BO heeft zichzelf overleefd bedrijfsleven moet in anada actiever zijn Publiek leende weer meer Vrieskistenfabriek sluit Fusie Ogem- Nederhorst Scheiden huisvuil xport nodig voor kleine i middelgrote bedrijven gantische projecten in uitvoering Buitenlandse banken in Iran onder toezicht OPEC vergadert over stagnatie van Iraanse olie danks vele moeilijkheden Groei lager: schulden per hoofd groter =f ERDAG 17 FEBRUARI 1979 FINANCIEN EN ECONOMIE TROUW/KWARTET 27 len. dat de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) in Neder- 1 nooit goed van de grond is gekomen, lijkt op het intrappen van een li deur. Echter: dit soort deuren gaat een eigen leven leiden en na oop van tijd weet bijna niemand meer wat de argumenten en ijzen waren, waarmee ze open gingen. Henk Thomas publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie na in 1966 voor het laatst goed op de tl te zijn genomen, opnieuw onder vuur. roedingsbonden FNV hebben al ruim jaar geleden hun zetels in de PBO- jen onbezet gelaten, terwijl de Indu- bond NKV en de Voedingsbond CNV regen hetzelfde te doen. De laatste reegt dit al geruime tijd, sinds 1976, het geduld raakt op. Voorzitter M. D. Hollander desgevraagd: „We willen de issie over de herinrichting van de PBO een jaar of anderhalf aanzien". Als daad alle werknemersorganisaties terugtrekken, dan ontvalt de PBO de lans grond. pschiedenis van de publiekrechtelijke Ijfsorganisatie, die in de Wet op de ijfsorganisatie van 1950 vorm heeft ge- begon vorige eeuw. De PBO kan en gezien als het antwoord van de tlijke (katholieke) sociale beweging et socialisme en het liberalisme. Door el van de PBO werd beoogd een einde iken aan het liberale individualisme, as welk iedereen voor zich in staat zijn zijn eigen belangen te dienen, r moest de bedrijfsordening afreke- net de socialistische theorie van de enstrijd, volgens welke werkgevers en tmers eikaars natuurlijke vijanden e zuil 'BO, zoals die uiteindelijk tot stand berustte op uitgangspunten, waarin maatschappelijke zuil zich min of meer vinden. De katholieken vinden hun van de organische maatschappijop en de subsidiariteit (het hogere or- moet aan het lagere orgaan overlaten iat lagere orgaan zelf kan doen) erin de calvinisten de souvereiniteit in eigen kring; de sociaal-democraten decen tralisatie en de liberalen de beperking van de staatstaak. De bedoeling van de ordening was onge wenste overheidsbemoeienis te voorkomen door het instellen van bedrijfsorganen, die in zelfstandigheid regels zouden kunnen vaststellen, die voor alle bedrijfsgenoten bindende kracht zouden bezitten. Het in stellen van zulke organen van publiekrech telijke aard (die, in tegenstelling tot pri- vaatsrechtelijke, een deel van de staatstaak overnemen) heeft voor de Tweede Wereld oorlog geen doorgang gevonden. Dit, on danks krachtige pleidooien en serieuze po gingen van Groen van Prinsterer, dr. A. Kuyper, ds. Sikkel, prof. Slotemaker de Bruine, Smeenk, Diemer, Amelink, prof. Gerbrandy en ds. Talma. De Wet op de Bedrijfsorganisatie kwam in 1950 niet zonder heftige discussie tot stand. Ze werd, na jarenlang schaven en verande ren, aanvaard met 55 stemmen vóór (katho lieken en socialisten) en 35 stemmen tegen. De wet voorzag in de mogelijkheid tot op richting van openbare lichamen van beroep en bedrijf (de schappen): de produktschap- pen, die een bedrijfskolom omvatten, de hoofdbedrijf- en bedrijfschappen, die soort gelijke bedrijven bundelen, met als taak, aldus de wet, „een het belang van het Ne derlandse volk dienende bedrijfs uitoefening door de ondernemingen te be vorderen Als overkoepelend orgaan werd de Sociaal- Economische Raad (SER) in het leven ge roepen met tot taak (onder andere) het toezicht op de bedrijfsorganen en het advi seren van de overheid inzake sociaal-econo mische kwesties. In de SER zitten werkge vers en werknemers, alsmede door de over heid aangewezen deskundigen (Kroonle- den). In de schappen zijn alleen werkne mers en werkgevers vertegenwoordigd. Komen en gaan In