Nieuwe eenvoud bij Wagenaar en Zender Bernlefs 'Nachtrit': boeiend Proloog cornbfn@@i disco en vrouwen Sublieme vertolking van Kodaly-liederen Leo Brouwer eet virtuoos gitarist Residentie Orkest in Sweelinckzaal Menselijke 'tragedie' in taxiwereld Twee schilderijen beschadigd in Louvre-museum Nederlands Kamerorkest North Sea Ferries zet u't hoogst in Engeland af... ...En doeternu ook compleet verzorgde autoreizen bij. Incl. hotels. Naar Schotland,Noord Engeland, Wales en Ierland. MAANDAG 12 FEBRUARI 1979 KUNST TROUW/KWARTET door R. N. Degens DEN HAAG Ondanks doorlopende concertzaal-el lende gaat het Residentie Orkest onverstoord verder met het opzetten en uitvoe ren van interessante en veel eisende programma's. De gerestaureerde Nieuwe Kerk aan het Spui leek enkele Jaren gele den een kleine uitwijkmogelijkheid voor het zalenprobleem te bieden. Maar, afgezien nog van akoestische moeilijkheden is ook deze ruimte onbespeelbaar gebleken door een volstrekt buitenmuzikale omstan digheid: musici en publiek zaten er voortdurend op de tocht. Sinds 1976 heeft men voor veel geld een half dozijn vermoedelijke oor zaken voor deze tocht opgespoord en weggenomen, met als enig resul taat dat het nog steeds onhoudbaar tocht; behalve met mooi rustig weer. En dat is het zelden. Terecht weigerde het orkest zichzelf ziek te spelen, zodat al diverse concerten van de „Nieuwe Kerk-serie" in an dere, ook niet ideale, ruimten wer den gegeven. Voor het vijfde concert, vrijdag avond, was men uitgeweken naar de Sweelinckzaal van het Congresge bouw. Waardoor, wegens het kleine podium, het programma gewijzigd moest worden, gelukkig met hand having van de twee interessantste onderdelen daarvan: „Liederen voor metalen blaasinstrumenten, piano's en contrabas" van Diderik Wagenaar, en „Muji no kyo" van Hans Zender. Stukken die beide voorbeeldig kunnen worden ge noemd voor de goede programma- keus van het Residentie Orkest op het gebied van de nieuwe muziek. Eenvoudig Diderik Wagenaar (geb. 1946) heeft zijn „Liederen" gebaseerd op „een aaneenschakeling van geblazen en gehamerde melodieën" die door een sterk geprofileerde ritmiek, boeien de tempocontrasten, bijna onveran derlijke dynamiek en een heldere, „harde" Instrumentatie, een nauwe lijks verslappende luisterspanning teweegbrengen. Ook in de passages waar twee diri genten nodig zijn om de spelers veilig door de moeilijkheden van gelijktijdig gebruikte tempover schillen te loodsen, blijft deze mu ziek „eenvoudig" klinken. Een een voud die sinds enkele jaren (wel licht als reactie op de voorafgaande gecompliceerdheid) door jonge componisten als kenmerk van het ware lijkt te worden beschouwd. Geraffineerd Eenvoud typeert ook het van 1975 daterende „Muji no kyo" van de Duitse dirigent-componist Hans Zender (geb. 1936) die deze avond het concert leidde, met assistentie van Lex Veelo in het stuk van Wage naar. Maar het is een zeer geraffi neerde eenvoud in Zender's muziek, die op teksten van een viertal oude Japanse gedichten is gecompo neerd. Hij noemt het oefeningen in een voud, maar er ligt wel een uitge kiende structuur aan ten grondslag, en de vaak verrassend „estheti sche" werking van de magnifiek geïnstrumenteerde „eenstemmig heid" wijst eerder op een schijn- eenvoud. De bezetting kan voor elke uitvoering anders zijn, behalve het vaste trio van fluit, viool en Hans Zender schijn-een- voud piano (deze avond: Jolle de Wit, Jaring Walta en Maarten Bon). De teksten werden uitstekend ge daan (gezongen is niet het goede woord) door de bariton Michael Rippon. Opmerkelijk was ook het (bij uitzondering) effectieve gebruik van verspreide opstelling in de zaal van het (kleine) orkest. Naar mijn smaak was dit werk (vooral ook door de uitvoering) het hoogtepunt van dit programma, dat wat overbodig werd besloten met de Symfonie in Bes (KV 