J
'Negers lui, blanken ijverig'
Echt Amsterdams en echt Nederlands
êbbêbbm
l[
H
Energie in en
om ons huis
\A
Strijd tegen rassenwaan in school- en kinderboeken
1
Wetenschap en techniek
De ruit van de broeibak
ZATERDAG 27 JANUARI 19»9
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
19
door Hanneke Wijgh
AMSTERDAM De plannen
voor een werkplaats voor mon
diale educatie zijn ln een ver
gevorderd stadium. Het voor
naamste doel is het bundelen
van de strijd tegen de rassen
discriminatie in het onderwijs.
Binnen enkele weken zal een
coördinator worden benoemd.
De werkplaats wordt in Am
sterdam gevestigd.
De werkplaats wordt opgezet door de
werkgroep voor mondiale educatie, die
zich al een aantal Jaren bezighoudt met
de discriminatie ln school- en kinder
boeken. Dat is niet toevallig. Sinds de
Wereldraad van Kerken ln 1969 een
campagne Is begonnen tegen het racis
me zijn veel opvoeders en leerkrachten
zich bewust geworden van de directe
en verborgen discriminatie. Aardrijks-
kundemethoden en geschiedenisboe
ken zijn tegen het licht gehouden. Het
resultaat is weinig bemoedigend. Wel
iswaar komt openlijk racisme niet zo
vaak voor, maar ln veel teksten is spra
ke van latente discriminatie. Heb wordt
niet met zo veel woorden gezegd, maar
het blanke ras is overal superieur.
Voorbeelden zijn er genoeg. De NOVIB
in Den Haag heeft vorig jaar een onder
zoek gepubliceerd, dat vooral ging over
de stereotiepen in aardrijkskunde- en
geschiedenisboeken. „Aarde en Mens"
en „De aarde, onze woonplaats", twee
veel gebruikte aardrijkskundemetho-
den ln het onderwijs, noemen de negers
in het New Vorkse Harlem „lui", terwijl
van de westerse blanken wordt gezegd
„dat ze het werken als het ware in het
bloed hebben zitten".
■Spleetogen
Chinezen worden in het algemeen be
schreven als mongoloïden met uitste-
i kende jukbeenderen en spleetogen. De
Japanner is zeer vlijtig, zuinig en zeer
praktisch aangelegd. Spanjaarden zijn
trots, Italianen blij en Grieken wee
moedig. Met hetzelfde gemak waarmee
de Nederlanders in het buitenland als
„kaaskoppen" worden getypeerd, die
nog altijd op klompen tussen de bol
lenvelden lopen, schrijven sommige
Nederlandse schoolboeken over de ne
gers „die niet gewend zijn hard te wer
ken" en over de donker gekleurde men
sen, „die opvliegend van aard zijn". Bij
__»,het hoofdstuk over de derde wereld
■gwordt in Kerngeografie, deel 4, als een
^van de oorzaken van de achterstanden
jenoemd dat „de grote massa van de
aevolking te traag, te fatalistisch en te
wantrouwend is ten opzichte van ver
nieuwingen om de stuwkracht te leve
ren voor de vereiste hervormingen".
Ook in kinderboeken komt rassen
waan voor. Plet Buddingh', leraar Ne
derlands aan de christelijke pedagogi
sche academie in Gorinchem, tevens
lid van de werkgroep voor mondiale
educatie, heeft er een kleine studie van
gemaakt. Hij wijst op „Het dagboek
van Robinson Crusoë", geliefde lectuur
van elk kind, dat bol staat van racisme.
,De wereld achter Vrijdag is die van
iet kannibalisme, de wereld achter Ro-
linson die van de stoutmoedige zee-
nan en ontdekkingsreiziger."
legerin met baby
Andere voorbeelden zijn te vinden in
irendsoog, de Negerhut van Oom
Tom, de boeken van Karl May, de
trips van Hergé. Buddingh': „In .Kuif-
e ln Afrika' praat het witte hondje
>eschaafd Nederlands, maar de negers
irabbelen enkel kromme zinnen. Zelfs
le apen en de leeuw spreken goed
Tederlands. In .Kuifje in Amerika'
»rt Kuifje een hond huilen. Hij
inkt dat het Bobbie is, maar het is de
taby van een negerin. De énige negerin
":e in het boek voorkomt."
