Goede celebrant is
heilig toneelspeler'
Heer gericht onderzoek
innen zwakzinnigenzorg'
ie veelzijdigheid van professor
:rits van der Meer
Arnhemse speelplaatsen
krijgen voorrang bij
grote loodschoonmaak
t
eidooi in „Het Ziekenhuis"
Mysterieuze dood
van koeien wordt
weer onderzocht
Dode en gewonde
bij steekpartijen
{ÉROAG 10 FEBRUARI 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET PRH 19
If dl
oor Fred Lammers
«E
-JENT „Van een ieder, die
1 gegeven is, zal veel
ëist worden en aan wie
el is toevertrouwd, van
m zal des te meer worden
fvraagd." Het is deze tekst
21 Lucas 12, die zwaar weegt
)ot de priester Frits van
Meer, emeritus-hoogle-
ar in de christelijke archeo-
gie en de oudere kunstge-
hiedenis aan de universi-
it van Nijmegen. Eigenlijk
het zelfs hét motief dat
mjm drijft tot de vele activi
sten die hij als man van 74
ar nog onderneemt.
jdens ons lange gesprek in het
'postercomplex "Van de Francisca-
n „St. Jozef" in Lent, waar
'essor Van der Meer al vele jaren
ont, komt dat duidelijk naar vo-
„Als we de gaven, die we van
hebben gekregen niet goed ge
ien, zal ons dat zwaar worden
Hgerekend", zegt hij. Even later
egt hij eraan toe: „Ieder mens
iet met vrees en beven zijn heil
verken. Stel Je voor dat ik negen-
word. Als ik dan terugzie op alles
ik heb gedaan hoop ik dat het
t een zekere genoegdoening is.
t dat het bezig zijn mij moeite
it. Niets is heerlijker dan iets
ïn. iets maken, het geeft niet wat.
t geldt niet alleen voor de kun-
naar, maar net zo goed voor een
imerman, die een goed werstuk
ivert en de groentekweker, die
eerste prijs krijgt".
t hij zijn talenten onder een ko
pmaat heeft gezet kan van Frits
der Meer zeker niet worden
egd. Heel recent verscheen zijn
bocalypse", een standaardwerk
u,tr de illustraties van het boek der
>nbaringen van Johannes.
ir professor Van der Meer is dat
chtig uitgevoerde, maar daar-
lem ir prijzige boek al lang weer ge-
gd door nieuwe zaken. Door zijn
•kje over Bolsward „De lytse
d" (De kleine stad) bijvoorbeeld,
irin hij impressies heeft geno-
rd over zijn geboorteplaats en de
nsen die er woonden in de tijd
ider elektriciteit en waterleiding,
menkort zal er ook een Neder-
dse uitgave van op de markt
nen.
ovinciestadje
ts van der Meer vertelt erin het
strekt niet als een nadeel te be-
ouwen in een provinciestadje in-
its van in Amsterdam of Parijs
!ijn geboren. „In zo'n stadje vind
reel meer dan je denkt. Je beleeft
illes veel intenser, van dichtbij",
ent hij.
t boekje is overigens op een won
lij ke manier tot stand gekomen,
ben ertoe uitgedaagd het te
rijven. Dat was in 1977 in Frank-
tijdens een kleine studiereis
twee oud-studenten. Ons
r'ddoel was Chartres, waar we de
or,jnen van de kathedraal bestu-
rden, maar we gingen ook naar
ers, dat er zo'n twintig kilometer
ïdaan ligt, de geboorteplaats van
reel Proust, waar hij veel over
ft geschreven.
Iet was juist marktdag en mijn
igenoten waren enthousiast. Ze
rkenden direct allerlei plekjes uit
rusts boeken: het sleedoornlaan-
het huis van tante Eugénie en
het pleintje, 's Avonds gedurende
het eten in het nabijgelegen Mont-
fort l'Amaury kon ik echter niet
nalaten op te merken Bolsward tien
maal mooier te vinden dan Illiers.
Om van Illiers iets te maken is
werkelijk het genie van Proust no
dig, maar iedere gewone man kan
iets aardigs over Bolsward zeggen,
riep ik uit. Bewijs dat, zelden mijn
reisgenoten. Ik heb toen een velletje
getypt en dat was het begin van het
boekje!"
