BO heeft zichzelf overleefd
bedrijfsleven moet in
anada actiever zijn
Publiek leende weer meer
Vrieskistenfabriek sluit
Fusie Ogem-
Nederhorst
Scheiden huisvuil
xport nodig voor kleine
i middelgrote bedrijven
gantische projecten in uitvoering
Buitenlandse
banken in
Iran onder toezicht
OPEC vergadert
over stagnatie
van Iraanse olie
danks vele moeilijkheden
Groei lager: schulden per hoofd groter
=f ERDAG 17 FEBRUARI 1979
FINANCIEN EN ECONOMIE
TROUW/KWARTET
27
len. dat de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) in Neder-
1 nooit goed van de grond is gekomen, lijkt op het intrappen van een
li deur. Echter: dit soort deuren gaat een eigen leven leiden en na
oop van tijd weet bijna niemand meer wat de argumenten en
ijzen waren, waarmee ze open gingen.
Henk Thomas
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
na in 1966 voor het laatst goed op de
tl te zijn genomen, opnieuw onder vuur.
roedingsbonden FNV hebben al ruim
jaar geleden hun zetels in de PBO-
jen onbezet gelaten, terwijl de Indu-
bond NKV en de Voedingsbond CNV
regen hetzelfde te doen. De laatste
reegt dit al geruime tijd, sinds 1976,
het geduld raakt op. Voorzitter M. D.
Hollander desgevraagd: „We willen de
issie over de herinrichting van de PBO
een jaar of anderhalf aanzien". Als
daad alle werknemersorganisaties
terugtrekken, dan ontvalt de PBO de
lans grond.
pschiedenis van de publiekrechtelijke
Ijfsorganisatie, die in de Wet op de
ijfsorganisatie van 1950 vorm heeft ge-
begon vorige eeuw. De PBO kan
en gezien als het antwoord van de
tlijke (katholieke) sociale beweging
et socialisme en het liberalisme. Door
el van de PBO werd beoogd een einde
iken aan het liberale individualisme,
as welk iedereen voor zich in staat
zijn zijn eigen belangen te dienen,
r moest de bedrijfsordening afreke-
net de socialistische theorie van de
enstrijd, volgens welke werkgevers en
tmers eikaars natuurlijke vijanden
e zuil
'BO, zoals die uiteindelijk tot stand
berustte op uitgangspunten, waarin
maatschappelijke zuil zich min of meer
vinden. De katholieken vinden hun
van de organische maatschappijop
en de subsidiariteit (het hogere or-
moet aan het lagere orgaan overlaten
iat lagere orgaan zelf kan doen) erin
de calvinisten de souvereiniteit in
eigen kring; de sociaal-democraten decen
tralisatie en de liberalen de beperking van
de staatstaak.
De bedoeling van de ordening was onge
wenste overheidsbemoeienis te voorkomen
door het instellen van bedrijfsorganen, die
in zelfstandigheid regels zouden kunnen
vaststellen, die voor alle bedrijfsgenoten
bindende kracht zouden bezitten. Het in
stellen van zulke organen van publiekrech
telijke aard (die, in tegenstelling tot pri-
vaatsrechtelijke, een deel van de staatstaak
overnemen) heeft voor de Tweede Wereld
oorlog geen doorgang gevonden. Dit, on
danks krachtige pleidooien en serieuze po
gingen van Groen van Prinsterer, dr. A.
Kuyper, ds. Sikkel, prof. Slotemaker de
Bruine, Smeenk, Diemer, Amelink, prof.
Gerbrandy en ds. Talma.
De Wet op de Bedrijfsorganisatie kwam in
1950 niet zonder heftige discussie tot stand.
Ze werd, na jarenlang schaven en verande
ren, aanvaard met 55 stemmen vóór (katho
lieken en socialisten) en 35 stemmen tegen.
