Sarmt Kieft: afscheid >mroep en politiek egen de oppermachtige islam in Pakistan in Project Unie School en Evangelie jSDAG 16 JANUARI 1979 TROUW/KWARTET 9 Onderwijs voor allerarmste kind r J. Huisman j Pakistan kent zijn toeristische folders. Over Rawalpindi idt bijvoorbeeld opgemerkt: „Op 100 mijl noordoost van ;pchi ligt Rawalpindi, welke stad zich na de onafhankelijk- snel heeft ontwikkeld tot een grote moderne stad. Het is Jtartpunt voor reizen naar de bergen in het Noorden van i stan." Dat is Rawalpindi volgens de folders. De werke- eid is anders. oude stad heen zijn voorste- j jebouwd, zoals Satellite Town, voorsteden zien er voor Aziati- begrippen goed uit. De rijkere tani zijn er gaan wonen. Maar in voorsteden staan ook, zij het i rgen. de krotten, waar de was- 0 ren, de vloerenschoonmakers en eWicndcn leven. ude tad Is een oosterse stad. lend van mensen, vol met stalle- winkeltjes. Als het regent is zij 1 odderpoel, als het droog is, stof- tien mijl afstand van Rawal- ligt Islamabad, de nieuwe n stad van Pakistan. Het is een me re ge rings- en diplomaten- Net als in New Delhi ontkom je lan het gevoel van een prestige- ■J' iwalpindl zit Bhutto op de uit- - tg van zijn doodstraf te wach- Veroordeeld omdat hij tijdens residentschap opdracht had ge- 1 i om een aantal politieke tegen- ers uit de weg te ruimen. Alleen «|>lomatike druk van de westerse de meeste Arabische landen i Miert de uitvoering van het og geen steenworp afstand van vangenis staat de residentie van lent Mohammed Zia al Haq. Zia n orthodoxe moslim. In 1977 v hij met het leger naar de s t Samen met een conglomeraat t tthodoxe moslimpartijen ls er dpgering gevormd. Deze partijen, Bhutto een kleine minderheid Set parlement, hebben nu de i taxichauffeur In Karachi zei te- „Bhutto was goed voor ons, alleen goed voor het leger". De ene verwachting in Pakistan. e£°rdt fluisterend verteld: „Als c U> vrijkomt, wint hij opnieuw de I ttingen." u lodoxe staat lenstelling tot Bhutto, die als m het .socialisme" verdedigde, Zia Pakistan maken tot een jfdoxe moslimstaat. In „The Pa 1 i Times" van 5 december staat tikel „Pakistan to play leading a Moslim world". De minister tformatie hield over dit onder en lezing in Amerika: „This Is a ik year, for we have In Pakistan Government which has expressed Its determination to introduce the Isla mic system and democracy." Of iedere Pakistani er gelukkig mee is, zal de tijd leren. Van de paar bedrijven die onder Bhutto genatio naliseerd zijn, is een aantal aan de eigenaren teruggegeven. Het particu lier initiatief moet het gaan doen. De prijzen zijn vrij, de lonen laag. De graanoogst van dit jaar is gedeelte lijk mislukt. Het zal moeilijk zijn om Bhutto hier de schuld van te geven. De graan- streek grenst namelijk aan die van India. In Pakistan was de opbrengst dit jaar eenvijfde van die in India. De oorzaak? De boeren hadden het zaai goed niet op tijd en waar het wei op tijd kwam, was de kwaliteit inferieur. Voor grote sommen geld wordt nu graan gekocht op de wereldmarkt. De wankele economie wordt nog verder aangetast. Zie hier een voorbeeld van het falen van het particulier initiatief in die omstandigheden. Het zal, denk ik, niet het laatste zijn. De armen zullen nog armer worden en de rijken rijker. Vrouw ondergeschikt De orthodoxe moslimstaat zal het bestaande cultuurpatroon verster ken. De positie van de vrouw blijft ondergeschikt. Haar rol is die van echtgenote en moeder. Alleen een zoon is belangrijk. De vrouw die al leen dochters krijgt, is een vloek en een schande voor de familie. Van een missionaris, die werkte in verschillende plattelandsklinleken, hoorde ik het volgende verhaal. Een getrouwd stel kon geen kinderen krij