Verkapte catechese
Dikwijls zijn de boeken van profes
sor Van der Meer op een merkwaar
dige manier ontstaan. Zo ook zijn
„Apocalypse". „Een jaar of acht ge
leden heb ik op verzoek van een
groep studenten van het Kunsthis
torisch Instituut van de universiteit
van Nijmegen een aantal colleges
gegeven over de afbeeldingen van
de Openbaringen, puur kunsthisto
risch al werd het natuurlijk weer
een verkapte catechese, zoals me
vaak is verweten, dat een groot deel
van mijn colleges was."
De belangstelling voor dit bijbel
boek van Johannes was al veel eer
der aanwezig en niet om het te
gebruiken, zoals volgens Frits van
der Meer vaak ten onrechte wordt
gedaan, als boek om er het eind der
tijden mee te berekenen. „Van die
ure weet niemand iets, zelfs de Men
senzoon niet", maar als een poëti
sche beschrijving van alle kwaad
tegenover alle goed.
„In 1934 ben ik gepromoveerd op
het onderwerp „De Godsverschij
ningen in de Apocalypse", een werk
dat in 1938 ook in de handel kwam
en zo goed is verkocht, dat ik een
van de weinigen ben die kan zeggen
dat zijn proefschrift hem niets heeft
gekost, integendeel er zelfs nog iets
aan te hebben overgehouden. Ik
had bijna 3000 goed geordende af
beeldingen over de Openbaringen
van Johannes. Vandaar, dat het me
echt niet zoveel moeite heeft gekost
dat boek samen te stellen. Eerlijk
gezegd had ik het in een paar weken
klaar. Over de vertalingen in het
Frans en het Engels, die gelijktijdig
zijn verschenen, heb ik tien keer
langer gedaan."
Hoewel zijn uitgever zei: „Professor,
dit wordt uw mooiste boek," een
uitspraak waar Frits van der Meer
het tot op zekere hoogte mee eens is
al erjgeren de drukfoutjes, die er
naar zijn zeggen instaan, hem gru
welijk zijn beste boek vindt hij
het zeker niet.
„Het is in de eerste plaats een
kunsthistorisch boek. Ik heb eraan
meegewerkt het uit te geven, omdat
ik vind dat Je elke kans, waarmee je
Gods woord onder de mensen kunt
brengen, moet aangrijpen en op
welke manier kan dat beter dan met
honderden goede afbeeldingen!
Maar persoonlijk sla ik een eenvou
dig boekje als .Paasmorgen,' dat in
1959 verscheen, en sindsdien elk
Jaar in de paasnacht door honder
den mensen wordt gelezen, veel ho
ger aan."
Er is helaas nauwelijks meer aan te
komen. Professor Van der Meer
schreef dat boekje op eerste paas
dag 1958. „Het was na het credo, in
de hoogmis, hier in de kapel in Lent,
dat ik ineens een gezicht kreeg. Ik
zag het schilderij van Rogier van
der Weyden, van de denkbeeldige
verschijning van Jezus aan zijn
moeder, direct na zijn opstanding,
zoals dat in Granada hangt, voor
me en dacht toen: Wij vieren hier nu
pasen, het feest van de verrijzenis
van de Heer, maar hoe zou het op
het ogenblik in de eeuwigheid toe
gaan? Die vraag liet me niet los. Na
de dienst trok ik mijn toga uit, ging
achter de schrijfmachine zitten en
's avonds was het boekje af."
Benedictus
Boeiend was ook de opdracht die
Van der Meer samen met zijn Nij
meegse collega in het Grieks en
Latijn, dr. G. Bartelink op zich nam
en die zij sinds een paar weken als
uitgevoerd kunnen beschouwen. Op
verzoek van de gezamenlijke abten
van de Nederlandse Benedictijnen
kloosters vertaalden zij het leven
van Benedictus, zoals dat in de zes
de eeuw werd beschreven door paus
Gregorius de Grote, opnieuw. Dit
omdat het in 1980 vijftienhonderd
jaar is geleden dat Benedictus werd
geboren. Professor Van der Meer
heeft er een heel boek omheen ge
schreven over de persoon van Bene
dictus.
