Lubbers ziet nieuwe kansen in CDA 'Geen grauwe middenpartij worden en zeker niet naar rechts afglijden' 'Ik ben geen typische KVP-man' Kabinet door kritiek wat gedemoraliseerd mag overgaan BINNENLAND TROUW/KWARTET Het CDA staat voor de moeilijke opgave de komende jaren een identiteit op te bouwen, die meer is dan de simpele optelsom van KVP, ARP en CHU. Een identiteit ook die het naar buiten toe royaal op moet kunnen nemen tegen de vele critici, die menen dat christe lijke politiek eigenlijk onzin is, om dat het uiteindelijk toch alleen maar zou gaan om een keus tus sen links of rechts, progressief of conservatief. In die visie is het Christen Democratisch Appel slechts een toevluchtsoord voor al die kiezers voor wie links te links en rechts te rechts is en die der halve maar kiezen voor het veilige midden. Niet te ontkennen valt dat de CDA-partijen de afgelopen de cennia nogal eens zijn gezwicht voor de verleiding om toch maar vanuit die veilige, comfortabele middenpositie te opereren, maar telkens ook waren er binnen de CDA-partijen tegenkrachten aan het werk om die cirkel van de gemakzucht te doorbreken. Dat spanningsveld tekende zich tot voor kort af in de partijen afzon derlijk. KVP, ARP en CHU, ze hebben allemaal wel hun bevlogen figuren gekend, die vaak op het randje balanceerden van wat bin nen hun partij mogelijk was. Soms ook vielen er enkelen af. De komst van het CDA heeft die spanning in menig opzicht geïntensiveerd. Het bleek noodzakelijk elkaar te over tuigen van de betekenis van het eigen erfgoed, wat vaak niet mee bleek te vallen. Anderzijds bete kende de samenvoeging van de confessionele partijen de totstand koming van een niet gering machtsblok in de Nederlandse po litiek, dat de buitenwacht maxi maal in het geweer bracht. Wat de uitkomst zal zijn van deze sterk op elkaar inwerkende krach ten is vooralsnog een open vraag. Er zijn er die het op een veilige, wat kleurloze middenpartij hou den, anderen veronderstellen een ontwikkeling naar rechts, naar een soort Duitse CDU, als tegenhan ger van het socialisme. Weer an deren zien in het CDA wel degelijk aanknopingspunten voor een evangelisch geïnspireerde politiek. Welke kant het uitgaat hangt niet van één man af. Toch zijn er binnen het CDA een paar perso nen, die krachtens hun functie be paalde ontwikkelingen kunnen versnellen, dan wel vertragen. Eén zo'n figuur is de voorzitter van de CDA-Tweede-Kamerfractie. Sinds enkele weken is dat de KVP-er Ruud Lubbers. Met hem hadden we een gesprek over de identiteit van het CDA, zijn opvattingen over het functioneren van de fractie, van het kabinet kortom over het CDA in de Nederlandse politiek. Eén ding staat voor hem als een paal boven water: het CDA mag van hem geen grauwe middenpar tij worden en het mag zeker ook niet afglijden naar rechts. Het CDA zal volgens hem consequent en hardnekkig bezig moeten zijn z'n grondbeginselen in de weerbarsti ge politieke realiteit gestalte te geven. Om aan te duiden hoe dit zal moeten gebeuren, gebruikte Lubbers een term uit de geschie denis van het socialisme, revisio nistisch. Geen revolutie dus. maar constant, stap voor stap streven naar verbetering van de bestaan de situatie door Willem Breedveld en Ferry Mingelen DEN HAAG „Ik ben niet de koele strateeg, die er gewoon voor zorgt dat er meer kiezers voor het CDA komen en die voor de rest de macht rustig in handen houdt. Ik vind dat er nogal wat moet gebeuren, veranderen ook in de samenleving. We hebben als CDA-partijen een stuk fundamentalisme grondbeginselen en mooie uitgangspunten. Wat komt daar van terecht? Dat is de belangrijkste politieke vraag! Ruud Lubbers, sinds enkele weken ictlevooreltter van de CDA-Tweede Kamerfractie en daarmee de politiek leider van deze politieke federatie, zegt dit In reactie op enkele kwalifica ties van zijn partijgenoot Duljnstee. Deze Nijmeegse hoogleraar op een onbewaakt ogenblik weieens gebom bardeerd tot de peetvader van het kabinet Van Agt stelde onlangs in een interview in VN onbekommerd vast: Lubbers praat in en uit. Je hebt •en houvast aan hem. Voor het kabi it is hij een hopeloos man. Vaak kwaad en dan nog op