gen. Een onderzoek wees uit dat de man de oorzaak hiervan was. Nie mand, ook de artsen niet, wilde dat de man vertellen. In het cultuurpa troon bestaat het eenvoudig niet, dat de man de oorzaak kan zijn. De vrouw is de schuldige. Wel probeert de man een verklaring te krijgen dat zijn vrouw de oorzaak is. Met die verklaring kan hij scheiden, waarop de familie een nieuwe vrouw voor hem kan uitzoeken. De verklaring wordtgeweigerd. De kinderen worden autoritair opge voed. Het kind heeft nauwelijks be hoefte aan verkenning van de wereld rondom; het beleeft de wereld passief. pr Bert de Jong mt Arend Kieft heeft zijn ctie van secretaris van de JV neergelegd. Voortaan wat in zijn agenda staat i meer bepalend zijn voor huiselijk leven. Hij neemt i taken meer op zich, die i aan een tijd binden. Zijn k zal niet meer belangrijk tit Q. A. Kiett. In 1913 in Gronin- boren, zich het gepensioneerde i voor, nadat hij hoofdinspecteur belasting in Utrecht, lid van de eenteraad van Utrecht, lid van de de Kamer voor de ARP en secre- van de NCRV is geweest. Vooral Kamerlidmaatschap betekende rware belasting voor het gezin, ook het werk van omroepsecre- vergde veel. vertelt hoe hij in deze functie s gebeld door bedroefde en onte- n kijkers en luisteraars, die hun g deden. Niet alleen over de amma's van de NCRV, maar fan andere omroepen. Zo moest tl eens wat over de VPRO horen. icune moeilijkheid bij het beoordelen de kritiek was of deze steeds k was gemeend of dat er een e rancune achter zat, doordat zich mogelijk voelde tekort ge- door de NCRV. Er zat ook een e keer een chantage-element in. dan eens duldden de klagers kritiek van de NCRV op bijvoor de ARP en CHU en later op het en op andere christelijke organi- i, ook al was deze kritiek ge- iraardigd. Een aantal kijkers en raars wenste niet geconfron- te worden met een andere me- Ook kon het gebeuren, dat men Garmt A. Kieft. Vandaag neemt bij definitief afscheid. Tij dens een receptie in Hilversum zullen velen uit de wereld van de politiek en omroep hem een hand geven. verlangde, dat de NCRV „het christe- moeilijke kwesties als abortus en eu- lijk standpunt" zou verkondigen, wat thanasie. dit standpunt dan ook mocht zijn in Bij de NCRV is het probleem van de eigen identiteit opnieuw in studie ge nomen. De wens om zich te bezinnen op wat in deze tijd de aanduiding „christelijk" moet betekenen, be staat niet alleen bij het bestuur en de leden van de vereniging, waarvan de omroep uitgaat, maar ook bij de pro grammamakers. Vertaling Het spannende debat in de Tweede Kamer over de inflatiecorrectie in 1969. De indiener van het amendement Kieft pleegt overleg met zijn fractievoorzitter Biesheuvel. De „C" van NCRV moet echt functio neren, meent de scheidende omroep- secretaris. Het ideaal van de christe lijke omroep moet blijven bestaan. Je kunt dan wel een grondslag formule ren, waarin de liefde tot God en de naaste wordt genoemd, maar het pro bleem is dan niet opgelost hoe je dit moet vertalen in het dagelijks om- roepwerk en deze vertaling om schrijven. Acht Jaar heeft Garmt Kieft als full time secretaris voor de NCRV ge werkt. In die tijd is, wat hij noemt, de integratie tussen Baarn en Hilversum tot stand gekomen. Baarn is de vere niging met de achterban en Hilver sum het sterk gegroeide omroepap- paraat. In de praktijk raakte de om roep steeds verder van de vereniging verwijderd. Er functioneert nu een raad van be stuur, waarin omroep en vereniging zijn vertegenwoordigd door bestuur ders, die daaraan een volledige dag taak hebben. De portefeuilles zijn on derling verdeeld. Deze raad kan ver geleken worden met het college van b. en w. van de gemeenten. De vraag of de vereniging het omroepapparaat