319) van Mo zart, en waarin nog een weinig sub tiele uitvoering van de „Symfonie" opus 21 uit 1928 van Anton Webem werd gegeven. In het kader van de vooruitstrevende programmering door het Residentie Orkest zou een herhaling van de composities van Wagenaar en Zender meer op zijn "laats zijn geweest. door André Rutten AMSTERDAM De slag vaardige humor, waaraan vroeger de Amsterdamse tramconducteur een natio nale (aam ontleende, blijkt voort te bloeien bij de Am sterdamse taxi-chauffeur. Een mooie bloemlezing daarvan geeft J. Bernlef in zijn nieuwe stuk „Nachtrit", dat overigens niet alleen daarom een aantrekkelijk stuk blijkt te zijn, dat, ge zien de première van zater dag jl. in de Brakke Grond, onder regie van Christiaan Nortler ook een aantrekke lijke voorstelling heeft ge kregen. Die humor brengt J. Bernlef voor een groot deel in zijn stuk ln via het nachtelijk mobilofoonverkeer, dat in de voorstelling doorlopend te ho ren is. Het is niet zo maar een grap pige begeleiding. Het vertegenwoor digt de eigen wereld van het nachte lijk taxi-wezen, het geeft de verhou dingen daarbinnen aan, de eigen ordening, de eigen wetten en de eigen handhaving daarvan, met zo nu en dan even op de achtergrond een soort hogere gerechtigheid ln de manier waarop soms over de politie gepraat wordt. Een wereldje met een eigen kleur en mentaliteit, maar wel een van gewone herkenbare mensen. Zoals bij het toneel gebruikelijk worden een paar van hen er uit naar voren gehaald. Geen helden, alle daagse mensen, die er zich door heen slaan. Een beetje bang soms, met kleine twijfels, een enkele met een dosis overmoed. En daarmee komt de „tragedie" aan Een passa gier heeft de eigen ordening van dat wereldje verstoord. Er wordt fors Jessamin Starcke als de pas sagier, Huib Broos als chauffeur Cor in Bernlefs „Nachtrit". ingegrepen. Dan valt de handeling stil. Het mobilofoonverkeer houdt to taal op. De vier mensen, die naar voren zijn gehaald, wachten in angst en vreze af wat er zal gebeu ren. Zij zijn, van de buitenwereld afgesloten omdat de mobilofoon zwijgt, op elkaar aangewezen, en op zichzelf. Het brengt hen tot het pra tend nadenken over elkaar en over zichzelf. Niet allevier tegelijk, maar in een logisch verloop worden er telkens twee met elkaar geconfron teerd. Hun eigen manier van leven, hun verdriet, hun teleurstellingen, hun hoop en verwachtingen komen te voorschijn. Dót bewerkstelligt, op een verras send eenvoudige, rake manier, de tragedie, die zij beleven. In de ont knoping blijkt die geen tragedie te zijn, maar ze heeft wel degelijk als zodanig gewerkt, zowel voor de mensen die er in zaten als voor die er naar keken. Het is wel een kleine, maar felle botsing geweest tussen twee wereldjes, die alle twee in onze samenleving thuis horen. Het is, in een treffende vormgeving van Siet Zuyderland, een zeer leven de voorstelling geworden, waarin de twee chauffeurs Cor van Rijn en Huib Broos en de twee telefonis tes Marja Habraken en Linda van Dyck genuanceerd uitgetekende, menselijke zeer herkenbare karak ters worden en de passagier René Jessamin Starcke een intrigerend buitenbeentje. Een heel geslaagde ad-hoc-produktie van de Theateru nie. De voorstelling blijft tot en met 24 februari in de Brakke Grond, reist daarna door het land. door Dirkje Houtman UTRECHT Disco en vrou wen liggen goed in de markt. „De misvorming van Molly", het nieuwste vrouwenstuk van Proloog is uit deze twee elementen opgebouwd. Pro loog gebruikt het muziekge- weld echter niet om werken de jongeren en scholieren onder te dompelen in verge telheid, maar om deze groep bewust te maken van de on vrijheid van vrouwen. Sa men met de popgroep Spiri tus heeft Proloog een pop show gecreëerd, die is opge bouwd uit zes fasen met lied jes op muziek, die regelrecht uit discoland geïmporteerd lijkt. De popshow