'Jungle' voor jonge artsen
Minderstudenten
melden zich aan
HELDENDOOD
Trouw
Nieuw vestigingsbeleid is hard nodig
Commentaar
V:
]allaghans positie
Iweden en Vietnam
één kind werd vergeten
toch goed
vissen
iOINSDAG 16 JANUARI 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
Als de Britse premier James Cal-
aghan dit jaar de algemene verkie-
:ingen gaat verliezen, is daar dezer
lagen de basis voor gelegd. Het
vertrouwen in en het gezag van de
socialistische regeringsleider zakt
net de dag. Wie in het hart van
Callaghan zou kunnen kijken,
leeft een grote kans daar een flin
ke portie spijt aan te treffen; spijt
dat hij niet naar de verwachting
van vrijwel alle politici en politieke
waarnemers in oktober al parle
mentsverkiezingen heeft gehou
den. Weliswaar waren toen de opi-
liepeilingen niet eensluidend gun-
tig voor de socialisten, maar de
cans dat de conservatieven in de
egeringsbanken zouden zijn geko-
ien, was toen zeker niet groter.
Callaghan zit nu in de penibele
bsitie dat hij niet meer zijn eigen
olitieke lot kan bepalen. De pre-
ïier is afhankelijk van enkele klei-
e belangenpartijen in het parle-
ïent, namelijk de nationalisten in
chotland en Wales en de unionis-
;n in Noord-Ierland. Hij speelt
et spel ontegenzeggelijk knap en
loordacht en met werkelijkheids-
in bovendien,
e[ )e unionisten heeft hij aan het
ta jntje gekregen door hun uitbrei-
iei ing van het aantal Noordierse
arlementszetels te beloven. Maar
it wetsvoorstel komt vandaag in
temming en als die uitbreiding
enmaal een feit is, remt niets de
nionisten meer bij het mede ten
al brengen van de regering. Nieu-
verkiezingen betekenen ten-
otte meer zetels.
Ie nationalisten zitten nog tot 1
laart aan de lijn. Dan wordt het
:elbesproken referendum over
ïperkt zelfbestuur gehouden. Als
volksstemming voorbij is, kan
allaghan de steun van de nationa-
iten wel vergeten. Hij zal dan
binnen enkele weken verkiezingen
moeten uitschrijven. Enkele waar
nemers hebben de datum 5 april al
in hun agenda genoteerd.
Veel pijnlijker is voor Callaghan
echter dat de huidige stakingsgolf
net als in de winter van 1973-
1974 bij Edward Heath zijn
prestige wezenlijk, zal aantasten.
Callaghan en zijn voorganger Wil
son hebben, zeker na de débacle
van Heath, een groot deel van hun
prestige ontleend aan de nauwe
betrekking tussen de bonden en de
Labourparty; betrekkingen die de
conservatieven in het geheel
Labour is tot stand gekomen om te
dienen als politieke arm van de al
veel oudere vakbonden en het zijn
ook de vakbonden die met de
contributies van hun leden de be
langrijkste financier zijn van de
partij. Vakbeweging en Labour
zijn natuurlijk bondgenoten, die
elkaar in tijden van nood niet zul
len afvallen, zo is de vaste overtui
ging die nu echter begint te wan
kelen.
De vakbonden blijken het de
geestverwante socialisten net zo
moeilijk te (kunnen) maken als de
conservatieven. Een regering van
Margaret Thatcher, die zich wat
tactischer opstelt dan zij tot nu toe
heeft gedaan en er zijn genoeg
conservatieven, die hun leider
daartoe willen en kunnen bewegen
hoeft het niet per se moeilijker
te krijgen dan een regering-Callag-
han.
