Koreaanse sopraan vertolkt
titelrol Butterfly uitstekend
Oogverblindend mooi
P
Oud juweel in
nieuwe zetting
Varèse trapt
open deuren
ir
Klassieken der 20e
eeuw in de Kleine Zaal
Puccini's stervensbegeleiding
Sjostakowitsj
en Mendelssoh
in tochtig
Concertgebouw
Haagse Comedie speelt Calderon
Residentie Orkest onder Jacques Merciei?
TV COMMENTAAR
MAANDAG 19 FEBRUARI 1979
KUNST/RADIO/TELEVISIE
TROUW/KWARTET
door R. N. Degens
AMSTERDAM In bijna de
helft van het aantal opera's
dat Giacomo Puccini schreef,
sterft de vrouwelijke hoofd
persoon een tragische dood.
Mimi. Mamon, Tosca's zuster
Angelica en Butterfly overle
ven geen van allen het laatste
bedrijf. Ze gaan door zelf
moord of aan een ongeneeslij
ke ziekte letterlijk en figuur
lijk te gronde.
Met uitzondering van Soeur Angelica
behoren deze werken tot de meest
gespeelde van de gehele operalitera
tuur. Waarin het overigens ook bij
herhaling op heldhaitig of zielig ster
ven uitdraait, zonder dat dit op zich
zelf voldoende voor succes bij het
publiek blijkt te zijn.
De aantrekkingskracht van Puccini's
opera's schuilt wellicht in de pakken
de manier waarop hij bij voorkeur het
leven en sterven van vrouwen in zijn
muziek begeleidt. Een artistieke ster
vensbegeleiding. waarvan de doel
treffendheid eerder tot de liefhebbers
dan tot de kenners doordrong. Het
publiek verdrong zich n.l. al voor de
kassa's toen de vakmensen zich nog
beijverden om de banaliteit en het
effectwerk in Puccini's muziek aan de
kaak te stellen. Maar voor Madame
Butterfly, door Puccini in 1903 vol
tooid. was het publiek niet zo enthou
siast. Het tweede bedrijf daarvan
duurde oorspronkelijk vijf kwartier,
wat voor de Italiaanse operaliefheb
bers te lang bleek. Pas nadat de com
ponist het in tweeën had gesplitst,
met een muziek-tussenspel. werd het
een succes.
Oorspronkelijke versie
In de opvoeringen die de Nederlandse
Operastichting er nu van geeft (de
première was vrijdag in de Amster
damse Stadsschouwburg) is men
weer van de oorspronkelijke versie
uitgegaan. Daarbij gaat in het tweede
bedrijf het doek niet dicht wanneer
de door de Amerikaanse marine-offi
cier Pinkerton in de steek gelaten
geisha Cio-Cio-San (Madame Butter-
Leiding
De Koreaanse sopraan Sung Sook Lee (Butterlfy) en Adriaan
van Limpt (Pinkerton) in Madame Butterfly.
fly) zich met driejarig kind en diena
res Suzuki neerzet om de komst van
Pinkerton af te wachten. Dat doet ze
al meer dan drie jaar, maar op dót
moment is een oorlogsbodem de ha
ven binnengelopen en Butterfly voor
voelt dat haar geliefde daarmee te
ruggekomen is. Die scène van dat
wachten (wat de hele nacht duurt) is
de ontroerendste van de hele opera
en werkt met de suggestief-tedere
muziek pas goed zonder onderbre
king. Pinkerton verschijnt inder
daad, maar met zijn Amerikaanse
vrouw. En daarmee is voor Butterlfy
alles afgelopen. Na afscheid van haar
kind (dat mee naar Amerika moet)
pleegt zij harikiri. Bij open doek in
deze versie. Wat dramatisch (ook in
muzikaal opzicht) veel beter werkt
dan het gefoezel achter een kamer
scherm in de „verbeterde" uitgave.
