Steeds meer boeken bij de Bijbel
Hans Küng bezig met de vraag: bestaat God?
Zonder betalen gekocht
Zeeuwse veerdiensten duurder
Zeven mensen aangehouden
Klacht ingediend
tegen politieman
Gemiddeld 5,1 procent
DONDERDAG 18 JANUARI 1979
BINNENLAND
door ds. W. Blei)
Dat bijbelgenootschappen of
bijbelultgevers zich beperken
tot het uitgeven van bijbels,
behoort al Jarenlang tot het
verleden. Steeds meer wordt
er aandacht gegeven aan In
formatie bij de bijbel en ver
zorgt men de daartoe dienen
de lectuur. Dat ls niet zo'n
eenvoudige zaak overigens
Niet alleen dat zulk werk we
tenschappelljk van hoog nl
veau dient te zijn. men moei
zich bovendien realiseren, dal
er bijna geen objectieve lnfor
matle mogelijk ls: er ls toch
altijd weer onmiddellijk een
zekere interpretatie aan de
orde, waarmee niet elke lezer
gelukkig zal zijn.
Opmerkelijk ls. dat In rooms-kitho-
lleke kring de aandacht voor de bijbel
sterk toeneemt De Katholieke Bijbel
Stichting (KBSi geeft elk Jaar tame
lijk veel nieuwe boeken uit en kan dat
blijkbaar doen vanwege een willig
lezerspubliek Hier volgen enkele uit
gaven van najaar 18
Seef Konijn
Allereerst het boekje van Seef Konijn
„Zoon van Ood" (ondertitel: „Naar
een nieuw verstaan"). Het gaat erom.
zich te bezinnen op wie Jezus nu
eigenlijk was of voor ons is. Overi
gens spelt dit boekje de naam Jezus
als Jesus een kleinigheid die van
mij niet hoeft in ons kleine taalge
bied Wie zeggen de mensen dat Ik
ben. wie zegt gij dat Ik ben? Zonder
twijfel is dit voor elke christen de
grote vraag, waar alles om draalt.
Seef Konijn pakt de zaak flink aan in
dit boekje van 64 bladzijden. Vanuit
de oude en ouderwetse, kerkelijk den
kende definitie in de oude catechis
mus. redeneert hij naar een modem
Jezus be grip, dat hij vooral via de
joodse wortels van het christendom
en de Joodse (denkkwereld van de
bijbel, tracht te bereiken.
Taalgebruik
De feiten en interpretaties die hij
aandraagt, zijn voor elke student in
de theologie normaal en bekend, voor
menige traditioneel denkende lezer
wellicht niet. Jezus moet „naar de
aarde", na vele eeuwen christendom
steeds meer en teveel een hemelfl-
guur te zijn geweest. Seef Konijn
bedient zich van het taalgebruik dat
heden ten dage erg „In" is en zijn
startpunt neemt in de bijbelse exege
se en bijbelse theologie. Van een dog
matisch taalgebruik ls geen sprake,
zodat men ook niet uitkomt met de
vraag, of dit nu vrijzinnig of orthodox
is. Niemand heeft thans ook maar
enige behoefte aan de tegenstellingen
met bijbehorende gedachtenwerel-
den van toen. maar bij lezing dacht ik
wel steeds: het ls het oude verhaal in
moderne vorm. Een boekje dat iic
graag aanbeveel, er staat veel inspire-
rends in.
Het tweede boekje heet „De bijbel op
tegels", samengesteld door de mon
nik uit de Abdij van Egmond. Adr.
Huyg, O.S.B. Monnikenwerk? Zeker,
waar haal Je Immers al die reproduc
ties vandaan? Daar moet Je zin in
hebben. Er wordt trouwens een volle
diger uitgave in dit boekje aangekon
digd van J. Pluis. We wachten zoge
zegd met spanning. En voorts? Huyg
meent in zijn inleiding, dat dit boek
je. met 182 tegel-voorstellingen, de
„beeldmeditatie op bijbelse grond
slag" kan bevorderen. Wat dat ook
mag wezen. Wel kunnen we vaststel
len. dat men vroeger heel gemakke
lijk naar de bijbel greep als het ging
om Ideeën voor illustraties, aankle
ding enz. Was dat nou vroomheid of
juist het tegendeel? Overigens zijn de
plaatjes soms erg leuk kijkwerk.