de verkeerde momenten. Als het kabinet valt, valt het om Lubbers Hij is zwak door Innerlijke onzekerheid. De slapte zit erin als een zachte pudding met een harde korst." Lubbers zelf Ziet in de „weinig fraaie en ijdele" uitval van Duijnstee echtei weinig anders dan een bevestiging van het in sommige kringen hecht verankerde machtsdenken, dat zich ln wezen verzet tegen veranderingen In de samenleving. Een wijze van denken waar de nieuwe fractievoor zitter op zijn beurt van gruwt, omdat daarin weinig anders tot uitdrukking komt dan „minachting voor het volk minachting ook voor het overleg minachting eigenlijk ook voor de de mocratie. Die man moet wel denken dat ik hartstikke gek ben. Hoe kan iemand die uit de ondernemerswereld komt, nou zulke gekke dingen bewe ren. Dat denkt-ie. Hij wantrouwt me. Ik ben een gruwel voor hem. Ik denk dat-ie eigenlijk bang voor me is." Het is precies ook deze verstarring van denken waartegen Lubbers zich al in een vrij vroeg stadium metter daad verzette. Dat gebeurde kort na de nacht van Schmelzer, de val van het kabinet Cals. Voor veel KVP-ers, en ARP-ers was deze gebeurtenis de druppel die de emmer deed overlo pen. Zij verklaarden met spijt op deze partijen te hebben gestemd en vorm den samen met mensen als Jurgens. Bogaers en Vierssen de zogenaamde Americaln-groep die de christen-de mocratische partijen van binnenuit wilden omvormen naar een meer evangelisch geïnspireerde politiek. Lubbers „De nacht van Schmelzer maakte voor mij wel heel indringend duidelijk wat er zoal scheefgegroeid was in de politiek. De christen-demo cratische partijen streefden, zo leek het mij toen, in wezen maar één doel na: wat er is moet blijven. Bovendien wezen deze partijen iedere vorm van democratisering af. Wij spraken toen over de „regentenstijl". Lubbers is overigens (wat sommige anderen van zijn groep wel deden) nooit toegetre den tot de nieuwe radicale partij, de PPR. Die stap was naar zijn mening strijdig met de doelstelling: omvor ming van binnenuit. Bovendien had hij zich toen al weer wat teruggetrok ken uit de actieve politiek. Hij gaf de voorkeur aan zijn werk binnen het eigen bedrijf en de werkgeversorgani saties, overigens zonder gelukkig te zijn met de wending die de politiek na die roerige dagen had genomen. Er kwam een kabinet De Jong, dat het wat rustig aandeed en Lubbers voel de zich bij dit alles bepaald niet „erg gemotiveerd" in de KVP. Zijn open Instelling, zijn verande ringsgezinde kijk op de christelijke politiek zouden Lubbers goed te pas komen als minister van economische zaken in het kabinet Den Uyl. Toch is die periode in zekere zin een teleur stelling voor hem geworden. J)en Uyl zei in het begin weieens wat ekscherend tegen mij. „JIJ denkt dat linkse mensen netter zijn dan ■hristen-democratlsche. Maar dat is liet zo." Ondanks deze relativering is iet me toch wel tegengevallen. Hoe aak was het niet zo. dat de goede laken van het kabinet op het conto •erden geschreven van de socialisten en omgekeerd de slechte dingen vaak lerd toegeschreven aan de christen democraten Het kabinet Is op den duur aan mentale vermoeidheid be zweken De rek was er uit. Enerzijds tagen er nog zware problemen te wachten: de ontkoppeling van de net- lo-netto problematiek, de VAD. de kinderbijslagkwestie. anderzijds werd Van Agt hard geschoffeerd. Hij werd allang niet meer beschouwd als vice-premier, hij functioneerde eigen lijk als politiek tegenstander. Ook voor mij was de lol eraf. Pratend over de CDA-identiteit vindt Lubbers toch dat naar de Inhoud en het karak ter van de politiek de balans voor het CDA duidelijk naar de PvdA behoort over te slaan, „up een aantal punten bestaat er zelfs een natuurlijk bond genootschap met de PvdA." Hij ver bindt er echter ogenblikkelijk twe< maren aan: „De structuur en de interne organisa tie van de PvdA komt nogal verplet terend over op een christen-demo craat. In letterlijke zin is de PvdA wegdrukkend. Zij verwerpt de syn these, het compromis met als gevolg dat de kleinste meerderheid binnen de PvdA al gauw de opvatting wordt van die partij en die opvatting staat dan weer model voor het kabinetsbe leid. Op