'De knecht van twee meesters'
door Dirkje Houtman
ROTTERDAM Het sneeuwt en er tekent zich een laaghan
gende mist al tegen een blauwgestileerde achtergrond. Trul-
faldino komt op. trekt zijn kleurig geblokte pak uit. legt zijn
zwarte masker af en ontpopt zich als een twintigste eeuwse Vormentaal
Arlecchino. die zich op een racefiets vervoert. Het is een
verstild, intens beeld, dat niet alleen voorafgaat aan een
groots theatraal spektakel, maar ook de historische lijn trekt
naar de oorspronkelijke Commedia dell'arte figuren die Gol-
doni vereeuwigde in „De knecht van twee meesters".
eigen kostuum, creëerde zijn eigen
spelvondsten en de acteur moest een
enorme fantasie en lichamelijke be
hendigheid bezitten om zijn taak
naar behoren uit te voeren.
Dit stuk ging zaterdag bij het RO-
theater In Rotterdam in première.
Een fraaie voorstelling die uitblonk
in verrassende vondsten en perfect
uiterlijk theatraal vertoon, maar
waarin helaas te veel acteurs te wei
nig techniek bezaten om de stijl van
de Commedia dell'arte ook maar
enigszins te benaderen.
Het succes van dit genre, dat in de
zestiende eeuw in Italië tot bloei
kwam. steunde op het talent van de
acteurs. Zij vormden de fundamen
ten van dergelijke gezelschappen: de
vaste typen die volgens een vastom
lijnd scenario improviseerden. Elk
karakter, waarvan Arlecchino en
Pantalone de bekendste zijn. had zijn
door Jac. Kort
AMSTERDAM Zaterdagavond
was Ik in de Kleine Zaal. waar de
Stichting KAM een concert presen
teerde, waarop „De Klassieken van
de 20e eeuw" aan het woord kwamen.
Speciaal vandaag
Na
Geheim ^Commando
CRV het tv-
i JC*
(20.271 brengt de NCÏ
spel Soort bij soort van de Ier
se schrijver Norman Smythe,
met Saeco van der Made. Jules
Royaards en Hugo Koolschijn
in een psychologische dialoog.
Ned. 121.20
In zijn Groot Uur U verza
melt Koos Postema informatie
over stress, die ontstaat wan
neer een mens de spanningen
niet langer kan verdragen.
Ned. 1/21.55
Lothar Seehaus maakte een
film over de beroemde cellist
Pablo Casals, die als tegen
stander van Franco leefde en
stierf in ballingschap.
Duits. 22235
Thema van Plein Publiek Is
„De dominee komt niet meer
alleen aan het woord".
Hilv. 2 09.00
Henk van l'lsen leest frag
menten uit het boek Verzet en
overgave van Dietriseh Bon-
hoef (er.
Hilv. 2 21.35
Home sweet home is een ge
dramatiseerde documentaire
van Ab van Eyk over de wo
ningnood onder studenten.
Hilv. 222.33
uitgevoerd door het Rondom
Kwartet.
De ..Klassieken" in kwestie waren:
Paul Hindemlth, Igor Strawinsky en
Arnold Schönberg.
Het concert werd geopend met het uit
1938 daterende kwartet (1938) voor
viool, klarinet, violoncello en piano,
een driedelig, nogal weerbarstig
werk. dat echter een uiterst mild en
expressief middendeel isehr langs am)
heeft.
De toneelmuziek bij Ramuz' „L'his-
toire du soldat" 1918) heeft Strawins
ky later bewerkt voor piano, viool en
klarinet. Ook in deze zetting, die dit
maal ten gehore gebracht, komen de
geest en het karakter van deze mu
ziek op indringende wijze over.
Juist voor het begin van de twintigste
eeuw nl. in 1899 kwam „Verklarte
Nacht" van Arnold Schönberg ge
reed. De com po rust componeerde dit
werk onder de indruk van het gedicht
„Zwei Menschen' van Richard Deh-
mel oorspronkelijk voor strijksextet,
maar bewerkte het later voor strijkor
kest. Eduard Steuermann, jarenlang
vriend en medewerker van Schön
berg. maakte van „Verkl&rte Nacht"
een bewerking voor piano, viool en
violoncello. Het was deze versie, die
na de pauze werd uitgevoerd van een
compositie, die niet alleen in chrono
logisch opzicht nog in de 19e eeuw
gedateerd moet worden. De invloed
van Wagner is duidelijk waar te
nemen.
Maar nu iets over het Kam Kwartet
Het bestaat uit Vera Beths. viool.