Zwaardere stof
Boekje nr drie ls zwaardere stof;
„Bijbellezen in het spoor van Israël,
deel m
We zijn alleen nieuwsgierig naar
als hij het zou schrijven een vol
gend boekje over Maria en de Mario-
logie. Mij dunkt zou dat nog wel eens
interessanter kunnen worden.
Zoals men weet, is de bijbel op een
systematischer manier ingedeeld en
geschreven, dan men vroeger wel
dacht Er zijn pericopen, die van
oudsher bij elkaar gelezen werden.
Stukken uit to ra, (de eerste vijf boe
ken). uit de profeten en de psalmen.
Er zijn ook theorieën over een derge
lijke, bedoelde, indeling van bijvoor
beeld het evangelie van Johannes.
Het gaat hier dus om een leesprak-
tijk.
Jeugdboeken
Illustratie uit „Jezus van
Nazareth"
bijbel lezen en dieper op de innerlijke
verhoudingen daarvan willen ingaan.
In de sector „jeugdboeken bij de bij
bel" zijn er vier deeltjes uitgekomen
in de serie „Mijn wereld met de bij
bel". Het zijn dunne boekjes (50 blz.),
waarin de tekst van de schrijver Die
trich Steinwede wordt onderbroken
door veel illustraties, meestal foto's,
reproducties van goede kwaliteit. De
oorspronkelijk Duitse teksten zijn
vertaald door Marinus de Goeij. On
derwerpen: Jezus van Nazareth. Over
God, Kerstmis met Lucas en De
Schepping.
De boekjes vertellen de „inleidings
wetenschap" in voor het kind begrij
pelijke taal en op door kinderen te
volgen snelheid en tempo. Hier en
daar staat een typisch katholieke op
merking, zoals bijvoorbeeld ..Veel
mensen dachten: Jezus is onze Ko
ning. Jezus en Maria horen bij elkaar
in het Rijk van God. Daarom is Maria
eigenlijk een koningin", (blz. 40 in
„Kerstmis met Lucas"). Toch zijn de
teksten erg compact en bevatten in
weinig regels veel vragen of medede
lingen. En dit ls toch niet in tegen
spraak tot wat ik schreef over snel
heid en tempo. Snelheid en tempo
worden immers ook sterk mede be
paald door de lay-out en typografie.
Welnu, die is voortreffelijk. Anders-
zijds ls echter de tekst verraderlijk,
omdat deze al redenerend zoveel
vóórzegt, althans geen ruimte laat
voor eigen gevoelens, vragen of ge-
loofsconclusles. Het zijn dus eigenlijk
erg slechte boekjes wanneer men het
zó bekijkt.
In dit deel drie vinden we stukken uit
telkens wet, profeten met psalm en NOQ 6GR
evangelie bij elkaar, „seders", dat Ls 9
de opeenvolging van schriftlezingen
in een liturgisch jaar. Er wordt dan
aansluitend een meditatie gegeven
op een tekstvers uit zo'n seder, onder
een soort thema, zoals „Gods bij
stand" of „Bekering". Voor predikan
ten kan dit boekje zijn nut hebben,
alsook voor hen die regelmatig de
Nog een kinderboek: „Kijken naar
het Woord". Mozes vertaald en gete
kend door Ton Heldeman en anderen.
Men mag dit geen kinderbijbel noe
men. men doet het De bijbelteksten
zijn navertellingen van geestelijk ge
handicapte kinderen. De tekeningen
zijn pagina-groot, zwart-witte pente
keningen op papier dat sterk genoeg
is om er op te kleuren met stiften,
verf, potlood enz. Ook de tekenaar is
geestelijk gehandicapt. Het werk
groepje stond onder leiding van Adri
Loos.
Ten slotte
Ten slotte: „Ik lees in de bijbel" deel
4. Verhalen over het begin. Keuze en
rangschikking van de teksten: Anne-
liese Pokrandt. Oorspronkelijk is dit
een Duitse uitgave „Elementar Bi-
bel". Een kort stukje inleiding, wordt
telkens gevolgd door een verhaal uit
Richteren (hier: Het boek Rechters),
Ruth, Genesis 1-11, en besloten met
psalm 18. De opzet en rangschikking
van de teksten is op zichzelf inlei
dingswetenschap. argeloos verwerkt.
