Steeds meer boeken bij de Bijbel Hans Küng bezig met de vraag: bestaat God? Zonder betalen gekocht Zeeuwse veerdiensten duurder Zeven mensen aangehouden Klacht ingediend tegen politieman Gemiddeld 5,1 procent DONDERDAG 18 JANUARI 1979 BINNENLAND door ds. W. Blei) Dat bijbelgenootschappen of bijbelultgevers zich beperken tot het uitgeven van bijbels, behoort al Jarenlang tot het verleden. Steeds meer wordt er aandacht gegeven aan In formatie bij de bijbel en ver zorgt men de daartoe dienen de lectuur. Dat ls niet zo'n eenvoudige zaak overigens Niet alleen dat zulk werk we tenschappelljk van hoog nl veau dient te zijn. men moei zich bovendien realiseren, dal er bijna geen objectieve lnfor matle mogelijk ls: er ls toch altijd weer onmiddellijk een zekere interpretatie aan de orde, waarmee niet elke lezer gelukkig zal zijn. Opmerkelijk ls. dat In rooms-kitho- lleke kring de aandacht voor de bijbel sterk toeneemt De Katholieke Bijbel Stichting (KBSi geeft elk Jaar tame lijk veel nieuwe boeken uit en kan dat blijkbaar doen vanwege een willig lezerspubliek Hier volgen enkele uit gaven van najaar 18 Seef Konijn Allereerst het boekje van Seef Konijn „Zoon van Ood" (ondertitel: „Naar een nieuw verstaan"). Het gaat erom. zich te bezinnen op wie Jezus nu eigenlijk was of voor ons is. Overi gens spelt dit boekje de naam Jezus als Jesus een kleinigheid die van mij niet hoeft in ons kleine taalge bied Wie zeggen de mensen dat Ik ben. wie zegt gij dat Ik ben? Zonder twijfel is dit voor elke christen de grote vraag, waar alles om draalt. Seef Konijn pakt de zaak flink aan in dit boekje van 64 bladzijden. Vanuit de oude en ouderwetse, kerkelijk den kende definitie in de oude catechis mus. redeneert hij naar een modem Jezus be grip, dat hij vooral via de joodse wortels van het christendom en de Joodse (denkkwereld van de bijbel, tracht te bereiken. Taalgebruik De feiten en interpretaties die hij aandraagt, zijn voor elke student in de theologie normaal en bekend, voor menige traditioneel denkende lezer wellicht niet. Jezus moet „naar de aarde", na vele eeuwen christendom steeds meer en teveel een hemelfl- guur te zijn geweest. Seef Konijn bedient zich van het taalgebruik dat heden ten dage erg „In" is en zijn startpunt neemt in de bijbelse exege se en bijbelse theologie. Van een dog matisch taalgebruik ls geen sprake, zodat men ook niet uitkomt met de vraag, of dit nu vrijzinnig of orthodox is. Niemand heeft thans ook maar enige behoefte aan de tegenstellingen met bijbehorende gedachtenwerel- den van toen. maar bij lezing dacht ik wel steeds: het ls het oude verhaal in moderne vorm. Een boekje dat iic graag aanbeveel, er staat veel inspire- rends in. Het tweede boekje heet „De bijbel op tegels", samengesteld door de mon nik uit de Abdij van Egmond. Adr. Huyg, O.S.B. Monnikenwerk? Zeker, waar haal Je Immers al die reproduc ties vandaan? Daar moet Je zin in hebben. Er wordt trouwens een volle diger uitgave in dit boekje aangekon digd van J. Pluis. We wachten zoge zegd met spanning. En voorts? Huyg meent in zijn inleiding, dat dit boek je. met 182 tegel-voorstellingen, de „beeldmeditatie op bijbelse grond slag" kan bevorderen. Wat dat ook mag wezen. Wel kunnen we vaststel len. dat men vroeger heel gemakke lijk naar de bijbel greep als het ging om Ideeën voor illustraties, aankle ding enz. Was dat nou vroomheid of juist het tegendeel? Overigens zijn de plaatjes soms erg leuk kijkwerk. Zwaardere stof