„Al die wonderverhalen die in Gre
gorius' boek „De Dialogen" staan
opgetekend zijn erin verwerkt. In de
vorige eeuw wilde men er door de
wondervrees die toen heerste, niets
van weten. Het zijn echter verhalen
die zich laten lezen als Tolstoi. Als
je het leuk vindt zal ik je er iets van
voorlezen. Moet je horen: dit is er
een voor getrouwde mannen om Je
dood te lachen." Frits Van der Meer
leest met zichtbaar genoegen een
inderdaad hoogst vermakelijk en
tikje ondeugend verhaal. „Als de
mensen dat niet leuk vinden houdt
alles op."
Naarmate de uren verstrijken ont
popt professor Van der Meer zich
als een man met wijd uiteenlopende
interessen, Daar zijn de prachtige
ikonen, die hij heeft geschilderd,
waarvan er een paar op zijn werkka
mer hangen „Ik heb er nu een poos
niets aan gedaan, omdat ik er door
al die boeken geen tijd voor had
maar ik voel er steeds meer voor er
weer een te gaan maken: van de
Openbaringen met alles erop en er
aan," roept hij uit.
Achteraf grappig is zijn verhaal, dat
hij van zijn vader geen misdienaar
mocht worden. „Dat noemde hij een
'een school voor oneerbiedigheid'
en ik begreep dat heel goed. Misdie
naars zijn deugnieten. Die drinken
stiekem van de wijn."
Niet alleen Frits, ook zijn zuster
Martina werd religieuze. Zij trad in
bij de ongeschoeide Karmelietessen
in Drachten. Hoewel ze elkaar wei
nig zien is er contact via brieven en
de telefoon en soms persoonlijk.
Vergeten doen ze elkaar niet, zeker
niet in het gebed. Toen ik anderhalf
jaar geleden Martina ontmoette
vertelde ze mij geestdriftig over
haar broer, en nu vertelt Frits over
zijn „zusje", inmiddels ook een
vrouw van in de zeventig, die even
als hij ikonen schildert, al is de
kunst in haar leven pas laat een rol
gaan spelen.
Knipsel
Jan Toorop
Dat tekenen en later het schilderen,
is iets waarvan Frits van der Meer
als jongen al vervuld was. Niet zo
maar wilde zijn vader hem naar de
Academie in Amsterdam sturen.
Maar Jan Toorop, die Frits zich
herinnert als „een lieve, aardige,
zachte man", raadde dit af, omdat
de kans dan groot was dat het na
tuurtalent, dat Frits misschien had,
dan voorgoed verknoeid zou wor
den. Frits koos voor of werd, zoals
hij het zelf altijd formuleert, geroe
pen tot de priesterwijding, een be
slissing die hij zo weloverwogen
nam. dat hij de tekeningen die hij
tot die tijd had gemaakt, en dat
waren er nog al wat. vernietigde.
Dat thans toch nog een paar van die
prille werkstukken zijn kamer sie
ren is te danken aan de kinderjuf
frouw. die ze uit de grote massa wist
te redden. Jan Toorop zei, toen
Frits hem van zijn beslissing pries
ter te worden op de hoogte stelde
slechts „God zegene Je."
Voor vader Van der Meer. een eer
biedwaardige man met een sikje,
was het besluit var. zijn zoon eerst
een teleurstelling al had hij, evenals
zijn jong gestorven vrouw, zijn twee
kinderen voorgeleefd wat het in
houdt goed katholiek te zijn. „Wij
groeiden op bij het idee dat er in het
leven niets belangrijker was dan de
religie. Dat was niet een soort stile
ring van het leven of iets voor bij
zondere gelegenheden, nee, het cen
trum van ons leven was het kerke
lijk jaar. Langzaam ben ik zodoen
de naar het priesterschap toege
groeid."
