'Jungle' voor jonge artsen Minderstudenten melden zich aan HELDENDOOD Trouw Nieuw vestigingsbeleid is hard nodig Commentaar V: ]allaghans positie Iweden en Vietnam één kind werd vergeten toch goed vissen iOINSDAG 16 JANUARI 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET Als de Britse premier James Cal- aghan dit jaar de algemene verkie- :ingen gaat verliezen, is daar dezer lagen de basis voor gelegd. Het vertrouwen in en het gezag van de socialistische regeringsleider zakt net de dag. Wie in het hart van Callaghan zou kunnen kijken, leeft een grote kans daar een flin ke portie spijt aan te treffen; spijt dat hij niet naar de verwachting van vrijwel alle politici en politieke waarnemers in oktober al parle mentsverkiezingen heeft gehou den. Weliswaar waren toen de opi- liepeilingen niet eensluidend gun- tig voor de socialisten, maar de cans dat de conservatieven in de egeringsbanken zouden zijn geko- ien, was toen zeker niet groter. Callaghan zit nu in de penibele bsitie dat hij niet meer zijn eigen olitieke lot kan bepalen. De pre- ïier is afhankelijk van enkele klei- e belangenpartijen in het parle- ïent, namelijk de nationalisten in chotland en Wales en de unionis- ;n in Noord-Ierland. Hij speelt et spel ontegenzeggelijk knap en loordacht en met werkelijkheids- in bovendien, e[ )e unionisten heeft hij aan het ta jntje gekregen door hun uitbrei- iei ing van het aantal Noordierse arlementszetels te beloven. Maar it wetsvoorstel komt vandaag in temming en als die uitbreiding enmaal een feit is, remt niets de nionisten meer bij het mede ten al brengen van de regering. Nieu- verkiezingen betekenen ten- otte meer zetels. Ie nationalisten zitten nog tot 1 laart aan de lijn. Dan wordt het :elbesproken referendum over ïperkt zelfbestuur gehouden. Als volksstemming voorbij is, kan allaghan de steun van de nationa- iten wel vergeten. Hij zal dan binnen enkele weken verkiezingen moeten uitschrijven. Enkele waar nemers hebben de datum 5 april al in hun agenda genoteerd. Veel pijnlijker is voor Callaghan echter dat de huidige stakingsgolf net als in de winter van 1973- 1974 bij Edward Heath zijn prestige wezenlijk, zal aantasten. Callaghan en zijn voorganger Wil son hebben, zeker na de débacle van Heath, een groot deel van hun prestige ontleend aan de nauwe betrekking tussen de bonden en de Labourparty; betrekkingen die de conservatieven in het geheel Labour is tot stand gekomen om te dienen als politieke arm van de al veel oudere vakbonden en het zijn ook de vakbonden die met de contributies van hun leden de be langrijkste financier zijn van de partij. Vakbeweging en Labour zijn natuurlijk bondgenoten, die elkaar in tijden van nood niet zul len afvallen, zo is de vaste overtui ging die nu echter begint te wan kelen. De vakbonden blijken het de geestverwante socialisten net zo moeilijk te (kunnen) maken als de conservatieven. Een regering van Margaret Thatcher, die zich wat tactischer opstelt dan zij tot nu toe heeft gedaan en er zijn genoeg conservatieven, die hun leider daartoe willen en kunnen bewegen hoeft het niet per se moeilijker te krijgen dan een regering-Callag- han. Die gedachte kan een flinke groep zwevende kiezers in het kamp van de conservatieven drijven. Zij ge loofden in de vaderlijke, vertrou wenwekkende Callaghan. Die Cal laghan bestaat sinds enkele dagen niet meer. door Jelle Jan Klinkert Waart het spook van de wer kloosheid nu ook al onder hui sartsen rond? Hun volle wachtkamers en spreekwoor delijke haast schijnen op het tegendeel te wijzen. Toch schreven onlangs dertien jon ge huisartsen een brief aan het bestuur van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), waarin ze aandacht vroegen voor de steeds nijpender ves tigingsproblemen waarmee pas afgestudeerde huisartsen kampen. Het is de moeite waard deze brief eens wat na der te