Buitenlanders blijven azen op een stukje oerwoud
Bolivia heeft de ruimte - maar voor wie?
Nederland weet van niets
ZATERDAG 13 JANUARI 1979
BUFTENLAND
TROUW/KWARTET
15
De dringende vraag naar blanke
pioniersgeest van de Boliviaanse
regering blijft de gemoederen in
dat land bezig houden. De hard
nekkige verzekeringen van de rege
ring dat er geen plannen bestaan
voor de immigratie van blanken
uit zuidelijk Afrika, vinden maar
weinig geloof.
De Nationale Boerenorganlsatie Tupac Ka-
tari, die vorig jaar officieel protest aanteken
de tegen de eventuele komst van de Afri-
kaanders, heeft samen met het Boliviaanse
Anti-Apartheidscomité en de Boycot Out-
Bpan Actie een brochure uitgegeven over de
dreigende gevaren. Dit drukwerkje, dat mo
menteel op grote schaal in Bolivia verspreid
wordt en in zowel in het Spaans als ln het
Aymara (de belangrijkste taal van de India
nen) is gesteld, gaat op eenvoudige wijze in
op de rassenonderdrukking in Zuld-Afrika.
Rhodesië en Namibië. Het maakt duidelijk
dat het Indiaanse deel van de bevolking (54
jrocent) ln de toekomst wel eens ln dezelfde
>ositie terecht kan komen als die van de
warten in zuidelijk Afrika. Daar maken
mmers vier miljoen blanken de dienst uit
Foor 21 miljoen zwarten.
Gevoelig
let Boliviaanse dagblad Presencla be-
teedde op 21 juni van het vorige jaar
sndacht aan een pagina grote publikatle
an Trouw over dit onderwerp. Presencla
rukte een verkleinde kopie af van die
iagina en leverde in de bijgaande tekst een
amenvattende vertaling. Het onderwerp
?as blijkbaar zeer gevoelig, want de dag
ma belegde de verantwoordelijke onder-
ïinister van migratie, dr. Guido Strauss
wanowitsj, al een persconferentie. Tijdens
ie bijeenkomst ontkende hij, dat de blan-
e Zuidafrikanen als het in him land te
ïoeilijk zou worden, naar Bolivia zouden
omen. Hij verklaarde dat er nooit plannen
adden bestaan voor een massale over-
omst van de Zuidafrikaanse boeren.
>e onderminister was echter niet bereid in
en interview met Trouw hierop nader in te
aan. Want dat er in ieder geval vastomlijn-
e plannen hebben bestaan, staat vast. In
,a Paz was vlak voor de persconferentie een
irief van Strauss uitgelekt aan de toenmali-
e minister van planning en coördinatie,
eneraal Lechin Suarez. Die brief, geda-
;erd 30 november 1976, bevat concrete
lannen en voorstellen voor het verkrijgen
Hij heeft kennelijk ook vragen gekregen
over de politieke stabiliteit in het land En
hij lijkt wel het propagandabureau van de
regering, als hij er op wijst dat de staats
greep van kolonel Pereda na de verkiezin
gen in Juli zeer vreedzaam is verlopen. Er
viel geen enkele dode, terwijl diezelfde dag
in Noord-Ierland een vierjarig meisje om
het leven kwam. drie Baskische nationalis
ten ln Spanje werden doodgeschoten en ln
Italië twee zakenlieden werden ontvoerd.
Nogal dubieuze vergelijkingen om de situa
tie ln het land met de hoogste staatsgreep
frequentie ter wereld goed te praten.
Oerwoud
De twijfel over het bonafide karakter van
deze onderneming neemt nog toe doordat ln
Engeland vorige maand een bedrijf ontmas
kerd is, dat op soortgelijke wijze grond
aanbood in Paraguay. Het ging hier ook om
stukken oerwoud, waarop tal van mensen
vla de Paraguayan Independent Landow
ners and Cattle Association in Worthing
(Sussex) eigendomsrechten hadden verkre
gen. Wie ter plekke wilde gaan kijken, bleek
niet op zijn stuk grond te kunnen komen,
omdat de beloofde infrastructuur ontbrak.
De bedrogen kopers bezitten nu enige hec
taren ergens ln een enorm oerwoud, waarop
nog geen helikopter kan landen.