Toen ik me voorbereidde op het
gesprek met professor Van der Meer
vond ik een knipsel uit de Volks
krant uit 1953, toen dr. Van der
Meer zijn zilveren priesterfeest vier
de, waarin hij wordt getypeerd als
„een scherpzinnig, kritisch en grillig
mens". Aan die omschrijving moet
ik denken als hij vertelt over zijn
gouden priesterjubileum, vorig
jaar, in Frankrijk in de kathedraal
van Laon, waar hij in 1928 in vol
strekte eenzaamheid zijn eerste mis
opdroeg. Samen met een groep
vrienden reisde hij erheen voor deze
viering, die naar zijn zeggen
„120.000 maal mooier" was dan een
receptie. „Aan het slot zongen we
om te illustreren dat het een Neder
landse aangelegenheid betrof het
gezang: 'Lof zij den Heer, de al
machtige Koning der ere'. Wat
klonk dat schitterend in die machti
ge kathedraal."
We krijgen het over gezangen, nieu
we vertalingen en liedboeken. Het
resulteert erin dat professor Van
der Meer er enige te voorschijn
haalt en het duurt niet lang of we
zitten teksten en melodieën te ver
gelijken. Frits van der Meer heeft
me verteld dat zijn kamer getuige is
geweest van veel vreemde gebeurte
nissen.
Dat een emeritus hoogleraar in de
kunstgeschiedenis en nog actief
priester samen met een Journalist,
die hij een halve dag kent, psalm
118 zingt zal ook wel tot die niet
alledaagse voorvallen kunnen wor
den gerekend.
We praten over Dostojewsky, die
met zijn boek De Idioot, dat Frits
als jongen van zestien in Frankrijk
in handen kreeg, diepe indruk op
hem maakte, mede zijn leven be
paalde; zijn ontmoetingen met de
oude hervormde predikant dr. Otto
Noordmans, die toen de kerkelijke
verschilpunten ter sprake kwamen
de wijze woorden sprak: „Een iege
lijk zij in zijn eigen gemoed ten
volle verzekerd" (Romeinen 14:5).
„Een waar woord," zegt Frits van
der Meer. „Alleen waar Je zelf vol
van bent kun je over praten. Ik had
diep respect voor dr. Noordmans. Er
bestond tussen ons een soort vader-
zoon-verhouding. Hij leek ook erg
op mijn vader, was even vroom. Ik
gedenk hem nog altijd op Allerzie
len, al was hij dan ook een hervorm
de dominee."
Te zoetsappig
De romantiek in de religie komt
eveneens aan de orde. Prof. Van der
Meer zegt, terwijl hij opspringt uit
zijn stoel: „Christus wordt in de
Kerk vaak veel te zoetsappig voor
gesteld: het Heilig Hart. al dat sui-
Professor dr Frits van der Meer misdienaars zijn deugnieten
foto: Peter Dient
xerzoete, heeft met de ware Heer
niets te maken. Wij weten niet hoe
Hij er uitzag. De eerste afbeeldin
gen van Hem dateren uit de vijfde
eeuw. Daarvoor werd Hij alleen zin
nebeeldig weergegeven. Sindsdien
is Christus op afbeeldingen wel al
tijd een vast type geweest, evenals
Petrus, maar of hij een baard had?
Wij weten het niet."
Willem van Oranje komt ter discus
sie. Frits van der Meer zegt wel
waardering voor hem te hebben.
Niet omdat hij een godsdienstheid
zou zijn geweest, maar vooral, „van
wege zijn zwijgzaamheid, zijn sfinx
achtige karakter, zijn verbluffende
intelligentie en zijn gevoel voor hui
selijkheid".
Over Cromwell denkt hij totaal an
ders. „Dat zal bij Trouw-lezers mo
gelijk niet goed vallen, maar wat
heb ik een hekel aan die man: zijn
achter biddend opzien mensen ver
moorden. zijn vernielen van alles
wat mooi was. Heel de stad stond te
wenen toen hij de twintig meter
hoge ramen van de kathedraal van
Canterbury kapot liet slaan."
Gedichten
De ochtend is overgegaan in de
middag en de middag in de avond
als Frits van der Meer me ineens
vraagt of ik wel eens gedichten
maak. Als ik toegeef af en toe wel
eens iets op dat gebied te doen
vertelt hij het zijn hele leven te
hebben gedaan. Gepubliceerd is er
nooit iets van, maar dat gaat dit
jaar gebeuren. „Je moet daarmee
wachten totdat je. zoals ik. heel oud
bent gewordenzegt hij vaderlijk.