bekijken en te plaatsen en het licht van de gegevens, die over nieuwe vestigingen van huisartsen bekend zijn. Allereerst de brief. Zo'n 250 huisartsen staan officieel bij het Nederlands Huisartsen Instituut als werkzoekend geregistreerd, vol gens de briefschrijvers. Zestig sollici tanten naar één praktijk is geen uit- zondering, net zomin als overname sommen van meer dan één miljoen guldenm. Gulden.Dergelijke investe ringen dwingen èen jonge huisarts een grote praktijk te houden an ders gaat hij failliet terwijl juist een verkleining van de praktijk en meer aandacht voor de individuele patiënt noodzakelijk is. Geen wonder dat steeds meer afgestudeerden aar zelen om zich in de concurrentieslag te wagen, en maar tijdelijk een baan tje zoeken in afwachting van betere tijden, die echter voorlopig nog niet in qicht lijken te zijn. De gevestigde huisartsen lijken zich gezamenlijk te verdedigen tegen de vele praktijkzoekers, ondanks het feit dat ze zelf in voortdurende tijd nood zitten. De oplossing moet, aldus nog stees de briefschrijvers, gezocht worden in effectuering van twee za ken: praktij kverkleiding en vesti gingsbeleid. Ze menen dat praktijk- verkleining (en verbetering van de hulpverlening( op dusdanige wijze in de honoreringsstructuur dient door te werken, dat dit niet tot verlaging van het norm-inkomen leidt. et het besluit om 250 Vietname- bootvluchtelingen op te nemen, eft de Zweedse liberale minder- idsregering van Ola Ullsten een etnam-beleid omgebogen dat eds meer onder vuur kwam en Dr zijn starre, dogmatische lijn sympathie verloor. Ook nu zal ;ten en zijn minister van buiten- idse zaken en ontwikkeling. inwerking Hans Blix de kritiek :t bespaard blijven. Oppositie- ider en voormalig socialistisch mier Olof Palme heeft zich na P afgelopen weken doen gelden een soort Vietnam-goeroe, die t alleenrecht op de waarheid er de ontwikkelingen in Indo- lina voor zichzelf opeist. band tussen Palme en de ichthebbers in Hanoi is van een ia*el bijzondere aard. Nergens in It westen werd aan het einde van jaren zestig tijdens het Vietna- se conflict zo ondubbelzinnig teen Amerika en vóór Hanoi ge- zen als in Stockholm. De man tg hter deze keuze was Palme, toen Di>g minister van onderwijs maar js eds de gedoodverfde opvolger ,lt n premier Tage Erlander. Zwe- was het eerste westerse land Noord-Vietnam erkende en Vi Jme liep voorop in de anti-Ame- ;aanse Vietnamdemonstraties, Tien met een grootheid uit Ha- ;">i of een vertegenwoordiger van voorlopige revolutionaire rege- ig van Zuid-Vietnam. relatie Zweden-Vietnam is ook ider de in 1976 in Stockholm aan macht gekomen „burgerlijke" lering van centrum, conservatie- en liberalen nauwelijks veran- derd en hetzelfde geldt voor het huidige kabinet. Ullsten en Blix willen daar geen verandering in brengen, zelfs niet na het optreden van Vietnam in het buurland Cambodja. De libe ralen stellen zich op het standpunt dat onderscheid moet worden aan gebracht tussen buitenlands beleid en ontwikkelingssamenwerking. Wat het vluchtelingenbeleid van oppositieleider Palme en tot voor enkele dagen ook van de liberalen bedenkelijk maakt is het oogklepperige karakter en de koudwatervrees van Vietnamese autoriteiten. Hanoi zou zich wel eens kunnen stoten aan opneming van vluchtelingen, vertelde de op positieleider in het dagblad Afton- bladet. En in hetzelfde vraagge sprek: „Het even zwaar beproefde als bewonderenswaardige volk van Vietnam heeft onze solidariteit meer dan ooit nodig." Blix ontken de eerst nog dat er in Vietnam sprake zou zijn van schending van de mensenrechten. En de hoge ambtenarij voert praktische be zwaren aan tegen de toelating van Vietnamese vluchtelingen. De Zweedse bevolking zou vijandig tegenover hen staan, de lijn in het vluchtelingenbeleid vooral aan dacht voor Latijns-Amerika zou worden verstoord, en meer van