Boekje nr drie ls zwaardere stof; „Bijbellezen in het spoor van Israël, deel m We zijn alleen nieuwsgierig naar als hij het zou schrijven een vol gend boekje over Maria en de Mario- logie. Mij dunkt zou dat nog wel eens interessanter kunnen worden. Zoals men weet, is de bijbel op een systematischer manier ingedeeld en geschreven, dan men vroeger wel dacht Er zijn pericopen, die van oudsher bij elkaar gelezen werden. Stukken uit to ra, (de eerste vijf boe ken). uit de profeten en de psalmen. Er zijn ook theorieën over een derge lijke, bedoelde, indeling van bijvoor beeld het evangelie van Johannes. Het gaat hier dus om een leesprak- tijk. Jeugdboeken Illustratie uit „Jezus van Nazareth" bijbel lezen en dieper op de innerlijke verhoudingen daarvan willen ingaan. In de sector „jeugdboeken bij de bij bel" zijn er vier deeltjes uitgekomen in de serie „Mijn wereld met de bij bel". Het zijn dunne boekjes (50 blz.), waarin de tekst van de schrijver Die trich Steinwede wordt onderbroken door veel illustraties, meestal foto's, reproducties van goede kwaliteit. De oorspronkelijk Duitse teksten zijn vertaald door Marinus de Goeij. On derwerpen: Jezus van Nazareth. Over God, Kerstmis met Lucas en De Schepping. De boekjes vertellen de „inleidings wetenschap" in voor het kind begrij pelijke taal en op door kinderen te volgen snelheid en tempo. Hier en daar staat een typisch katholieke op merking, zoals bijvoorbeeld ..Veel mensen dachten: Jezus is onze Ko ning. Jezus en Maria horen bij elkaar in het Rijk van God. Daarom is Maria eigenlijk een koningin", (blz. 40 in „Kerstmis met Lucas"). Toch zijn de teksten erg compact en bevatten in weinig regels veel vragen of medede lingen. En dit ls toch niet in tegen spraak tot wat ik schreef over snel heid en tempo. Snelheid en tempo worden immers ook sterk mede be paald door de lay-out en typografie. Welnu, die is voortreffelijk. Anders- zijds ls echter de tekst verraderlijk, omdat deze al redenerend zoveel vóórzegt, althans geen ruimte laat voor eigen gevoelens, vragen of ge- loofsconclusles. Het zijn dus eigenlijk erg slechte boekjes wanneer men het zó bekijkt. In dit deel drie vinden we stukken uit telkens wet, profeten met psalm en NOQ 6GR evangelie bij elkaar, „seders", dat Ls 9 de opeenvolging van schriftlezingen in een liturgisch jaar. Er wordt dan aansluitend een meditatie gegeven op een tekstvers uit zo'n seder, onder een soort thema, zoals „Gods bij stand" of „Bekering". Voor predikan ten kan dit boekje zijn nut hebben, alsook voor hen die regelmatig de Nog een kinderboek: „Kijken naar het Woord". Mozes vertaald en gete kend door Ton Heldeman en anderen. Men mag dit geen kinderbijbel noe men. men doet het De bijbelteksten zijn navertellingen van geestelijk ge handicapte kinderen. De tekeningen zijn pagina-groot, zwart-witte pente keningen op papier dat sterk genoeg is om er op te kleuren met stiften, verf, potlood enz. Ook de tekenaar is geestelijk gehandicapt. Het werk groepje stond onder leiding van Adri Loos. Ten slotte Ten slotte: „Ik lees in de bijbel" deel 4. Verhalen over het begin. Keuze en rangschikking van de teksten: Anne- liese Pokrandt. Oorspronkelijk is dit een Duitse uitgave „Elementar Bi- bel". Een kort stukje inleiding, wordt telkens gevolgd door een verhaal uit Richteren (hier: Het boek Rechters), Ruth, Genesis 1-11, en besloten met psalm 18. De opzet en rangschikking van de teksten is op zichzelf inlei dingswetenschap. argeloos