„Onlangs heb ik de kast, waar ik
alles wat ik schreef aan gedichten
en proza in had verstopt, leeg ge
haald en de inhoud heel kritisch
bekeken. Alles wat ik onder de
maat vond en dat was zeker 95
procent, heb ik meedogenloos weg
gedaan. De rest komt nu uit in een
bundel, cue „Phoenlx" gaat heten,
naar de vogel die het zinnebeeld is
van Christus. Er zit van alles bij:
gedichten, proza, balladen, vertalin
gen, spreuken, ernstig en licht sati
risch."
Als ik de Inhoud doorblader en
vraag waar de aanduiding „Lang
leven" op slaat zegt Frits van der
Meer: „Dat is een spreukje, een
soort epigram. Wil Je het zien?" Hij
rommelt wat in een la en stopt me
dan een vel papier in de hand. „Ver
smaad niets, neem ter hand, beslis,
tast toe met maat. Dan wordt niet
gij, de Dood wordt moe" lees ik. Van
der Meer vindt het leuk dit alles aan
een groter publiek voor te zetten, al
laat het hem volkomen koud of hij
er een grote oplage mee zal halen.
„Dat verlangen heb ik nooit gehad,
evenmin als naar een leidinggeven
de functie. In Lucas staat trouwens,
dat alles wat groot is in de ogen der
wereld, een gruwel is in de ogen van
God. Daar wordt zelden over ge
preekt, maar het spreekt mij wel
aan. In uiterlijke zaken heb ik nooit
iets gezien. Als hoogleraar was ik
zelfs een volstrekte nul in het leiden
van vergaderingen."
Kapelaan
Dat was hij niet als kapelaan, eerst
in Oud-Zevenaar, waar grote ar
moede heerste en hondekarTen nog
algemeen gebruikelijk waren, later,
na zijn studie in Rome, in Hilver
sum. Oud-parochianen van de St.
Vitus zijn hem nog niet vergeten.
Daarvan getuigen de kerst- en
nieuwjaarswensen, die hij na ruim
veertig jaar nog steeds uit Hilver
sum krijgt.
Tal van mensen herinneren zich nog
zijn doopsbedlenlngen in het Neder
lands. Van der Meer was de eerste
Nederlandse priester die daartoe
van aartsbisschop De Jong toe
stemming kreeg, op voorwaarde dat
hij de tekst zelf vertaalde en die niet
uit een boekje las maar van buiten
kende. Op het laatst deed hij alle
doopsels. Regelmatig klonk zijn
stem door de St Vitus: „Ontvang
het witte kleed en draag het onbe
smet tot voor de rechterstoel".
Na verloop van tijd mocht hij ook
begrafenissen in het Nederlands
doen". Bij deftige begrafenissen
kwam dat er niet zo op aan. Dan
was er meestal een koor bij. maar
bij eenvoudige uitvaarten was het
een hele vooruitgang als je dan de
volkstaal kon gebruiken om het ge
heel reliëf te geven. Als ik dan aarde
op de kist liet vallen en zei: „Uit
aarde hebt GIJ hem geboetseerd
Here, uit nerven en spieren tesamen
gevoegd Here, wek hem op ten jong-
sten dage, door Christus onze Heer"
begrepen de mensen dat drommels
goed. Gewone mensen begrijpen
heel veel, daarom ben ik er zo tegen
alles zo dom en eenvoudig mogelijk
te doen. De Heilige 8chrtft is sterk
genoeg, daar hoef je niet kinderach
tig over te doen!"
Bij vroeger vergeleken is er veel
veranderd. „Destijds werd er over je
beschikt als over een soldaat Ik
kreeg een briefje dat ik naar Oud-
Zevenaar moest en een paar jaar
later dat ik me naar Rome moest
begeven en me daar en daar vervoe
gen om te gaan studeren. Dat werd
bepaald door de bisschop en je had
maar te gaan. Zo werd ik ook naar
Hilversum gestuurd. Dat werd een
heerlijke tijd al moest ik van 300
gulden per jaar zien rond te komen.