De tekeningen zijn van de gebruike
lijke soort. Het boek heeft eeck^t
kaft (gelijmd/gebonden),
voor een kinderboek dat e'
moet. wel als een vereis
gelden.
De lutherse predikant W. B 0i,
spreekt: Seef Konijn, „Zoc re
God", paperback, 64 blz, 9.5
Huyg O.S.G. „De bijbel op I
paperback, 192 blz 17,50; „I
zen in het spoor van Israël"
back, 184 blz 23,90; Dietrich B
wede, „Mijn wereld met de
deel 1-4, gebrocheerd 8,75,
den ƒ12,- ±50 blz.: Ton Hei A
e.a. „Kijken naar het Woord"
back. 112 blz. ƒ12,50; Annell
krandt, „Ik lees in de bijbel
gebonden 86 blz, 8,90. Alle
uitgegeven bij KBS, Boxtel.
door dr. Anton Houtepen
„Waarom m Ood geloven? Waarom niet eenvoudigweg ln de mens. In de maatschappij, ln de
wereld? Waarom in Ood geloven en niet eenvoudigweg ln menselijke waarden: vrijheid,
broederschap, liefde? Waarom naast zelfvertrouwen ook nog godsvertrouwen, waarom naast
arbeid nog gebed, waarom naast politiek nog godsdienst, waarom naast het verstand ook nog
de bijbel, waarom naast het tijdelijke ook nog het eeuwige?"
Aldus ln een scherpe, voor velen her
kenbare vraagstelling. Hans Küng ln
Zijn jongste boek „Bestaat God?".
Het draagt de gewaagde ondertitel:
.Antwoord op de VTaag naar Ood in
deze tijd" Dat ls een wat misleidende
vertaling van de Duitse ondertitel
Deze geeft aan dat het boek een ant
woord wil zijn op de wetenschappelij
ke Oodsvraag van de nieuwere tijd.
In de veronderstelling overigens, dat
de vragen van denkers als Descartes
en Pascal. Hegel en Kant ook thans
nog van belang zijn. En dat het plei
dooi tegen Ood van Feuerbach.
Marx, Freud en Nietzsche allesbehal
ve uit de tijd ls.
Het boek. uitstekend vertaald door
Ton van der Stap. is een belangrijk
stuk christelijke geloofsverantwoor-
ding Het is het best te karakteriseren
als een pleidooi tegen het weten-
schappelljk-filosofische atheïsme en
zijn vele populaire versies, die in de
vorm van vooroordelen tegen Gods
geloof voortleven, in de wetenschap,
in de politiek, ln de cultuur. Küng wil
enerzijds afrekenen met de zelf opge
roepen valse godsbeelden van het
christelijk verleden, anderzijds de be
langrijkste filosofische argumenten
tegen God weerleggen of tenminste
ontzenuwen
Het zal, zeker voor reformatorische
lezers, goed zijn dit karakter van het
boek van meet af aan in het oog te
houden. Voordat Küng op pagina 754
zijn betoog beëindigt met de lofprij
zing „U. God, loven wij" ook voor
hem is het biddend beamen van Ood
belangrijker dan alle theologie zijn
er heel wat vragen behandeld, die
niet elke christen zich dagelijks zal
stellen. De directe bezinning op het
bijbelse Godsgeloof omvat daarbij
nauwelijks 100 bladzijden. En ook
daarin houdt Küng het gesprek met
de filosofische vragenstellers vol
Voor wie niet
Het boek is dan ook niet geschreven
voor de velen, voor wie de vraag naar
Ood geen probleem is: niet voor dege
nen die zeggen wel „in iets" te gelo
ven. maar er verder niet wakker van
liggen war daarvan de consequenties
zijn voor hun leven; niet voor dege
nen, voor wie God niet ter discussie
mag staan, omdat ze twijfels en vra
gen beschouwen als ongeloof. Even
min voor degenen die God niet kun
nen missen, omdat ze religieuze erva
ringen haast hormonaal hebben inge
bouwd gekregen: kruidendokters.