iuddingh' heeft vorig jaar oktober sa-
ten met Wim Westerman, medewerker
iran het Christelijk Pedagogisch Stu
diecentrum, en Anneke Keur, gods
dienstonderwijzeres, de werkconferen-
tie bijgewoond van de Wereldraad van
Kerken, die in Frankfurt aan de voor
avond van de Buchmesse werd gehou-
1en. De conferentie over rassendiscri-
latie in school- en kinderboeken
Uit Kuifje in Amerika
werd bijgewoond door ruim veertig
mensen uit negentien landen. Uit de
gesprekken werd al snel één ding dui
delijk: de informatie in jeugdboeken
over andere landen en andere volkeren
is onvolledig én sterk gekleurd. Open
lijk racisme komt niet veel voor, maar
verborgen racisme des te meer. Wim
Westerman: „De conferentie beteken
de een cultuurschok. Ik was me er
nooit zó bewust van geweest dat alle
informatie vanuit het westerse denken
wordt bepaald. Livingstone is het van
zelfsprekende voorbeeld van moed en
doorzettingsvermogen. Tot een Afri
kaan op de conferentie opmerkte: „Hij
heeft het kunnen volbrengen dank zij
de dragers, die hem door heel Afrika
hebben gesjouwd".
Indianen en ijshockey
Eurocentrisme noemt Westerman dit
denken vanuit Europa, vanuit de we
reld van de blanke mens. Westerman;
„Ik was onlangs in Australië en daar
sprak men over het Midden-Oosten en
het Verre Oosten. Ik was benieuwd wat
de Australiërs onder die termen ver
stonden. maar tot mijn verbazing bete
kenen die woorden precies hetzelfde
als bij ons. Het Midden-Oosten was
Israël, Libanon, Iran en het Verre Oos
ten Japan en China. Alsof Australië ten
opzichte van die landen geen andere
positie Inneemt!" Anneke Keur noemt
een voorbeeld uit eigen ervaring: „Een
jongen vroeg me of het waar was dat
Indianen het ijshockey hebben uitge
vonden. Dat kon niet, zei hij, Indianen
leven alleen in warme landen. Toen pas
werd ik me bewust hoe stereotype de
informatie over Indianen is. In Canada,
waar ook Indianen leven, is het 's win
ters bar koud. Maar daar denk je nooit
aan bij het woord „Indianen".
In de strijd tegen de stereotypen en
rassenvooroordelen moet de werk
plaats in Amsterdam een belangrijke
taak gaan vervullen. Westerman, ook
lid van de werkgroep voor mondiale
educatie: „Wij zijn heus niet als enigen
met deze problematiek bezig. Gelukkig
niet. Op diverse plaatsen worden initi
atieven ontplooid en onderzoeken ge
houden, maar het is goed als al die
informatie op één plaats bijeen wordt
gebracht."
De werkplaats zal zich vooral bezig
houden met de informatie over de ont
wikkelingslanden. Punt van discussie
is nog of ook het didactisch materiaal
over gastarbeiders, Surinamers, Antll-
lianen en Zuid-Molukkers moet wor
den doorgelicht. Het aantal anderstali
ge kinderen op school stijgt jaarlijks
met zeventien procent. Wim Wester
man; „Ik ben ervoor. Het een ligt in het
verlengde van het ander."
'Lui, dom en vies'
Twee studenten van de pedagogische
academie in Gorinchem hebben ln 1976
een onderzoekje gehouden op de lagere
school. In een zesde klas vond 32 pro
cent dat Turken, Marokkanen, Surina
mers en Zuid-Molukkers in aparte wij
ken moesten wonen. Veel kinderen
noemden hen lui, dom en vies. Ouders
denken nauwelijks genuanceerder over
deze problemen. In wijken met veel
immigranten worden de Nederlandse
kinderen naar een andere school ge
stuurd, omdat de school ln de buurt te
„donker" is gekleurd.
Piet Buddingh: „Er moet spoedig een
bijscholingscursus komen voor docen
ten aan de pedagogische academie. Die
zijn nauwelijks ingespeeld op de pro
blematiek van de tweetaligheid. De
keren dat een Marokkaanse of Suri
naamse student zich aanmeldt, weten
ze zich geen raad. Ik zou er haast voor
pleiten om in Utrecht een aparte aca
demie op te richten voor anderstalige
studenten. „Wim Westerman: „Ik
vraag me af of dat zo'n goed idee is.