vertelt het verhaal van het meisje Molly vanaf haar jeugd tot het tijdstip dat ze een kassa rinkelend verkoopobject is gewor den. We zien Molly met haar eerste vriendje, als caissière in de super markt waar ze werkt om onafhanke lijk te kunnen zijn en als ontdek king van twee heren die van haar een barbiepop maken onder het motto „een vifouw moet decoratief, steriel en een luxeobject" zijn. Ui terlijk gezien/maakt Molly een ont wikkeling dopr; innerlijk niet. Van af het begin wordt ze geïntrodu ceerd als e?n zelfbewuste flinke meid. Ze weet wat ze wil en onder kent het manipuleren van moeder, chef en vriendjes. Niettemin laat ze zich verleidéji door een gisse recla mejongen die geld in haar ziet. Aan vankelijk nog wat tegenstribbelend en uitgerust met ongerijmde woede- uitvallen, verwordt ze tot een beeld schone „glittergirl". Op het mo ment van haar internationale door braak laat ze het afweten. Ontdaan van alle glitter vertelt Molly het publiek tenslotte dat ze de baas is over haarJtigen leven. Vrouwen voe ren strijd om over zichzelf te kun nen beslissen, zo luidt haar oproep tot solidariteit. De boodschap wordt achteraf vertelt en dat is een Molly (Mia Bundervoet) in haar glitterperiode. zwakke>schakel in het geheel. De drijfveren van de zelfbewuste Molly om in en later weer uit de plastic reclamewereld te stappen zijn niet verweven in de dramatische struc tuur. Ze maakt nauwelijks een ka rakterontwikkeling door. Zelfs in haar rol van barbiepop blijft ze zich bewust van haar minderwaardige positie als vrouw. Die dubbelzinnig heid speelt Mia Bundervoet uitste kend. Jammer dat Proloog voor de speelstijl weer het aloude en zo langzamerhand uitgewerkte l dé voor de dag heeft gehaald boosdoener (chef van de si markt, de reclamejongens, de i der) als karikatuur en degenen j het kwaad ondergaan (Mollj haar vriendin Mick) zo natuu mogelijk uitgebeeld. NiettemiJ het best een leuke show voor 1 ners, die op school zitten of al ken. Harde muziek doet het goe die regionen en de boodschap g i er en passant in. door Jac. Kort AMSTERDAM Al heel spoedig nadat Hongarije zich na de Eerste Wereldoor log uit de beknelling van de dubbelmonarchie met Oos tenrijk had los gemaakt, bracht dit land twee compo nisten voort, die enerzijds sterk nationaal getinte mu ziek schreven, maar daar door tevens de Hongaarse muziek op internationaal ni veau plaatsten: Béla Bartók en Zolt&n Kod£ly. Er is dit seizoen in de Kleine Zaal een serie van drie concerten gege ven, waarvan ik jl. vrijdagavond het laatste bijwoonde. Het programma werd geopend met vier klaagzangen opus 9a en drie werkjes uit „Micro kosmos" voor piano van Bartók, gespeeld door Theo Bruins. De sop raan Anne Haenen zong twee Slo waakse volksliederen en vijf liede ren opus 15, aan de piano begeleid door Gérard van Blerk, van dezelf de componist. Tijdens het gedeelte na de pauze voerde hetzelfde tweetal vier liede ren van Kodóly uit, gevolgd door Ach, zum Engenleide en Trink- spruch, eveneens van Kodóly. Aan het slot speelden de beide pianisten de Sonate voor twee piano's en slag werk van Bartók, waartoe de Haag se slagwerkers Willy Goudswaard en Michael de Roo zich bij hen voegden met hun instrumentarium. Er is wel eens gezegd, dat Kodóly in zijn tijd de grootste componist van Hongarije is geweest, maar Bartók van de wereld. Ik weet niet, of dit de reden was dat de programmatoe- lichter kolommen nodig had voor de laatste, maar aan het werk Kodóly totaal geen aandacht steedde. Zo eenvoudig liggen dingen echter niet, hetgeen he aan het licht kwam toen Anne 1 nen na de liederen van Bartók van Kodóly ten gehore bracht, duidelijk bleek toen dat de laat en niet Bartók de grote meester de vocale schrijfwijze is gewees Zijn liederen (en koorwerken) ge op indringende wijze de inhoud de tekst weer met optimale toej sing van