Poona-gangers, natuurvereerders die
hun religieuze behoeften het liefst in
het bos doen (Bomansi En ook niet
het moet bij voorbaat gezegd voor
diegenen die in ongeschokt geloof en
overgave biddend, lijdend, hopend
hun God ontmoet hebben als de le
vende die HIJ ls.
Toch ls het boek een onmisbare aan
winst voor theologische arsenaal van
onze dagen. Na lange tijd, waarin de
theologen het tractaat over God we
gens verbouwing gesloten" hielden of
God de dood lieten sterven van dui
zend nuanceringen, ls er weer een
poging tot synthese die respect af
dwingt.
Geloof en eten
Küng begint met een afbakening van
de vraag van geloof en weten. Aan de
hand van de „denkwegen" van Des
cartes en Pascal laat hij twee klassie
ke grondhoudingen zien: een meer
verstandelijke. argumenterende
plaatsbepaling van Ood en een meer
effectieve, in het leven zelf gewortel
de overgave aan God; beredeneerd
Godsgeloof dan wel geloofssprong;
de oude tegenstelling tussen „de God
der filosofen" en de Ood van Abra
ham. Isaak en Jacob.
Küng aanvaardt tenslotte deze te
genstelling niet. Inzoverre is hij goed
katholiek. Maar hij wijst ook een ge
makkelijke harmonie af. In zoveire is
hij goed reformatorisch. Mede als ge
volg van de uitzuivering van de we
tenschappelijke vooronderstellingen
en de ontdekking van het verschil in
taalspel, denkmodel, zoekontwerp.
hoeft er na Wittgenstein. Popper en
Kuhn ook geen tegenstelling tussen
geloof en weten te bestaan. We hoe
ven niet langer het kiezen tussen een
naief concordisme, dat overal ln de
werkelijkheid „gaten" ontdekt, waar
in het Godsbestaan past en een al
even naief dualisme, dat God en de
werkelijkheid zover uit elkaar haalt
dat elke relatie tussen beide een won
der moet heten. Geloof en weten heb
ben betrekking op dezelfde, ene wer
kelijkheid. maar vanuit een heel ver
schillend zoekontwerp en taalspel.
Geloof en
geschiedenis
Belangrijker dan deze kentheoreti
sche schermtuselingen is de vraag
naar de feitelijke verhouding van de
werkelijkheid, zoals wij die kennen
en en-aren. en de werkelijkheid van
God Hier komt Hegel uitvoerig ter
sprake, maar ook mensen als Teil
hard de Chardin en Alfred White
head Zij hebben ons de dynamiek
van de geschiedenis, de evolutie, het
procesmatige karakter van al wat ge
beurt blijvend ingeprent.
Daardoor is ook God voor ons alleen
nog maar denkbaar ln dynamische
begrippen van groei, wording, ont-
wikkelilng. De oude statische wereld
beelden én de daaraan corresponde
rende statische Godsbeelden hebben
voorgoed afgedaan De wereld en
God zijn ln beginsel „elke morgen
nieuw.' (v. D. Veken).
Pleidooi tegen God
Toch hoeft uit de dynamiek van de
werkelijkheid het Godsbestaan nog
niet automatisch te volgen. Hier ko
men Feuerbach. Marx en Freud ter
sprake Is Ood niet van meet af aan
projectie van de mens (Feuerbach).
opium van het volk (Marx), illusie van
infantiel gebleven mensen (Freud)?
Met veel biografische details tekent
Küng de godsdienstkritiek van deze
Hans KQlng
het bestaan, maar evenmin het niet-
bestaan van de God van zijn ver
langen.
Aparte aandacht krijgt het „nihilis
me" van met name F. Nietzsche. De
werkelijke ernstige bedreiging voor
het Godsgeloof is volgens Küng niet
het filosofische atheïsme, maar het
nihilisme. Als de werkelijkheid zelf
onbetrouwbaar, absurd, chaotisch is,
dan is er weinig plaats voor Godsver
trouwen. God en de rest van de wer
kelijkheid kunnen en willen we Im
mers sinds Hegel niet meer volledig
uit elkaar halen. De geschiedende
werkelijkheid van het persoonlijke en
collectieve menselijk leven kan niet
anders zijn dan de spiegel, de echo, de
afglans van Gods eigen geschiedenis.