De wet voorzag in de mogelijkheid tot op
richting van openbare lichamen van beroep
en bedrijf (de schappen): de produktschap-
pen, die een bedrijfskolom omvatten, de
hoofdbedrijf- en bedrijfschappen, die soort
gelijke bedrijven bundelen, met als taak,
aldus de wet, „een het belang van het Ne
derlandse volk dienende bedrijfs
uitoefening door de ondernemingen te be
vorderen
Als overkoepelend orgaan werd de Sociaal-
Economische Raad (SER) in het leven ge
roepen met tot taak (onder andere) het
toezicht op de bedrijfsorganen en het advi
seren van de overheid inzake sociaal-econo
mische kwesties. In de SER zitten werkge
vers en werknemers, alsmede door de over
heid aangewezen deskundigen (Kroonle-
den). In de schappen zijn alleen werkne
mers en werkgevers vertegenwoordigd.
Komen en gaan
In de Jaren na 1950 was het een komen en
gaan van produkt- en bedrijfschappen. Het
debat over het bestaansrecht van de PBO
was soms heftig en veelvuldig (waren de
pleidooien tot hervorming. In 1966 consta
teerde de toenmalige staatssecretaris De
Meyer (sociale zaken), dat binnen vijf jaar
na de totstandkoming van de wet er 45
bedrijfslichamen toraren opgericht, tegen
slechts twaalf in de periode 1955-1966. Van
deze 57 lichamen hadden er ongeveer 40 te
maken met de agrarische sector.
De Meyer bepleitte herbezinning en velen
na hem, tot nu toe, deden dat. De SER
studeerde en studeert nog steeds. Op de
resultaten van de laatste studiecommissie
van de SER, ongeveer twee jaar geleden
ingesteld, wacht bijvoorbeeld de Voedings
bond CNV. Den Hollander: „afhankelijk
van de resultaten beslissen we of we al dan
niet in de PBO-organen blijven. Op dit
moment willen we het werk van de commis
sie niet doorkruisen."
Wortel
Alleen in de agrarische sector schoot de
PBO wortel. Bekend zijn: het Landbouw
schap, het Bosschap, de produktschappen
voor Vee en Vlees, Pluimvee en Eieren,
Granen, Zaden en Peulvruchten, aardappe
len en zuivel. Handel en industrie waagden
zich minder dan mondjesmaat aan het ex
periment.
Met het uittreden van de Voedingsbonden
FNV en de schoten voor de boeg van de
Voedingsbond CNV is de klad gekomen in
de agrarische schappen. Althans, de hou
ding van de bonden toont scherp de tekort
komingen van het PBO-wezen. Waaraan
zijn de onlustgevoelens te wijten? Aan de
wet, de idee daarachter, aan de partijen in
de bedrijfsorganen, aan het tijdsgewricht of
aan de economische orde, waarin de PBO
mogelijk een wat wezensvreemd element
is? Gesprekken over deze kwesties zijn ge
voerd met Fred Ahlers, bestuurder Voe
dingsbond FNV, M. D. den Hollander, voor
zitter Voedingsbond CNV en met J. T. Mel-
lema, voorzitter van het Produktschap voor
Pluimvee en eieren.
Aan de wet van 1950 zijn de moeilijkheden
binnen de PBO's niet in de eerste plaats te
wijten, meent Mellema. Hij noemt de wet
deugdelijk, maar voegt eraan toe. „gezien
het tijdstip waarop hij tot stand is geko
men". Ahlers en Den Hollander vinden de
wet te vrijblijvend. Ondernemingen kunnen
zich gemakkelijk aan samenwerking bin
nen schappen onttrekken, terwijl ook de
bevoegdheden van de PBO-organen met
dezelfde vrijblijvendheid zijn vastgesteld.
De vakbondsbestuurders: „veel belangrijke
bevoegdheden, die de PBO-organen zouden
kunnen hebben, zijn niet overgenomen, om
dat één of beide partijen zich daartegen
verzetten of er geen behoefte aan hadden."