Die gedachte kan een flinke groep
zwevende kiezers in het kamp van
de conservatieven drijven. Zij ge
loofden in de vaderlijke, vertrou
wenwekkende Callaghan. Die Cal
laghan bestaat sinds enkele dagen
niet meer.
door Jelle Jan Klinkert
Waart het spook van de wer
kloosheid nu ook al onder hui
sartsen rond? Hun volle
wachtkamers en spreekwoor
delijke haast schijnen op het
tegendeel te wijzen. Toch
schreven onlangs dertien jon
ge huisartsen een brief aan
het bestuur van de Landelijke
Huisartsen Vereniging (LHV),
waarin ze aandacht vroegen
voor de steeds nijpender ves
tigingsproblemen waarmee
pas afgestudeerde huisartsen
kampen. Het is de moeite
waard deze brief eens wat na
der te bekijken en te plaatsen
en het licht van de gegevens,
die over nieuwe vestigingen
van huisartsen bekend zijn.
Allereerst de brief.
Zo'n 250 huisartsen staan officieel bij
het Nederlands Huisartsen Instituut
als werkzoekend geregistreerd, vol
gens de briefschrijvers. Zestig sollici
tanten naar één praktijk is geen uit-
zondering, net zomin als overname
sommen van meer dan één miljoen
guldenm. Gulden.Dergelijke investe
ringen dwingen èen jonge huisarts
een grote praktijk te houden an
ders gaat hij failliet terwijl juist
een verkleining van de praktijk en
meer aandacht voor de individuele
patiënt noodzakelijk is. Geen wonder
dat steeds meer afgestudeerden aar
zelen om zich in de concurrentieslag
te wagen, en maar tijdelijk een baan
tje zoeken in afwachting van betere
tijden, die echter voorlopig nog niet
in qicht lijken te zijn.
De gevestigde huisartsen lijken zich
gezamenlijk te verdedigen tegen de
vele praktijkzoekers, ondanks het
feit dat ze zelf in voortdurende tijd
nood zitten. De oplossing moet, aldus
nog stees de briefschrijvers, gezocht
worden in effectuering van twee za
ken: praktij kverkleiding en vesti
gingsbeleid. Ze menen dat praktijk-
verkleining (en verbetering van de
hulpverlening( op dusdanige wijze in
de honoreringsstructuur dient door
te werken, dat dit niet tot verlaging
van het norm-inkomen leidt.
et het besluit om 250 Vietname-
bootvluchtelingen op te nemen,
eft de Zweedse liberale minder-
idsregering van Ola Ullsten een
etnam-beleid omgebogen dat
eds meer onder vuur kwam en
Dr zijn starre, dogmatische lijn
sympathie verloor. Ook nu zal
;ten en zijn minister van buiten-
idse zaken en ontwikkeling.
inwerking Hans Blix de kritiek
:t bespaard blijven. Oppositie-
ider en voormalig socialistisch
mier Olof Palme heeft zich na
P afgelopen weken doen gelden
een soort Vietnam-goeroe, die
t alleenrecht op de waarheid
er de ontwikkelingen in Indo-
lina voor zichzelf opeist.
band tussen Palme en de
ichthebbers in Hanoi is van een
ia*el bijzondere aard. Nergens in
It westen werd aan het einde van
jaren zestig tijdens het Vietna-
se conflict zo ondubbelzinnig
teen Amerika en vóór Hanoi ge-
zen als in Stockholm. De man
tg hter deze keuze was Palme, toen
Di>g minister van onderwijs maar
js eds de gedoodverfde opvolger
,lt n premier Tage Erlander. Zwe-
was het eerste westerse land
Noord-Vietnam erkende en
Vi Jme liep voorop in de anti-Ame-
;aanse Vietnamdemonstraties,
Tien met een grootheid uit Ha-
;">i of een vertegenwoordiger van
voorlopige revolutionaire rege-
ig van Zuid-Vietnam.
relatie Zweden-Vietnam is ook
ider de in 1976 in Stockholm aan
macht gekomen „burgerlijke"
lering van centrum, conservatie-
en liberalen nauwelijks veran-
derd en hetzelfde geldt voor het
huidige kabinet.