de Jaren na 1950 was het een komen en gaan van produkt- en bedrijfschappen. Het debat over het bestaansrecht van de PBO was soms heftig en veelvuldig (waren de pleidooien tot hervorming. In 1966 consta teerde de toenmalige staatssecretaris De Meyer (sociale zaken), dat binnen vijf jaar na de totstandkoming van de wet er 45 bedrijfslichamen toraren opgericht, tegen slechts twaalf in de periode 1955-1966. Van deze 57 lichamen hadden er ongeveer 40 te maken met de agrarische sector. De Meyer bepleitte herbezinning en velen na hem, tot nu toe, deden dat. De SER studeerde en studeert nog steeds. Op de resultaten van de laatste studiecommissie van de SER, ongeveer twee jaar geleden ingesteld, wacht bijvoorbeeld de Voedings bond CNV. Den Hollander: „afhankelijk van de resultaten beslissen we of we al dan niet in de PBO-organen blijven. Op dit moment willen we het werk van de commis sie niet doorkruisen." Wortel Alleen in de agrarische sector schoot de PBO wortel. Bekend zijn: het Landbouw schap, het Bosschap, de produktschappen voor Vee en Vlees, Pluimvee en Eieren, Granen, Zaden en Peulvruchten, aardappe len en zuivel. Handel en industrie waagden zich minder dan mondjesmaat aan het ex periment. Met het uittreden van de Voedingsbonden FNV en de schoten voor de boeg van de Voedingsbond CNV is de klad gekomen in de agrarische schappen. Althans, de hou ding van de bonden toont scherp de tekort komingen van het PBO-wezen. Waaraan zijn de onlustgevoelens te wijten? Aan de wet, de idee daarachter, aan de partijen in de bedrijfsorganen, aan het tijdsgewricht of aan de economische orde, waarin de PBO mogelijk een wat wezensvreemd element is? Gesprekken over deze kwesties zijn ge voerd met Fred Ahlers, bestuurder Voe dingsbond FNV, M. D. den Hollander, voor zitter Voedingsbond CNV en met J. T. Mel- lema, voorzitter van het Produktschap voor Pluimvee en eieren. Aan de wet van 1950 zijn de moeilijkheden binnen de PBO's niet in de eerste plaats te wijten, meent Mellema. Hij noemt de wet deugdelijk, maar voegt eraan toe. „gezien het tijdstip waarop hij tot stand is geko men". Ahlers en Den Hollander vinden de wet te vrijblijvend. Ondernemingen kunnen zich gemakkelijk aan samenwerking bin nen schappen onttrekken, terwijl ook de bevoegdheden van de PBO-organen met dezelfde vrijblijvendheid zijn vastgesteld. De vakbondsbestuurders: „veel belangrijke bevoegdheden, die de PBO-organen zouden kunnen hebben, zijn niet overgenomen, om dat één of beide partijen zich daartegen verzetten of er geen behoefte aan hadden." Harmoniebeginsel Tegen het harmoniebeginsel, dat aan de PBO ten grondslag ligt. kijkt alleen Ahlers wat anders aan dan collega Den Hollander en produktschapvoorzitter Mellema. Ter wijl de laatsten er vierkant vóór of achter kunnen staan, zegt de eerste: „1950 was nog de tijd van de wederopbouw met bijbeho rende mentaliteit van samen de schouders eronder. De vakbeweging dacht met de PBO de medezeggenschap in de bedrijfs takken binnengesleept te hebben. De PBO bleek echter een fopspeen. Geconstateerd moet worden, dat wat goed is voor de onder nemer niet goed heeft te zijn voor de werk nemer. Als er sprake is van economische groei dan heb je er niet zoveel last van, dan gaat alles redelijk. Maar in de periode van teruggang, sinds 1974 vooral, wordt duide lijk dat ondememersbeslissingen nadelig kunnen zijn voor de werknemers. Dan ko men de belangentegenstellingen scherp aan het licht." Waar het de PBO het meest aan schort, aldus de bonden, eensgezind nu weer, is de geringe bereidheid van werkgevers en werk nemers om samen te werken op voor hun wezenlijke punten. En die geringe bereid heid hang nauw samen met de economische orde: de ondernemingsgewijze produktie. Door de geringe bereidheid heeft de PBO zich als samenwerkingsorgaan overleefd. Ahlers: „Spoedig bleek, dat in de PBO- organen alleen zaken aan de orde kwamen die voor de ondernemers van belang waren en dat onderwerpen als het sociale beleid, personeelszaken, investeringen, werkgele