Harmoniebeginsel
Tegen het harmoniebeginsel, dat aan de
PBO ten grondslag ligt. kijkt alleen Ahlers
wat anders aan dan collega Den Hollander
en produktschapvoorzitter Mellema. Ter
wijl de laatsten er vierkant vóór of achter
kunnen staan, zegt de eerste: „1950 was nog
de tijd van de wederopbouw met bijbeho
rende mentaliteit van samen de schouders
eronder. De vakbeweging dacht met de
PBO de medezeggenschap in de bedrijfs
takken binnengesleept te hebben. De PBO
bleek echter een fopspeen. Geconstateerd
moet worden, dat wat goed is voor de onder
nemer niet goed heeft te zijn voor de werk
nemer. Als er sprake is van economische
groei dan heb je er niet zoveel last van, dan
gaat alles redelijk. Maar in de periode van
teruggang, sinds 1974 vooral, wordt duide
lijk dat ondememersbeslissingen nadelig
kunnen zijn voor de werknemers. Dan ko
men de belangentegenstellingen scherp aan
het licht."
Waar het de PBO het meest aan schort,
aldus de bonden, eensgezind nu weer, is de
geringe bereidheid van werkgevers en werk
nemers om samen te werken op voor hun
wezenlijke punten. En die geringe bereid
heid hang nauw samen met de economische
orde: de ondernemingsgewijze produktie.
Door de geringe bereidheid heeft de PBO
zich als samenwerkingsorgaan overleefd.
Ahlers: „Spoedig bleek, dat in de PBO-
organen alleen zaken aan de orde kwamen
die voor de ondernemers van belang waren
en dat onderwerpen als het sociale beleid,
personeelszaken, investeringen, werkgele
genheid niet bespreekbaar waren. Over
kwesties als de plaats waar de stempel of
sticker op een tros bananen moet worden
geplaatst, kan men urenlang vergaderen,
maar bij kwesties als herstructureringen
geven de ondernemers geen krimp. Zoals bij
de bakkers. Die willen ons graag meenemen
naar de minister om te pleiten voor een
verhoging van de broodprijs, maar als wij
dan ook willen praten over het stoppen van
de moordende concurrentieslag in die bran
che. dan zijn ze niet thuis."
zeggenschap ten aanzien van investeringen
en sociale aangelegenheden." Alleen in het
Landbouwschap en met Bosschap blijft de
bond de zetels bezetten. In deze schappen
bestaat de bereidheid de bevoegdheden tot
dit soort onderwerpen uit te breiden.
Dwingend
Eigen boezem
Den Hollander deelt deze kritiek, maar
steekt ook de hand in eigen boezem. „Zijn
de bonden niet te weinig actief geweest om
volwaardige medespelers te worden in de
PBO-organen? Wat heeft ons bijvoorbeeld
belet om de CAO-onderhandelingen in de
PBO-organen te voeren?"
Daarbij komt nog. vervolgt Ahlers, dat dan
ook nog zaken aan de orde komen als er een
duidelijk ondernemersbelang bestaat. Zo
worden ze het over de bananenkwestie uit
eindelijk nog wel eens, maar lopen ze met
een grote boog om de vraag wie, wat en
waar investeert. Deze kwesties raken de
vrije ondernemingsgewijze produktie en
dat kan niet." Mellema: „De PBO is wegge-
groeid van zijn oorspronkelijke bedoelin
gen. De discussie is er beperkt tot gelijkge
richte belangen van werkgevers, waarbij de
belangen van de werknemers niet of onvol
doende aan bod komen."
Mellema ziet nog meer oorzaken van het
tekortschieten van de PBO. Hij noemt de
totstandkoming van de Europese Gemeen
schap, waardoor beslissingbevoegdheden,
zeker op agrarisch terrein, meer en meer
verlegd werden van onderneming en be
drijfstak naar landelijk of Europees niveau.
Verder is er de opkomt van grote en zeer
grote ondernemingen, die bepaalde be
drijfstakken zijn gaan overheersen. De be
hoefte aan samenwerken is bijna steeds het
grootst in bedrijfstakken met veel, kleine
ondernemeingen. Vandaar ook de opkomst
van PBO's in het agrarische bedrijfsleven.
