Radicalen maken het Bazargan moeilijk homeini bouwt een huis onder fundament fERDAG 17 FEBRUARI 1979 TROUWKWARTET15 min van de Morele Herbewape ning maar gaven zich over aan hun geestelijke beschouwin gen, die zoveel dieper waren. Voosheid In dezelfde tijd leefde in Iran een schrijver. Hedayat. Zijn „Blinde Uil" maakte destijds ook in Nederland grote opgang. Hedayat zocht, evenals de sjah en nu Khomeini, een uitweg voor Iran. Hij begon met een analyse bij de kleine man, de middenstand en bij de hoge klasse, waaruit hij zelf voort kwam en bij zichzelf. Maar hij vond slechts voosheid. Een le ven dat geen leven was, sleur, verachtelijkheid, walging. In die geest verstond hij ook Kaf ka. Veroordeeld, onontkoom baar ertoe veroordeeld een vop te zijn. Geen uitkomst in Euro pa, geen uitkomst in Rusland. Ook daar vond hij slechts voos heid. Uiteindelijk trok hij c£e consequentie en maakte eep einde aan zijn leven, daarbij een klein deurtje open latend, dat de dood misschien verlos sing brengt. Een huis zonder fundament moet wel ineenstorten. Je weet het. maar Je kunt er toch diep verdrietig over zijn. Professor, dr. Hanna Kohl- brugge is hoogleraar in de Iraanse taal en letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. c, >r prof. Hanna Kohlbrugge itseling is er in de in- bai nationale woorden- i lat een nieuwe term jedoken: ayatollah. Ie ft de opkomst van de ;fjèj anse leider ayatollah -rkpt omeini heeft dit ord een magische be- c,ictenis gekregen. Letter- m betekent ayatollah ken" of „wonder van ah". Maar het is tege- ondwat ontnuchterend umijconstateren dat deze m in Iran tot dusver a geringe rol heeft ge beld dat deze in de leste woordenboeken fs niet voorkomt. itollah is een titel waarmee rdt aangegeven dat een sji'i- ii.vlhe rechtsgeleerde zijn op ing heeft genoten in de se stad Nedjef. In Iran in tenminste 200 ayatollahs, ze die titel hebben, bete- overigens niet dat ze de )gste graad in de sji'itische htsgeleerdheid hebben be lt. Wie zover komt, is Modj- ed. Die titel is niet afhanke- van de plaats waar zo le nd zijn opleiding heeft vo wd is de taak van de Modjta- Is te bepalen wat volgens de Isdienst recht is. Dit recht dt bepaald op grond van de ran en de overlevering: uit- aken en levensgewoonten de Profeet en de Imams nede de op grond van juri- che redeneringen bereikte lerlinge overeenstemming de Modjtaheds. De Modj- eds zijn in feite de religieuze Iers omdat hun interpreta- van het recht bepalend is de gedragingen van de ge- ;n b|ente. arni Z^ntrum van deze religieuze leiders jmt een centrale plaats in, a" hij zich als vanzelf verwerft ar zijn faam als rechtsgeleer- Zo iemand wordt dan alge- en als hoogste autoriteit er- Ede^d. Hij hoeft zijn opleiding helemaal niet in het Iraak- Nedjef te hebben gehad, ~^ar kan net zo goed in de 5 heilige stad Qom heb- gestudeerd. ijef is het belangrijkste reli- uze centrum van de sjl'ie- Daar ligt het graf van All, eerste Imam, de eerste ken- van de eigenlijke verborgen ekenis van de Koran, de eer- bezitter van het goddelijke ht van Mohammed, waar- or hij de gemeente niet al- n uiterlijke leiding gaf - zo de kalief - maar ook geeste- :e. Dat licht werd in het ge- cht van de profeet telkens één persoon overgedragen aan de laatste, de twaalfde lam. Deze laatste Imam ging. ar de wil van Allah, de ver- rgenheid in om onzichtbaar de gemeente aanwezig en rkzaam te zijn. De twaalfde lam komt terug als op aarde t rijk van de gerechtigheid is ngebroken en iedereen er- nt dat de Islam de enige re religie is. andhervorming de gezaghebbende literatuur het islamitische recht