Onwillekeurig schep je een verschil
tussen de Nederlandse en de andersta
lige onderwijskracht, terwijl belden op
de Nederlandse school gaan werken.
Het zou beter zijn als elke pedagogi
sche academie flexibeler werd. Dat is
niet alleen voor de tweetaligheid nodig.
Ook het verschil in eindexamenpak
ketten, waarmee de studenten van de
havo komen, daarop hebben de peda
gogische academie geen antwoord."
Rol van de kerk
Genodemeneer b/dnke
Ik jou doden tvou Aioor
stort g m/j /e pokken hod
J/j mij /er-en geredfk nu
jou stoof zjnede te
btonkeft
a/e mokker ron
r d/ef.
dj op n?c Wdchf Mn bos rond
onder boobob
tVe 2jn cr.
Uit Kuifje in Afrika
„De kerken", zegt Anneke Keur, „kun
nen een belangrijke rol spelen bij de
bestrijding van de rassenwaan." Piet
Buddingh': „De Kerk is een invloedrij
ke factor in het westerse denken. Het
wordt tijd dat de Kerk zich uitspreekt
over discriminatie. In het verleden
heeft de Kerk bij belangrijke kwesties
voortijdig afgehaakt. Het antisemitis
me, de inquisitie, de slavenhandel, om
een paar voorbeelden te noemen, daar
heett de kerk geen actie tegen onderno
men. Dat mag niet weer gebeuren. An
ders moet vanuit de basis de mensen
hun stem laten horen. In de vorm van
een „bekennende kirche", zoals die ln
de jaren dertig in Duitsland is ont
staan."
Wim Westerman: „Je moet niet te snel
polariseren. Als ik denk aan de cultuur
schok, die wij in Frankfurt hebben
ervaren, kan ik me best voorstellen dat
de Kerk nog niet aan een dergelijke
stellingname toe is. De bewustwording
is ook bij ons nog maar net op gang
gekomen."
i Joor J. G. A. Thijs
I, Set ging deze week bij de bushalte in
,'erfle buurt van het hoofdstedelijke Cen
traal Station echt Amsterdams maar
tok echt Nederlands toe. Zo'n veertig
kleumende mensen drentelden onge-
luldlg heen en weer door de vuilwitte
s ïrij op wegdek en trottoir. Er viel iets
ïnduidelijks uit de grauwe lucht: soms
eek het gewoon regen, dan weer had
net in de verte iets weg van sneeuw,
iven later leek het hard en kleurloos
üs ijs. De conversatie, voorzover die
ïoorbaar bedreven werd, bewoog zich
rooral rondom constateringen wat er
lie koude ochtend wel reed en wat niet.
De vijfentwintig, de negen en de zes
den vertoonden zich weliswaar wat on-
igelmatig en beduidend minder vaak
in gewoonlijk, maar ze waren er toch
f en toe, ze lieten hun klantjes niet in
te steek. Slechts een deel van de
(chaarse gesprekken die de wachten
den onder elkaar voerden drong tot mij
oor en daardoor vond ik tijdvoor een
leine overpeinzing: is er wel iets dat zo
oor en door Amsterdams is als de
lombinatie van een lidwoord en een
elwoord, en dat te zamen als aandui-
Jlng voor een tramverbinding?
bus liet bitter lang op zi^h wachten,
humeurigheid en ongeduld namen
steeds duidelijker bezit van de ver
kleumde schare. Of een enkeling als
eerste waarnam dat „onze" bus, hoog
vieze spatten opwerpend, in aantocht
was of dat er van een mysterieuze
collectieve ingeving sprake was zal wel
nooit meer na te gaan zijn. Vast staat
slechts dat plotseling de wachtenden
zich, alsof er een robbertje gevochten
moest worden, ln een soort slagorde
begonnen op te stellen, dat even later
het lang verwachte voertuig met kra
kende remmen stilhield en dat de deur
geopend werd. Nu gebeurde er iets zeer
opmerkelijks: de wachtenden begon
nen allemaal gelijktijdig in de richting
van de geopende deur te dringen, het
eigen lichaamsgewicht volledig in de
schaal werpend voor een actie die veel
elementen van een strijd in zich had.