George Pieterson. klarinet. Anner
Bijlsma. violoncello en Reinbert de
Leeuw piano, en dat zijn alle vier niet
slechts meesters op hun instrument,
maar bovendien zulke ras-artiesten
ten daarbij zo goed op elkaar afge
stemd' dat elk van deze werken een
optimale uitvoering kreeg
De Kleine Zaal was vol (en dat bij
deze weersomstandigheden) en het
publiek toonde zich telkens terecht
opgetogen over de sublieme vertol
kingen
In de regie van „De knecht van twee
meesters", dat in de traditie van de
Commedia dell'arte is geschreven,
legt Marijnen het accent echter niet
op de acteursprestaties, maar op de
vormentaal van het stuk, waardoor
het wel oogverblindend mooi maar
niet meeslepend wordt. De knecht
Truffaldino (gespeeld door Peter
Tuinman), die in moeilijkheden raakt
omdat hij twee meesters dient en zich
uitsluitend zorgen maakt om zijn
knorrende maag krijgt wel de gele
genheid te improviseren. Vanaf het
toneel, dat in het midden een stuk de
zaal is ingebouwd, probeert hij soms
een dialoog met het publiek aan te
gaan. Hij vraagt een vuurtje, vertelt
er zijn bevindingen en verstopt zich
voor zijn meesters in de zaal. Hij gaat
hier met ver genoeg in. Truffaldino is
te netjes, niet dierlijk en niet naïef
genoeg.
Ondanks de mogelijkheden blijven
de grote momenten uit. Zoals de scè
ne waarin zijn e tens droom werkelijk
heid wordt. De knecht moet zijn
meesters om beurten serveren. De
prachtig opgemaakte schalen worden
op een lopende band vanuit het zijto
neel aangevoerd. Hij kan het uitein-
L
door Jac Kort
er w( I
syirti 9
Dat het publiek vrijdagavond zo in
tens kon meeleven met wat Butterfly
op gezag van de librettisten Illica en
Giacosa (die het weer van een toneel
stuk naar een roman hebben overge
nomen) moet doormaken, mag voor
het grootste deel toegeschreven wor
den aan de volkomen ingeleefde ver
tolking van de titelrol door de Kore
aanse sopraan Sung Sook Lee. Die in
alle registers en standen een moeite
loze, knap genuanceerde vocale pres
tatie leverde, en bovendien, althans
naar lengte, aannemelijk een 18-jari-
ge geisha voorstelde. Een soms wat al
te sterk aangezet acteren kon men er
graag voor door de vingers zien.
De enige die zich naast haar op ni
veau handhaafde was Annett An-
driessen als Suzuki. En op bepaalde
momenten ook wel Andriaan van
Limpt, die in de vele bekende aria's
en duetten de onsympathieke Pinker
ton wel goed liet doorklinken, maar
die in zijn actie te weinig overtuigend
bleef. John Bröcheler (de vaderlijke
consul) en Nico Boer (de huwelijks
makelaar) behoorden tot de noodza
kelijke. maar niet zo belangrijke, per
sonele entourage die, grotendeels in
kleurrijke Japanse kostuums, de exo
tische sfeer waarin het drama zich
afspeelt mede bepaalde. Een sfeer
die. zoals bekend in hoofdzaak door
Puccini's magnifiek geïnstrumen
teerde muziek met feilloos gevoel
voor effect wordt opgeroepen.
lil*
Marjon Brandsma en Eddy Brugman in „Het leven een
droom".
door André Rutten
DEN HAAG Zelden is een premièrepubliek zo intens stil als
zaterdagavond het Haagse bij Calderons „Het leven een
droom" bij de Haagse Comedie. Het was dan ook een droom
van een voorstelling.
Dat dit allemaal in deze uitvoering,
na een wat grof aangezet begin, goed
overkwam, mag voor een zeer belang
rijk deel ook worden toegeschreven
aan de bezielende leiding van diri
gent Bohumil Gregor die het Om-
roeprkest onder zijn hoede had. En
aan de doeltreffende regie van Frie-
drich Pezold, die weer mooi afge
stemd was op de vindingrijke ensce
nering van Hermann Soherr.
Een in vele opzichten uitstekende
voorstelling waarvan voornamelijk
de vertolking van de titelrol door
Sung Sook Lee in herinnering zal
blijven. In Amsterdam wordt Butter
fly nog gespeeld op 20, 26, 28 februari
en 4 maart. In Scheveningen 22 en 24
februari. In Rotterdam 10 maart en in
Utrecht 15 maart.