Hutchinson zegt ook plannen te hebben
voor de aankoop van stukken grond verdér
naar het oosten, tegen de Braziliaanse
grens. Hij wijst er echter op dat het hier om
minder aantrekkelijk gebied gaat.
In hoeverre over enkele Jaren de vruchtbare
Boliviaanse gronden ln handen zijn van
buitenlandse investeerders, en de Indianen
zich moeten beperken tot de nauwelijks
bewerkbare hoogvlakte, is moeilijk te voor
spellen. Veel hangt af van de verkiezingen,
die deze zomer zullen plaatsvinden.
Als het proces naar de democratie zonder
fraude verloopt de recente machtswisse
ling heeft de situatie wat dat betreft wat
hoopvoller gemaakt is de kans voor een
overwinning van het progressieve blok UDP
groot. Tijdens de frauduleus verlopen ver
kiezing van het afgelopen Jaar verklaarde
de lijsttrekker van de UDP. Hernan Siles
Zuaso, voortdurend dat het uit moest zijn
met de uitverkoop van het nationale grond
gebied aan het buitenland. Na een eventue
le verkiezing tot president ln juli van dit
jaar, zou hij deze Bollvia-voor-de-Bollvia-
nen-campagne waar moeten maken. Men
sen als Hutchinson zullen dan weinig kans
meer krijgen.
livia is groot, veel te groot eigenlijk. Op een oppervlak van
Jfftig keer Nederland wonen nog geen vijl miljoen inwoners.
ïveederde is dan ook nauwelijks bewoond. De grote steden
-fegen op één na allemaal op de hoogvlakte, meer dan driedui
zend meter boven de zeespiegel, waar de lucht ijl en de
achten bitter koud zijn. Aan de rand van die vlakte duiken
ichtbegroeide hellingen de diepte in en begint het subtropl-
fche heuvelland, dat verderop overgaat in tropische regen-
louden.
ls'|egen lopen hier nauwelijks. De ver-
freide nederzettingen zijn alleen be-
:baar per propellervliegtuig of, als
jp aan een rivier liggen, in de regen-
|d per boot. Comfortabel wonen is
ft in die plaatsen niet; de vochtige
armte en de duizenden insekten
aken het leven zwaar. Zo op het
trste gezicht hebben deze honderd-
;enden vierkante kilometers oer-
>ud niemand iets te bieden. Die
bedriegt, want onderzoeken
iben uitgewezen dat dit vrijwel
'S-jbewoonde gebied rijk is aan bo-
imschatten en dat de grond na ont-
af-bning zeer vruchtbaar kan zijn.
te-
Hlanke kolonisten
éen wonder dat de Boliviaanse re-
ring de laatste jaren naarstig zoekt
errtar mensen met pioniersgeest, die
t land koloniseren en de schatten
de bodem halen. Het gaat al een
Jdie bergafwaarts met de economie,
tot voor kort nog als redelijk
ibiel bekend stond. Massale ont-
kiting van dit gebied zou een be-
Ugrijke opleving met zich meebren-
n. Grote hoeveelheden buitenland
kolonisten en kapitaal zouden dit
>ces aardig op weg kunnen helpen.
het verleden is dit ook al herhaal-
lijk met succes geprobeerd. Aan
eind van de jaren vijftig vestigde
h hier een groep Japanners, die
men korte tijd bloeiende bedrijfjes
rmden en mee gingen tellen voor
nationale agrarische produktie.
vermengen zich nu langzaam met
lokale bevolking. Dit in tegenstel-
g tot de Mennonieten, een religieu-
groep van Duitse afkomst, die zich
rk afsluit van de rest van Bolivia
nog de eigen taal spreekt. Ook zij
>ben succes in de landbouw en
ken daarmee af tegen de plaatse-
;e boeren.