Ullsten en Blix willen daar geen
verandering in brengen, zelfs niet
na het optreden van Vietnam in
het buurland Cambodja. De libe
ralen stellen zich op het standpunt
dat onderscheid moet worden aan
gebracht tussen buitenlands beleid
en ontwikkelingssamenwerking.
Wat het vluchtelingenbeleid van
oppositieleider Palme en tot
voor enkele dagen ook van de
liberalen bedenkelijk maakt is
het oogklepperige karakter en de
koudwatervrees van Vietnamese
autoriteiten. Hanoi zou zich wel
eens kunnen stoten aan opneming
van vluchtelingen, vertelde de op
positieleider in het dagblad Afton-
bladet. En in hetzelfde vraagge
sprek: „Het even zwaar beproefde
als bewonderenswaardige volk van
Vietnam heeft onze solidariteit
meer dan ooit nodig." Blix ontken
de eerst nog dat er in Vietnam
sprake zou zijn van schending van
de mensenrechten. En de hoge
ambtenarij voert praktische be
zwaren aan tegen de toelating van
Vietnamese vluchtelingen. De
Zweedse bevolking zou vijandig
tegenover hen staan, de lijn in het
vluchtelingenbeleid vooral aan
dacht voor Latijns-Amerika zou
worden verstoord, en meer van dit
soort argumenten. Ze lijken
slechts uitvluchten om niet toe te
hoeven geven dat zelfs een be
wind, waarme men zich verbonden
voelt, fouten maakt. Voor Zweden
heeft een ideaalbeeld kennelijk
eeuwigheidswaarde
Vestigen
De brief is in vrij forse termen gesteld
een woord als "concurrentie,, hoor
je onder artsen niet vaak hardop
en dat is niet verwonderlijk. Want
huisartsen die zich trachten te vesti
gen. beleven dit als een zeer enerve
rende bezigheid. En uit onderzoek
van het NHI blijkt dat daarbij heel
dikwijls onaangename ervaringen
worden opgedaan.
Eerst eens wat cijfers. Ik ontleen ze
voornamelijk aan een rapport van
het NHI: Nieuwe vestigingen van hui
sartsen. door Bartels, Dopheide en
van der Zee.
In Nederland practizeren zo'n 5.100
huisartsen. Een huisarts heeft gemid
deld 2.800 patiënten, maar in ver
schillende gebieden van ons land
wijkt dit getal vrij sterk af. Op het
platteland in Friesland, Groningen
en Zeeland vinden we veelal 1.900
2.500 patiënten per hulsarts, terwijl
vooral in forensengemeenten in het
zuiden een huisarts gemiddeld 3.300
patiënten heeft.
Nu studeren er per Jaar ongeveer vijf
honderd jonge hulsartsen af. Ze heb
ben er zes zeven Jaar universiteit
opzitten en staan te trappelen om
aan het werk te gaan. Ongeveer 150
van hen vinden werk buiten het hul
sartsenberoep en 350 komen aan de
slag als huisarts.
Dit laatste kan op verschillende ma
nieren gebeuren. Allereerst kan de
jonge medicus zich vrij vestigen: hij
koopt of huurt ergens een pand en
kondigt aan dat hij praktijk gaat
houden. Dan wacht hij af. Soms
wordt hij "gesteund,, door de al aan
wezige collega's maar ongeveer even
vaak niet. In het laatste geval moet
hij zelf maar zien hoe hij aan zijn vrije
weekend, zijn vakantie en zijn nacht
rust komt. In de brief werd dit aange
duid als de verdediging van de geves
tigde huisartsen. Dat die huisartsen
een nieuwe collega niet steeds met
open armen ontvangen is duidelijk:
hij pikt. om het platvloers te zeggen,
hun patiënten af, en minder patiën
ten betekent minder inkomen.
