De dikke Van Dale en de politieke preken
De Russen in de wereldraad van kerken
Trouw
VANDAAG
I
VOORBIJGANGERSl
ZAltHÜAG 6 JANUARI 1979
KERK
TROUW/KWARTFT
door A. J. Klei
De van huis uit hervormde werkgroep
Kerk en Prediking u met zijn
dertigste bundel preekschetsen voor
de dag gekomen- Postille 1978-1979
(uitg Boekencentrum. Den Haag.
prijs 36.90). Jaren terug heeft de
gereformeerde predikant O R. Visser
onze lezers krachtig opgewekt, het
woord „postille" niet op z'n Frans,
maar met twee goeie Hollandse I's uit
te spreken, omdat het van Latijnse
komaf is. Aangezien O. R. Visser
reeds lang doctorandus in de
godgeleerdheid was voordat dit voor
gereformeerde dominees verplicht
werd, en hij dus zijn weetje weet, heb
lk zijn aanwijzing zorgvuldig
opgevolgd, hoewel het woordenboek
van Koenen ais uitspraak aangeeft:
postiedije
Raar eigenlijk van de heer Koenen,
want hij blijkt heel goed te weten dat
„postille" uit het Latijn afkomstig is.
Waarom zou hij ons dan een Franse
uitspraak op de lippen willen leggen?
Als de Vreemde Woorden-pocket van
Prisma dat nu gedaan had. want die
beweert dat „postille" uit het Frans
vandaan komt. De verklaring die de
Prisma-pocket van het woord geeft, is
ook erg summier: aantekening,
nadere uitlegging. Koenen komt
dichter bij huis met: stichtelijk
uitlegboek van godsdienstige
waarheden. De dikke Van Dale schiet
nagenoeg in de roos met: korte
uitleggingen van wetenschappelijke
of zedenkundige aard op de biJbeL
Van Dale geeft ook de Latijnse zin,
waarvan ..postille" de afkorting of
liever, de samenvatting is: post lila
verba textus. Helaas vertaalt Van
Dale verkeerd: volgens die woorden
van de tekst. Het moet zijn: nd die
woorden van de tekst. De
uitdrukking werd gebruikt in de
middeleeuwse kerk. Om de
kerkgangers, die de bijbel niet
kenden, duidelijk te maken waar de
bijbeltekst ophield en de uitleg
ervan, de preek, begon, zei de
prediker na de lezing van de tekst:
post lila verba textus na die
woorden van de tekst begin ik mijn
eigen verhaal.
Als iemand nu vraagt, waarom ik zo
met woordenboeken in de weer ben
geweest, luidt mijn antwoord: ik
werd. mij zettend tot de
aankondiging van deze dertigste
Postille, indachtig aan het advies van
dominee O. R. Visser, en toen ik dit
aan mijn naaste omgeving
openbaarde, ontmoette lk
tegenspraak van een volgeling van
Koenen. En dat lk hier mededeling
doe van mijn geblader Is omdat dit
me de gelegenheid biedt, de preciese
herkomst van „postille" op papier te
zetten tot mogelijk gerief van
nlet-theologen en nlet-prekers, aan
wie ik ook de lezing van de nieuwe
Postille zou willen aanraden.
Deze aanbeveling vindt zijn oorzaak
vooral in het feit, dat er (weer) een
paar opstellen over het preken als
zodanig te vinden zijn. Het zijn twee
nogal uiteenlopende stukken, maar
uit het Woord vooraf wisten we al dat
dt
gecnqagccrdc- vj—
er „nu eenmaal" verschillende
theologische stromingen zijn. Hier
was ik trouwens al bij bepaald door
de lijst van medewerkers op het
titelblad, want onder hen trof ik
zowel de christelijke gereformeerde
EOethlcus professor dr. W. H.
Velema aan als de Amsterdamse
hoogleraar dr. Kr. Strijd met zijn
marxistische Vorverstündnis.
De bijdragen over de preek zijn van
de predikanten S. Kooistra en R.
Pomp. De eerste Is confessioneel, een
voorman zelfs van de confessionele
vereniging, en deswege zijn we zo vrij
hem het etiket.rechts" op te
plakken, zo gaat dat „nu eenmaal" in
en om de kerk. Dominee Pomp ls
industriepredikant en geeft er blijk
van, de materialistische exegese te
zijn toegedaan. Geen wonder dat we
hem „links" noemen. Uit beider
artikelen kies ik een gedeelte, dat
gaat over. wat men noemt, de
politieke preken.
Hier is eerst dominee Kooistra:
„De bedoeling van het omstreden
Getuigenis van 1971 was slechts een
waarschuwing tegen de
verpolitisering van het Evangelie en
tegen de visie van de
„ééndimensionale mens" (Marcusse).