genheid niet bespreekbaar waren. Over kwesties als de plaats waar de stempel of sticker op een tros bananen moet worden geplaatst, kan men urenlang vergaderen, maar bij kwesties als herstructureringen geven de ondernemers geen krimp. Zoals bij de bakkers. Die willen ons graag meenemen naar de minister om te pleiten voor een verhoging van de broodprijs, maar als wij dan ook willen praten over het stoppen van de moordende concurrentieslag in die bran che. dan zijn ze niet thuis." zeggenschap ten aanzien van investeringen en sociale aangelegenheden." Alleen in het Landbouwschap en met Bosschap blijft de bond de zetels bezetten. In deze schappen bestaat de bereidheid de bevoegdheden tot dit soort onderwerpen uit te breiden. Dwingend Eigen boezem Den Hollander deelt deze kritiek, maar steekt ook de hand in eigen boezem. „Zijn de bonden niet te weinig actief geweest om volwaardige medespelers te worden in de PBO-organen? Wat heeft ons bijvoorbeeld belet om de CAO-onderhandelingen in de PBO-organen te voeren?" Daarbij komt nog. vervolgt Ahlers, dat dan ook nog zaken aan de orde komen als er een duidelijk ondernemersbelang bestaat. Zo worden ze het over de bananenkwestie uit eindelijk nog wel eens, maar lopen ze met een grote boog om de vraag wie, wat en waar investeert. Deze kwesties raken de vrije ondernemingsgewijze produktie en dat kan niet." Mellema: „De PBO is wegge- groeid van zijn oorspronkelijke bedoelin gen. De discussie is er beperkt tot gelijkge richte belangen van werkgevers, waarbij de belangen van de werknemers niet of onvol doende aan bod komen." Mellema ziet nog meer oorzaken van het tekortschieten van de PBO. Hij noemt de totstandkoming van de Europese Gemeen schap, waardoor beslissingbevoegdheden, zeker op agrarisch terrein, meer en meer verlegd werden van onderneming en be drijfstak naar landelijk of Europees niveau. Verder is er de opkomt van grote en zeer grote ondernemingen, die bepaalde be drijfstakken zijn gaan overheersen. De be hoefte aan samenwerken is bijna steeds het grootst in bedrijfstakken met veel, kleine ondernemeingen. Vandaar ook de opkomst van PBO's in het agrarische bedrijfsleven. De Voedingsbonden FNV, uitgetreden dus, blijven bereid deel te nemen aan de PBO- organan, mits „het dragen van verantwoor delijkheid wordt gehonororeerd door meer De Voedingsbond CNV heeft zijn verlan gens neergelegd in de Nota PBO: heroriën tatie en herinrichting". De bond wil, zoals gezegd, af van vrijblijvendheid ten aanzien van deelname aan en bevoegheden van PBO-organen. Zij wil alles dwingend voor geschreven zien, zodat in de toekomst op gelijke voet met de ondernemers kan wor den onderhandeld over het investeringsbe leid, herstructureringen, marktverdellng. produktievolume, prijzen, arbeidsomstan digheden, werkgelegenheid, scholing, etc. Het maakt noch de Voedingsbonden FNV, noch de Voedingsbond CNV veel uit of de PBO's in stand blijven, of dat er iets anders voor in de plaats komt. De zo gewenste bedrijfstakraad bijvoorbeeld. Den Hollan der: „het kan ons niet schelen hoe het beestje heet, als we maar medezeggenschap hebben in bovengenoemde kwesties." Ah lers lijkt het echter beter de bevoegdheden van de PBO-organen niet uit te breiden. „De PBO is als samenwerkingsorgaan be smet, en dat moet je niet willen verbergen." Zo voelt Ahlers toch meer voor bedrijfstak- raden, privaatrechtelijke organen waarin de overheid geen rol speelt en waarin priva te partijen (werkgevers en werknemers) overeenkomsten met elkaar sluiten. Voorzitter Mellema van het Produktschap voor Pluimvee en eieren heeft de Voedings bonden FNV in het schapswerk niet gemist. Hij zegt: „ik bedoel hiermee te zeggen, dat ik slechts uitvoerder ben van hetgeen de wetgever aan het produktschap aan taken heeft opgedragen. Welnu, die taken blijken ook goed te kunnen worden uitgevoerd zon der Voedingsbonden FNV en in die zin mis ik ze dus niet. Als één partij, de werkne mers, zich niet kunnen vinden in de werk zaamheden van PBO-organen en ze stap pen