mt men de naam van Kho- tini nergens tegen. Hij heeft n positie dan ook niet te dan- aan zijn geleerdheid maar n zijn houding tegenover de idhervormingen van de sjah. «1 sji'itische geestelijken en totsgeleerden waren eige- ar van vele dorpen. Zij waren ongerust over hun bezit en moesten vrezen bij onteigening maar weinig geld te ontvangen, omdat de schadeloosstelling werd berekend op basis van de voor de belasting opgegeven waarde van het land. En die waarde hadden ze juist laag gehouden om zo min mogelijk belasting te hoeven betalen. Nu verhief Khomeini zijn stem niet voor het volk maar tegen de hervormingen, omdat ze niet in overeenstemming zou den zijn met het islamitische recht. Daarmee kreeg hij on middellijk de steun van de Modjtaheds en de grootgrond bezitters. Twee machten vere nigden zich: het grootgrondbe zit en de religieuze leiding. Daarbij voegden zich ook an dere ontevreden elementen. Toen Khomeini zag dat hij suc ces had. kwam hij met de stel ling dat de regering van de sjah onwettig was. Daarmee werd hij tot het centrum van verzet. Niet voor niets komt de term ayatollah nu meer en meer naar voren. Khomeini moet het hebben van zijn magische titel, die hem ook in het Westen de naam bezorgd heeft een „cha rismatisch leider" te zijn, een „wonder van Allah" in een land dat bedreigd wordt door crises van binnenuit en buitenaf. De Joden verlaten Iran mo menteel in grote aantallen, om dat ze weten wat hun te wach ten staat onder een sji'itisch regiem. In de geschiedenis van Iran hebben ayatollahs en hun helpers al vaker Jodenvervol gingen op touw gezet. Aanhan gers van Khomeini hebben al gezegd dat de minderheden in het land het goed zullen heb ben „mits zij zich inzetten voor de islamitische republiek". En dat is nu juist een praktische onmogelijkheid, omdat ze geen moslem zijn. Joden, christe nen, Zoroastriërs en Baha'is zien de toekomst dan ook met angst tegemoet en proberen het land te verlaten, voorzover mogelijk. Onvrede Iran is een monarchie - de sjah is nog niet afgezet - met een sji'itische staatsgodsdienst. Men zou kunnen denken dat de moslem leiders hiermede te vreden zijn en meewerken aan de opbouw van het land. Niets is echter minder waar. Onvrede met betrekking tot de gang van zaken in de wereld en de eigen politieke positie behoort tot het wezen van de sji'itische re ligie. Imams zijn in feite steeds geestelijke leiders geweest en geen politieke, zoals de kalie fen. Die geestelijke leiding is een verborgen leiding en daar om hoefden de imams geen aanspraak te maken op een po litieke functie. Daar staat ech ter tegenover dat All, de eerste Imam en schoonzoon van Mo hammed, wel kalief was. Zijn zoon Hoessein kwam zelfs met het zwaard voor de rechten op het kalifaat op. Dit houdt in dat het geen afbreuk doet aan de positie van een Imam als deze geweld gebruikt tegen zijn moslem-broeders Pas later hebben de Imams zich uit de politiek terugge trokken om zich te concentre ren op hun geestelijke arbeid. Ze werden een theocratische macht die zich verzette tegen elke wereldlijke, zelfs ook soen nitische staatsvorm. Sedert de dood van Hoessein, de klein zoon van de profeet (681), heeft de sji'a een vijandige subver sieve houding aangenomen. Al tijd werd zij gesteund door ont evredenen van allerlei kleur. Zo kwam de eerste Kallefendynas tie in 750 ten val door sji'itische subversieve activiteiten. De volgende kaliefen hebben de sji'iten daarom ook altijd ver volgd uit vrees voor nieuwe on dermijning. Juist in Iran is de sji'a goed aangeslagen, omdat dit land overspoeld werd door Arabie ren en onder