verwerkt. De tekeningen zijn van de gebruike lijke soort. Het boek heeft eeck^t kaft (gelijmd/gebonden), voor een kinderboek dat e' moet. wel als een vereis gelden. De lutherse predikant W. B 0i, spreekt: Seef Konijn, „Zoc re God", paperback, 64 blz, 9.5 Huyg O.S.G. „De bijbel op I paperback, 192 blz 17,50; „I zen in het spoor van Israël" back, 184 blz 23,90; Dietrich B wede, „Mijn wereld met de deel 1-4, gebrocheerd 8,75, den ƒ12,- ±50 blz.: Ton Hei A e.a. „Kijken naar het Woord" back. 112 blz. ƒ12,50; Annell krandt, „Ik lees in de bijbel gebonden 86 blz, 8,90. Alle uitgegeven bij KBS, Boxtel. door dr. Anton Houtepen „Waarom m Ood geloven? Waarom niet eenvoudigweg ln de mens. In de maatschappij, ln de wereld? Waarom in Ood geloven en niet eenvoudigweg ln menselijke waarden: vrijheid, broederschap, liefde? Waarom naast zelfvertrouwen ook nog godsvertrouwen, waarom naast arbeid nog gebed, waarom naast politiek nog godsdienst, waarom naast het verstand ook nog de bijbel, waarom naast het tijdelijke ook nog het eeuwige?" Aldus ln een scherpe, voor velen her kenbare vraagstelling. Hans Küng ln Zijn jongste boek „Bestaat God?". Het draagt de gewaagde ondertitel: .Antwoord op de VTaag naar Ood in deze tijd" Dat ls een wat misleidende vertaling van de Duitse ondertitel Deze geeft aan dat het boek een ant woord wil zijn op de wetenschappelij ke Oodsvraag van de nieuwere tijd. In de veronderstelling overigens, dat de vragen van denkers als Descartes en Pascal. Hegel en Kant ook thans nog van belang zijn. En dat het plei dooi tegen Ood van Feuerbach. Marx, Freud en Nietzsche allesbehal ve uit de tijd ls. Het boek. uitstekend vertaald door Ton van der Stap. is een belangrijk stuk christelijke geloofsverantwoor- ding Het is het best te karakteriseren als een pleidooi tegen het weten- schappelljk-filosofische atheïsme en zijn vele populaire versies, die in de vorm van vooroordelen tegen Gods geloof voortleven, in de wetenschap, in de politiek, ln de cultuur. Küng wil enerzijds afrekenen met de zelf opge roepen valse godsbeelden van het christelijk verleden, anderzijds de be langrijkste filosofische argumenten tegen God weerleggen of tenminste ontzenuwen Het zal, zeker voor reformatorische lezers, goed zijn dit karakter van het boek van meet af aan in het oog te houden. Voordat Küng op pagina 754 zijn betoog beëindigt met de lofprij zing „U. God, loven wij" ook voor hem is het biddend beamen van Ood belangrijker dan alle theologie zijn er heel wat vragen behandeld, die niet elke christen zich dagelijks zal stellen. De directe bezinning op het bijbelse Godsgeloof omvat daarbij nauwelijks 100 bladzijden. En ook daarin houdt Küng het gesprek met de filosofische vragenstellers vol Voor wie niet Het boek is dan ook niet geschreven voor de velen, voor wie de vraag naar Ood geen probleem is: niet voor dege nen die zeggen wel „in iets" te gelo ven. maar er verder niet wakker van liggen war daarvan de consequenties zijn voor hun leven; niet voor dege nen, voor wie God niet ter discussie mag staan, omdat ze twijfels en vra gen beschouwen als ongeloof. Even min voor degenen die God niet kun nen missen, omdat ze religieuze erva ringen haast hormonaal hebben inge bouwd gekregen: kruidendokters. Poona-gangers, natuurvereerders die hun religieuze behoeften het liefst in het bos doen (Bomansi En ook niet het moet bij voorbaat gezegd voor diegenen die in ongeschokt geloof en overgave biddend, lijdend, hopend hun