Paul Röttger als Silvio
deiijk niet meer bijhouden en wordt
bedolven onder salades, kippen en
puddingen. De combinatie van de lo
pende band en het serveren gepaard
aan de tweestrijd tussen het felbe
geerde voedsel en een kamermeisje
dat zich aanbiedt, zou een prachtige
scène vol waanzin en navrante tra
giek op kunnen leveren. Het omhulsel
(de vondst) was perfect, de invulling
onvoldoende.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zo
als Canci Gerardts als Beatrice, die
ook met haar rug naar de zaal nog
expressief genoeg is. De wanhoop, die
ze uitstraalt nadat ze de dood van
haar geliefde vernomen heeft, is zeer
ontroerend. Paul Röttger als Silvio,
een klein met fascistoïde trekjes uit
gerust verwend jongentje, behoorde
eveneens tot de gunstige uitzonde
ringen.
Pedro Calderon de la Barca (1600-
1681) houdt een wijsgerig betoog dat
hij in een barok drama, een verzon
nen verhaal, een gespeeld exempel
zijn kijkers voor ogen stelt.
Het woordje barok betekent tegen
woordig overladen, te veel aandacht
voor de buitenkant. Regisseur Pierre
Laroche en zijn decor- en costuum-
ontwerper Germinal Casado zijn voor
hun „buitenkant", hün vormgeving
uiteraard van de oorspronkelijke be
tekenis uitgegaan: groot, verheven.
Zij hebben daaruit met hun spelers
een voortreffelijke speelstijl ontwik
keld. De kern ervan is een sierlijk,
hoofs bewegen, zeer precies uitge
werkt zoals in verfijnde miniaturen.
Dat wordt gevarieerd naar de aard en
de betekenis van de figuren. Het
wordt sterk geladen met een toege
spitste intensiteit, die aan de tekst
bijzonder indringend vertaald door
Dolf Verspoor wordt ontleend. De
tekstbehandeling is in beginsel zeer
ingetogen maar kent uiteraard cli
maxen. Dat inspireert tot aandachtig
luisteren. Het juweel, dat het stuk is,
blijkt op een uitstekende manier ge
slepen.
Sober
De „zetting" de toneelruimte is
zeer sober, met een paar elementen
van uiterlijke praal, heel summier in
de achterwand van het decor, in zeer
precies ingetoomde mate in de cos-
tuums. Deze zelfbeheersing is ook in
de muziek van Jurriaan Andriessen.
Maar het gaat natuurlijk om de in
houd, het betoog. De parabel, waarin
het uitgebeeld wordt, is in het kort zo.
Een jonge vrouw van koninklijke af
komst is, in mannenkleren en verge
zeld van een dienaar, op zoek naar
haar verdwenen verloofde, verdwaald
in een woeste streek, waar zij in een
toren een gevangen jonge man ont
dekken. De jongeman weet dan nog
niet, dat hij een koningszoon is, door
zijn vader al van jongsafaan opgeslo
ten omdat hij in de sterren gelezen
heeft dat zijn enig kind alles in zich
heeft om een boosaardig tyran te
worden. Toch besluit de koning hem
op de proef te stellen door hem plot
seling in de positie te plaatsen, die
hem rechtens toekomt. Hij gedraagt
zich inderdaad als een ongetemd dier.
Omdat hij in bedwelmde toestand
zoals hij ook naar het paleis gebracht
is weer naar zijn kerker terug is
gevoerd, wordt hem voorgehouden
dat hij slechts gedroomd heeft. Hij
weet dat dit wel en niet waar is. De
kerker is voor hem de werkelijkheid,
het paleis, waarin hij macht bezat,
een droom. Met daarin deze werke
lijkheid: de macht was hem gegeven
en werd hem weer ontnomen omdat
hij die verkeerd gebruikte. Hij con
cludeert eruit, dat het leven een
droom is, waarin je dingen gegeven
worden die je ten slotte terug zult
moeten geven en die je dus goed moet
gebruiken.