Vooral op het ogenblik dat men de
deur naderde spitste de „strijd" zich
toe. Er kon er immers maar één tegelijk
door de opening en zal ik nu de
eerste zijn en de meeste kans op een
zitplaats hebben of zal mijn buurman
mij voor zijn? Midden in dat gedrang
vond ik de tijd even met weemoed
terug te denken aan de stad Londen uit
de laatste dagen van de Tweede
Wereldoorlog: bussen warzn er aller
minst in overvloed, maar de mensen
vormden bij dz halten onberispelijke
rijen en betraden als het ogenblik daar
was keurig in volgorde van aankomst
de bus. Is er, zo vroeg ik me af, wel iets
zo door en door Nederlands als zo'n
gevecht om eerder dan een ander de
trein of de bus binnen te komen?
Teleurgesteld
De afgelopen weken was er gelegen
heid te over voor allerlei bespiegelin
gen over trein en bus en hun verhou
ding tot en hun invloed op de mensen.
Wie het openbaar vervoer een goed
hart toedraagt kan het er moeilijk mee
hebben dat het zozeer in gebreke bleef.
Hoe immers zal een teleurgestelde min
naar de Juiste woorden vinden om op te
komen voor de geliefde die hem op
kritieke tijdstippen in de steek gelaten
heeft, die hem zelfs in de meest letter
lijke zin in de kou heeft laten staan
zonder daarvoor op het ogenblik dat
zulks het meeste nodig was een verkla
ring te geven? Zo'n gedrag kan pijn
doen en wie dezer dagen de conver
saties in de treincoupés regelmatig
meemaakt, meent soms te beluisteren
dat de ondertoon van kritiek en spot
wat scherper en wat minder goedmoe
dig is dan gewoonlijk.
Dat de twintigste eeuw ooit nog eens
de eeuw van het openbaar vervoer ge
noemd zal kunnen worden lijkt in deze
kille wintertijd ln elk geval een dwaze
droom. De gedachte kwam bij me op
nadat ik kennis genomen had van een
soortgelijke voorspelling. In het jaar
1900 schreef de socialist P. L. Tak dat
de toen net begonnen eeuw er een zou
zijn van „elektriciteit en socialisme".
Het is aardig bijna tachtig jaar later
over zo'n voorspelling te mijmeren. Ei
genlijk heeft Tak het in 1900 niet zó
slecht voorzegd, al zouden wij met al
onze ervaringen uit later jaren er wel
het een en ander aan toe willen voegen:
de twintigste eeuw lijkt ook de eeuw
van de atoomenergie, van de dekoloni
satie en ook wel van de grotere open
heid, van de afbraak van veel „muren".
'Heilig'
Taks voorspelling was ik tegengeko
men in het boek (bij de uitgeverij Sun
na ruim twintig jaar opnieuw uitgege
ven) dat dr. Fr. de Jong Edz. schreef
over de „literator en marxist" J. Saks
(wiens eigenlijke naam P. Wiedijk was),
een boek waaruit veel te leren valt over
de schier eindeloze strijd waarin aller
lei linkse groeperingen gewikkeld wa
ren. Tussen de regels door blijkt ook
weer eens hoe .heilig," de overtuiging
van velen hunner was. Een van dege
nen die in 1894 de SDAP (voorganger
van de PvdA) oprichtte, Henri Polak,
schreef later: „Aan onze handen was
het heilig teeken toevertrouwd". Der
gelijke geluiden weerklonken overi
gens ook nog vele Jaren later, een cou
plet uit een gedicht van G. Stuiveling
(uit zijn in de Jaren dertig verschenen
bundel „"Elementen") kan dat duidelijk
maken: „Waar kunnen wij nog Emdere
krachten winnen/Dan, Socialisme, uit
uw zuiv're bron?/Er is geen heil zo wij
ons niet bezinnen/op 't heil, waaruit
d'opstandigheid begon!" Het zou wat
sfeer en toon betreft bijna een psalm
kunnei^zijn
PS De gereformeerde emeritus-predi
kant K. J. Schaafsma uit Utrecht
schrijft me dat ik twee weken geleden
abusievelijk de fraaie karakteristiek
voor Abraham Kuyper „de klokkenist
der kleine luyden" toeschreef aan de
historicus Jan Romein. De uitdrukking
is voor het eerst gebruikt door Han
delsblad-redacteur Elout ln een artikel
dat deze schreef bij Kuyper's dood. K.