Als achter de werkelijkheid alleen
maar het niets gaapt, dan kan de
mens slechts drijven op zijn eigen
bewuste maar absurde levenswil, zijn
wil tot macht, zijn behoefte aan
warmte, lust. het dagelijks brood.
Dan is er geen oergrond, oerhouvast
en oerdoel meer. kortom: dan heeft
het leven geen zin meer. Dan vervalt
een cultuur tot bestaansangst en ver
veling of tot oppervlakkige vertrooi-
ing of tot beide. Is dat het niet. wat
we in onze cultuur zien gebeuren, zo
wil Küng zeggen. Is dat niet dé be
dreiging van het Godsgeloof, door
Nietzsche profetisch geschouwd voor
de elite van toen. die de massa van nu
is?
„kerkvaders van het atheisme" Hij
tracht hun positieve bedoelingen te
doorgronden: hun ijver voor de men
selijke waardigheid, hun pleidooi
voor de nuchtere waarneming, hun
inzet voor gerechtigheid, hun streven
naar gezondmaking van door gods
dienst ziekgeworden mensen. Hij ont
maskert tegelijkertijd hun vooron-'
derstellingen. Hij ontmaskert ook de
projectietheorie die bij alle drie in
een of andere vorm uitgangspunt is.
als een logische denkfout. Het feit dat
in „Ood" een heleboel menselijke ver
langens worden geïnvesteerd of dat
godsdienst te maken heeft met fun
damentele menselijke behoeften be
wijst zelf nog niets vóór of tegen het
object van die verlangens of die be
hoeften. Wie naar Ood verlangt be
wijst met dat verlangen zelf nog niet
Pleidooi voor God
Naast het pleidooi tegen God is er
echter ook een filosofisch pleidooi
voor God. Een groot aantal eigentijd
se denkers psychologen, filosofen
maakt Küng tot zijn kroongetui
gen. Zoals Erikson. die wijst op de
noodzaak van een „basisvertrouwen"
voor de gezonde ontwikkeling van de
mens; Heidegger, die ons oproept het
.Zijn zelf" van de zljnden en achter de
zijnden niet te vergeten; Bloch die
„het beginsel hoop" ontdekt als de
drijvende kracht van de geschiede
nis; Horkhelmer met zijn zoeken naar
„laatste gerechtigheid"; Fromm met
zijn vraag naar .zijn" in een door
„hebben" beheerste cultuur. Men kan
blijkbaar weer in God geloven op
basis van filosofische en psychologi
sche uitzichten, blijkbaar zelfs beter
dan een eeuw of wat geleden.
Maar het moet wel geloven blijven.
Godsbewijzen zijn niet mogelijk, zo
als Kant eens en voorgoed heeft dui
delijk gemaakt. We komen niet ver
der dan verwijzingen, postulaten,
analogieën. Toch acht Küng die met
Vaticanum I onmisbaar voor een re
delijke geloofsverantwoording. En te
gen K. Barth houdt hij staande, dat
God weliswaar in de orde van het zijn
uitgangspunt is, maar niet per se in
de orde van het kennen. Theologisch-
methodisch is het nodig de angsten
en verlangens van de mens ter sprake
te brengen ter staving van het geloof
in Ood.
De bijbelse God
Het specifieke van het joods-christe
lijke Godsgeloof dient dan ook nog
afgebakend te worden tegenover het
geloof van de andere levende Gods
diensten. Küng ziet dat bijzondere
gegeven met de Godsnaam. Niet al
leen is God daarmee aanspreekbaar
geworden tegenover de God der
filosofen maar zijn specifieke
naam JHWH duldt op het dynami
sche geschiedenisbepalende karakter
van de joods-christelijke God. Dat is
het beslissende. Er blijven dan nog
genoeg vragen over: in hoeverre kan
God „persoon" genoemd worden?
Grijpt Hij in in de wereld? Wat komt
er op het einde van de geschiedenis?