God ontmoet hebben als de le vende die HIJ ls. Toch ls het boek een onmisbare aan winst voor theologische arsenaal van onze dagen. Na lange tijd, waarin de theologen het tractaat over God we gens verbouwing gesloten" hielden of God de dood lieten sterven van dui zend nuanceringen, ls er weer een poging tot synthese die respect af dwingt. Geloof en eten Küng begint met een afbakening van de vraag van geloof en weten. Aan de hand van de „denkwegen" van Des cartes en Pascal laat hij twee klassie ke grondhoudingen zien: een meer verstandelijke. argumenterende plaatsbepaling van Ood en een meer effectieve, in het leven zelf gewortel de overgave aan God; beredeneerd Godsgeloof dan wel geloofssprong; de oude tegenstelling tussen „de God der filosofen" en de Ood van Abra ham. Isaak en Jacob. Küng aanvaardt tenslotte deze te genstelling niet. Inzoverre is hij goed katholiek. Maar hij wijst ook een ge makkelijke harmonie af. In zoveire is hij goed reformatorisch. Mede als ge volg van de uitzuivering van de we tenschappelijke vooronderstellingen en de ontdekking van het verschil in taalspel, denkmodel, zoekontwerp. hoeft er na Wittgenstein. Popper en Kuhn ook geen tegenstelling tussen geloof en weten te bestaan. We hoe ven niet langer het kiezen tussen een naief concordisme, dat overal ln de werkelijkheid „gaten" ontdekt, waar in het Godsbestaan past en een al even naief dualisme, dat God en de werkelijkheid zover uit elkaar haalt dat elke relatie tussen beide een won der moet heten. Geloof en weten heb ben betrekking op dezelfde, ene wer kelijkheid. maar vanuit een heel ver schillend zoekontwerp en taalspel. Geloof en geschiedenis Belangrijker dan deze kentheoreti sche schermtuselingen is de vraag naar de feitelijke verhouding van de werkelijkheid, zoals wij die kennen en en-aren. en de werkelijkheid van God Hier komt Hegel uitvoerig ter sprake, maar ook mensen als Teil hard de Chardin en Alfred White head Zij hebben ons de dynamiek van de geschiedenis, de evolutie, het procesmatige karakter van al wat ge beurt blijvend ingeprent. Daardoor is ook God voor ons alleen nog maar denkbaar ln dynamische begrippen van groei, wording, ont- wikkelilng. De oude statische wereld beelden én de daaraan corresponde rende statische Godsbeelden hebben voorgoed afgedaan De wereld en God zijn ln beginsel „elke morgen nieuw.' (v. D. Veken). Pleidooi tegen God Toch hoeft uit de dynamiek van de werkelijkheid het Godsbestaan nog niet automatisch te volgen. Hier ko men Feuerbach. Marx en Freud ter sprake Is Ood niet van meet af aan projectie van de mens (Feuerbach). opium van het volk (Marx), illusie van infantiel gebleven mensen (Freud)? Met veel biografische details tekent Küng de godsdienstkritiek van deze Hans KQlng het bestaan, maar evenmin het niet- bestaan van de God van zijn ver langen. Aparte aandacht krijgt het „nihilis me" van met name F. Nietzsche. De werkelijke ernstige bedreiging voor het Godsgeloof is volgens Küng niet het filosofische atheïsme, maar het nihilisme. Als de werkelijkheid zelf onbetrouwbaar, absurd, chaotisch is, dan is er weinig plaats voor Godsver trouwen. God en de rest van de wer kelijkheid kunnen en willen we Im mers sinds Hegel niet meer volledig uit elkaar halen. De geschiedende werkelijkheid van het persoonlijke en collectieve menselijk leven kan niet anders zijn dan de spiegel, de echo, de afglans van Gods eigen geschiedenis. Als achter de werkelijkheid alleen maar het niets