Sanders uit Amsterdam wijst me erop
dat ten onrechte een letter h voor
kwam in het Duitse woord „kurort" dat
ik vorige week gebruikte. Dezelfde
briefschrijver geeft ook een woordspe
ling door. .zonder uitspraak geen in
spraak."
-
door Rob Foppema
Opdracht
Maak een leuke affiche waarop je laat zien, dat je
erg blij bent, dat elektriciteit is uitgevonden maar dat
we er verstandig mee om moeten springen. Wie
maakt de mooiste?
Deze opdracht kunnen leerlin
gen van de vierde klas van de
basisscholen aantreffen in het
materiaal van het energiepro
ject dat door de samenwerken
de elektricitelts- en gasbedrij
ven voor hen is opgezet. „Ener
gie in en om ons huls" werd deze
week in Enschede ten doop ge
houden. Het ziet er leuk uit.
maar toen ik in de trein terug
die ene opdracht las. moest ik
even slikken.
Voorlichting van energiebedrij
ven over hun eigen produkt
loopt natuurlijk het gevaar van
een zekere eenzijdigheid. Zeker
nu men zich op de basisscholen
richt, met wat een energiepro
ject heet maar voor een belang
rijk deel een opvoedingscam
pagne is, past grote oplettend
heid.
En dan doet die opdracht, om te
laten zien dat je blij bent met
elektriciteit, me net te veel te
rugdenken aan de jaren dat het
elektriciteitsbedrijf met glim
mende folders in alle eenvoud
de belichaming was van techni
sche en maatschappelijke voor
uitgang. Een vooruitgang die
zich als vanzelfsprekend mani
festeerde in groeiende consump
tie. Die jaren zijn voorbij, naar
het zich laat aanzien definitief.
Tegenwoordig zeg je er even
vanzelfsprekend ln één adem bij
dat er met elektriciteit verstan
dig omgesprongen moet
worden.
Maar toch. Ben ik nu overgevoe
lig? Elektriciteit Is een ontzet
tend handige uitvinding die het
gezicht van onze samenleving zo
diepgaand heeft veranderd dat
de onmisbaarheid ervan haast
een objectief feit is. (Elders ln
deze krant herdenkt een collega
honderd jaar elektrisch licht.)
Goed. Die opdracht kan ermee
door. Hij roept in ieder geval
discussie op, en dat was ook
precies de bedoeling.
Die discussie moet zelfs op de
oudere generatie overslaan. Di
recteur Van der Veen van het
Pedagogisch centrum Enschede
had het over „de mogelijke
winst, dat de ouders zich reken
schap geven van hun wijze van
omgaan met energie. Om dit te
bereiken zijn de probleempjes
en opdrachten gekozen uit de
praktijk van elke dag: waarom
doet vader dit zo, waarom doet
moeder het anders dan de moe
der van een klasgenootje//.
Krachttoer
Van der Veens medewerker R.
Struyk staat te boek als samen
steller van het materiaal voor
alle zes leerjaren. Er moest een
didactische krachttoer worden
geleverd. Het begrip „energie"
wil tenslotte zelfs in het voortge
zet onderwijs nog wel eens moei
lijkheden opleveren. Voor zesja
rigen is het volstrekt onbruik
baar. Van der Veen: „We laten ze
ontdekken wat bij elkaar hoort;
zon en warmte, zon en licht, je
Jas dichtknopen omdat het
koud is."
In de hogere leerjaren worden
geleidelijk meer oorzaken en ge
volgen op hun plaats gezet.
Maar nog steeds aan de hand
van „onze concrete ervaringen
met de energie die we zelf pro
duceren, met de energie die ons
ter beschikking wordt gesteld
vanuit de natuur, vanuit door
mensen ontwikkelde bronnen.
En steeds weer proberen we het
moeilijke terug te brengen tot
het eenvoudige, tot het voor het
kind zelf controleerbare."