De Voedingsbonden FNV, uitgetreden dus,
blijven bereid deel te nemen aan de PBO-
organan, mits „het dragen van verantwoor
delijkheid wordt gehonororeerd door meer
De Voedingsbond CNV heeft zijn verlan
gens neergelegd in de Nota PBO: heroriën
tatie en herinrichting". De bond wil, zoals
gezegd, af van vrijblijvendheid ten aanzien
van deelname aan en bevoegheden van
PBO-organen. Zij wil alles dwingend voor
geschreven zien, zodat in de toekomst op
gelijke voet met de ondernemers kan wor
den onderhandeld over het investeringsbe
leid, herstructureringen, marktverdellng.
produktievolume, prijzen, arbeidsomstan
digheden, werkgelegenheid, scholing, etc.
Het maakt noch de Voedingsbonden FNV,
noch de Voedingsbond CNV veel uit of de
PBO's in stand blijven, of dat er iets anders
voor in de plaats komt. De zo gewenste
bedrijfstakraad bijvoorbeeld. Den Hollan
der: „het kan ons niet schelen hoe het
beestje heet, als we maar medezeggenschap
hebben in bovengenoemde kwesties." Ah
lers lijkt het echter beter de bevoegdheden
van de PBO-organen niet uit te breiden.
„De PBO is als samenwerkingsorgaan be
smet, en dat moet je niet willen verbergen."
Zo voelt Ahlers toch meer voor bedrijfstak-
raden, privaatrechtelijke organen waarin
de overheid geen rol speelt en waarin priva
te partijen (werkgevers en werknemers)
overeenkomsten met elkaar sluiten.
Voorzitter Mellema van het Produktschap
voor Pluimvee en eieren heeft de Voedings
bonden FNV in het schapswerk niet gemist.
Hij zegt: „ik bedoel hiermee te zeggen, dat
ik slechts uitvoerder ben van hetgeen de
wetgever aan het produktschap aan taken
heeft opgedragen. Welnu, die taken blijken
ook goed te kunnen worden uitgevoerd zon
der Voedingsbonden FNV en in die zin mis
ik ze dus niet. Als één partij, de werkne
mers, zich niet kunnen vinden in de werk
zaamheden van PBO-organen en ze stap
pen op. dan is het niet mijn taak om de
voorwaarden te scheppen voor hun terug
keer, maar die van de politiek."
een onzer verslaggevers
ITERDAM Het is hoog tijd, dat het Nederlandse bedrijfsleven meer dan tot nog toe in
ida zijn voelhorens uitsteekt en daar contacten legt. Dit zei mr. P. W. Jalink, Nederlands
assadeur in Canada in een inleiding, uitgesproken tijdens een studiedag over Canada.
da. aldus de ambassadeur, is
id van de toekomst, waar de
de 25 jaar gigantische projec-
[len worden uitgevoerd, waar-
ientallen miljarden dollars ge-
zijn. Volgens mr. Jalink be
er ongetwijfeld Nederlandse
en die beschikken over de no-
trvaring, kennis, technologie en
isatievermogen om al dan niet
nwerkingsverband met Cana-
la's een rol te spelen bij de
ig van die projecten.
tober van dit jaar zal een delega-
in vooraanstaande Nederlandse
ilieden naar Canada gaan. Doel
onderzoeken van de mogelijk-
voor investering en industriële
nwerking aldaar.
et ogenblik bezet Nederland na
renigde Staten en het Verenigd
okrijk de derde plaats op de
Ijst van buitenlandse investeer-
Canada. De waarde van Ne-
idse investeringen in Canada
ieg in 1975 het meest recente
taarover cijfers beschikbaar zijn
firm;
ering
678 miljoen dollar. De Canadese
investeringen in Nederland bedroe
gen in dat jaar 72 miljoen dollar.
De Nederlandse export naar Canada,
zo constateerde ambassadeur Jalink.
bedraagt op dit moment nog een half
procent van onze totale uitvoer en
steeg van 158 miljoen Canadese dol
lar in 1975 tot 190 miljoen in 1977.
Omgekeerd exporteerde Canada in
1975, 1976 en 1977 voor respectieve
lijk 476, 446 en 512 miljoen Canadese
dollars naar ons land.