dwang geïslami seerd werd. waarbij zijn identi teit verloren ging. Iran was daarmee een vruchtbare bo dem voor opstanden. In het be gin van de zestiende eeuw werd Iran door Turkse sji'itische stammen overspoeld die lang zamerhand de overhand kre gen en met bloedbaden en fol teringen de soennitische Islam, die tot dan toe overheerst had, de kop indrukten. De sji'a werd tot staatsgodsdienst verheven. De Turkse Sji'a was nogal sec- tarisch, maar van deze vorm heeft men zich geleidelijk we ten los te maken in Iran, wat vooral te danken is aan het werk van scherpzinnige Modj taheds en filosofen. De proble men die opgelost moesten wor den, waren ook niet gering. Wanneer verlaat een Modjta- hed het pad van de innerlijk heid (esoterisme) en vernedert hij zich tot de status van een soennitische rechtsgeleerde die gebonden is aan het overgele verde recht (exoterisme)? Wat is de verhouding tussen de ver borgen Imam en de Modjta heds? Dergelijke vragen hou den de sji'itische gemeenschap bezig. Een Modjtahed kan uit gestoten worden, maar hij kan zich ook in de eenzaamheid te rugtrekken als teken van de ongelovigheid in zijn omge ving. In die teruggetrokken heid kan hij dan soms weer enorme Invloed uitoefenen. Hij kan zich openlijk of tersluiks in regeringszaken mengen. Daar bij is dan telkens weer van be lang of hij instemming krijgt van zijn mede-Modjtaheds en of hij de eerste viool kan spelen. Verzet De geschiedenis van Iran zit vol voorbeelden van subversief sji'itisch verzet. Ook sji'itische vorsten deden vaak dingen die niet goed waren. Daartegen werd dan evenzeer protest aan getekend. Zulke protesten zou den opbouwend kunnen zijn wanneer er enige positieve kracht achter zou zitten. Maar het fundament van dit protest is scherp geformuleerd door Corbln: „De viering van het drama van Kerbela (waar Mo- hammeds kleinzoon Hoessein werd vermoord) aan het begin van het liturgisch Jaar, bete kent een voortdurend protest tegen de wereld en haar orde ningen". Dit steeds voortdurende pro test vindt zijn oorsprong in de leer van de imams en hun god delijke functie. Zij vervullen namelijk het werk van de Heili ge Geest in de kerk. Men con stateerde de geestdodende ge volgen van het hechten aan de letter van de Koran en de tradi tie bij de soennieten en zocht daardoor zijn heil in een princi pe, dat nog veel heillozer zou blijken te zijn. De twaalf imams leggen de in nerlijke betekenis van de Ko ran uit, omdat zij deel hebben aan het licht van Mohammed. Zij vormen zelf in zekere zin de interpretatie van de betekenis van de Koran. Door hen leidt Allah de gemeente, want het behoort tot Allahs gerechtig heid dat zijn gemeente nooit zonder leiding zal zijn. Deze imams zijn onfeilbaar en zon deloos. Laatste Imam De laatste, de twaalfde Imam, de Mahdi, is verborgen aanwe zig. Hij werkt in de harten van de gelovigen tot hij terugkomt en de wereld met zijn gerech tigheid vervult. Tot zijn weder komst wordt hij bijgestaan door degenen die hem liefheb ben en daarom „vrienden van bouwt een huls zonder funda ment, net zoals de sjah dat heeft gedaan. De sjah besefte dat een hogere levensstandaard een noodza kelijke voorwaarde voor de op bouw van het land was. Hij zette zijn zinnen op welvaart voor een volk dat graag aan de opbouw van Iran zou meewer ken. Ook hij besefte echter wel dat materiële welvaart alleen onvoldoende zou zijn. Hij koos echter de uiterst merkwaardige weg van de Morele Herbewape ning, van Caux. Telkens weer zocht hij contact met de leiders van deze beweging. In 1949 be legde hij een grote conferentie van vooraanstaande Iraanse