Door opstandelingen uit zijn kerker
bevrijd en tot hun aanvoerder geko
zen verslaat hij zijn vader, maar weet
nu, dat hij zijn macht waardig moet
gebruiken. Voor zijn vader trekt hij
de les: hoe kon u verwachten mijn
kwade aandriften te temmen door
mij geketend te houden. Door mijn
droom heb ik geleerd dat ik die zelf
moet beheersen.
De parabel is nótuurlijk veel subtie
ler gevlochten dan uit deze wat grove
aanduiding van het hoofdthema kan
blijken. Zij wordt ook subtiel ge
speeld met Eddy Brugman als de
prins, Marjon Brandsma als de jonge
vrouw, Kees Coolen als de koning,
Bas ten Batenburg en Anne-Marie
Heyligers als neef en nicht van konin
klijke bloede, Wim van den Heuvel
als dienaar, een fraai relativerend
contrapunt.
Deze voorstelling maakt voor heden
daagse kijkers duidelijk, dat Calde
ron niet alleen Spanjes grootste to
neelschrijver was, maar ook een van
de grootste dichtergenieën van het
katholicisme. Zijn gespeelde betoog
is ook voor nu zeer boeiend.
AMSTERDAM Er is zeer
kans op. dat de dertiende s;
van de Russische componist Dii
Sjostakowitsj heden ten dage
Sowjet-Unie zal worden uitgevir
Dit vindt zijn oorzaak in het feit
deze symfonie uit 1961, die in w et
een cantate voor bas, mannenktx d<
orkest is. geschreven is op vijf gr
ten van Y. Yevtusjenko. waai
ene klacht na de andere vooi
tegen het anti-semitisme. En h
men vermoedt, dat het werk is c
dragen aan de nagedachtenis
nin. zal dit de pil nauwelijks k
vergulden. ..De 'Intematio
klinkt en galmt wanneer er geeni
senziel op deze wereld meer l
is van Jodenhaat" (Ik heb deze vi
maar even voor u in het Nederlai
vertaald, want in het progi
boekje vond ik van de tekst, die li
Russisch werd gezongen, slecht»
Duitse(l) versie. Zo doet men
hier).
Dat Sjostakowitsj kon componeiC',
even bekend, als het feit, dat h c
niet van terugschrok om ..(»i
buur bij de voorgangers en tijdg
ten te spelen. In deze symfonie
in de componist een voorkeur t< j{
voor lage stemmen (een groot
van bassen en een bassolist) en
instrumenten (basklarinet, conti jj'
got en extra veel contrabassen)
het Moussorgsky, Mahler en I
winsky, die een groot deel van
materiaal hebben geleverd, de
op vocaal, de andere twee op ini
mentaal gebied.
(Hoe geïnspireerd de bas Robert 1
en hoe bekwaam het Eindho* Ie
mannenkoor „La Bonne espéran les
en het Brabants Orkest onder leli 0.
van Hein Jordans, dit werk ook uifdl
voerd hebben, het heeft mij, i
door de vele lage stemmen enfcli
telkens terugkerende koperuitl
stingen niet een uur lang kun i,
boeien.
Evenmin trouwens als het Con i~
voor viool en orkest in E kleine
opus 64 van Felix Mendelssohn,
holdy, maar dat was niet te wij
aan het werk zelf, doch aan de
waarop het werd uitgevoerd.
Wanneer we ervan uitgaan, dat
concert zijn grote betekenis ontle
aan het feit, dat Mendelssohn er
eerste in zijn tijd in geslaagd is,
soloconcert boven de holle virtu id
teit uit te tillen, dan hadden we
de Israëlische violist Samuel Asl ',c
nasi en het Brabants Orkest iets
ders mogen verwachten dan de
liede, maar volstrekt robot-ach
uitvoering, die vrijdagavond in
Grote Zaal klonk. Solist noch ork L
brachten daarbij ook maar de gerij J
ste warmte of expressiviteit op.
En dat in het totaal onvoldoeiS
verwarmde en tochtige Concert
bouw. Brrr.
d
II
door R. N. Degens
DEN HAAG Het zal wel om andere redenen zijn gedaan :i
de „Kompositie voor blazers" van Cornells de Bondt (gi
1953) zaterdagavond bij het Residentie Orkest vlak v(
„Amériques" van Edgar Varèse (1883-1965) werd uitgevoer
Maar zoals het nu lag leek het stuk
van De Bondt een voorzichtige po
ging tot introductie van de „echte"
Varèse, wiens instrumentale en ritmi
sche effecten af en toe in bescheiden
proportie voorspeld lijken te worden
in het werk van De Bondt. Hoe men
ook over deze „Kompositie" denkt
(naar mijn smaak is het niet meer dan
een vingeroefening in het compone
ren), het is goed dat zo'n stuk eens tot
uitvoering komt. Meer nog voor de
componist zelf dan voor het publiek.