die manier is de kleinste meerderheid van de PvdA bepalend voor het landsbelang. Alsof dat de mocratie is! Voorts is bij de individu ele CDA-mensen de angst voor het socialisme vaak diep ingeworteld. Men is denk ik een beetje be ducht voor het bedillerige van de socialisten en ook wel een beetje voor het grote aantal." Zeg ook eens iets onaardigs over de liberalen? Ja, kijk, het grondprobleem met de liberalen is natuurlijk dat zij het vrij heidselement zo zwaar opnemen. Het is met hen al gauw: als er geen dwin gende reden is om iets te corrigeren, nou doe het dan maar niet. Terwijl mijn ondertoon nu juist is: wat ik gemeenschappelijk in de samenle ving kan doen is ook waardevol. Er dan, ja, de mensen die op die partij stemmen, behoren natuurlijk in hoge mate tot het establishment. Ze heb ben wel verlichte ideeén, daar niet van. Maar als het er echt om gaat spannen, is het al gauw: waarom zou ik ook eigenlijk. Per slot van rekening leven we in de beste van alle werel den. "Be gentleman", blijf op af stand, zodat de echte gemeenschaps zin toch ontbreekt. Wat stelt het CDA, wat stelt Lubbers hier tegenover? Inderdaad, het element van de broe derschap. maar laat ik het meer com pleet zeggen. Bij ons is er de sterke behoefte te werken vanuit de funda menten, vanuit de bijbel, het evange lie. Persoonlijk beleef ik het als een situatie van onderweg zijn met als opdracht de aarde bewoonbaar te maken naar Gods beeld en gelijkenis. Voor iedere generatie bevat die op dracht nieuwe uitdagingen, omdat de problemen telkens weer anders zijn. Het CDA kan het zich daarom niet veroorloven stil te zitten. Het moei telkens weer nieuwe antwoorden vin den. Uiteindelijk is ons doel terecht te komen in een maatschappij waarin de CDA-grondslag ook werkelijk functioneert. Die weg naar de toe komst zal moeten worden voorzien van onze merktekenen. Iets van het pad moet zichtbaar blijven." Waarin verschilt deze doelstelling van bijvoorbeeld de socialisten? Er is om te beginnen een verschil in stijL Wij zoeken het nogal sterk in de synthese, in het compromis. Wij gelo ven fundamenteel in een pluralisti sche (veelkleurige) samenleving. Onze stijl is, zou Je kunnen zeggen, revisionistisch. WIJ willen onze doel stellingen stap voor stap uitwerken op een revisionistische manier Die stappen moeten echter wel gezet wor den. Daarbij komt nog dat de socia listen hun heil te zeer zoeken in een verwerping van de huidige zoge naamde kapitalistische produktie- s truc tuur. Het valt me telkens weer op welk een zwaar accent de socialis ten leggen op sociaal-economische problemen. Het ademt een ondertoon van: als die problemen maar zijn op gelost dan komt de rest vanzelf wel. Daar zet ik nu Juist grote vraagtekens achter. En: „Ik geef toe dat het CDA vaak te zeer geïdentificeerd wordt met het bestuur, met wat er is, dus onder het motto: alles is goed als er maar rust is. Ik erken dit probleem. De goede oplossingen van toen zijn wellicht geen goede oplossingen voor morgen. We moeten door. Vanuit die wil om te zoeken naar nieuwe oplos singen ga ik graag de discussie met de PvdA. maar ook met dc liberalen aan. Het is niet ons belang de tegen pool van de PvdA te worden. Kenne lijk is het wel in het belang van de PvdA ons in die rol te dwingen." nieuwe kansen, een doorbraak. Na tuurlijk speelt mee dat Je samen ster ker bent, maar er verandert ook wel wat. De vanzelfsprekendheid van het beleid gaat eraf. Omdat verschillende partijen met elkaar samengaan wordt de vraag gesteld: wat willen we, waar gaat het om in de politiek. Je gaat elkaar ook toetsen. Een zeke re mate van spanning binnen het CDA. in wording is goed. Daarom zijn de loyalisten me ook welkom, maar, om objectief te blijven, ook het geluid uit volstrekt andere hoek is me welkom. van is het altijd moeilijk een plan met zoveel impopulaire, maar objectief toch onvermijdelijke maatregelen, zonder aanzienlijke politieke averij door de samenleving te krijgen. Extra moeilijk wordt het als goede maatregelen zonder toelichting of po litieke motivering naar buiten wor den gebracht. Niemand begrijpt dan waarom het goed is, vanuit welke visie die