persoonlijkheden, van mensen uit de Morele Herbewapening en van zendelingen. Hij legde dit gezelschap openlijk de vraag voor of een vernieuwing van Iran op basis van een Mo rele Herbewapening mogelijk was. Daarop kreeg hij een een stemmig „Ja" - ook van de zen delingen die wisten dat zij ge zonden waren met een andere boodschap. ZIJ verloochenden hun Heer en bedrogen de sjah. Ook de grootgrondbezitters klapten in hun handen voor de Morele Herbewapening, maar ondertussen taxeerden ze de waarde van hun grond te laag voor de belastingen en mokten ze toen ze later hun schadeloos stelling in handen kregen. De Modjtaheds droomden al even Allah" zijn. Zulke vrienden van Allah zijn er altijd, maar ze zijn onbekend en worden niet met name genoemd. Niemand kan echter voorkomen dat men in een „wonder van Allah", een ayatollah, zo'n vriend van Al lah gaat zien. Het is volstrekt niet nodig dat zo'n vriend van Allah een geestelijke is. Eigenlijk mag een „vriend van Allah" niet openlijk als zoda nig worden genoemd, omdat daarmee zijn innerlijkheid ver loren gaat. De twaalfde Imam moest immers verdwijnen, op dat het geestelijke niets licha melijks meer zou hebben, waardoor hij zijn geestelijke functies volledig zou kunnen uitoefenen. Zo heerst er een wezen dat leeft en werkt in de harten van enke lingen die het innerlijk geheim bewaren. Zij weten van de on volmaaktheid van het zichtba re en leven vanuit een innerlijk protest tegen elke orde. Dat protest richt zich tegen ieder een die niet vervuld is van die innerlijkheid en blijkt daarom altijd weer een protest van ie dereen tegen ledereen. Wie zal in de ander de innerlijke mens zien? Maar tegelijkertijd hóef je die innerlijke mens in de ander ook niet te zien, want hij is onzichtbaar. Daardoor blijft niets over dan het protest, pro test vanuit de eigen leegte, vanuit een reikhalzend uitzien naar de terugkeer van de laat ste Imam, die de leegte zal vullen. Tot de terugkeer van de laatste Imam vinden zij elkaar in pro test, verdriet om verloren iden titeit, om verloren grondbezit. Het is verdriet om grote en kleine dingen dat Je niet hoeft uit te spreken, maar dat je kunt afreageren in de gezamen lijke kreet; „Hoessein ligt dood. Hoessein ligt dood in de woestijn". Heilige oorlog Khomeini kan oproepen tot een heilige oorlog. Hij kan de massa's opzwepen tot bezeten heid van demonstratie naar de monstratie. Hij kan echter de innerlijke ellende niet wegne men en daarom zal het innerlij ke protest tegen alles en ieder een zich uiteindelijk ook tegen hemzelf keren. Khomeini EHERAN (Reuter, UPI) Radi- alen in Iran beginnen zich af te eren van de nieuwe islamitische iding, en zij zullen wellicht probe- en te verhinderen dat de econo- I aie en de olie-industrie op ang komt voor zij hun doelen heb- en bereikt, zo verwachten politie- e kringen in Teheran. ok al werd in december de uitvoer van olie Staakt, toch exporteerde Iran in 1978 voor hoger bedrag dan het Jaar ervoor (onge- *r 45 miljard gulden). Maar dat was dan H te danken aan de prijsverhoging van de k met vijf procent. I in oktober begonnen de verdiensten uit 78 olie-industrie terug te lopen als gevolg |p> incidentele stakingen. Eind december q l*am de export geheel tot staan. Voor de pns van premier Bazargan kan het beslis- gm zijn of hij erin slaagt de olieprodukUe weer geheel op gang te brengen. Nor maal produceert Iran in de winter ruim negenhonderd miljoen liter (5.9 miljoen „barrels" of vaten) per dag. Nu wordt er amper 700.000 vaten opgepompt. Al voor hij maandag officieel zijn ambt als premier aanvaardde, zei Bazargan