dit soort argumenten. Ze lijken slechts uitvluchten om niet toe te hoeven geven dat zelfs een be wind, waarme men zich verbonden voelt, fouten maakt. Voor Zweden heeft een ideaalbeeld kennelijk eeuwigheidswaarde Vestigen De brief is in vrij forse termen gesteld een woord als "concurrentie,, hoor je onder artsen niet vaak hardop en dat is niet verwonderlijk. Want huisartsen die zich trachten te vesti gen. beleven dit als een zeer enerve rende bezigheid. En uit onderzoek van het NHI blijkt dat daarbij heel dikwijls onaangename ervaringen worden opgedaan. Eerst eens wat cijfers. Ik ontleen ze voornamelijk aan een rapport van het NHI: Nieuwe vestigingen van hui sartsen. door Bartels, Dopheide en van der Zee. In Nederland practizeren zo'n 5.100 huisartsen. Een huisarts heeft gemid deld 2.800 patiënten, maar in ver schillende gebieden van ons land wijkt dit getal vrij sterk af. Op het platteland in Friesland, Groningen en Zeeland vinden we veelal 1.900 2.500 patiënten per hulsarts, terwijl vooral in forensengemeenten in het zuiden een huisarts gemiddeld 3.300 patiënten heeft. Nu studeren er per Jaar ongeveer vijf honderd jonge hulsartsen af. Ze heb ben er zes zeven Jaar universiteit opzitten en staan te trappelen om aan het werk te gaan. Ongeveer 150 van hen vinden werk buiten het hul sartsenberoep en 350 komen aan de slag als huisarts. Dit laatste kan op verschillende ma nieren gebeuren. Allereerst kan de jonge medicus zich vrij vestigen: hij koopt of huurt ergens een pand en kondigt aan dat hij praktijk gaat houden. Dan wacht hij af. Soms wordt hij "gesteund,, door de al aan wezige collega's maar ongeveer even vaak niet. In het laatste geval moet hij zelf maar zien hoe hij aan zijn vrije weekend, zijn vakantie en zijn nacht rust komt. In de brief werd dit aange duid als de verdediging van de geves tigde huisartsen. Dat die huisartsen een nieuwe collega niet steeds met open armen ontvangen is duidelijk: hij pikt. om het platvloers te zeggen, hun patiënten af, en minder patiën ten betekent minder inkomen. Samenwerken Maar de jonge huisarts kan zich ook associëren. In 34 procent van de vesti gingen lukt dit: hij (slechts vijfpro cent van de huisartsen is een zij) gaat een samenwerkingsverband met een andere huisarts aan. De derde manier van vestigen is door overname van een praktijk. Ongeveer de helft van nieuwe vestigingen gaat op deze wij ze. In veel gevallen wordt de zoeken de arts hierbij geholpen door een commercieel bureau of door een zij ner beroepsorganisaties. Die hulp heeft hij wel nodig, want hij begeeft zich nu in een sociale en economische jungle In de eerste plaats sociaal: in zijn opleiding heeft de Jonge arts met veel idealisme gevoelens van solidariteit en collegialiteit ontwikkeld (de brief begint met „geachte collegae" en ein digt „met collegiale groeten"). Maar nu blijkt dat financiële belangen deze mooie gevoelens danig verstoren. Gids nodig Maar ook economisch. De hulsarts heeft zeker een gids nodig in de jung le. Want hij moet gewoonlijk twee moeilijke dingen tegelijk doen. Ten eerste koopt hij een huls plus praktijkruimte. Dat geeft financiële risico's, te meer omdat een hulsarts meestal niet in het goedkoopste huls van het dorp schijnt te moeten wo nen. En ten tweede koopt hij een praktijk. Dat wil zeggen: hij betaalt een som geld aan de vorige arts (in 1970 gemiddeld 150.000 gulden, nu aanzienlijk hoger), en die vorige eige naar geeft hem dan zijn hele patiën tenbestand Inclusief alle informatie. Nu moet de nieuwkomer maar hopen, dat er niet al te veel patiënten weglo pen bij de nieuwe dokter (gemiddeld is dat vijf procent). Ligt een gewone sterveling al nachten wakker als hij alleen een huis koopt, een Jonge arts zal het met deze twee transacties tegelijk nog heel wat moeilijker hebben. De huisarts moet alle risico's afwe gen. Dat is