op. dan is het niet mijn taak om de voorwaarden te scheppen voor hun terug keer, maar die van de politiek." een onzer verslaggevers ITERDAM Het is hoog tijd, dat het Nederlandse bedrijfsleven meer dan tot nog toe in ida zijn voelhorens uitsteekt en daar contacten legt. Dit zei mr. P. W. Jalink, Nederlands assadeur in Canada in een inleiding, uitgesproken tijdens een studiedag over Canada. da. aldus de ambassadeur, is id van de toekomst, waar de de 25 jaar gigantische projec- [len worden uitgevoerd, waar- ientallen miljarden dollars ge- zijn. Volgens mr. Jalink be er ongetwijfeld Nederlandse en die beschikken over de no- trvaring, kennis, technologie en isatievermogen om al dan niet nwerkingsverband met Cana- la's een rol te spelen bij de ig van die projecten. tober van dit jaar zal een delega- in vooraanstaande Nederlandse ilieden naar Canada gaan. Doel onderzoeken van de mogelijk- voor investering en industriële nwerking aldaar. et ogenblik bezet Nederland na renigde Staten en het Verenigd okrijk de derde plaats op de Ijst van buitenlandse investeer- Canada. De waarde van Ne- idse investeringen in Canada ieg in 1975 het meest recente taarover cijfers beschikbaar zijn firm; ering 678 miljoen dollar. De Canadese investeringen in Nederland bedroe gen in dat jaar 72 miljoen dollar. De Nederlandse export naar Canada, zo constateerde ambassadeur Jalink. bedraagt op dit moment nog een half procent van onze totale uitvoer en steeg van 158 miljoen Canadese dol lar in 1975 tot 190 miljoen in 1977. Omgekeerd exporteerde Canada in 1975, 1976 en 1977 voor respectieve lijk 476, 446 en 512 miljoen Canadese dollars naar ons land. De export vanuit Nederland naar Ca nada, aldus de heer Jalink, wordt er de laatste tijd niet gemakkelijker op door een ontwikkeling in nationalisti sche en ten aanzien van bepaalde produkten als schoenen, kaas en wijn zelfs in protectionistische richting. Verder is de omvang van de moeilijk te bewerken Canadese markt beperkt (24 miljoen inwoners) en is de concur rentie van de VS scherp. Ook Japan legt (vooral in het westen van Canada) grote activiteit aan de dag. Ondanks deze handicaps, zo meende de ambassadeur, zijn er toch voldoende doorslaggevende argu menten om meer belangstelling te tonen voor Canada en op onderzoek uit te gaan. eruggang in de economische in grote delen van de wereld echter tot gevolg, dat men op weinig markten juichend op het lands produkt staat te wach- iet is om die reden, dat export nieuwe mogelijkheden op nieu- irkten vaak de nodige moeilijk- i met zich brengt voor de leiding en bedrijf. dit thema bewogen zich de dis- is tijdens de Industriële marke- »an de Nederlandse vereniging Harktonderzoekers. Uit een van (eind 1978) ingesteld onder-, onder voor export verantwoor- e directeuren naar de export- Ujkheden en problemen van idse middelgrote en kleine n, was gebleken, dat negen tien exporterende bedrijven als noodzakelijk ervaren in iche. ond daarvan: de relatief f Nederlandse markt, die te wei- nogelijkheden biedt. Even gen van de tien bedrijven za- lelijke tot (zeer) goede export- JÜjkheden voor hun branche. De ijkste kansen zag men daarbij ogwaardige specialistische pro- °ornaamste problemen voor de terende bedrijven liggen bij de Van onze Haagse redactie DEN HAAG De Hout- en Bouwbonden FNV maken zich ernstig zorgen over de gang van zaken rond de Ne- derhorst Bouwbedrijven. De bonden hebben de indruk dat de overname van die bedrij ven door bouwgigant Ogem „op springen staat." Dit heeft woordvoerder Zoethout gis teren meegedeeld. Een zegsman van Ogem wilde niet meer kwijt dan de opmerking, dat „de besprekingen voortduren en van dag tot dag kun nen veranderen". De bonden ontlenen hun zorg aan een gesprek dat zij deze week hebben gevoerd met de topman van Ogem- bouw, oud-minister Boersma. Welis waar had Boersma geen „harde uit spraken" gedaan over het al dan niet doorgaan van de overname, maar de „toonzetting" van Boersma's verhaal gaf de bonden weinig vertrouwen. De problemen rond de