de mogelijkheden van menselijke stem in al zijn nuan Anne Haenen en Gérard van Bi zorgden met een prachtige vei king van deze Kodóly-liederen v het hoogtepunt van dit concert, besloten werd met de virtuoos speelde Sonate voor twee piano' slagwerk van Bartók. Id Daar vraag Je me wat: de elektriciteit van sidderalen, de beste manier om huisdieren op te tillen, het fotografisch vastleggen van kleuren en waarom rimpelt de huid van tenen en vingers als je ermee in het water xit? Ned. 1/19.15 In de tweede aflevering van Geheim Commando moet Yvette, de leidster van Lifeli ne, vluchten voor een Duitse patrouille. Ned. V20.fl Hier en nu Ned. 2/22.10 Harry Hosman maakte een film over analfabeten in ons land. Ned. 1/22J0 Aandacht voor jeugdlec tuur in Literama. Hilv. 2 21.35 In de NCR V-serie over de rechten van de mens wordt het luisterspel Het aanzoek van Hannes Meinkema uitge zonden. Hilv. VZ2M PARIJS (AFP) Het beroemde schilderij van Jean Francois Millet 'Les Glaneuses' en een olieverf schilderij van Theodore Rousseau in het Louvre museum in Parijs zijn beschadigd Deskundigen van het museum onderzoeken of de bescha digingen opzettelijk zijn aange bracht of door zorgloosheid zijn ontstaan Opzettelijke beschadi ging wordt niet uitgesloten omdat de doeken hangen in een ruimte waar surveilleren moeilijk is. De beschadigingen zijn vermoede lijk veroorzaakt door een autosleu teltje In het museum heerste aan vankelijk enige paniek door anonie me telefoontjes volgens welke „volksvijand nummer een Jacques Mesrine" in het museum zou zijn en een aanslag zou voorbereiden. door Jac. Kort AMSTERDAM Spanje heeft aan de Moorse over heersing de gitaar overge houden, aanvankelijk een viersnarig instrument, dat later met twee snaren is uit gebreid. Nadat het eeuwen lang uitsluitend als volksin strument fungeerde, heeft de thans 85-jarige Andrés Ségovia het instrument in de concertzaal gebracht. Zaterdagavond gaf het Nederlands Kamerorkest een concert in de Gro te Zaal. waarbij een tweetal concer ten voor gitaar en orkest werden uitgevoerd; een van de Braziliaanse componist Heitor Villa-Lobos en een van de Italiaan Mauro Giuliani, die in het begin van de vorige eeuw o.a. in Wenen als gitarist triomfen heeft gevierd. Dagelijks Rotterdam Europoort-Huil v v ADVERTENTIE Een kaartje aan Antwoordnummer 800TR 3000 WB Rotterdam onder vermelding 'Vakantiereizen' en u krijgt de folder meteen thuis. De gitaar is evenals b.v. de cli cimbel in wezen een instrument, het beste tot zijn recht komt in kleine ruimte, waar dan uitera ook minder (hoestende) mensen ten. De Chileense solist van i avond Leo Brouwer had in de Gi Zaai meer dan eens moeite om z „verstaanbaar" te maken, meest in het overigens zeer boei de concert van Villa-Lobos, wal hij het moest opnemen tegen Nederlands Kamerorkest, aai vuld met vier houtblazers, hoorn trombone. Iets gemakkelijker 1 hij het in Giuliani's opus. dat na pauze werd uitgevoerd en waarin strijkers slechts een enkele m door een lichte paukenslag weri ondersteund. Maar in beide werl was toch duidelijk waar te nem dat Leo Brouwer een virtuoos g rist is en daarbij een ras-artiest Er waren kennelijk nogal wat r sen in de zaal. die wel van git houden maar niet van muziek. I ders begrijp ik niet hoe het kwi dat zovelen de zaal verlieten vo dat het slotstuk werd gespeeld: strijkkwartet, dat Verdi op 60-jai leeftijd schreef. Reeds tijdens leven van de componist werd prachtige werk in grotere bezett uitgevoerd, tot Verdi's volle teï denheid. De Italiaanse dirigent Antonio nigro (oprichter van de vermaa „Solisten van Zagreb", gaf van werk. zowel als van Respighi's tiche Danze" aan het begin met orkest een fraai klinkende ver! king. En ook de begeleidingen i de solist klonken zo delicaat men zich kon wensen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 4