!t iedereen is even gelukkig met de
nst van de buitenlanders. „Waar
zouden we hier land weggeven of
kopen aan buitenlanders, als we
I nog zo veel werklozen hebben? Er
hier mensen genoeg die bereid
j onder zware omstandigheden het
woud te bevechten, als daar een
nswaardig bestaan tegenover
at," zegt Padre Gregorio Illiarte in
kantoortje in de hoofdstad La
Hij is internationaal contactman
de Asamblea Permanente de
rechos Humanos, de organisatie
toeziet op handhaving van de
hten van de mens in Bolivia.
beweging, tot voor kort nog
faal, heeft een belangrijke rol ge
beld bij de presidentsverkiezingen
j vorig jaar. Het lukte de Asam-
a in de meeste steden waarnemers
I de stembusssen te stationeren en
Ikon daardoor vele gevallen consta-
fcn van fraude ten gunste van de
br de militairen gesteunde kandi-
kt Mede door pressie van de Asam-
i werden de verkiezingen uitein
delijk ongeldig verklaard. De organi
satie is ook de belangrijkste stem in
het verzet tegen de komst van buiten
landse kolonisten.
Beperkt
Illiarte: „Het is niet zo dat wij geen
enkele buitenlander zouden willen.
Maar de omvang van de groep moet
wel beperkt blijven. Honderdduizend
Zuidafrikanen, die in hun eigen land
het brood met de zwarten niet kun
nen delen, daarvan hoef je niet te
verwachten dat ze dat hier wel doen
met de Indianen." Hij gelooft dat de
protesten succes hebben gehad en
dat deze groep niet meer zal komen.
De publieke opinie in Bolivia is daar
te sterk tegen en geen enkele presi
dent zou volgens hem de plannen
alsnog durven door te drijven.
Zijn organisatie vindt dat de regering
vóór alles geld en moeite moet steken
in de interne migratie: de mensen van
de hoogvlakte hebben het eerste
recht op de Boliviaanse grond, is het
uitgangspunt Vele arme boeren zon
der grond zouden graag een stuk land
in de laaglanden hebben. Bij de rege
ring heerst echter de opvatting, dat
de Indianen, gewend aan koude en
ijle lucht, niet geschikt zijn voor het
zware werk ln een tropische omge
ving. Eerdere experimenten zouden
dit bewezen hebben.
Ploeteren
Inderdaad zijn de proefnemingen
met Interne migratie in het verleden
op weinig uitgelopen. Meestal kwam
het er op neer dat een groep boeren
zich ergens in de Jungle neerliet en
daar aan het ploeteren sloeg. Kredie
ten om het wat grootser aan te pak
ken waren niet te krijgen. Door de
slechte vervoersmogelijkheden, de
hitte en de vochtigheid bedorven de
prod uk ten voordat ze bij een koper
konden belanden. Het enige dat dan
voor de boeren overbleef was terug
keren naar de hooglanden, een illusie
armer.
Ook door de regering opgezette kolo
nisatieprojecten hadden wenig suc
ces. In verband met de snelle op
komst van de houtindustrie aan het
begin van de Jaren zestig, verhuisde
de regering groepen boeren om de
ontboste gebieden te bewerken. Zij
waren echter niet rijk genoeg om de
grond voor zichzelf te kopen en de
gebruikelijke gang was. dat Iemand
met meer geld in zijn zak alles op
kocht nadat de boeren de grond
bouwrijp hadden gemaakt.
Door interne migratie krijgt dit gezin een kans op een nieuw bestaan
overgetrokken. Op de Chaco, de moe
rassige vlakte daar, is voor hen ook
niet veel te vinden en uiteindelijk
zwerven ze allemaal naar Buenos Ai
res. Daar vestigen ze zich in krotten- NdChtk88rS
wijken.
ten ln een enorme sloppenwijk, die
veelbetekenend „Villa Miseria" heet.
Villa Miseria
Er is nog een andere groep, die vol
gens Illiarte veel eerder dan elke bui
tenlander in aanmerking komt voor
een stuk Boliviaanse grond. Dat zijn
de vele Bollvianen die. op zoek naar
werk, de grens met Argentinië zijn
Tot welke proporties die stroom is
uitgegroeid, bleek enige tijd geleden,
toen alle buitenlanders in Argentinië
geldige papleren moesten halen bij
de ambassade van het land van her
komst. Volgens de toenmalige Bolivi
aanse ambassadeur in Buenos Aires,
Oscar Adriazola, woonden er min
stens zeshonderdduizend landgeno
De Boliviaanse regering besloot ge
schrokken tot repatriëring: het va
derland had hen nodig om de achter
gebleven bevolkingsgroei op te van
gen. Begin vorig Jaar arriveerde de
eerste groep, ingehaald met bloemen,
toespraken en muziek. Twee maan
den later waren er al vijftienhonderd
repatrianten in het land aange
komen.