overdracht van de Nederhorst-bedrijven zijn vol gens ingewijden opgelost. De bewind- yl_ A voerders en de vereffenaar van de hoge (loon)kosten en de harde (dure) ".Verenigde Bedrijven Nederhorst had gulden. Verder, zo toonde het onder- den financiële garanties gevraagd ten Op het VAM-verwerkingsbedrijf in Wijster in Drente wordt momenteel een installatie voor het scheiden van huisvuil gebouwd. In deze voor Europa grootste installatie zal per jaar 125.000 ton huisvuil in verschillende bruikbare grondstoffen kunnen worden gescheiden. De foto toont een maquette van de nieuwe installatie. TEHERAN (Reuter) Buitenlandse banken hebben vrijdag van het nieu we bewind in Iran te horen gekregen, dat zij voor al hun transacties met Iraanse banken vergunning nodig hebben van de Iraanse centrale bank, de Bank Markazi. De maatregel geldt voor alle transacties van buitenland se zaken in Iran. Wat dit inhoudt is nog niet duidelijk. Enerzijds wordt de maatregel aange merkt als een herstel van de toezicht houdende functie van de centrale bank van Iran. Anderzijds zou de maatregel de eerste stap kunnen be tekenen naar een volledige blokke ring van tegoeden van buitenlandse banken bij Iraanse banken. CARACAS (Reuter) De ministers van olie van de Organisatie van Olie- Exporterende Landen (OPEC) zullen in maart bijeenkomen, om te praten over de mogelijke gevolgen van de stagnatie van de Iraanse olie-export. Bezien zal worden, welke gevolgen de ontwikkeling in Iran heeft voor de energievoorziening van de wereld. Dit heeft de Venezolaanse minister van energie en mijnbouw Hernandez, gis teren meegedeeld. een onzer verslaggevers ITERDAM Schaalvergroting, vaak noodzakelijk van- o.a. kostenoverwegingen, betekent dat steeds minder ijven zich kunnen beperken tot hun thuismarkt. Export dan een logische strategische beslissing. Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Het publiek heeft het afgelopen jaar weer meer geleend, waarbij steeds meer leningen met een lange looptijd werden afgesloten. De groei van het consumptief krediet was in 1978 echter ongeveer vijftig procent minder dan in 1977, maar het gemiddelde bedrag van de geldleningen nam daarentegen met ruim vijfentwintig procent toe hebben van het aantal gevallen van overkreditering (kredieten die de draagkracht van bepaalde mensen te boven gaan). De Vereniging van Fi nancieringsondernemingen gaat daarnaar een onderzoek instellen, waartoe inmiddels contact is opgeno men met de volkskredietbanken. Deze ontwikkeling blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Sta tistiek. die gisteren in Amsterdam tijdens de persconferentie van de Vereniging van Financieringsonder nemingen in Nederland werden be- 0lld6rZO6k kendgemaakt. doorlopende kredieten en 221.800 fi nancieringskredieten lopen. Daar naast stonden nog eens 210.600 sala risrekeningen in het rood. zoek aan, moeten een tekort aan lei dinggevende capaciteit en een gebrek aan marktkennis tot de grote proble men worden gerekend. Exportfinan cieringsproblemen, geringe nationale samenwerking op het gebied van de export en het elkaar daardoor becon curreren op de buitenlandse mark ten, onvoldoende steun van de Neder landse overheid en het doolhof van exportbevorderende instanties wer den eveneens genoemd als moeilijk heden, waarmee men te kampen heeft. behoeve van de aandeelhouders en de schuldeisers. In de onderhandelingen met Ogem en de overheid, die tientallen miljoenen in het samengaan van de bouwonder nemingen zal steken, is over die ga ranties een akkoord bereikt. Nu zijn er nog problemen rond de vermogens positie van de nieuw te vormen on derneming Ogem-Nederhorst-Bouw. Banken, waarmee thans besprekin gen gaande zijn. vragen zich af, of de vermogenspositie voldoende veilig is om leningen te verstrekken. ADVERTENTIE Er werd in 1978 voor 9,0 miljard gul den krediet aan particulieren ver leend. tegen 7.8 miljard gulden in 1977. Hoewel dus voor 1,2 miljard gulden meer krediet werd gegeven, was de procentuele groei aanmerke lijk lager