gaapt, dan kan de mens slechts drijven op zijn eigen bewuste maar absurde levenswil, zijn wil tot macht, zijn behoefte aan warmte, lust. het dagelijks brood. Dan is er geen oergrond, oerhouvast en oerdoel meer. kortom: dan heeft het leven geen zin meer. Dan vervalt een cultuur tot bestaansangst en ver veling of tot oppervlakkige vertrooi- ing of tot beide. Is dat het niet. wat we in onze cultuur zien gebeuren, zo wil Küng zeggen. Is dat niet dé be dreiging van het Godsgeloof, door Nietzsche profetisch geschouwd voor de elite van toen. die de massa van nu is? „kerkvaders van het atheisme" Hij tracht hun positieve bedoelingen te doorgronden: hun ijver voor de men selijke waardigheid, hun pleidooi voor de nuchtere waarneming, hun inzet voor gerechtigheid, hun streven naar gezondmaking van door gods dienst ziekgeworden mensen. Hij ont maskert tegelijkertijd hun vooron-' derstellingen. Hij ontmaskert ook de projectietheorie die bij alle drie in een of andere vorm uitgangspunt is. als een logische denkfout. Het feit dat in „Ood" een heleboel menselijke ver langens worden geïnvesteerd of dat godsdienst te maken heeft met fun damentele menselijke behoeften be wijst zelf nog niets vóór of tegen het object van die verlangens of die be hoeften. Wie naar Ood verlangt be wijst met dat verlangen zelf nog niet Pleidooi voor God Naast het pleidooi tegen God is er echter ook een filosofisch pleidooi voor God. Een groot aantal eigentijd se denkers psychologen, filosofen maakt Küng tot zijn kroongetui gen. Zoals Erikson. die wijst op de noodzaak van een „basisvertrouwen" voor de gezonde ontwikkeling van de mens; Heidegger, die ons oproept het .Zijn zelf" van de zljnden en achter de zijnden niet te vergeten; Bloch die „het beginsel hoop" ontdekt als de drijvende kracht van de geschiede nis; Horkhelmer met zijn zoeken naar „laatste gerechtigheid"; Fromm met zijn vraag naar .zijn" in een door „hebben" beheerste cultuur. Men kan blijkbaar weer in God geloven op basis van filosofische en psychologi sche uitzichten, blijkbaar zelfs beter dan een eeuw of wat geleden. Maar het moet wel geloven blijven. Godsbewijzen zijn niet mogelijk, zo als Kant eens en voorgoed heeft dui delijk gemaakt. We komen niet ver der dan verwijzingen, postulaten, analogieën. Toch acht Küng die met Vaticanum I onmisbaar voor een re delijke geloofsverantwoording. En te gen K. Barth houdt hij staande, dat God weliswaar in de orde van het zijn uitgangspunt is, maar niet per se in de orde van het kennen. Theologisch- methodisch is het nodig de angsten en verlangens van de mens ter sprake te brengen ter staving van het geloof in Ood. De bijbelse God Het specifieke van het joods-christe lijke Godsgeloof dient dan ook nog afgebakend te worden tegenover het geloof van de andere levende Gods diensten. Küng ziet dat bijzondere gegeven met de Godsnaam. Niet al leen is God daarmee aanspreekbaar geworden tegenover de God der filosofen maar zijn specifieke naam JHWH duldt op het dynami sche geschiedenisbepalende karakter van de joods-christelijke God. Dat is het beslissende. Er blijven dan nog genoeg vragen over: in hoeverre kan God „persoon" genoemd worden? Grijpt Hij in in de wereld? Wat komt er op het einde van de geschiedenis? Hoe zit het precies met goed en kwaad? Küng probeert die vragen zo te beantwoorden, dat het bijbelse denken en de inmiddels aanvaarde filosofische en natuurwetenschappe lijke uitgangspunten beide recht wor den