Ik heb het nooit als een bezwaar
gevoeld kapelaan te worden. Hoe
ouder ik word, hoe meer ik trou
wens leer inzien dat in het leven
nooit iets nutteloos ls. Wat ik ook
heb ondervonden is dat niets zo
moeilijk is als om het goed te doen.
Goed celebreren bij voorbeeld eist
een heel lange ervaring. Een goede
celebrant is een acteur, een heilig
toneelspeler"
een onzer verslaggevers
IECHT „Er zou in Nederland meer gericht onderzoek
ten worden gedaan in de zwakzinnigenzorg," aldus ge
sheer-directeur M. C. G. Verstegen van „De Winckel-
gh" in Nijmegen, die in het blad „Het Ziekenhuis" van de
ionale Ziekenhuisraad (NZK) hiervoor pleit.
iet
wordt in dit opzicht wel weten-
!e Jpelijk onderzoek verricht, maar
i erg versnipperd, nauwelijks ge-
llneera en veelal sterk bepaald
de interesse van de individuele
,nj^zoekers. De heer Verstegen stelt
om voor, een aantal kleinere
len 2innigen-instituten (100 tot 150
Ueni de opdracht te geven veld-
rcoek te doen op het terrein van
wakzinnigheid en de zwakzinni-
»rg. Daarbij zou de samenwer-
tussen deze instituten en de uni-
teiten duidelijk omschreven
ivè len zijn.
kleine instituten zouden ook be
ten moeten worden bij de oplei-
en nascholing van de hulpverle-
terwijl het verder nodig is maat-
*n te treffen om de zwakzinni
gen te beschermen tegen onverant
woord onderzoek. „Er bestaan zeer
uiteenlopende opvattingen over de
begeleiding en opvoeding van zwak
zinnigen, maar de effecten van de
verschillende methoden worden niet
of nauwelijks geregistreerd en er is
zelden geprobeerd deze verantwoord
te onderbouwen" aldus geneesheer
directeur Verstegen. Het lijkt hem
dan ook nuttig en noodzakelijk de
verscheidene visies op de zwakzinni
genzorg eens in praktijk te brengen
en hun effecten op de zwakzinnige
zelf en zijn omgeving vast te leggen.
Deskundigen
Veel deskundigen in de zwakzinni
genzorg (psychologen, pedagogen, lo
gopedisten. maatschappelijk wer
kers) horen in hun opleiding vrijwel
niets over de bijzondere problemen
die zich in deze tak van zorg voor
doen. Zij zullen meer mogelijkheden
moeten krijgen voor theoretische en
praktische scholing in de zwakzinni
genzorg.
Dat bij zo veel geestelijk gehandicap
ten de oorzaak van de handicap niet
is aan te geven, zou aanleiding moe
ten zijn tot een intensief onderzoek
naar het ontstaan van zwakzinnig
heid, zo schrijft de heer Verstegen in
het NZR-blad. Ook is meer onderzoek
nodig op het terrein van behandeling,
begeleiding en opvoeding van met
name de diepst en ernstigst gehandi
capten.
De coördinatie zou in handen moeten,
komen van een landelijke commissie,
bestaande uit vertegenwoordigers
van de universiteiten, de instituten
en de vijf betrokken ministeries. Gro
te aandacht zal moeten worden gege
ven aan procedures die garanderen
dat de rechten van de zwakzinnigen
worden gëerbiedigd en dat het werk
op een ehtisch hoogstaand peil wordt
uitgevoerd.
Van een onzer verslaggevers
VENRAY Er komt een nieuw on
derzoek naar de oorzaak van de mys
terieuze dood van ruim honderd koei
en van veehouder Van Dijck, drie jaar
geleden in Venray. Minister Ginjaar
van volksgezondheid en milieuhygië
ne heeft nu TNO in Delft opdracht
gegeven zich in de zaak te verdiepen.
De tot nu toe door andere instan
ties verrichte onderzoeken hebben
geen duidelijke bewijzen op tafel
kunnen brengen voor de beweringen
van Van Dijck en het milieuactiecen
trum Nederland, dat de koeien zou
den zijn vergiftigd door de gemeente
lijke vuilstortplaats. Deze ligt vlak
bij de weilanden van Van Dijck.