dan in 1977, namelijk 16 tegen 31 procent. Het uitstaande kre diet per hoofd van de bevolking steeg echter met 25 procent tot 813 (was 650 gulden. Opvallend daarin was de groei van het doorlopend krediet, waardoor het aandeel van deze kredietvorm in het totaal steeg van 29 tot 33 procent. Deze stijging werd vooral veroor zaakt doordat ook de spaarbanken en de financieringsmaatschappijen deze kredieten ging verstrekken. De spaar banken zagen dat „beloond" met een groei van 88 procent; de financie ringsmaatschappijen met een voor uitgang van 106 procent!! Volgens de Vereniging van Financie ringsondernemingen rijst het, wat de kredieten betreft, in Nederland nog niet „de pot" uit. Daarbij wordt gewe zen op West-Dultsland. waar het con sumptief krediet per hoofd 1.661 be draagt en op de Verenigde Staten met 2.260 per hoofd van de bevolking. De financieringsondernemingen zeg gen geen concreet cijfermateriaal te Hierbij staan twee vragen centraal, namelijk; is de situatie zo ernstig als die lijkt en zo ja. zijn de kredietinstel lingen daaraan dan schuldig? Intussen was vorig jaar bijna 14 mil joen aan vorderingen oninbaar. Een op drie Wanneer wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van dubbele ver plichtingen kan worden gesteld, dat zeker één op de drie gezinnen of al leenstaanden tegenwoordig geld leent. Eind 1978 telde ons land 3 761.000 gezinnen en ongeveer 900.000 alleen staanden. Deze mensen hadden geza menlijk 850.300 geldleningen. 568 100 Van een onxer verslaggevers AMERSFOORT De diepvrteskis- ten en -kastenfabriek Van Swaay In Amersfoort (een werkmaatschappij van Internatio-mülller) gaat de pro duktie stoppen. Alleen de service afdeling blijft bestaan. Dat betekent dat er voor 160 van de 200 werkne mers geen werk meer zal zijn. Volgens districtbestnnrder J. Polak van de Industriebond NVV staan die mensen nog niet meteen op straat, omdat het bedrijf pas over een paar maanden sluit. In die tijd wordt ge tracht voor zoveel mogelijk mensen elders emplooi te krijgen. Er is intus sen een sociaal plan opgesteld. Bij Van Swaay Amersfoort de enige overgebleven fabrikant van diepvrieskisten en -kasten in de Be nelux werd begin vorig jaar al een reorganisatie doorgevoerd. Hierbij werd de vestiging in Emmeloord ge sloten, waardoor 110 mensen moes ten afvloeien. Volgens Internatio-Müller is inmid dels gebleken, dat de mogelijkheden aanzienlijk minder zijn dan destijds werd verwacht. Bovendien is de con currentie toegenomen. Volgens de vakbonden verliest het bedrijf op het ogenblik driekwart miljoen gulden per maand. ABN: Verwacht ook in 1979 be vredigende resultaten. Dit mede door de voortdurend stijgende kre dietportefeuille in binnen- en bui tenland. De ABN meldt dit in het prospectus van de 250 miljoen lening. BOG (Beleggingsmaatschappij on roerend goed) wil 11 (10) uitkeren. Als interim was al 4,20 (4) betaald. De exploitatiewinst bedroeg 9,9 (7,7). Daar is echter een boekwinst van 6,4 miljoen op verkochte objec ten niet bij inbegrepen. NAARDEN: Naarden internatio nal zal de publikatle van het eind 1978 aangekondigde voorstel tot ver dere structurele maatregelen ter ver betering van het rendement met veertien dagen uistellen tot 15 maart. De vakorganisaties en de on dernemingsraden zijn over dit uit stel ingelicht. NOVE: de rechtbank heeft aan de Noordelijke industrie voor Vezelver werking NOVE Board in Hoogezand- Sappemeer gisteren uitstel van beta ling verleend. Het gaat om enkele miljoenen guldens schuld. De recht bank heeft mr J. J. van der Minne van een advocatenkantoor in Gro ningen tot bewindvoerder benoemd. Het uistel van betaling werd ver leend in verband met een uitspraak over een garantie ten aanzien van boedelkrediet, die het ministerie van Economische Zaken nog moet doen. Van dor Minne zal woensdag in Den Haag met het ministerie in overleg treden over het boedelkrediet voor Nove. Op de hardboard-afdeling staan negentig arbeidsplaatsen op de tocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 27