Samenwerken
Maar de jonge huisarts kan zich ook
associëren. In 34 procent van de vesti
gingen lukt dit: hij (slechts vijfpro
cent van de huisartsen is een zij) gaat
een samenwerkingsverband met een
andere huisarts aan. De derde manier
van vestigen is door overname van
een praktijk. Ongeveer de helft van
nieuwe vestigingen gaat op deze wij
ze. In veel gevallen wordt de zoeken
de arts hierbij geholpen door een
commercieel bureau of door een zij
ner beroepsorganisaties. Die hulp
heeft hij wel nodig, want hij begeeft
zich nu in een sociale en economische
jungle
In de eerste plaats sociaal: in zijn
opleiding heeft de Jonge arts met veel
idealisme gevoelens van solidariteit
en collegialiteit ontwikkeld (de brief
begint met „geachte collegae" en ein
digt „met collegiale groeten"). Maar
nu blijkt dat financiële belangen deze
mooie gevoelens danig verstoren.
Gids nodig
Maar ook economisch. De hulsarts
heeft zeker een gids nodig in de jung
le. Want hij moet gewoonlijk twee
moeilijke dingen tegelijk doen. Ten
eerste koopt hij een huls plus
praktijkruimte. Dat geeft financiële
risico's, te meer omdat een hulsarts
meestal niet in het goedkoopste huls
van het dorp schijnt te moeten wo
nen. En ten tweede koopt hij een
praktijk. Dat wil zeggen: hij betaalt
een som geld aan de vorige arts (in
1970 gemiddeld 150.000 gulden, nu
aanzienlijk hoger), en die vorige eige
naar geeft hem dan zijn hele patiën
tenbestand Inclusief alle informatie.
Nu moet de nieuwkomer maar hopen,
dat er niet al te veel patiënten weglo
pen bij de nieuwe dokter (gemiddeld
is dat vijf procent). Ligt een gewone
sterveling al nachten wakker als hij
alleen een huis koopt, een Jonge arts
zal het met deze twee transacties
tegelijk nog heel wat moeilijker
hebben.
De huisarts moet alle risico's afwe
gen. Dat is moeilijk en er komt bij,
dat in deze Jungle het recht van de
sterkste heerst. De wet van vraag en
aanbod bepaalt de hoogte van de
goodwill en de prijs van het huis. Dit
ondanks oproepen van de LHV. Deze
schreef immers nog in 1973: „Tenein
de te bevorderen dat beide partijen
op enige zekerheid zouden kunnen
rekenen werd toen besloten het eco
nomisch principe van vraag en aan
bod een zo gering mogelijke rol te
laten spelen". Helaas, de zaken van
het geld blijken in werkelijkheid voor
het meisje van de gedragsregels te
gaan; de goodwill ligt consequent ho
ger dan de LHV voorstelde (de zgn. 90
pet-regeling, omschreven als „strin
gente maximumadvisering").
Brief
Terug naar de brief van de dertien
huisartsen. Allereerst zij opgemerkt
dat men bij het NHI niets weet van
250 officieel geregistreerde werkzoe
kende huisartsen. Wel is het zo, ik zei
het al, dat 350 hulsartsen zich per Jaar
ergens vestigen, zodat Je mag ver
wachten dat er voortdurend een be
paalde hoeveelheid zoekers rond
loopt Dat is op zich niet verbazend
en komt overeen met de situatie in
vele andere beroepen. Het is dan ook
beslist onjuist om op grond hiervan
werkloosheid of een overvoerde
markt voor huisartsen te suggereren.
Gelukkig willen de briefschrijvers
dat ook niet. Ze wijzen vooral op de
noodzaak tot een vestigingsbeleid en
op de noodzaak van praktijk verklei
ning. Ze hebben daarmee volkomen
gelijk. Een goed en krachtig vesti
gingsbeleid is hard nodig bijvoor
beeld om onredelijke verschillen in
artsendichtheid te kunnen opheffen
en om weerstanden van gevestigde
artsen te kunnen doorbreken. Het is
ook nodig om iets aan de Jungle
toestanden te kunnen doen die nu bij
vestigingen heersen.