Aan die bewering werd vooral getwij
feld. omdat bleek dat koeien die dicht
bij de stortplaats graasden minder
ernstig ziek werden dan de verder
lopende dieren.
Het onderzoek van TNO. dat in vier
fasen wordt verricht, zal geruime tijd
vergen. Alleen al de duur van de
eerste fase zal zaker 36 weken duren.
In deze periode wil men met biologi
sche toetsmethoden de giftige effec
ten op onder meer vissen en water
vlooien vaststellen.
ARNHEM (ANP) De loodschoonmaak in de woonwijken om
het loodbedrijf van Billiton in Arnhem, begint met een
grondige reiniging van de speelplaatsen. Daarna komen de
tuinen in met name de wijk „Het Broek" aan de beurt. De
reiniging van de verharde wegen gebeurt het laatst.
Dat staat in een notitie van B. en W
bestemd voor de raadscommissie
voor de volksgezondheid en milieube
scherming. Deze commissie verga
dert volgende week over Billiton.
Arnhem heeft voor de komende drie
jaar 650.000 gulden uitgetrokken voor
de bestrijding van de gevolgen van de
looduitstoot door Billiton. Ruim de
helft van dit bedrag is nodig voor de
vervanging van de tuingrond, waarbij
er vanuit wordt gegaan, dat de boven
ste tien centimeter grond zal worden
vervangen De inspecteur van de
volksgezondheid in Gelderland wil
echter, dat twintig a dertig centime
ter bovengrond wordt vervangen.
Billiton heeft toegezegd te zullen bij
dragen in de kosten van het nog lo
pende bodemonderzoek. Vorig jaar
betaalde het bedrijf tachtig mille. Dit
jaar en in 1980 is jaarlijks zestig mille
uitgetrokken. Ook de provincie Gel
derland draagt bij,Tot de lood
schoonmaak heeft vorig Jaar geadvi
seerd een werkgroep van de land
bouwhogeschool in Wageningen, die
het loodgehalte in het bloed van de
kinderen rond Billiton onderzocht.
Het gehalte was te hoog. aldus de
werkgroep, die ontdekte dat de kin
deren het lood vooral opnemen via de
grond in en buiten het huls.
Wanneer de gemeente Arnhem begint
met de loodschoonmaak is niet be
kend. Er worden voorbereidingen ge
troffen. Billiton in Arnhem kreeg vo
rig jaar november overigens een nieu
we vergunning voor de uitworp van
lood in de lucht. Het bedrijf mag nu
maximaal 35 kilo lood per etmaal
lozen. Tegen die vergunning hebben
vier organisaties bij de Kroon beroep
aangetekend.
Van een onzer verslaggevers
VLAARDINGEN/ROTTERDAM 4
In een vlaag van razernij heeft een 55»
jarige Vlaardinger de 71-Jarige stads*
genoot A. Westdijk met een mes neer*
gestoken. Het slachtoffer overleed 13?
ter aan de verwondingen. Volgens df
Vlaardlngse politie kenden dader ea
slachtoffer elkaar goed. V. stond on
der psychiatrische behandeling. De
man meldde zich anderhalf uur na d«
fatale messteken op het Schledamsf
politiebureau.
Bij een steekpartij in de Ommoordset
straat in Rotterdam raakte een 25[-
jarige Turk zwaar gewond. Met steek*
wonden in de borst ls hij opgenomen
in het Dljkzigt2iekenhuis. De politie
arresteerde een 23-Jarlge landgenoot
die om nog onduidelijke reden ruzl$
kreeg en daarbij de messteken toe
bracht.
ROTTERDAM De Rotterdamse
politie heeft acht jongens en drié
meisjes aangehouden, die in de afge
lopen weken voor 22 000 gulden buil
hebben gemaakt. Daarbij werd vol
gens de recherche voor 9 000 gulden
aan vernielingen aangericht.
De jeugdbende, waarvan de gemid
delde leeftijd rond de zeventien Jaar
ligt. ving de grootste bult bij eert
tasjesroof Ze overvielen een vrouw,
die 16.000 gulden bij zich droeg