brabants Orkest onder leli 0. van Hein Jordans, dit werk ook uifdl voerd hebben, het heeft mij, i door de vele lage stemmen enfcli telkens terugkerende koperuitl stingen niet een uur lang kun i, boeien. Evenmin trouwens als het Con i~ voor viool en orkest in E kleine opus 64 van Felix Mendelssohn, holdy, maar dat was niet te wij aan het werk zelf, doch aan de waarop het werd uitgevoerd. Wanneer we ervan uitgaan, dat concert zijn grote betekenis ontle aan het feit, dat Mendelssohn er eerste in zijn tijd in geslaagd is, soloconcert boven de holle virtu id teit uit te tillen, dan hadden we de Israëlische violist Samuel Asl ',c nasi en het Brabants Orkest iets ders mogen verwachten dan de liede, maar volstrekt robot-ach uitvoering, die vrijdagavond in Grote Zaal klonk. Solist noch ork L brachten daarbij ook maar de gerij J ste warmte of expressiviteit op. En dat in het totaal onvoldoeiS verwarmde en tochtige Concert bouw. Brrr. d II door R. N. Degens DEN HAAG Het zal wel om andere redenen zijn gedaan :i de „Kompositie voor blazers" van Cornells de Bondt (gi 1953) zaterdagavond bij het Residentie Orkest vlak v( „Amériques" van Edgar Varèse (1883-1965) werd uitgevoer Maar zoals het nu lag leek het stuk van De Bondt een voorzichtige po ging tot introductie van de „echte" Varèse, wiens instrumentale en ritmi sche effecten af en toe in bescheiden proportie voorspeld lijken te worden in het werk van De Bondt. Hoe men ook over deze „Kompositie" denkt (naar mijn smaak is het niet meer dan een vingeroefening in het compone ren), het is goed dat zo'n stuk eens tot uitvoering komt. Meer nog voor de componist zelf dan voor het publiek. Dat er, met weinigen vanwege het weer, braaf naar luisterde, maar er kennelijk ook weinig raad mee wist. Met de Echte Varèse weet ik overi gens ook nooit goed raad. Hij wordt Gave Karakterrollen tussen lompen Veel meer mensen dan voor de oor log leven In onvrede met hun werk situatie. Dit kan allerlei oorzaken hebben, maar de gevolgen uiten zich op veelal identieke wijze: span ningen en ziekteverschijnselen. Het werkverzuim neemt in tal van sec toren zorgwekkende vormen aan. Voor het zover is dat iemand zich door een overdosis aan „stress" ziek meldt, heeft er natuurlijk al gerui me tijd iets scheef gezeten. Je kunt zo'n aanmelding vergelijken met een alarmsignaal dat te laat komt. Het signaal klinkt veelvuldig in be drijven met welzijnszorgers en me dische staven die erop getraind zijn de sociale en psychologische knel punten" te onderkennen. Er blijkt dus heel wat aan de aandacht van specialisten te ontsnappen. Wat zal zich dan wel afspelen in kleinere zaken waar het personeel het zon der beroepsbegeleiders moet zien te rooien? Te lang onopgemerkt blij ven daar de problemen die niet rechtstreeks met de werksituatie verband houden. De oorsprong van deze problemen ligt namelijk in de mens'zelf of in zijn verleden. Di kwijls Is ook de betrokkene zich er van nauwelijks bewust. Een dergelijke situatie heeft de Ier se schrijver Norman Smythe ge schetst in zijn tv-spel The Rag Pic kers. Het wordt vanavond door de door Ton Hydra NCRV uitgezonden onder de titel Soort bij soort. De uitdrukking slaat op de bezigheden van Tom. een al wat oudere man die zijn da gen slijt met eentonig werk in een naargeestige fabrieksruimte. Tom sorteert lompen. Wol in de ene en katoen in de andere zak. Hij heeft zichzelf aangepraat dat er wei nig te mopperen valt als je vast werk hebt en een dak boven je hoofd. Als het druk is. komt er wel eens een tijdelijke kracht bij en dan voelt Tom zich afdelingschef. Zo liggen de kaarten bij het begin van het spel. Tom kan zich uitleven met het inwerken van Jo; een jonge re man, gestuurd door het arbeids bureau. maar misschien geen blij vertje. Hij klaagt over zijn borst en wordt gauw moe van het staan. Tom probeert de nieuwkomer op te monteren, terwijl hij hem ulthoort over zijn levensomstandigheden. De twee mannen hebben veel met elkaar gemeen. Ze zijn eenzaam en hun bestaan bulten het werk ls net zo geestdodend als het sorteren van lorren. Tom en Jo verdoezelen de werkelijkheid door aan het fantase ren te slaan. Ze bedenken allerlei plannetjes om hun grauwheid te kleuren. Na een paar al te vlugge overgangen in het begin, waarvoor de regie wat meer tijd had moeten