Daarbij is praktijkverkleining even
hard nodig om tegemoet te kunnen
komen a n de eisen die tegenwoor
dig aan de hulsarts worden gesteld:
meer dan vroeger heeft de patiënt in
plaats van medicijnen en behande
ling nodig aandacht en zorg. Dat kost
veel tijd.
Jammer genoeg maken de Jonge huis
artsen in hun brief dezelfde fout, die
ook de LHV indertijd in zijn Blauw
druk maakte: dat is de gedachte dat
in een nieuwe situatie de Inkomens
van artsen niet mogen worden aange-
tast. Deze gedachte is onterecht. Nog-
afgezien van de gebrekkige argumen
tatie in de brief (een verwijzing naar
de financieringsregeling t.b.v. ge
zondheidscentra) zit de onjuistheid
vooral In de nog steeds kennelijk aan
wezige idee van de zeldzaamheid en
bijzonderheid van het artsenberoep.
Hier kan de wet van vraag en aanbod
ook heilzaam werken, zoals deze dat
in andere academische beroepen al
gedaan heeft: een groter artsenaan
bod verlaagt de zeldzaamheidswaar-
de van het beroep. Wie weet kan de
honorering dan ook op een niveau
komen dat ligt op dat van vergelijk
bare beroepsbeoefenaars.
Het moet zowel deze Jonge huisartsen
als de LHV langzamerhand duidelijk
worden dat de Invoering van de prak-
tijkverklelning en een goed vesti
gingsbeleid vooral vastzit op de els
van gelijkblijvende honorering. En
het moet ook duidelijk zijn dat het
belang van de patiënt dus vesti
gingsbeleid en praktijkverklelning
met die eis onverenigbaar is.
Drs. J. J. Klinkert is wetenschappe
lijk medewerker van de vakgroep
gedragswetenschappen van de facul
teit der Geneeskunde aan de V.U. in
Amsterdam.
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat, sturen aan Trouw, jury politieke
prent, postbus 059, 1000 AW Amster
dam. Naam en adres aan de achterzijde
vermelden. Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon.
Mevrouw Mar
tina Latupei-
rissa (64) toont
de o verlij dens-
acte van haar
echtgenoot:
een KNIL-sol-
daat, die in
1944 in een Ja
pans kamp
overleed. Me
vrouw Latu-
peirissa heeft
geen verblijfs
vergunning
voor ons land;
zij zou al lang
weer naar In
donesië terug
moeten. Haar
raadsman
heeft haar
zaak nu aange
kaart bij de
Raad van
State.
OPTlMiSMF....
DEN HAAG Tot nu toe hebben zich voor het wetenschap
pelijk onderwijs minder aankomende studenten aangemeld
dan vorig jaar. Dat blijkt uit de eerste vooraanmeldingscijfers
van het Centraal Bureau aanmelding en plaatsing in Gro
ningen.
Per 18 december telde het bureau
30.500 aspirant-studenten tegen
30.865 het Jaar ervoor. Hieruit kan,
met enig voorbehoud, de conclusie
worden getrokken dat de belangstel
ling voor het wetenschappelijk on
derwijs terugloopt. Het aantal VWO-
abituriënten (afgestudeerden) stijgt
namelijk nog steeds. Aan de andere
kant is het ook mogelijk dat de voor
aanmelding voor het wetenschappe
lijk onderwijs wat laat op gang komt.
Blijkens de cijfers hebben zich opval
lend minder belangstellenden zich
aangemeld voor de sociale weten
schappen dan het jaar ervoor. Toen
meldden zich 4637 kandidaten, nu
4215 Ook liep het aantal abituriënten
bij letteren terug ivan 5085 naar
4785). Daarentegen steeg het aantal
kandidaten voor rechtsgeleerdheid
aanzienlijk van 3743 naar 4174
Een lichte stijging deed zich ook voor
bij geneeskunde, tandheelkunde,
diergeneeskunde. landbouwweten
schappen, economische wetenschap
pen en wijsbegeerte Het aantal voor
aanmeldingen liep terug bij godge
leerdheid, wiskunde en natuurweten
schappen. technische wetenschap
pen. aardrijkskunde en lichamelijke
oefening.