Dat er, met weinigen vanwege het
weer, braaf naar luisterde, maar er
kennelijk ook weinig raad mee wist.
Met de Echte Varèse weet ik overi
gens ook nooit goed raad. Hij wordt
Gave Karakterrollen
tussen lompen
Veel meer mensen dan voor de oor
log leven In onvrede met hun werk
situatie. Dit kan allerlei oorzaken
hebben, maar de gevolgen uiten
zich op veelal identieke wijze: span
ningen en ziekteverschijnselen. Het
werkverzuim neemt in tal van sec
toren zorgwekkende vormen aan.
Voor het zover is dat iemand zich
door een overdosis aan „stress" ziek
meldt, heeft er natuurlijk al gerui
me tijd iets scheef gezeten. Je kunt
zo'n aanmelding vergelijken met
een alarmsignaal dat te laat komt.
Het signaal klinkt veelvuldig in be
drijven met welzijnszorgers en me
dische staven die erop getraind zijn
de sociale en psychologische knel
punten" te onderkennen. Er blijkt
dus heel wat aan de aandacht van
specialisten te ontsnappen. Wat zal
zich dan wel afspelen in kleinere
zaken waar het personeel het zon
der beroepsbegeleiders moet zien te
rooien? Te lang onopgemerkt blij
ven daar de problemen die niet
rechtstreeks met de werksituatie
verband houden. De oorsprong van
deze problemen ligt namelijk in de
mens'zelf of in zijn verleden. Di
kwijls Is ook de betrokkene zich er
van nauwelijks bewust.
Een dergelijke situatie heeft de Ier
se schrijver Norman Smythe ge
schetst in zijn tv-spel The Rag Pic
kers. Het wordt vanavond door de
door Ton Hydra
NCRV uitgezonden onder de titel
Soort bij soort. De uitdrukking
slaat op de bezigheden van Tom.
een al wat oudere man die zijn da
gen slijt met eentonig werk in een
naargeestige fabrieksruimte.
Tom sorteert lompen. Wol in de ene
en katoen in de andere zak. Hij
heeft zichzelf aangepraat dat er wei
nig te mopperen valt als je vast
werk hebt en een dak boven je
hoofd. Als het druk is. komt er wel
eens een tijdelijke kracht bij en dan
voelt Tom zich afdelingschef.
Zo liggen de kaarten bij het begin
van het spel. Tom kan zich uitleven
met het inwerken van Jo; een jonge
re man, gestuurd door het arbeids
bureau. maar misschien geen blij
vertje. Hij klaagt over zijn borst en
wordt gauw moe van het staan.
Tom probeert de nieuwkomer op te
monteren, terwijl hij hem ulthoort
over zijn levensomstandigheden.
De twee mannen hebben veel met
elkaar gemeen. Ze zijn eenzaam en
hun bestaan bulten het werk ls net
zo geestdodend als het sorteren van
lorren. Tom en Jo verdoezelen de
werkelijkheid door aan het fantase
ren te slaan. Ze bedenken allerlei
plannetjes om hun grauwheid te
kleuren.
Na een paar al te vlugge overgangen
in het begin, waarvoor de regie wat
meer tijd had moeten nemen, gaat
de dialoog tussen die twee steeds
meer boeien. Sacco van der Made
en Jules Royaards weten zeer ge
voelig uiting te geven aan de ge
moedsbelevingen van Tom en Jo.
Het is veel meer dan een typering
van de buitenkant. Juist het Inner
lijk van deze mensen wordt bloot
gelegd.
We begrijpen dat de oudere Tom
vooral met zichzelf bezig is en een
dringende behoefte heeft aan een
lotgenoot. Jo voelt voor toenade
ring, wil ook wel met Tom gaan
samenwonen, maar komt om in zijn
eigen onzekerheden. De sterkste
scène vind ik die, waarin Jo twijfelt
of hij het baantje zou kunnen vol
houden. Dan merken we dat er met
de ziekelijke man meer aan de hand
is.