moeilijk en er komt bij, dat in deze Jungle het recht van de sterkste heerst. De wet van vraag en aanbod bepaalt de hoogte van de goodwill en de prijs van het huis. Dit ondanks oproepen van de LHV. Deze schreef immers nog in 1973: „Tenein de te bevorderen dat beide partijen op enige zekerheid zouden kunnen rekenen werd toen besloten het eco nomisch principe van vraag en aan bod een zo gering mogelijke rol te laten spelen". Helaas, de zaken van het geld blijken in werkelijkheid voor het meisje van de gedragsregels te gaan; de goodwill ligt consequent ho ger dan de LHV voorstelde (de zgn. 90 pet-regeling, omschreven als „strin gente maximumadvisering"). Brief Terug naar de brief van de dertien huisartsen. Allereerst zij opgemerkt dat men bij het NHI niets weet van 250 officieel geregistreerde werkzoe kende huisartsen. Wel is het zo, ik zei het al, dat 350 hulsartsen zich per Jaar ergens vestigen, zodat Je mag ver wachten dat er voortdurend een be paalde hoeveelheid zoekers rond loopt Dat is op zich niet verbazend en komt overeen met de situatie in vele andere beroepen. Het is dan ook beslist onjuist om op grond hiervan werkloosheid of een overvoerde markt voor huisartsen te suggereren. Gelukkig willen de briefschrijvers dat ook niet. Ze wijzen vooral op de noodzaak tot een vestigingsbeleid en op de noodzaak van praktijk verklei ning. Ze hebben daarmee volkomen gelijk. Een goed en krachtig vesti gingsbeleid is hard nodig bijvoor beeld om onredelijke verschillen in artsendichtheid te kunnen opheffen en om weerstanden van gevestigde artsen te kunnen doorbreken. Het is ook nodig om iets aan de Jungle toestanden te kunnen doen die nu bij vestigingen heersen. Daarbij is praktijkverkleining even hard nodig om tegemoet te kunnen komen a n de eisen die tegenwoor dig aan de hulsarts worden gesteld: meer dan vroeger heeft de patiënt in plaats van medicijnen en behande ling nodig aandacht en zorg. Dat kost veel tijd. Jammer genoeg maken de Jonge huis artsen in hun brief dezelfde fout, die ook de LHV indertijd in zijn Blauw druk maakte: dat is de gedachte dat in een nieuwe situatie de Inkomens van artsen niet mogen worden aange- tast. Deze gedachte is onterecht. Nog- afgezien van de gebrekkige argumen tatie in de brief (een verwijzing naar de financieringsregeling t.b.v. ge zondheidscentra) zit de onjuistheid vooral In de nog steeds kennelijk aan wezige idee van de zeldzaamheid en bijzonderheid van het artsenberoep. Hier kan de wet van vraag en aanbod ook heilzaam werken, zoals deze dat in andere academische beroepen al gedaan heeft: een groter artsenaan bod verlaagt de zeldzaamheidswaar- de van het beroep. Wie weet kan de honorering dan ook op een niveau komen dat ligt op dat van vergelijk bare beroepsbeoefenaars. Het moet zowel deze Jonge huisartsen als de LHV langzamerhand duidelijk worden dat de Invoering van de prak- tijkverklelning en een goed vesti gingsbeleid vooral vastzit op de els van gelijkblijvende honorering. En het moet ook duidelijk zijn dat het belang van de patiënt dus vesti gingsbeleid en praktijkverklelning met die eis onverenigbaar is. Drs. J. J. Klinkert is wetenschappe lijk medewerker van de vakgroep gedragswetenschappen van de facul teit der Geneeskunde aan de V.U. in Amsterdam. Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 059, 1000 AW Amster dam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. Mevrouw Mar tina Latupei- rissa (64) toont de o verlij dens- acte van haar echtgenoot: een KNIL-sol- daat, die in 1944 in een Ja pans kamp overleed. Me vrouw Latu- peirissa heeft geen verblijfs vergunning voor ons land; zij zou al lang weer naar In donesië terug moeten. Haar raadsman heeft haar zaak nu aange kaart bij de Raad van State. OPTlMiSMF.... DEN HAAG Tot nu toe hebben zich voor het wetenschap pelijk onderwijs minder aankomende studenten aangemeld dan vorig jaar. Dat blijkt uit de eerste vooraanmeldingscijfers van het Centraal Bureau aanmelding en plaatsing in Gro ningen. Per 18 december telde het bureau 30.500 aspirant-studenten tegen 30.865 het Jaar ervoor. Hieruit kan, met enig voorbehoud, de conclusie worden getrokken dat de belangstel ling voor het wetenschappelijk on derwijs terugloopt. Het aantal VWO- abituriënten (afgestudeerden) stijgt namelijk nog steeds. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat de voor aanmelding voor het wetenschappe lijk onderwijs wat laat op gang komt. Blijkens de cijfers hebben zich opval lend minder belangstellenden zich aangemeld voor de sociale weten schappen dan het jaar ervoor. Toen meldden zich 4637 kandidaten, nu 4215 Ook liep het aantal abituriënten bij letteren terug ivan 5085 naar 4785). Daarentegen steeg het aantal kandidaten voor rechtsgeleerdheid aanzienlijk van 3743 naar 4174 Een lichte stijging deed zich ook voor bij geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde. landbouwweten schappen, economische wetenschap pen en wijsbegeerte Het aantal voor aanmeldingen liep terug bij godge leerdheid, wiskunde en natuurweten schappen. technische wetenschap pen. aardrijkskunde en lichamelijke oefening. Overigens blijkt uit andere bron dat het met de noodzaak van studenten stops dit studiejaar wel losloopt Tot nu toe bleken er in de praktijk slechts drie stops nodig, namelijk voor ge neeskunde. diergeneeskunde en tandheelkunde. f| PRIJS J0 CENT Het wès natuurlijk een uitermate tragische gebeurtenis, op die zes tiende januari 1929, toen de red dingsboot „Prins der Nederlan den" bij Hoek van Holland tij dens een reddingsactie omsloeg en de acht redders zelf verdron ken. Maar de manier waarop zo'n ramp in die dagen beschreven werd, maakte het nog tragischer Het was toen nog gebruikelijk dat een journalist van een grote krant die een ramp van een der gelijk omvang van begin tot eind had meegemaakt en verslagen, er een boekje over schreef. Een uit gebreid verslag dus. compleet met eigen gevoelens. Over de ge beurtenissen rondom de „Prins der Nederlanden" schreef „G H. Hoek, journalist te Rotterdam" (en later Gerard Hoek van de NCRV) het boekje „Heldendood Het tragisch einde der dappere bemanning van de „Prins der Ne derlanden". Het werd uitgegeven „ten bate van de nagelaten be trekkingen der slachtoffers" Vandaag precies vijftig jaar gele den voltrok de ramp zich. In zijn inleiding beschrijft Hoek wat er in hem en zijn collega's omging toen hun de omvang van het dra ma duidelijk werd: „Och, wij journalisten zijn gewend aan on heilstijdingen. wij gaan bij wijze van spreken dagelijks met den dood om als met een goede be kende. maar op dèt ogenblik knópte er toch iets binnen in ons Hij had het voelen aanko men: „Ik weet niet, hoe dat te verklaren is, maar stééds, wan neer er iets grootsch, iets som bers te gebeuren staat, word ik onrustig, voel het als het ware van te voren aankomen. Zoo ook nu. Dinsdagavond, toen de sneeuwstorm begon op te steken en Ik de woning van een kennis zou gaan verlaten, zeide Ik: Het zou me niets verwonderen of ik zit morgen in den Hoek. Wél is die voorspelling uitgekomen!" Het ging om het Letlandse stoom schip Valka dat op de Maasvlak te was vastgelopen. De „Prins der Nederlanden" is uitgevaren en keert maar niet terug. Uiteinde lijk komt de bevestiging van wat velen al vermoedden: de boot is omgeslagen. ..Het bonst In mijn hoofd: omgeslagen-omgeslagen- omgeslagen. Ik vind m'n beroeps- kalmte terug: En de bemanning? Denkelijk alle acht gebleven De 23 opvarenden van de Valka die door de „Koningen Wilhel- mina" gered werden vertellen la ter hoe ze de mannen voor hun ogen hadden zien verdrinken: „Twee hielden zich nog even vast aan de omgeslagen boot. anderen zag men worstelen met de golven, het duurde maar kort na wei- HET