gedaan. Specifieke vragen moeten tenslotte worden gesteld aan het christelijk Godsbesef. In Jezus Christus krijgt Ood de nieuwe naam „Vader". In het christelijk belijden van de eerste eeu wen treedt Jezus zelf binnen als de Mensenzoon ter rechterhand Gods in de christelijke idee van God, terwijl anderzijds Gods eigen presentie bij de mensen wordt vertaald in termen van de Geest van God die bij en in ons woont: de drieëne God die zich onthult in de geschiedenis van men sen: oergrond, oerhouvast en oerdoel van alle werkelijkheid. Als zodanig blijkt deze God niet in strijd met „de God der filosofen". Daarbij is de bij belse God wel „de meer goddelijke God voor wie de moderne meer kri tisch geworden mens zond verstand ooit te moeten prijsg kan bidden en offeren weer knieën kan vallen en voor Hen ceren en dansen." Een antwoord? Is Küngs boek het antwoord o| lende vragen? Het heeft in elk de verdienste de scherpte v vraag naar God opnieuw ond« te hebben gebracht. Maar het naar een verantwoord God heeft niet slechts te maken vraag óf God bestaat, maar h< bestaat.Eigentijds veran Godsgeloof krijgt te maken uitzuivering van vele valse Go< den die de joodschristelijke heeft voortgebracht of op z'n onvoldoende bestreden. Wat boek daarom bij alle verd die het heeft node gemist een grondige exegese van O Nieuwe Testament, die de ve anten, originelen en afgietse authentieke Godsbeelden, ma de verminkingen en vervalsin binnen het bijbelse erfgoed, laat zien. Zoals de „God der fen" een kritische maar respe behandeling verdient, zo evenï God van Abraham, Izafik cob": ook het bijbelse Oodsge resultaat van menselijk Gods gen en daarom even kwetsbai menselijk al te menselijk. De God van ons verlangen sta iswaar boven en achter het t van ons verlangen naar staat of valt niet met onze bf die wij ons van hem vormen theologie heeft geen ander mal dan het menselijke verhaal v| Godsverlangen, dat ook in zijnl se gestalte niet geheel zonder J men is. Misschien dat Küng de vraag nog eens vanuit dat ge punt gaat behandelen, zoals I zo voortreffelijk heeft gedaan i christologie in zijn vorige „Christen-zijn." Pas dan zal hel boek beloofde verhaal over Gfl kelijk geschreven zijn. Dr Anton Houtepen, verbond het diocesaan pastoraal centn het bisdom Den Bosch, bes] Hans Küng, Bestaat God? An! op de vraag naar God in dei Uitg. Gooi en Sticht. Hilversn blz.. 67,50 ARNHEM (ANP) De Arnhemse politie heeft ln de afgelopen weken in samenwerking met de Amsterdamse politie en de rijkspolitie in Landsmeer zes mannen en een vrouw aangehouden, die worden verdacht van oplichting en flessetrekkerij voor een bedrag van ruim 800 000 gulden. De benadeelden zijn dertig Nederlandse bedrijven en éën in België, hoofdzakelijk toeleveranciers van gebruiksgoederen aan horeca-bedrtjven. De zes mannen en een vrouw (Ln leef tijd variërend van 22 tot 31 Jaar) kochten bij deze bedrijven goederen met het verhaal, dat zij het plan had den een keten van eethuisje» ln Ne derland te openen De transacties werden steeds gesloten ln een door de oplichters gepacht restaurant in de binnenstad van Arnhem De eigenaar van deze zaak wist van niets De oplichters idrie uit Arnhem, twee uit Amsterdam en twee uit Laren N- H) vertelden de leveranciers steeds een bankrekening ln Zwitserland te hebben Van deze rekening was in middels 75 000 gulden overgeschre ven op een Nederlandse bank, zeiden zij De bankrekening ln Zwitserland bestond niet. die ln Nederland wel. Twijfelende