Hoe zit het precies met goed en
kwaad? Küng probeert die vragen zo
te beantwoorden, dat het bijbelse
denken en de inmiddels aanvaarde
filosofische en natuurwetenschappe
lijke uitgangspunten beide recht wor
den gedaan.
Specifieke vragen moeten tenslotte
worden gesteld aan het christelijk
Godsbesef. In Jezus Christus krijgt
Ood de nieuwe naam „Vader". In het
christelijk belijden van de eerste eeu
wen treedt Jezus zelf binnen als de
Mensenzoon ter rechterhand Gods in
de christelijke idee van God, terwijl
anderzijds Gods eigen presentie bij
de mensen wordt vertaald in termen
van de Geest van God die bij en in
ons woont: de drieëne God die zich
onthult in de geschiedenis van men
sen: oergrond, oerhouvast en oerdoel
van alle werkelijkheid. Als zodanig
blijkt deze God niet in strijd met „de
God der filosofen". Daarbij is de bij
belse God wel „de meer goddelijke
God voor wie de moderne meer kri
tisch geworden mens zond
verstand ooit te moeten prijsg
kan bidden en offeren weer
knieën kan vallen en voor Hen
ceren en dansen."
Een antwoord?
Is Küngs boek het antwoord o|
lende vragen? Het heeft in elk
de verdienste de scherpte v
vraag naar God opnieuw ond«
te hebben gebracht. Maar het
naar een verantwoord God
heeft niet slechts te maken
vraag óf God bestaat, maar h<
bestaat.Eigentijds veran
Godsgeloof krijgt te maken
uitzuivering van vele valse Go<
den die de joodschristelijke
heeft voortgebracht of op z'n
onvoldoende bestreden. Wat
boek daarom bij alle verd
die het heeft node gemist
een grondige exegese van O
Nieuwe Testament, die de ve
anten, originelen en afgietse
authentieke Godsbeelden, ma
de verminkingen en vervalsin
binnen het bijbelse erfgoed,
laat zien. Zoals de „God der
fen" een kritische maar respe
behandeling verdient, zo evenï
God van Abraham, Izafik
cob": ook het bijbelse Oodsge
resultaat van menselijk Gods
gen en daarom even kwetsbai
menselijk al te menselijk.
De God van ons verlangen sta
iswaar boven en achter het t
van ons verlangen naar
staat of valt niet met onze bf
die wij ons van hem vormen
theologie heeft geen ander mal
dan het menselijke verhaal v|
Godsverlangen, dat ook in zijnl
se gestalte niet geheel zonder J
men is. Misschien dat Küng de
vraag nog eens vanuit dat ge
punt gaat behandelen, zoals I
zo voortreffelijk heeft gedaan i
christologie in zijn vorige
„Christen-zijn." Pas dan zal hel
boek beloofde verhaal over Gfl
kelijk geschreven zijn.
Dr Anton Houtepen, verbond
het diocesaan pastoraal centn
het bisdom Den Bosch, bes]
Hans Küng, Bestaat God? An!
op de vraag naar God in dei
Uitg. Gooi en Sticht. Hilversn
blz.. 67,50
ARNHEM (ANP) De Arnhemse politie heeft ln de afgelopen weken in samenwerking met de
Amsterdamse politie en de rijkspolitie in Landsmeer zes mannen en een vrouw aangehouden,
die worden verdacht van oplichting en flessetrekkerij voor een bedrag van ruim 800 000
gulden. De benadeelden zijn dertig Nederlandse bedrijven en éën in België, hoofdzakelijk
toeleveranciers van gebruiksgoederen aan horeca-bedrtjven.
De zes mannen en een vrouw (Ln leef
tijd variërend van 22 tot 31 Jaar)
kochten bij deze bedrijven goederen
met het verhaal, dat zij het plan had
den een keten van eethuisje» ln Ne
derland te openen De transacties
werden steeds gesloten ln een door de
oplichters gepacht restaurant in de
binnenstad van Arnhem De eigenaar
van deze zaak wist van niets
De oplichters idrie uit Arnhem, twee
uit Amsterdam en twee uit Laren N-
H) vertelden de leveranciers steeds
een bankrekening ln Zwitserland te
hebben Van deze rekening was in
middels 75 000 gulden overgeschre
ven op een Nederlandse bank, zeiden
zij De bankrekening ln Zwitserland
bestond niet. die ln Nederland wel.