De export vanuit Nederland naar Ca
nada, aldus de heer Jalink, wordt er
de laatste tijd niet gemakkelijker op
door een ontwikkeling in nationalisti
sche en ten aanzien van bepaalde
produkten als schoenen, kaas en wijn
zelfs in protectionistische richting.
Verder is de omvang van de moeilijk
te bewerken Canadese markt beperkt
(24 miljoen inwoners) en is de concur
rentie van de VS scherp.
Ook Japan legt (vooral in het westen
van Canada) grote activiteit aan de
dag. Ondanks deze handicaps, zo
meende de ambassadeur, zijn er toch
voldoende doorslaggevende argu
menten om meer belangstelling te
tonen voor Canada en op onderzoek
uit te gaan.
eruggang in de economische
in grote delen van de wereld
echter tot gevolg, dat men op
weinig markten juichend op het
lands produkt staat te wach-
iet is om die reden, dat export
nieuwe mogelijkheden op nieu-
irkten vaak de nodige moeilijk-
i met zich brengt voor de leiding
en bedrijf.
dit thema bewogen zich de dis-
is tijdens de Industriële marke-
»an de Nederlandse vereniging
Harktonderzoekers. Uit een van
(eind 1978) ingesteld onder-,
onder voor export verantwoor-
e directeuren naar de export-
Ujkheden en problemen van
idse middelgrote en kleine
n, was gebleken, dat negen
tien exporterende bedrijven
als noodzakelijk ervaren in
iche.
ond daarvan: de relatief
f Nederlandse markt, die te wei-
nogelijkheden biedt. Even
gen van de tien bedrijven za-
lelijke tot (zeer) goede export-
JÜjkheden voor hun branche. De
ijkste kansen zag men daarbij
ogwaardige specialistische pro-
°ornaamste problemen voor de
terende bedrijven liggen bij de
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG De Hout- en
Bouwbonden FNV maken
zich ernstig zorgen over de
gang van zaken rond de Ne-
derhorst Bouwbedrijven. De
bonden hebben de indruk dat
de overname van die bedrij
ven door bouwgigant Ogem
„op springen staat."
Dit heeft woordvoerder Zoethout gis
teren meegedeeld. Een zegsman van
Ogem wilde niet meer kwijt dan de
opmerking, dat „de besprekingen
voortduren en van dag tot dag kun
nen veranderen".
De bonden ontlenen hun zorg aan een
gesprek dat zij deze week hebben
gevoerd met de topman van Ogem-
bouw, oud-minister Boersma. Welis
waar had Boersma geen „harde uit
spraken" gedaan over het al dan niet
doorgaan van de overname, maar de
„toonzetting" van Boersma's verhaal
gaf de bonden weinig vertrouwen.
De problemen rond de overdracht
van de Nederhorst-bedrijven zijn vol
gens ingewijden opgelost. De bewind-
yl_ A voerders en de vereffenaar van de
hoge (loon)kosten en de harde (dure) ".Verenigde Bedrijven Nederhorst had
gulden. Verder, zo toonde het onder- den financiële garanties gevraagd ten
Op het VAM-verwerkingsbedrijf in Wijster in Drente wordt momenteel een installatie voor het scheiden van
huisvuil gebouwd. In deze voor Europa grootste installatie zal per jaar 125.000 ton huisvuil in verschillende
bruikbare grondstoffen kunnen worden gescheiden. De foto toont een maquette van de nieuwe installatie.
TEHERAN (Reuter) Buitenlandse
banken hebben vrijdag van het nieu
we bewind in Iran te horen gekregen,
dat zij voor al hun transacties met
Iraanse banken vergunning nodig
hebben van de Iraanse centrale bank,
de Bank Markazi. De maatregel geldt
voor alle transacties van buitenland
se zaken in Iran.
Wat dit inhoudt is nog niet duidelijk.
Enerzijds wordt de maatregel aange
merkt als een herstel van de toezicht
houdende functie van de centrale
bank van Iran. Anderzijds zou de
maatregel de eerste stap kunnen be
tekenen naar een volledige blokke
ring van tegoeden van buitenlandse
banken bij Iraanse banken.