dat alle stakers gelijktijdig het werk zouden hervat ten. Dat sloeg niet alleen op de olie-indu strie. maar ook op de spoorwegen, de minis teries. de luchtvaartmaatschappij, de fa brieken, de scheepvaart en de bazar. Maar in de loop van de week bleek dat duizenden mensen deze oproep naast zich neerlegden. Ook aan verzoeken en later opdrachten om de wapens in te leveren werd slechts ten dele gehoor gegeven. Toen vorige week vrijdag de strijd losbarstte tussen de keizer lijke garde van de sjah en rebellerende luchtmachtmilitairen, verschenen er opeens overal wapens op straat. Binnen enkele minuten doken de wapenarsenalen op die de aanhangers van de 78-jarige aya tollah Khomeini en guerrilla-organisaties erop na hielden. Burgers konden de wapens krijgen op een basis van de luchtmacht. In verscheidene delen van Teheran kon ieder een die een beetje met wapens overweg kon er één krijgen. Dat was nog maar het begin. Naarmate de strijd vorderde, werden steeds meer wapens buitgemaakt. Na 48 uur waren enkele kazer nes en wapenopslagplaatsen in handen ge vallen van de rebellen. Achter de wegver sperringen van zandzakken, waar zelfs oude vrouwen meehielpen bommen te maken, kon iedereen in vijf minuten leren hoe hij moest omgaan met de veroverde wapens. In die paar dagen sUerven meer dan dui zend mensen en een veelvoud daarvan werd gewond. Het gemis van goed georganiseer de veiligheidstroepen en de aanwezigheid van een grote voorraad wapens onder de burgers scheppen nu een explosieve situ atie. Premier Bazargan staat voor een moeilijke keus. Om een mogelijke tegenaanval van de aanhangers van de sjah te kunnen afslaan, moet hij kunnen rekenen op de steun van een burgerleger. Maar om een kettingreac tie te voorkomen, dient hij diezelfde men sen te ontwapenen. Hoeveel wapens er nog in omloop zijn is onmogelijk te schatten, ook al zijn er dui zenden geweren, pantservoertuigen, machi negeweren en zelfs tanks weer veilig opge slagen in en bij de moskeeën. Op het terrein van de universiteit van Tehe ran omgetoverd in een soort fort hou den fanatieke studentenleiders hun gehoor voor dat ze hun wapens pas moeten inleve ren als de hele revolutie voorbij is en er geen kans meer is op „een imperialistische machtsgreep." Veel jongeren voelen er in derdaad niets voor het wapen in te leveren waarvoor zij hun leven hebben geriskeerd. En de goed opgeleide Iraanse guerrillabe wegingen. de marxistische fedayeen en de islamitische Joejahiddin, hebben de afgelo pen dagen zoveel wapens kunnen buitma ken, dat zij de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien. Dat zij hun oorlogsbuit af staan. is wel heel onwaarschijnlijk. Al deze schietgrage lieden kunnen de toekomst van Khomeini's islamitische republiek bepalen. Maar ook als Bazargan de wapenkwes(le oplost, blijven er de economische proble men. Van de deviezenreserve van 25 miljard gulden die Iran tot voor kort had. schijht nog maar verontrustend weinig over te zijn. Aan de lopende band gaan er particuliere bedrijven failliet en in de eens zo bloelende bankwereld zijn faillissementen slechts voorkomen doordat de centrale bank de zwakke broeders tot dusver op de been heeft gehouden. Onduidelijk is nog of de islamitische repu bliek die de ayatollah nastreeft het huidlté economische systeem zal laten zoals het p. De meeste medewerkers van Khomeini voorspellen van niet. Aan Bazargan vaak geprezen als de „politieke moellah zonder tulband" vanwege zijn nauwe samenwer king met de geestelijken dan de ondank bare taak een compromis te vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15