Voor zover een onderwijskundi
ge leek als ik het kan beoorde
len. hebben ze dat knap gedaan
en komen ze verrassend ver. Als
het project een beetje aanslaat
en daar deed men ln Ensche
de nogal enthousiast over dan
groeit er binnenkort een genera
tie op die gemiddeld aardig wat'
meer van energiekwesties door
heeft dan hun ouders. En dat
kan beslist geen kwaad.
Pessimisme
Op drie punten in het toelich
tende materiaal voor de leer
krachten herken ik het geijkte
denkpatroon van onze energie
leveranciers duidelijker dan ik
wel zou willen. Over de mogelij
ke verdiensten van windmolens
denken zij zo zwartgallig dat je
je afvraagt waarom zinnige
mensen naar die mogelijkheid
nog onderzoek doen. En dat
doen ze.
Harder stoot ik mij aan deze
passage, die de gedachtcnvor-
ming in de vijfde klas zou moe
ten steunen: „De voortdurend
stijgende vraag naar energie
maakt ingrijpende maatregelen
noodzakelijk. Alleen wanneer
wij onszelf grote beperkingen
zouden willen opleggen is enige
stabilisering mogelijk. Of dit in
derdaad het geval is moet ern
stig worden betwijfeld, al kun
nen wij de leerlingen er wel op
wijzen (zie ook het stukje over
douche en bad ln het leerlingen
materiaal)." Afgezien van het
stukje over douche en bad, wil
ik op mijn beurt betwijfelen of
het zinvol is om dit pessimisme
over te dragen.
Ronduit verbluffend is deze.
voor de zesde klas: „Dit neemt
niet weg, dat men bij de invoe
ring van kernenergiecentrales
de uiterste zorgvuldigheid ln
acht moet nemen, hetgeen ook
wordt gedaan" Punt. Volgende
onderwerp. Zo eenvoudig ligt
dat. Een wat magere begelei
ding voor een brede maatschap
pelijke discussie die de leerlin
gen in hun eigen boekje ln ieder
geval nog symbolisch krijgen
voorgeschoteld in de vorm van
twee stellingnamen van nog
geen twintig woorden elk. De
geschiedenis van turf wordt uit
gebreider behandeld.
Laten we ons maar troosten met
de overweging uit de algemene
toelichting bij het hele project:
„Overigens wordt de kwaliteit
slechts in beperkte mate door
het papier, maar vooral door de
leerkracht bepaald, die we hier
bij veel succes wensen."
Opdracht
Maak eens een plak
boek over de discussie
rond kernenergie. Leuk
om dat na 10 jaar nog
eens te lezen.
Hier kan dus iedereen het zijne
bij denken.
'Heb jij nu al spinazie uit de tuin', vraagt moeder verbaasd? 'Bij ons
staat ze nog maar net boven de grond'. 'Uit de broeibak', zegt
buurman, 'heel eenvoudig. Kun je geld mee verdienen'.
Buurman heeft wel/geen gelijk,
omdat
Hoe komt het dat de spinazie in de broeibak eerder geplukt kan
worden dan die uit de tuin?
Bekijk de tekeningen van de broeibakken. Kleur de goede bak
Men legt het glas op een broeibak schuin,
omdat
a de ruit niet zo gemakkelijk kan breken;
b de ruit gemakkelijker kan worden opgetild;
c de stralen van de zon met meer kracht in de bak kunnen schijnen
De toepassing van zonne-energie begint niet noodzakelijk met
exotische installaties op het dak, zo blijkt uit dit fragment uit het
leerlingenboek voor de vierde klas. Ten behoeve van de leer
kracht wordt in de toelichting behulpzaam gemeld dat een goede
broeibak een schuin raam heeft, om de stralen van de zon beter op
te kunnen vangen. Dat trof mij persoonlijk diep, want ik heb in
mijn jeugd ooit een rechte gemaakt, die toch in gure seizoenen
prima peterselie leverde. Ik dacbt toen dat het ding vooral goed
werkte doordat het binnenin niet waait, waardoor afkoeling
wordt voorkomen. Dat denk ik eigenlijk nog, wat niet wegneemt
dat door een schuin raam meer zonlicht binnenkomt (want minder
wordt teruggespiegeld), zodat het warmer wordt. Maar ook de
hoge achterwand speelt dunkt mij een rol. Die vangt extra
zonnewarmte op, die anders niet aan bet betreffende stuk grond
ten goede zou komen.