Hun kortstondige vriendschap
komt in een stroomversnelling te
recht als zich een tweede uitzend
kracht aandient. De sfeer slaat vol
komen om. want brutale Ferry is
niet alleen een snoever maar ook
een psychologische etter. Hij weet
nauwkeurig hoe hij de twee andere
mannen uit elkaar moet drijven.
Tom poogt Jo nog te activeren en
sterker aan zich te binden. De zwak
keling echter laat zich verlokken
door de patserige verhalen van
Ferry.
Boeiend is het om er op te letten
hoe Van der Made en Royaards aan
geven dat de lompensorteerders
kleine, haast infantiele dingen bele
ven als iets waaraan zij hun zelfres
pect ontlenen. Soort bij soort wordt
daardoor het drama van de mense
lijke geest dat de schrijver zal heb
ben beoogd.
Beide acteurs hebben een bijzonde
re prestatie geleverd. Jules
Royaards zien wij zelden in een
psycho-drama. Dat hij daarvoor va
ker in aanmerking mag komen, be
wijst hij met deze gave karakterrol.
8acco van der Mades creatie van
Tom lijkt het resultaat te zijn van
een langdurig proces, waarin hij
naar de figuur is toegegroeid. Niets
is minder waar. Hij had nauwelijks
veertien dagen om zich de rol eigen
te maken, na de plotselingen dood
van Bob de Lange, met wie als Tom
reeds enkele scènes waren opge
nomen.
Ik reken Van der Mades vertolking
tot de theatergebeurtenissen. Daar
bij neem ik voor lief dat de regie van
Bob Löwenstein naast verdienste
lijke elementen een paar zwakke
plekken vertoont. Onlogisch bij
voorbeeld is het filmen met een
grote spiegel in die grauwe fabrieks-
kelder. En de camerabeweging ver
raadt een zekere angst voor stil
spel. Ten onrechte, want de dialoog
is sterk genoeg.
bij voortduring uitgeroepen voor te
grote vernieuwer van de hedendaa
muziek, een componist van hist)
sche betekenis en wat niet al. In 1 di
niet al te talrijke stukken voor inst er
mentale ensembles (van klein tot
gantisch groot) schopte deze Am
kaanse Fransman weliswaar met v
lawaai-effect tegen het keurig
voegde metselwerk waaruit de „hi
ge huisjes van de traditionele 1
ziek" waren opgetrokken. Maar
trapte toch in hoofdzaak de oj w
deuren in, waardoor Strawinsky b n
allang was voorgegaan.
Sirene
Voorbeeld daarvan is het in het be
van de jaren twintig gecomponee
„Amériques", voor groot orkest fl
liefst zestien slagwerkers. Een so
verrasssende instrumentatie (als
het niet aflatende gebruik van
sirene buiten beschouwing laat) is I
positieve element in dit stuk. I
voor het overige een chaotische co!
ge van effecten is. Om het helemi
mooi te maken zou hierna Le Sai
van Strawinsky op het programi
hebben moeten staan
Maar goed, de beurt was aan de IK
meense componist Ana tol Vieru (g
1926) van wie het in 1962 gecomi
neerde Celloconcert werd verto
door de uit de Sovjet Unie afkomst
(nu in Amerika wonende) Wladii
Orloff. Een knap instrumentalist n
een wat te bescheiden toon. mi
technisch volkomen opgewassen
gen de geniepige moeilijkheden
Vieru in zijn beknopte, speelse,
deels (natuurlijk) op de volksmud
gebaseerde compositie stopte. De i
voering, in aanwezigheid van de co
ponist, die er een (niet onbewaa
ogenblik voor was overgekomen, 1)
terecht zeer veel succes.
Heldere directie
Het Residentie Orkest stond
avond onder leiding van de jon
Franse dirigent Jacques Mercier,
zich in „Amériques" al had on<
scheiden door een heldere, wordeiM
de directie en die tot slot een
uitvoering leidde van Flor*
Schmltt's sensuele „Tragédie de S
lomé" waaraan het Haags Jeugdko
zijn kleine maar belangrijke aand«
goed bijdroeg.
Als geheel weer een goed sameni
steld programma met weinig of r
eerder hier gespeelde werken.