Voor hen bleef het echter bij bloemen
en mooie beloften. Ze hebben nu hele
maal geen inkomsten meer. Een aan
tal ging ln hongerstaking, omdat de
regering hen met mooie beloften van
werk en land heeft teruggehaald,
maar die beloften niet nakomt „In
Villa Miseria hadden we nog werk. We
woonden wel in krotten, maar er was
ten minste water en licht." is hun
toelichting. Volgens de regering is er
echter geen geld meer om de terugge
keerden op te vangen en een paar
hectaren van het oerwoud te geven
om te bewerken. Het groots aange
kondigde repatriëringsproject is in-
AMSTERDAM Nederland is op
geen enkele manier, direct of via het
Intergouvernementeel Comité voor
Europese Migratie (ICEM) betrok
ken bij eventuele migratie van in
Zuid-Afrika en Rhodesië wonende
Nederlanders naar Bolivia. Dit deel
de een hoge functionaris van het
ministerie van sociale zaken ons
mee.
Geruchten over Nederlandse be
moeienis met immigratie van blan
ken uit Zuid-Afrika in Bolivia doen
de ronde sedert in de Boliviaanse
hoofdstad La Paz een brief uitlekte
van de toenmalige Boliviaanse on
derminister van immigratie, Guido
Strauss. In deze brief schreef Strauss
op 30 november 1976 aan zijn collega
van planning, generaal Lechin Sua
rez: „Volgens informaties van de am
bassadeurs in Genève en Zuid-Afri
ka zoekt Nederland naarstig naar
landen, die bereid zijn boeren van
Nederlandse oorsprong op te nemen.
Deze zouden anders naar Nederland
moeten terugkeren, waar net als in
Duitsland sprake is van overbevol
king. Wat dit betreft voert de Neder
landse regering al een vastomlijnde
politiek van samenwerking met ont
wikkelingslanden en als de Bolivi
aanse regering belangstelling toont
in deze zaak, zal dat weerklank vin
den in Nederland."
Omdat Nederland met Brazilië als
enig Zuidamerikaans land recht
streeks migratiebetrekkingen onder
houdt, zouden de contacten met Boli
via moeten lopen via het ICEM, dat
zijn hoofdkantoor in Genève heeft.
Volgens de functionaris op het mi
nisterie van buitenlandse zaken is er
tijdens de vergaderingen van de
ICEM nooit over een mogelijke her
migratie naar Bolivia of een ander
Zuidamerikaans land gesproken.
Ook heeft men niet de indruk dat er
al een massale stroom van emigran
ten uit Zuidelijk-Afrika op gang be
gint te komen. Alleen in Rhodesië is
er sprake van een opmerkelijke te
ruggang van het aantal Nederlan
ders, zo blijkt uit gegevens van het
ministerie van buitenlandse zaken.
Woonden er begin vorig jaar nog
1900 Nederlanders in dat land, medio
1978 waren dat er nog maar een goe
de 1500. De meeste Nederlanders uit
Rhodesië vertrekken naar Zuid-Afri
ka. Nederlanders die weggaan uit
Zuid-Afrika gaan veelal op eigen
houtje en zoeken zelf een ander land
uit waar ze heen willen. Ze hebben
daarbij nog maar hoogst zelden een
beroep gedaan op het ministerie van
sociale zaken, dat in zulke gevallen
kan bemiddelen.
van financiële steun voor de hele onderne
ming.
Maar de Zuidafrikanen waren of zijn niet de
enige kandidaten voor een nieuw leven in
Bolivia. Het linkse Boliviaanse tijdschrift
Debate maakt ln het novembernummer ge
wag van een eventuele komst van 40.000
Laotianen, die na de communistische over
winning in december 1975 naar Thailand
zijn gevlucht. De Noordamerikaanse orga
nisatie „Food for the hungry" zou hierover
met de Boliviaanse regering hebben onder
handeld.
Eind april al bracht de Thaise onderminis
ter voor binnenlandse aangelegenheden,
Winyl Angkanarak een bezoek aan Bolivia,
volgens Debate om over deze aangelegen
heid te onderhandelen. Het blad schrijft dat
de regering Inmiddels 15.000 hectare grond
ter beschikking heeft gesteld voor een
proefproject en dat de eerste vijftig gezin
nen in oktober van het vorige Jaar zijn
gearriveerd.