in de hand heeft wordt niet met „ja" beantwoord. Kieft zegt wel: „Wat er gebeurt, gaat beslist niet aan ons voorbij. In de nieuwe situatie is het mogelijk met de programmaleiding mee te denken. Dat was vroeger anders. Over de vereniging gesproken, de scheidende secretaris heeft nog dit verlangen: een democratisering van de vereniging, zodat de leden meer bij de omroep worden betrokken (In de laatste NCRV-gids worden de provin ciale vergaderingen aangekondigd. De leden hebben het recht, aldus de gids, deze vergaderingen te bezoeken en vragen te stellen, die zullen wor den beantwoord.) Kritisch begeleiden De heer Kieft kwam in 1961 als secre taris bij de NCRV. Deze baan vroeg toen ongeveer een dag in de week. In 1971 besloot hij al zijn tijd aan de omroep te geven en verliet hij de Tweede Kamer. Maar de band met de politiek werd niet verbroken. Kleft bleef meewerken aan Nederlandse Gedachten, het partijblad van de ARP. Later volgde hij Algra als hoofdredacteur op. Veel commenta ren, zo nodig kritisch tegenover ARP en later CDA, waren van zijn hand. Hij vatte zijn Journalistiek werk op als een kritisch begeleiden van de partij. In de tijd van Bruins Slot schreef de journalist Kieft trouwens ook commentaren, al of niet onder naam, in het dagblad Trouw. Verder was hij tot 1978 hoofdredac teur van de NCRV-gids en schreef in dit blad hoofdartikelen over de om- roepproblemen en de omroeppolitiek. Hij zegt nu: „Vroeger kon ik, wanneer ik wat te zeggen had, dit altijd kwijt door mijn geschrijf. Dat is nu afgelo pen. Ik heb niets meer te vertellen. Daar moet ik wel even aan wennen." 1971. Beweerd wordt, dat de beteke nis van het afzonderlijke Kamerlid gering is. Kieft ontkent dat. Als je actief meedoet komt er meer van Je ideeën terecht dan Je durft hopen. Maar Je moet wel geduld hebben. Zo is de suggestie de zomertijd weer in te voeren afkomstig van Kieft. Een paar jaar geleden was het eindelijk zo ver. Bij de behandeling van de begroting in 1959 hield het nieuwe Kamerlid in de fractie van de ARP een beschou wing over kunst en cultuur. Het was een sensatie en geheel nieuw voor de fractie. De belangstelling van de ARP was overeenkomstig de calvinistische traditie weinig naar dit terrein des levens uitgegaan. Kieft mocht zijn verhaal in de Kamer houden. Een protestant met deze Interesses kwam je niet vaak tegen. Kieft werd daarom vrij snel gekozen tot lid van het dagelijks bestuur van de Raad voor de kunst (een adviesorgaan voor de minister). Ook werd hij voorzitter van de vaste Kamercommissie voor CRM. Bijna crisis Kunstzinnig Het meest enerverend voor de af scheidnemende Kieft is het Kamer lidmaatschap geweest, van 1959 tot Deze kunstzinnige instelling nam niet weg. dat hij een van de vooraan staande belastingdeskundigen was in de Tweede Kamer. In deze kwaliteit diende het Kamerlid Kleft samen met zijn collega Bob Goudzwaard eind 1969 tijdens het debat over het belastingplan een amendement in om minister Witteveen te dwingen in het komend jaar minder royaal te zijn met het teruggeven van de inflatie correctie op de inkomstenbelasting. De twee AR-Kamerleden vonden het verloop van de conjunctuur niet zo gunstig, dat er voor 1970 600 miljoen gulden zou kunnen worden terugge geven. Zij vonden als compromis 450 miljoen gulden genoeg. Maar minis ter Witteveen was halsstarrig en sprak het „onaanvaardbaar" uit. Een kabinetscrisis was niet uitgesloten. Kieft en Goudzwaard zorgden in die dagen voor veel nieuws. Na het „on aanvaardbaar" van de minister ging de fractie van de ARP „door de pomp". Biesheuvel en zijn fractie hadden het verloren. Ongelijk had den ze niet. De inflatie zette immers de volgende jaren stevig door. Kieft: „Ik heb Bruins