TRAGISCH EINDE DER DAPPERE BEMANNING VAN DE „PRINS DER NEDERLANDEN" 16 JANUARI 1929 DOOR G.H.HOEK JOURNALIST Te ROTTEROAM SMUhAMB VlAv/LAJUXiO vooa Ot iJiM.f UITGEGEVEN TEN DATE VAN De NAGELATEN BETREKKINGEN DER SLACHTOFFERS De omslagplaat van het boekje dat G. H. Hoek over de ramp met de „Prins der Nederlanden" schreef. nige minuten had de schuimende zee haar prooi bedekt". In een open vlet zijn zes mannen er in het barre weer op uit gegaan om hun collega's in nood te zoeken, maar de volgende dag keren ze onverrichterzake terug. Niets en niemand gezien. Vijf van de acht slachtoffers worden die dag in Rockanje gevonden. Prins Hen drik komt en spreekt deze woor den: „Vreeseiijk. Wat is dat vree- selljk." Bij de begrafenis van de vijf slachtoffers zijn duizenden be langstellenden aanwezig, onder wie een vertegenwoordiger van de Koningin, van de minister van waterstaat, directeuren van de reddingmaatschappij. burge meesters, redders, familie en een aantal predikanten. Er wordt veel gesproken, Ds. N. Luyendijk, hervormd predikant van Hoek van Holland, houdt een preek: „Wilt ge de grootste hulde bren gen aan deze helden? Denk dan aan hen in den volgenden zomer en laat die niet zooais vroeger in losbandigheid worden doorge bracht." De giften stroomden binnen, „totdat een bedrag van wel 3 ton gouds was bijeen ge bracht". Hoek schrijft: „Er zijn er weer geweest, die hebben geroe pen: De Staat moet het doen De Staat met z'n koude uitkeering. De gezinnen waren voor re kening van het Nederlandsche volk. goed. Holland heeft de wis sel gehonoreerd, ten volle. En wij zeggen nu en altijd: La at ons dat toch, lö&t ons toch de gele genheid om tenminste iets te doen verwurg de ziel van Nederland niet met uw koude; De Staat moet het doen". Een overcompleet verslag, dit „Heldendood", waarin iedereen met naam en toenaam tot zijn recht kwam en waarin zelfs voor gaande reddingen niet werden overgeslagen. Alleen één kind is vergeten. Er wordt gesproken over „die 8 weduwen en 37 wee zen, die door golfslag waren beroofd van hun man en vader, die weenend en onverzorgd ach- terbleven".Maar een simpele op telsom leert, dat zes. vijf, vier. tien, drie en nog eens tien kinde ren er samen achtendertig zijn. Dat ene kind is onvermeld ge bleven. Koningin Noor, de Amerikaanse vrouw van Jordanlës koning Hoessein, is in ere hersteld. Na dat mode-ontwerper BlackwelJ uit Los Angeles haar op zijn lijst van de tien slechtst geklede vrou wen ter wereld had gezet, hebben 2500 modecriticl uit de hele we reld koningin Noor op hun Jaar lijkse lijst van de best geklede vrouwen geplaatst De filmster Candice Bergen, Pablo Picasso's dochter Paloma en zangeres Dia na Ross staan daar ook op. De lijst van de best geklede mannen vermeldt onder meer de namen van prins Charles, de Egyptische president Anwar Sadat en film speler John Travolta. Het hengelsportgenootschap „Club der Honderd" dat jaarlijks de viswedstrijd tussen parlement en pers organiseert, heeft voor het eerst zo'n wedstrijd op Euro pees niveau op touw gezet. Op vrijdag 18 mei, drie weken voor de Europese verkiezingen, zet een ploeg van 45 leden van het Europees Parlement zich bij het stadje Fintel ten zuidoosten van Bremen aan de waterkant tegen over figuurlijk althans een even grote ploeg van journalis ten. In beide ploegen zitten vijf vertegenwoordigers uit alle ne gen EG-landen. Nog niet veel, maar tenminste één ding waarbij (h)echte samenwerking in Euro pees verband mogelijk blijkt. Gepakt De man die het tele visietoestel van Willie de gorilla stal zoals we een paar dagen geleden meldden is gepakt Het is een 27-jarige werknemer van dezelfde dierentuin in Atlan ta (in de Amerikaanse stad Qeor- gia) waar de aap is gehuisvest. De man bekende nadat de leugende tector hem door de mand deed vallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5