In verband met de komst van de Laotianen
zou de regering een Griekse firma die in
Brazilië projecten uitvoert voor de Inter-
Amerikaanse Ontwikkelingsbank, bena
derd hebben voor de bouw van twee com
pleet nieuwe „modelsteden". Het zou hier
gaan om een strikt vertrouwelijke op
dracht.
Spotprijzen
Ondanks alle ontkenningen Is in leder geval
duidelijk, dat er in Bolivia wel degelijk
buitenlanders actief zijn met de aankoop
van landbouwgrond. In april van het afgelo
pen Jaar verschenen in de International
Herald Tribune en in het Amerikaanse Na
tural History Magazine advertenties, waar
in de Anglo Bolivian Land and Cattle Com
pany voor spotprijzen stukken land aan
bood ten noordoosten van de Boliviaanse
stad Santa Cruz.
Het Boliviaanse staatsbedrijf Sldersa, dat
verantwoordelijk is voor de verdeling en het
in cultuur brengen van de oerwouden rond
deze stad, verklaarde medio vorig Jaar dat
het juridisch onmogelijk is voor de adverte-
rede maatschappij dit „Bollviaans erf
goed" zo maar te verkopen. Alan Hutchin
son, directeur van de Anglo Bolivian Land
and Cattle Company, lijkt weinig onder de
indruk van deze verklaring. Al degenen, die
hebben gereageerd op zijn eerste adverten
tie maar nog niet tot koop zijn overgegaan,
kregen onlangs weer een brief in de bus.
waarin hij een dringend beroep op de aspi
rant-kopers doet er snel bij te zijn.
Hij vertelt dat de grondprijzen in de streek
ten noordoosten van Santa Cruz het afgelo
pen jaar verdubbeld zijn. Dat zou het ge
volg zijn van zijn eigen activiteiten en de
aankoop van grond door andere kolonisten.
Zelf verhoogt hij de prijs van zijn grond met
tien procent.
Onvindbaar
Hutchinson blijkt een moeilijk vindbare
figuur. Het adres in Santa Cruz dat hij nu
opgeeft, is een ander dan het ln zijn eerste
schrijven aan belangstellenden voor zijn
koopwaar genoemde adres. Dat adres
bleek, toen wij daar gingen kijken, niet te
bestaan. Een van zijn postadressen bevindt
zich ln Nederland: een Internationaal be-
middelingsbedrijf op Schiphol. Amsterdam
Office Service B.V. stuurt zijn post naar
Bolivia.
Overigens bleek niemand in Santa Cruz
ooit van deze Hutchinson te hebben ge
hoord. Santa Cruz is een naar Boliviaanse
begrippen vrij grote plaats in het tropische
oosten van bet land, waar de rijken wonen
en de banken het beeld van het centrum
bepalen. Iedereen kent iedereen en een bui
tenlander, die er voor langere tijd woont zou
zeker opvallen.
Volgens Harry Peacock, een Amerikaan die
met toestemming van de Boliviaanse rege
ring een model-kolonlsatleproject in dit ge
bied heeft opgezet, weet niemand wat er
achter de grondadvertentles zit. Hij wacht
wel in spanning af. want de enige verkoop
bare grond ln deze buurt is het deel van het
oerwoud, waarin hij zijn geslaagde projec
ten met Indianen van de hoogvlakten wil
uitbreiden. Zijn organisatie heeft daarvoor
toestemming van de overheid, maar in Boli
via kun je daar nooit zeker van zijn.
Verder ligt er nog een overwoekerde koffie
plantage, enige jaren geleden failliet ge
gaan en nu eigendom van de staat, die
echter bij lange na niet de ln de adverten
ties aangeboden oppervlakte beslaat.