Overigens blijkt uit andere bron dat
het met de noodzaak van studenten
stops dit studiejaar wel losloopt Tot
nu toe bleken er in de praktijk slechts
drie stops nodig, namelijk voor ge
neeskunde. diergeneeskunde en
tandheelkunde.
f|
PRIJS J0 CENT
Het wès natuurlijk een uitermate
tragische gebeurtenis, op die zes
tiende januari 1929, toen de red
dingsboot „Prins der Nederlan
den" bij Hoek van Holland tij
dens een reddingsactie omsloeg
en de acht redders zelf verdron
ken. Maar de manier waarop zo'n
ramp in die dagen beschreven
werd, maakte het nog tragischer
Het was toen nog gebruikelijk
dat een journalist van een grote
krant die een ramp van een der
gelijk omvang van begin tot eind
had meegemaakt en verslagen, er
een boekje over schreef. Een uit
gebreid verslag dus. compleet
met eigen gevoelens. Over de ge
beurtenissen rondom de „Prins
der Nederlanden" schreef „G H.
Hoek, journalist te Rotterdam"
(en later Gerard Hoek van de
NCRV) het boekje „Heldendood
Het tragisch einde der dappere
bemanning van de „Prins der Ne
derlanden". Het werd uitgegeven
„ten bate van de nagelaten be
trekkingen der slachtoffers"
Vandaag precies vijftig jaar gele
den voltrok de ramp zich. In zijn
inleiding beschrijft Hoek wat er
in hem en zijn collega's omging
toen hun de omvang van het dra
ma duidelijk werd: „Och, wij
journalisten zijn gewend aan on
heilstijdingen. wij gaan bij wijze
van spreken dagelijks met den
dood om als met een goede be
kende. maar op dèt ogenblik
knópte er toch iets binnen in ons
Hij had het voelen aanko
men: „Ik weet niet, hoe dat te
verklaren is, maar stééds, wan
neer er iets grootsch, iets som
bers te gebeuren staat, word ik
onrustig, voel het als het ware
van te voren aankomen. Zoo ook
nu. Dinsdagavond, toen de
sneeuwstorm begon op te steken
en Ik de woning van een kennis
zou gaan verlaten, zeide Ik: Het
zou me niets verwonderen of ik
zit morgen in den Hoek. Wél is die
voorspelling uitgekomen!" Het
ging om het Letlandse stoom
schip Valka dat op de Maasvlak
te was vastgelopen. De „Prins der
Nederlanden" is uitgevaren en
keert maar niet terug. Uiteinde
lijk komt de bevestiging van wat
velen al vermoedden: de boot is
omgeslagen. ..Het bonst In mijn
hoofd: omgeslagen-omgeslagen-
omgeslagen. Ik vind m'n beroeps-
kalmte terug: En de bemanning?
Denkelijk alle acht gebleven
De 23 opvarenden van de Valka
die door de „Koningen Wilhel-
mina" gered werden vertellen la
ter hoe ze de mannen voor hun
ogen hadden zien verdrinken:
„Twee hielden zich nog even vast
aan de omgeslagen boot. anderen
zag men worstelen met de golven,
het duurde maar kort na wei-
HET TRAGISCH EINDE DER
DAPPERE BEMANNING
VAN DE
„PRINS DER NEDERLANDEN"
16 JANUARI 1929
DOOR G.H.HOEK
JOURNALIST
Te ROTTEROAM
SMUhAMB VlAv/LAJUXiO vooa Ot iJiM.f
UITGEGEVEN TEN DATE VAN De
NAGELATEN BETREKKINGEN
DER SLACHTOFFERS
De omslagplaat van het boekje dat G. H. Hoek over de ramp met de
„Prins der Nederlanden" schreef.
nige minuten had de schuimende
zee haar prooi bedekt". In een
open vlet zijn zes mannen er in
het barre weer op uit gegaan om
hun collega's in nood te zoeken,
maar de volgende dag keren ze
onverrichterzake terug. Niets en
niemand gezien. Vijf van de acht
slachtoffers worden die dag in
Rockanje gevonden. Prins Hen
drik komt en spreekt deze woor
den: „Vreeseiijk. Wat is dat vree-
selljk."