leveranciers konden op die manier de kredietwaardigheid van de kopers controleren. De leveranciers kregen pas argwaan na het uitblijven van de betalingen De 75 000 gulden waren inmiddels weer van de rekening afgeschreven. De geleverde goederen varieerden van gokautomaten, geëmailleerde badkuipen, dozen lampekappen. ta fels. stoelen, keukenmachines, olie lampen. porselein, kassarollen, glas werk. espresso-apparaten, dozen wijn en brandy tot muziekautomaten. De oplichters sloegen de goederen op Ln twee pakhuizen in de buurt van „hun" Arnhemse restaurant. Later werden de goederen overgebracht naar een pakhuis in Amsterdam- Noord en een pakhuis in Landsmeer Vrijwel alle goederen zijn achter haald en in beslag genomen. Twee oplichters, de 23-Jarige J. W. v.d. M. en J. A. R. (31). beiden uit Arnhem, zijn Inmiddels voorgeleid. De Arn hemse politie heeft het onderzoek in deze zaak nog niet afgerond. GELEEN (ANP) De chef van de bedrijfsveiligheidsdienst van een winkelbedrijf in het Limburgse Beek heeft bij de procureur-generaal in Den Bosch een klacht ingediend te gen een lid van het politiekorps van Geleen. De politieman zou de privé- sfeer van een of meer burgers hebben geschonden. De indiener van de klacht, de heer H. Thomas, zegt dat hij een foto uit het politie-archief heeft ontvangen van een mogelijke winkeldief. Dat zou zijn gebeurd door bemiddeling van een vrouwelijke werknemer van zijn bedrijf, die ge trouwd is met een Oeleense politie functionaris. Een woordvoerder van de politie in Oeleen zei dat de politie geen com mentaar zal geven op de klacht, te meer daar de inhoud van die klacht bij de politie niet bekend is Volgens hem moet het onderzoek worden af gewacht. MIDDELBURG (ANP) De tarieven van de provinciale veerdiensten in Zeeland zullen per 1 april gemiddeld met 5,1 procent stijgen. Het tarief voor de lichte vrachtauto's gaat het sterkst omhoog, namelijk van 6.25 gulden naar 6,75 gulden, een stijging van acht procent. De personenauto's gaan het tarief 6,2 procent meer betalen voor hun overtocht, namelijk van vier gulden nu naar 4,25 ln april. De meervaartenkaar- ten voor het vervoer van personen gaat 8,3 procent omhoog. De enkele reis blijft gelijk in prijs. Door de voorgestelde tariefsverho ging zal de provinciale stoomboot- dienst Zeeland 629.700 gulden meer aan inkomsten binnenhalen dan in 1978. Vorig jaar was de totale op brengst van de provinciale stoom- bootdienst 12.320.000 gulden. De ta rieven voor de provinciale Wester- schelde-veren zijn ln 1978 niet ver hoogd. De tarieven worden verhoogd op voorstel van de minister van verkeer en waterstaat en wel 3.5 procent voor 1979 en 1.5 procent wegens het ach terblijven van de tariefsverhoging 1978 De provinciale stoombootdienst zal haar bijdrage aan de Koninklijke Zuidhollandse maatschappij tot red ding van drenkelingen optrekJ 35 gulden tot duizend gulden j De dienst is namelijk bij ev calamiteiten aangewezen op dingsboot van deze maats( die in Breskens gestationeerd boot kan. zo is uit de praktij! ken, bij alarm zeer snel ter zijn De reddingsboot heeft z< ciale voorzieningen getroffen redding van drenkelingen veerpont effielënt te laten vi Daar mag van de zijde van di wel een financiële vergoeding ver staan, vindt het provincl stuur. Vandaar dat gedeputee ten van Zeeland de staten hi stel doen om de reddingmaa pij tot en met 1981 met duiz< den per jaar te steunen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 14