CARACAS (Reuter) De ministers
van olie van de Organisatie van Olie-
Exporterende Landen (OPEC) zullen
in maart bijeenkomen, om te praten
over de mogelijke gevolgen van de
stagnatie van de Iraanse olie-export.
Bezien zal worden, welke gevolgen de
ontwikkeling in Iran heeft voor de
energievoorziening van de wereld. Dit
heeft de Venezolaanse minister van
energie en mijnbouw Hernandez, gis
teren meegedeeld.
een onzer verslaggevers
ITERDAM Schaalvergroting, vaak noodzakelijk van-
o.a. kostenoverwegingen, betekent dat steeds minder
ijven zich kunnen beperken tot hun thuismarkt. Export
dan een logische strategische beslissing.
Van een onzer verslaggevers
AMSTERDAM Het publiek heeft het afgelopen jaar weer meer geleend, waarbij steeds
meer leningen met een lange looptijd werden afgesloten. De groei van het consumptief krediet
was in 1978 echter ongeveer vijftig procent minder dan in 1977, maar het gemiddelde bedrag
van de geldleningen nam daarentegen met ruim vijfentwintig procent toe
hebben van het aantal gevallen van
overkreditering (kredieten die de
draagkracht van bepaalde mensen te
boven gaan). De Vereniging van Fi
nancieringsondernemingen gaat
daarnaar een onderzoek instellen,
waartoe inmiddels contact is opgeno
men met de volkskredietbanken.
Deze ontwikkeling blijkt uit de cijfers
van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek. die gisteren in Amsterdam
tijdens de persconferentie van de
Vereniging van Financieringsonder
nemingen in Nederland werden be- 0lld6rZO6k
kendgemaakt.
doorlopende kredieten en 221.800 fi
nancieringskredieten lopen. Daar
naast stonden nog eens 210.600 sala
risrekeningen in het rood.
zoek aan, moeten een tekort aan lei
dinggevende capaciteit en een gebrek
aan marktkennis tot de grote proble
men worden gerekend. Exportfinan
cieringsproblemen, geringe nationale
samenwerking op het gebied van de
export en het elkaar daardoor becon
curreren op de buitenlandse mark
ten, onvoldoende steun van de Neder
landse overheid en het doolhof van
exportbevorderende instanties wer
den eveneens genoemd als moeilijk
heden, waarmee men te kampen
heeft.
behoeve van de aandeelhouders en de
schuldeisers.
In de onderhandelingen met Ogem en
de overheid, die tientallen miljoenen
in het samengaan van de bouwonder
nemingen zal steken, is over die ga
ranties een akkoord bereikt. Nu zijn
er nog problemen rond de vermogens
positie van de nieuw te vormen on
derneming Ogem-Nederhorst-Bouw.
Banken, waarmee thans besprekin
gen gaande zijn. vragen zich af, of de
vermogenspositie voldoende veilig is
om leningen te verstrekken.
ADVERTENTIE
Er werd in 1978 voor 9,0 miljard gul
den krediet aan particulieren ver
leend. tegen 7.8 miljard gulden in
1977. Hoewel dus voor 1,2 miljard
gulden meer krediet werd gegeven,
was de procentuele groei aanmerke
lijk lager dan in 1977, namelijk 16
tegen 31 procent. Het uitstaande kre
diet per hoofd van de bevolking steeg
echter met 25 procent tot 813 (was 650
gulden.
Opvallend daarin was de groei van
het doorlopend krediet, waardoor het
aandeel van deze kredietvorm in het
totaal steeg van 29 tot 33 procent.
Deze stijging werd vooral veroor
zaakt doordat ook de spaarbanken en
de financieringsmaatschappijen deze
kredieten ging verstrekken. De spaar
banken zagen dat „beloond" met een
groei van 88 procent; de financie
ringsmaatschappijen met een voor
uitgang van 106 procent!!