Slot» Roolvink, Smallenbroek en Biesheuvel als frac tievoorzitter meegemaakt. De tijd van Biesheuvel was het boeiendst. De AR-club was in die tijd zeer deskun dig en creatief. We volgden het beleid erg kritisch. De WD dacht strak libe raal. Biesheuvel gaf daarom schoten voor de boeg." Een fijne tijd. Biesheuvel, zo over denkt het vroegere Kamerlid nu. had nooit minister-president moeten wor den. H ij had fractievoorzitter moeten blijven. Dat was veel beter geweest. Over de actuele politieke situatie wil het vroegere Kamerlid dit nog kwijt: Wat zou het goed zijn voor het CDA wanneer het een tijd in de oppositie ging. De KVP is nooit in de oppositie geweest. Het is frustrerend voor een Kamerlid om Je altijd neer te moeten leggen bij de regeringscompromis sen. In de oppositie kun je met je eigen, nieuwe ideeën komen." In deze sfeer is dominee Michael In Satellite Town bezig christelijk on derwijs te geven. Onderwijs aan de allerarmsten, zonder één cent vergoe ding van de regering. Michael moet onder deze omstandigheden wel een diep vertrouwen hebben. In een klei ne ommuurde plaats, Ingedrongen door huizen en een kerkhof, maakt hij er het beste van. Het woord „school" mag en kan hij niet gebrui ken. Wel zitten er 's morgens 240 kin deren op deze open ommuurde plaats. Een aantal kippen loopt er rond. Ook dominee Michael zal eten moeten hebben. Hij leeft met zijn gezin in een hutje in de hoek tegen de muur. De kinderen zitten op doeken op de grond. Zeven onderwijzeressen geven onderwijs. Ze hebben nauwe lijks materiaal. Toch wordt hier de kinderen Engels, Oeroe, rekenen, taai, aardrijkskunde en bijbelse ge schiedenis gegeven. Het is winter, de kinderen hebben het koud. In deze tijd is de temperatuur overdag onge veer +20 graden, 's nachts +vijf graden. Voor Nederlanders een behaaglijke temperatuur. Hier in Rawalpindi ech ter. waar 's zomers de temperatuur oploopt tot tussen de 40 en 50 graden, hebben de meeste mensen het koud. Ze zijn dik gekleed, ook de kinderen op de school van dominee Michael. Hij probeert al sinds 1967 een kerkge bouw van de grond te krijgen. De grond heeft hij in de beginjaren '70 kunnen kopen. Van het gebouw be staat alleen de tekening. De staat en de stad Rawalpindi moeten de teke ningen nog goedkeuren. Michael ver wacht ln 1979 de zaak rond te hebben. HIJ heeft het volste vertrouwen dat zijn Nederlandse vrienden de ICCO en de Unie School en Evangelie hem het vereiste geld zullen geven. Multifunctioneel Harry Mintjes, Islamoloog, werkzaam aan het Christian Study Centre in Rawalpindi, schat de totale kosten op 300.000 gulden. Mintjes zit als ad viseur in het bestuur van de kerk en de school. Zijn taak zal het zijn om de financiering vanuit Nederland rond te krijgen. Het gebouw wordt multi functioneel: een school, een centrum J. Huisman is voorzitter van de Protestants Christelijke Onderwijs Vakorganisatie (PCO). Als lid van een CNV- delegatie maakte hij een reis door Azië en bezocht hij enke le projecten van de Unie School en Evangelie, die haar eeuwfeest viert. In bijgaand artikel vertelt Jan Huisman onder meer over het christelij ke en orthodoxe onderwijs in Rawalpindi, Pakistan. voor christelijke sociale hulpverle ning, en een kerkgebouw. In de open lucht, als de school om één uur is afgelopen, verschijnen er vrou wen. Deze vrouwen krijgen les in naai- en borduurwerk. Ze behoren tot de armste laag van de bevolking en kunnen zo thuis beter voor hun gezin zorgen. Ze kunnen ook artikelen ma ken waar ze geld voor krijgen, en op die manier hun status enigszins ver hogen. De positie van de vrouw is vér achtergesteld bij die van de man. Op deze manier wil dominee Michael de vrouw helpen haar achterstand ln te halen. De