besluiten genomen worden, het is dan weinig inspirerend. Het gaat toch om de inhoud van het beleid, niet om de presentatie? r"'s -♦-«» Welke verschillen ziet u tossen KVP. AR en CHU? De CHU ken ik als een partij van mensen die wel veel christelijke baga ge gezamenlijk met zich meedragen, maar het sterk individueel uitwerken Dat kan dus nogal wat verschillen van opvatting opleveren. De mensen in de AR zijn van huis vaak minder veranderingsgezind dan het voorge steld wordt. Ze willen wel graag in de sfeer van ingebrekestelling aange sproken worden. Dat leidt tot grote politieke bereidheid: „Maar goed dat onze voorman een eindje verder springt dan wijzelf." De AR-top com penseert zo het schuldgevoel bij de leden, dat zij het evangelie onvol doende waar maken. Katholieken worden aangesproken op het „heb wat voor de ander over". Het groeps belang van katholieken in een vijan dige wereld. Als katholiek werd je. zeker boven de grote rivieren niet zomaar geaccepteerd. Nog diep in de jaren zestig vroeg een zakenman aan mij. „Is het echt waar. dat je katho liek bent?" Van de KVP is naar buiten toe wel een te negatief beeld ontstaan. Schmelzer heeft daar, ondanks vele goede ideeén, aan bijgedragen. Die dacht: Jk ben een goed politicus, als ik het machtsspel in Den Haag maar goed speel." Dat machtsspel hoort er natuurlijk wel bij, maar het moet niet het handelsmerk van Je politiek worden. Valt er uit zulke verschillende groe peringen iets nieuws en moois te bakken? Ja. daar zie ik wel kansen voor. Ik voel mezelf ook beter thuis in het CDA dan in de KVP. Ik proef iets van De KVP overheerst het CDA wel opvallend met uw verkiezing tot fractieleider. Ja, dat was ook de reden dat ik voor Hans de Boer was. Er was onvoldoen de motivering dat De Boer het niet zou kunnen worden. Over andere el- gen kandidaten waren de anti-revolu tionairen het echter niet eens. Gege ven die situatie was het ook een teken van rijpheid van het CDA om de meerderheid van de fractie te laten beslissen. Ik erken dat daarmee het probleem van de afspiegeling niet verdwenen is. Dat was ook de reden van mijn voorbehoud. Al eerder heeft een ge kozen KVP'er (Andriessen) als frac tieleider het veld moeten ruimen. Ik wilde eerst de reactie afwachten van de ARP en CHU. Dat leverde geen enkel probleem op, in tegendeel, kreeg ik de indruk. Voor het kader is het ook niet zo'n punt. Het wezenlijke probleem ligt veel lager, bij de kie zers. Je kan hen moeilijk uitleggen waarom er alweer zo'n KVP'er be noemd moest worden. Ik ga er niet speciaal aan werken om dat pro bleem op te lossen, ik zou ook niet weten hoe. Daarbij, zo'n echte KVP- er ben ik nu ook weer niet. Ik ben natuurlijk katholiek van huis uit, maar echt een typische KVP-man ben ik nooit geweest. Dat heeft, schat ik, bij de twee afgelopen formaties meegespeeld. In ARP en CHU gaan stemmen op om de fusie van het CDA en daarmee de opheffing van hun partijen uit te stellen. Dat zou een gevaarlijke ontwikkeling zijn. Wat ons bedreigt is, dat we onze tijd verspillen aan valse spanningen. Dat meningsverschillen tussen CDA- kamerleden worden vertaald in ge schillen tussen de partijen. Ik voel er niets voor aan dat soort spanningen mijn tijd te verdoen. Daarom ben ik ervoor dat de fusie op tijd doorgaat. Bemoeilijkt bet CDA-VVD-kablnet een eenwording van het CDA? Ja. het maakt natuurlijk wel wat uit wat voor kabinet er zit. maar de een wording van het CDA mag natuurlijk niet primair staan bij een kabinets formatie. Er wordt vaak ook een som berder beeld van dit kabinet ge schetst dan werkelijk nodig is. Deels komt dat door de soepelheid van de WD. Het is een misvatting dat dit kabinet het ene besluit na het andere neemt waarover de CDA-fractie zo ongelukkig zou zijn. Een probleem is juist de vaak grote inschikkelijkheid van de WD. Als iemand, die niet precies weet hoe de vork in de steel zit hoort dat Rietkerk weer zo tevre den, dan denkt hij natuurlijk, dat is dus een WD-oplosslng. We moeten de WD-opstelling op zich natuurlijk waarderen, maar het is wel probleem voor de herkenbaarheid. Zijn er dan geen echte spanningen tussen kabinet en fractie? Natuurlijk