nemen, gaat de dialoog tussen die twee steeds meer boeien. Sacco van der Made en Jules Royaards weten zeer ge voelig uiting te geven aan de ge moedsbelevingen van Tom en Jo. Het is veel meer dan een typering van de buitenkant. Juist het Inner lijk van deze mensen wordt bloot gelegd. We begrijpen dat de oudere Tom vooral met zichzelf bezig is en een dringende behoefte heeft aan een lotgenoot. Jo voelt voor toenade ring, wil ook wel met Tom gaan samenwonen, maar komt om in zijn eigen onzekerheden. De sterkste scène vind ik die, waarin Jo twijfelt of hij het baantje zou kunnen vol houden. Dan merken we dat er met de ziekelijke man meer aan de hand is. Hun kortstondige vriendschap komt in een stroomversnelling te recht als zich een tweede uitzend kracht aandient. De sfeer slaat vol komen om. want brutale Ferry is niet alleen een snoever maar ook een psychologische etter. Hij weet nauwkeurig hoe hij de twee andere mannen uit elkaar moet drijven. Tom poogt Jo nog te activeren en sterker aan zich te binden. De zwak keling echter laat zich verlokken door de patserige verhalen van Ferry. Boeiend is het om er op te letten hoe Van der Made en Royaards aan geven dat de lompensorteerders kleine, haast infantiele dingen bele ven als iets waaraan zij hun zelfres pect ontlenen. Soort bij soort wordt daardoor het drama van de mense lijke geest dat de schrijver zal heb ben beoogd. Beide acteurs hebben een bijzonde re prestatie geleverd. Jules Royaards zien wij zelden in een psycho-drama. Dat hij daarvoor va ker in aanmerking mag komen, be wijst hij met deze gave karakterrol. 8acco van der Mades creatie van Tom lijkt het resultaat te zijn van een langdurig proces, waarin hij naar de figuur is toegegroeid. Niets is minder waar. Hij had nauwelijks veertien dagen om zich de rol eigen te maken, na de plotselingen dood van Bob de Lange, met wie als Tom reeds enkele scènes waren opge nomen. Ik reken Van der Mades vertolking tot de theatergebeurtenissen. Daar bij neem ik voor lief dat de regie van Bob Löwenstein naast verdienste lijke elementen een paar zwakke plekken vertoont. Onlogisch bij voorbeeld is het filmen met een grote spiegel in die grauwe fabrieks- kelder. En de camerabeweging ver raadt een zekere angst voor stil spel. Ten onrechte, want de dialoog is sterk genoeg. bij voortduring uitgeroepen voor te grote vernieuwer van de hedendaa muziek, een componist van hist) sche betekenis en wat niet al. In 1 di niet al te talrijke stukken voor inst er mentale ensembles (van klein tot gantisch groot) schopte deze Am kaanse Fransman weliswaar met v lawaai-effect tegen het keurig voegde metselwerk waaruit de „hi ge huisjes van de traditionele 1 ziek" waren opgetrokken. Maar trapte toch in hoofdzaak de oj w deuren in, waardoor Strawinsky b n allang was voorgegaan. Sirene Voorbeeld daarvan is het in het be van de jaren twintig gecomponee „Amériques", voor groot orkest fl liefst zestien slagwerkers. Een so verrasssende instrumentatie (als het niet aflatende gebruik van sirene buiten beschouwing laat) is I positieve element in dit stuk. I voor het overige een chaotische co! ge van effecten is. Om het helemi mooi te maken zou hierna Le Sai van Strawinsky op het programi hebben moeten staan Maar goed, de beurt was aan de IK meense componist Ana tol Vieru (g 1926) van wie het in 1962 gecomi neerde Celloconcert werd verto door de uit de Sovjet Unie afkomst (nu in Amerika wonende) Wladii Orloff. Een knap instrumentalist n een wat te bescheiden toon. mi technisch volkomen opgewassen gen de geniepige moeilijkheden Vieru in zijn beknopte, speelse, deels (natuurlijk) op de volksmud gebaseerde compositie stopte. De i voering, in aanwezigheid van de co ponist, die er een (niet onbewaa ogenblik voor was overgekomen, 1) terecht zeer veel succes. Heldere directie Het Residentie Orkest stond avond onder leiding van de jon Franse dirigent Jacques Mercier, zich in „Amériques" al had on< scheiden door een heldere, wordeiM de directie en die tot slot een uitvoering leidde van Flor* Schmltt's sensuele „Tragédie de S lomé" waaraan het Haags Jeugdko zijn kleine maar belangrijke aand« goed bijdroeg. Als geheel weer een goed sameni steld programma met weinig of r eerder hier gespeelde werken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 4