leerlingen zitten vier fit vijf Jaar op zijn school. Daarna probeert hij hen te plaatsen op de staatsscholen. Meestal lukt het, maar soms weert de school de christelijke leerlingen. Voor de meisjes is het moeilijk. De dichts- bijzijnde meisjesschool is op zeven kilometer afstand. Dat betekent dat Michaels school eindonderwijs is. Niet alleen omdat de ouders het moeilijk kunnen betalen, maar ook omdat het meisjes zijn. Jongens gaan voor. Michael loopt met plannen rond om voor de meisjes nog een vierjarige cursus op te zetten. Maar dan moet het gebouw er eerst staan. Te vaak worden de leerlingen naar huis ge stuurd. In de tropische hitte, de slag regens of de koude winter wordt de school gesloten. Michael heeft twee verdiepingen no dig om 450 leerlingen te kunnen ber gen. De melsjes-vervolgschool kan hij er nu niet bij hebben. Noodzakelijk is die vervolgschool wél. Willen de vrou wen, ook de christelijke vrouwen, ge lijke kansen als de man krijgen dan zullen ze de school moeten kunnen aflopen. De vrouw zal zich bewust moeten worden van zichzelf. Pas dan kan en zal mogelijk de samenleving veranderen. Dominee Michael staat op een kruispunt. De oude Pakistaan se cultuur ls hem niet vreemd. Ook in zijn gedachtenpatroon is de vrouw niet de gelijke, maar tegelijk tracht hij haar te scholen, mondig te maken ln deze mannenwereld. Problemen met geld Iedere maand opnieuw heeft hij pro blemen om het geld bijeen te krijgen om de school draaiend te houden. Van de Pakistaanse christelijke kerk krijgt hij 2000 roepies per jaar. De leerlingen betalen 2 roepies (40 cent) per week. Maar vaak komt het voor dat er thuis geen geld is. Iedere maand heeft hij 3000 roepies nodig voor salarissen, boeken, schriften en pennen. Als het geld er niet is. wat nogal eens voorkomt, krijgen de on derwijzeressen minder betaald. Ze verdienen ongeveer 250 roepies (50 gulden) per maand. Ze doen het om bij het christelijk onderwijs te kun nen werken. Van ledereen op de school In Satellite Town Rawalpindi wordt veel gevraagd Kou. regen en hitte hebben het optimisme niet klein gekregen. Het christelijk geloof is een heilig „moeten". De Urne School en Evangelie (Giro 515 t.n.v. Unie „School en Evangelie" te Voorburg) heeft een goed projekt daar In Pakis- A tan: voor het allerarmste kind chria- te lijk onderwijs. I I De christenen (één procent van de bevolking) kunnen er niet aan ontko men om zich. ln het algemeen, aan de sociale traditie te houden. Deze toch al verdrukte minderheid heeft een extra handicap, doordat voorname lijk de mensen uit de laagste kaste christenen zijn. „Kansarmen Het is dus een groep „kansarmen", die bovendien in godsdienstig op zicht maar moeizaam worden geac cepteerd. Hoe kun je in de maat schappij Je christen-zijn beleven? Net als in India zal dat slechts kunnen door ook ln die situatie Jezelf te zijn, eerlijk te zijn tegenover je medemen sen en een sociale instelling te tonen. Moeilijk is het echter wél. Het onder wijs is ln 1972 genationaliseerd. Christelijke scholen bestaan niet meer. Bijbelonderwijs wordt op de scholen niet gegeven. Het ls allemaal Islam wat de klok slaat. Met minder heidsgroeperingen. waaronder ook de Hindoe valt. wordt geen rekening ge houden. Pakistan zal een leidende rol in de moslimwereld moeten gaan spe len. Radio, tv, kranten, alles draait om de Islam. Op de school worden de orthodoxe wetten aangeleerd, des noods met de stok. Volgens insiders is het onderwijs achteruitgegaan. De goede leerkrachten, vaak ook buiten landers werkzaam op christelijke scholen zijn ontslagen, omdat deze „orthodoxe" wijze van lesgeven hun niet aanstond. Een zingende klas in Rawalpindi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 9