zijn die er. In het begin viel dat nogal mee. maar na de suc cesvolle provinciale en gemeente raadsverkiezingen veranderde dat. Er kwam meer afstand. Het liep niet rimpelloos meer, en Je merkte dat werd genoteerd, zo van: „Wat is die fractie toch lastig." Het zware punt kwam met de ombuigingsplannen in Bestek 81. Het kabinet was er na erg veel moeite Intern nog wel uitgeko men. maar niet naar de buitenwereld toe. De ministers gingen zich de kri tiek persoonlijk aantrekken, zagen het al gauw als deloyaliteit. Het mi nisterschap is een zware baan, zelfs als Je veel en brede publieke steun hebt, zoals ik in het vorige kabinet Dit kabinet is met een veel moeilijker startpositie begonnen. Afgezien daar- Ja, maar aandacht voor de presenta tie betekent ook inhoudelijke toet sing. Bij een goede presentatie gaat het om de vraag: „Kan ik dit als CDA- minister nog wel goed uitleggen, ge zien ons program etc. Kan Je dat niet dan is het dus geen goede maatregel en dan bedenk Je je nog een keer. De reden voor die slechte presentatU is dat het kabinet door alle kritiek toch wat gedemoraliseerd is geraakt Zo van: „Ik maak er maar niet teveel ophef over want het is toch nooit goed." Het kabinet heeft de neiging zaken onopvallend naar buiten tc brengen, zodat de aandacht niet te veel getrokken wordt. Den Uyl noemt dat ten onrechte depolitiserend. Den Uyl bedoelt dat het kabinet niet echt kiest, mist laat bestaan over de koers die het volgt. Ik ben het daarmee niet eens. Die Indruk kan echter ontstaan door de instelling van dit kabinet: „Hoe zou den verstandige mensen dit probleem nu oplossen." Politieke duidelijkheid ontstaat natuurlijk eerder als Je er voor zorgt als partij zelf steeds aan Je trekken te komen. Den Uyl was daar een meester in. Die heb ik dingen zien verkopen als overwinning, die hij te voren in het kabinet had verloren. Van Agt is als premier de tegenpool van Den Uyl. Van Agt zegt. „Als ik alle ministers nu maar de ruimte laat en zorg dat de zaken een beetje bij elkaar uitkomen, dat komt er vanzelf een behoorlijk resultaat. Den Uyl zag de ministers eerder als instrumenten om zijn visie uit te voeren. Den Uyl was ook in de eerste plaats socialist. Van Agt is in de eerste plaats premier en ook wel christen-democraat. Hij functioneert op die manier niet als eerste bewaker van de CDA-inbreng. Hoe stelt de fractie die inbreng dan veilig? Door het kabinet voortdurend met onze opvattingen te confronteren. Daar gaat wel invloed vanuit. Soms leidt dat in het kabinet tot klachten, maar dat is ten onrechte. Het gaat niet om de frustraties van ministers, het gaat om politiek scoren. Span ning hoort er te zijn tussen kabinet en fractie, als je maar zorgt dat je niet uitglijdt. Is die druk voldoende om de slechte verhouding kabinet-vakbeweging te verbeteren? Ja, het is waar, de relatie tussen kabi net en vakbeweging laat te wensen over, daarover ben ik wel bezorgd. Of wij, als fractie voldoende invloed heb ben om ook daar wat aan te doen, daar zet ik op zijn zachtst gezegd een vraagteken achter. Hoelang houdt een kabinet met zo veel tegenstand het vol? vAantjes heeft gezegd, over het parle ment zal dit kabinet niet vallen. Ik ben het daarmee eens Je kan niet zeggen. Je krijgt voor drie maanden krediet en daarna praten we wel ver der Ik stuur niet aan op de val van •het kabinet. Integendeel, wij moeten de regeringsperiode volop benutten. Er kan natuurlijk altijd wat misgaan, het kabinet moet het zelf maken, maar politiek taxerend zeg ik: welk belang van de samenleving is er nu met een crisis gediend? Natuurlijk het is vervelend dat het kabinet het niet goed met de vakbeweging, met name het FNV. kan vinden maar is dat voldoende reden om dan maar naar andere politieke samenwerking te gaan zoeken? Ik zie niet in dat dat, in het landsbelang zou zijn, ik zie dat de oppositie op dit moment in ieder geval ook niet duidelijk maken. Kunt u het kabinetsbeleid met een cijfer waarderen? Ach een cijfer hangt af van de vraag of Je iemand wil laten zitten of over gaan. Het antwoord op die vraag lijdt geen enkele twijfel: overgaan!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5