Bij de begrafenis van de vijf
slachtoffers zijn duizenden be
langstellenden aanwezig, onder
wie een vertegenwoordiger van
de Koningin, van de minister van
waterstaat, directeuren van de
reddingmaatschappij. burge
meesters, redders, familie en een
aantal predikanten. Er wordt
veel gesproken, Ds. N. Luyendijk,
hervormd predikant van Hoek
van Holland, houdt een preek:
„Wilt ge de grootste hulde bren
gen aan deze helden? Denk dan
aan hen in den volgenden zomer
en laat die niet zooais vroeger in
losbandigheid worden doorge
bracht." De giften stroomden
binnen, „totdat een bedrag van
wel 3 ton gouds was bijeen ge
bracht". Hoek schrijft: „Er zijn er
weer geweest, die hebben geroe
pen: De Staat moet het doen De
Staat met z'n koude uitkeering.
De gezinnen waren voor re
kening van het Nederlandsche
volk. goed. Holland heeft de wis
sel gehonoreerd, ten volle. En wij
zeggen nu en altijd: La at ons
dat toch, lö&t ons toch de gele
genheid om tenminste iets te
doen verwurg de ziel van
Nederland niet met uw koude; De
Staat moet het doen".
Een overcompleet verslag, dit
„Heldendood", waarin iedereen
met naam en toenaam tot zijn
recht kwam en waarin zelfs voor
gaande reddingen niet werden
overgeslagen. Alleen één kind is
vergeten. Er wordt gesproken
over „die 8 weduwen en 37 wee
zen, die door golfslag waren
beroofd van hun man en vader,
die weenend en onverzorgd ach-
terbleven".Maar een simpele op
telsom leert, dat zes. vijf, vier.
tien, drie en nog eens tien kinde
ren er samen achtendertig zijn.
Dat ene kind is onvermeld ge
bleven.
Koningin Noor, de Amerikaanse
vrouw van Jordanlës koning
Hoessein, is in ere hersteld. Na
dat mode-ontwerper BlackwelJ
uit Los Angeles haar op zijn lijst
van de tien slechtst geklede vrou
wen ter wereld had gezet, hebben
2500 modecriticl uit de hele we
reld koningin Noor op hun Jaar
lijkse lijst van de best geklede
vrouwen geplaatst De filmster
Candice Bergen, Pablo Picasso's
dochter Paloma en zangeres Dia
na Ross staan daar ook op. De
lijst van de best geklede mannen
vermeldt onder meer de namen
van prins Charles, de Egyptische
president Anwar Sadat en film
speler John Travolta.
Het hengelsportgenootschap
„Club der Honderd" dat jaarlijks
de viswedstrijd tussen parlement
en pers organiseert, heeft voor
het eerst zo'n wedstrijd op Euro
pees niveau op touw gezet. Op
vrijdag 18 mei, drie weken voor
de Europese verkiezingen, zet
een ploeg van 45 leden van het
Europees Parlement zich bij het
stadje Fintel ten zuidoosten van
Bremen aan de waterkant tegen
over figuurlijk althans een
even grote ploeg van journalis
ten. In beide ploegen zitten vijf
vertegenwoordigers uit alle ne
gen EG-landen. Nog niet veel,
maar tenminste één ding waarbij
(h)echte samenwerking in Euro
pees verband mogelijk blijkt.
Gepakt De man die het tele
visietoestel van Willie de gorilla
stal zoals we een paar dagen
geleden meldden is gepakt
Het is een 27-jarige werknemer
van dezelfde dierentuin in Atlan
ta (in de Amerikaanse stad Qeor-
gia) waar de aap is gehuisvest. De
man bekende nadat de leugende
tector hem door de mand deed
vallen.