Volgens de Vereniging van Financie
ringsondernemingen rijst het, wat de
kredieten betreft, in Nederland nog
niet „de pot" uit. Daarbij wordt gewe
zen op West-Dultsland. waar het con
sumptief krediet per hoofd 1.661 be
draagt en op de Verenigde Staten
met 2.260 per hoofd van de bevolking.
De financieringsondernemingen zeg
gen geen concreet cijfermateriaal te
Hierbij staan twee vragen centraal,
namelijk; is de situatie zo ernstig als
die lijkt en zo ja. zijn de kredietinstel
lingen daaraan dan schuldig?
Intussen was vorig jaar bijna 14 mil
joen aan vorderingen oninbaar.
Een op drie
Wanneer wordt rekening gehouden
met de mogelijkheid van dubbele ver
plichtingen kan worden gesteld, dat
zeker één op de drie gezinnen of al
leenstaanden tegenwoordig geld
leent.
Eind 1978 telde ons land 3 761.000
gezinnen en ongeveer 900.000 alleen
staanden. Deze mensen hadden geza
menlijk 850.300 geldleningen. 568 100
Van een onxer verslaggevers
AMERSFOORT De diepvrteskis-
ten en -kastenfabriek Van Swaay In
Amersfoort (een werkmaatschappij
van Internatio-mülller) gaat de pro
duktie stoppen. Alleen de service
afdeling blijft bestaan. Dat betekent
dat er voor 160 van de 200 werkne
mers geen werk meer zal zijn.
Volgens districtbestnnrder J. Polak
van de Industriebond NVV staan die
mensen nog niet meteen op straat,
omdat het bedrijf pas over een paar
maanden sluit. In die tijd wordt ge
tracht voor zoveel mogelijk mensen
elders emplooi te krijgen. Er is intus
sen een sociaal plan opgesteld.
Bij Van Swaay Amersfoort de
enige overgebleven fabrikant van
diepvrieskisten en -kasten in de Be
nelux werd begin vorig jaar al een
reorganisatie doorgevoerd. Hierbij
werd de vestiging in Emmeloord ge
sloten, waardoor 110 mensen moes
ten afvloeien.
Volgens Internatio-Müller is inmid
dels gebleken, dat de mogelijkheden
aanzienlijk minder zijn dan destijds
werd verwacht. Bovendien is de con
currentie toegenomen.
Volgens de vakbonden verliest het
bedrijf op het ogenblik driekwart
miljoen gulden per maand.
ABN: Verwacht ook in 1979 be
vredigende resultaten. Dit mede
door de voortdurend stijgende kre
dietportefeuille in binnen- en bui
tenland. De ABN meldt dit in het
prospectus van de 250 miljoen
lening.
BOG (Beleggingsmaatschappij on
roerend goed) wil 11 (10) uitkeren.
Als interim was al 4,20 (4) betaald.
De exploitatiewinst bedroeg 9,9
(7,7). Daar is echter een boekwinst
van 6,4 miljoen op verkochte objec
ten niet bij inbegrepen.
NAARDEN: Naarden internatio
nal zal de publikatle van het eind
1978 aangekondigde voorstel tot ver
dere structurele maatregelen ter ver
betering van het rendement met
veertien dagen uistellen tot 15
maart. De vakorganisaties en de on
dernemingsraden zijn over dit uit
stel ingelicht.
NOVE: de rechtbank heeft aan de
Noordelijke industrie voor Vezelver
werking NOVE Board in Hoogezand-
Sappemeer gisteren uitstel van beta
ling verleend. Het gaat om enkele
miljoenen guldens schuld. De recht
bank heeft mr J. J. van der Minne
van een advocatenkantoor in Gro
ningen tot bewindvoerder benoemd.
Het uistel van betaling werd ver
leend in verband met een uitspraak
over een garantie ten aanzien van
boedelkrediet, die het ministerie van
Economische Zaken nog moet doen.
Van dor Minne zal woensdag in Den
Haag met het ministerie in overleg
treden over het boedelkrediet voor
Nove. Op de hardboard-afdeling
staan negentig arbeidsplaatsen op
de tocht.