Twijfelende leveranciers konden op
die manier de kredietwaardigheid
van de kopers controleren.
De leveranciers kregen pas argwaan
na het uitblijven van de betalingen
De 75 000 gulden waren inmiddels
weer van de rekening afgeschreven.
De geleverde goederen varieerden
van gokautomaten, geëmailleerde
badkuipen, dozen lampekappen. ta
fels. stoelen, keukenmachines, olie
lampen. porselein, kassarollen, glas
werk. espresso-apparaten, dozen wijn
en brandy tot muziekautomaten.
De oplichters sloegen de goederen op
Ln twee pakhuizen in de buurt van
„hun" Arnhemse restaurant. Later
werden de goederen overgebracht
naar een pakhuis in Amsterdam-
Noord en een pakhuis in Landsmeer
Vrijwel alle goederen zijn achter
haald en in beslag genomen. Twee
oplichters, de 23-Jarige J. W. v.d. M.
en J. A. R. (31). beiden uit Arnhem,
zijn Inmiddels voorgeleid. De Arn
hemse politie heeft het onderzoek in
deze zaak nog niet afgerond.
GELEEN (ANP) De chef van de
bedrijfsveiligheidsdienst van een
winkelbedrijf in het Limburgse Beek
heeft bij de procureur-generaal in
Den Bosch een klacht ingediend te
gen een lid van het politiekorps van
Geleen. De politieman zou de privé-
sfeer van een of meer burgers hebben
geschonden. De indiener van de
klacht, de heer H. Thomas, zegt dat
hij een foto uit het politie-archief
heeft ontvangen van een mogelijke
winkeldief. Dat zou zijn gebeurd door
bemiddeling van een vrouwelijke
werknemer van zijn bedrijf, die ge
trouwd is met een Oeleense politie
functionaris.
Een woordvoerder van de politie in
Oeleen zei dat de politie geen com
mentaar zal geven op de klacht, te
meer daar de inhoud van die klacht
bij de politie niet bekend is Volgens
hem moet het onderzoek worden af
gewacht.
MIDDELBURG (ANP) De tarieven van de provinciale
veerdiensten in Zeeland zullen per 1 april gemiddeld met 5,1
procent stijgen. Het tarief voor de lichte vrachtauto's gaat het
sterkst omhoog, namelijk van 6.25 gulden naar 6,75 gulden,
een stijging van acht procent. De personenauto's gaan het
tarief 6,2 procent meer betalen voor hun overtocht, namelijk
van vier gulden nu naar 4,25 ln april. De meervaartenkaar-
ten voor het vervoer van personen gaat 8,3 procent omhoog.
De enkele reis blijft gelijk in prijs.
Door de voorgestelde tariefsverho
ging zal de provinciale stoomboot-
dienst Zeeland 629.700 gulden meer
aan inkomsten binnenhalen dan in
1978. Vorig jaar was de totale op
brengst van de provinciale stoom-
bootdienst 12.320.000 gulden. De ta
rieven voor de provinciale Wester-
schelde-veren zijn ln 1978 niet ver
hoogd.
De tarieven worden verhoogd op
voorstel van de minister van verkeer
en waterstaat en wel 3.5 procent voor
1979 en 1.5 procent wegens het ach
terblijven van de tariefsverhoging
1978
De provinciale stoombootdienst zal
haar bijdrage aan de Koninklijke
Zuidhollandse maatschappij tot red
ding van drenkelingen optrekJ
35 gulden tot duizend gulden j
De dienst is namelijk bij ev
calamiteiten aangewezen op
dingsboot van deze maats(
die in Breskens gestationeerd
boot kan. zo is uit de praktij!
ken, bij alarm zeer snel ter
zijn De reddingsboot heeft z<
ciale voorzieningen getroffen
redding van drenkelingen
veerpont effielënt te laten vi
Daar mag van de zijde van di
wel een financiële vergoeding
ver staan, vindt het provincl
stuur. Vandaar dat gedeputee
ten van Zeeland de staten hi
stel doen om de reddingmaa
pij tot en met 1981 met duiz<
den per jaar te steunen.