Propaganda
In zijn nieuwe wervlngsbrief legt Hutchin
son nogmaals de nadruk op de grote belang
stelling van de Boliviaanse autoriteiten
voor potentiële immigranten, die het gebied
ten noordoosten van Santa Cruz zouden
kunnen ontginnen. Bolivia heeft, aldus Hut
chinson, de laatste tijd veel mensen uit
Okinawa opgenomen, alsmede 12.000 Duits
sprekende Mennonieten. HIJ meent op
grond hiervan dat er bij aspirant kopers
geen vrees hoeft te bestaan voor nationali
satie van de grond.
oor Wim Jansen en Herman Amellnk
via, als er ten minste geld voor gevon
den kan worden.
Arme boeren en werklozen komen
met hun gezinnen vanuit alle streken
van het land naar San Julian om een
nieuw bestaan te zoeken. Ze hebben
doorgaans geen enkele ervaring met
het oerwoud en krijgen daarom hulp
van buitenaf. Als ze arriveren zijn
enkele honderden vierkante meters
al kaalgekapt midden ln het bos. Op
die open plek staat een waterpompje
en een halfopen bamboehut, net
groot genoeg om veertig gezinnen een
slaapplaats te bieden. ZIJ zullen hier
in de eerste maanden moeten wonen,
koken en overleggen.
Met een advies van een man met
tropenervaring moet er de eerste da
gen hard gebouwd worden aan de
allernoodzakelijkste voorzieningen:
bedden boven de grond tegen het
vocht en de slangen, een primitief
toilet, een oven om brood te bakken
en een eettafel voor de hele gemeen
schap. Daarna trekt een ploeg het bos
in om met de machete, het hakmes,
de lianen en de kleine struiken weg te
kappen, gevolgd door pioniers met
bijlen die de kleine bomen te lijf
gaan. Voor de woudreuzen is een mo-
torzaag nodig, een machine waarmee
de Indianen eerst moeten leren
werken.
Voor er tweeduizend hectare grond,
met in het centrum de woonschuur.
gereed is. zijn er vier maanden voor
bij gegaan. Al die tijd hebben de
veertig gezinnen onder één dak moe
ten wonen, samen koken en het werk
organiseren. Niemand heeft iets van
zichzelf. Na die vier maanden krijgt
ieder gezin vijftig hectare grond om
te bebouwen en een huis op neer U
zetten.
Coöperaties
De nieuwe kolonisten verbouwen
hoofdzakelijk ananas, bananen, mals
en rijst. Van de opbrengsten richten
ze ln het centrum een schooltje, zie
kenhuis of andere voorziening op.
vaak is er samenwerking met andere
kolonisatiekernen. Op die manier is
San Julia uitgegroeid tot een uitge
strekt dorp van vijftienhonderd ge
zinnen. Er beginnen zich langzaam
coöperaties te vormen voor de inkoop
van levensmiddelen en voor de afzet
van de produkten. Na twee Jaar kun
nen de kolonisten de grond in eigen
dom krijgen, voor ongeveer tweehon
derd gulden Een groot bedrag voor
hen maar de betaling kan worden
gespreid over vijf Jaar.
Het standpunt van de regering ten
opzichte van San Julian heeft een
opmerkelijke verandering onder
gaan. De Noordamerikaanse project
leider Harry Peacock had het aan
vankelijk moeilijk Gezamenlijk
eten, de grond bewerken en coöpera
ties: dat riekt naar communisme
Peacock wist de militairen er echter
van te overtuigen dat dit de enige
manier was De resultaten hebben
hem gelijk gegeven. De Boliviaanse
regering heeft 8an Julian nu tot kolb-
nisatiemodel verheven en zegt ook in
de rest van het land op een dergelijke
manier te werk willen gaan.
Het geld voor San Julian komt uit het
buitenland, hoofdzakelijk Oroot-
Brittannlë. Dat blijft echter niet zo en
Peacock vreest dat buitenlandse In
vesteerders de Indianen voor zullen
zijn, als de Boliviaanse regering niet
bijspringt.
(foto: Maya Pcjlé).
middels als een nachtkaars uitge
gaan.
Fabel
Dat de Indianen van de hoogvlakte
fysiek niet geschikt zijn voor het
werk ln de tropen, is een fabel In de
afgelopen twee jaar hebben vijftien
honderd gezinnen zich met succes
gevestigd ln een dichtbegroeid woud,
honderd kilometer van de tropische
stad 8anta Cruz. De kolonie, 8an
Julian genaamd, breidt zich snel uit
en moet model gaan staan voor de
ontsluiting van grote delen van. Boll-
I