Want dan vervalt de prediking van de
rechtvaardiging door het geloof, van
de vergeving der zonden, waardoor
we moeten ingaan in het komende
Rijk. Het Getuigenis bedoelde echter
niet wat critici dachten te
pleiten voor een „monddood maken"
van de Kerk inzake de politiek. Het is
de bijbelse roeping der Kerk op grond
van het Evangelie van het Koninkrijk
te getuigen tegenover overheid en
volk. Als er onrecht geschiedt, zoals
met de Joden in de oorlogstijd, en nu
het racisme en de uitbuiting van de
armen door de rijken, dan heeft de
Kerk te spreken. Opvallend is, dat de
profeten ln het Oude Testament,
Jesaja, Am os, Micha, in naam van de
Heer koning en volk beschuldigen
van maatschappelijke zonden. Op
kritieke momenten in de
geschiedenis moet de Kerk zelfs
kiezen tussen Christus of de Keizer
als Kurios. als een politieke ideologie
van de absolute staat een nieuwe
religie wordt. Een zwijgende Kerk is
een ongehoorzame Kerk, die de
sleutelmacht van het Koninkrijk
Oods niet durft te bedienen.
Tegelijk zal de Kerk zich in haar
spreken over politieke en sociale
vragen enorm moeten beperken. Zij
zal duidelijk moeten onderscheiden
tussen haar eigen
verantwoordelijkheid, die van de
overheid en die van de christen als
mondig gemeentelid en als burger.
Daarom kan de Kerk eigenlijk nooit
een politiek stemadvies geven, tenzij
zij in noodgevallen mag en moet
spreken van: Alzo spreekt de Heer!
Vooral als in een land de
parlementaire democratie niet meer
functioneert, zoals ten onzent in de
oorlogstijd, kan deze nood de Kerk
worden opgelegd. Maar dan geeft zij
geen politieke mening, maar bedient
zij de sleutelmacht van het
Koninkrijk Gods"
En nu een fragment uit de
beschouwing van dominee Pomp:
„Preken is vanuit het hart van de
exegese aan politiek doen, want
goede uitleg van de bijbel dient de
bevrijding van mensen, slechte uitleg
blokkeert de bevrijding. De bijbel is
geen uit de hemel gevallen boek,
waarin de God van de armen in
reincultuur aanwezig is. Er zitten in
de bijbel stukken vol klassenstrijd.
Onder het gezichtspunt van de èèn
ziet een verhaal er heel anders uit dan
onder het gezichtspunt van de ander.
Het gaat erom de gemeente te laten
zien wat de eigenlijke tendens van de
bijbel is. In het verhaal van David en
Batseba bijvoorbeeld is het deel,
waarin de profeet Na tan naar de
koning gaat en hem duidelijk maakt
dat hij de rijke man is die de arme
zijn ooilam afneemt, het
oorspronkelijke verhaal, waarin het
gerechtigheidsmotief centraal staat.
Een latere redactie legt de nadruk op
het verzoeningsmotief in het verhaal
De eerste zoon van David en Batseba
sterft als straf voor de zaak met Uria.
maar dan is de kwestie de wereld uit
en de tweede zoon, Salomo, wordt
troonopvolger. Zo wordt het
oorspronkelijke verhaal omgebogen
om de legitimiteit van het
koningschap van Salomo aan de
lezers duidelijk te maken. Bij de
exegese moeten we kiezen voor het
verhaal van die arme met zijn ene
ooilam. Dat is de eigenlijke tendens
van het verhaal. Vanuit een
fundamenteel nieuw inzicht, dat
exegese niet neutraal is, maar een
keuze inhoudt, maken we op nieuwe
wijze gebruik van de traditionele
commentaren. Het researchwerk van
eeuwen bijbelonderzoek wordt niet
langer in dienst genomen van een
idealistische lezing van de bijbel,
maar van een materialistische
lezing."
Tot zover uit Postille 1978-1979. Ik
bedenk opeens dat ik in de eerste zin
van mijn artikel het woord
„preekschetsen" liet vallen. De
redactie van de Postille vindt dit
blijkens het Woord vooral geen
prettige aanduiding. „Kenmerkend
voor deze postille wil zijn het
aangeboden exegetisch materiaal"
en de prekers moeten het verder zelf
maar uitzoeken. Waarvan acte.
door dr. H. M. de Lange
In zijn memoires wijst dr. Vis
ser 't Hooft op de belangrijke
rol die de oosters orthodoxe
kerken hebben gespeeld in de
oecumenische beweging.
Vooral vanuit het Oecume
nisch Patriarchaat van Con-
stantinopel kwamen steeds
;sterke impulsen.
.Bij de oprichting van de wereldraad
van kerken in 1948 was er naast de
delegatie van dit Patriarchaat een
delegatie van de Kerk van Grieken
land. De grote afwezige was de Mos-
kouse ConferenUe van Orthodoxe
Kerkleiders, die de uitnodiging om
deel te nemen, afwees.
Constantlnopel heeft daaraan altijd
veel pijn gehad, maar de doorbraak
om de Russen te betrekken in het
werk van de wereldraad is juist in
niet onbelangrijke mate gekomen
door initiatieven van protestantse
kerkleiders (incl. de anglicanen).
Waarom weigerden de Russen tn Ï948
op de uitnodiging in te gaan en waar
om waren ze daartoe wel bereid in
1961? Waren in dit laatste jaar de
bestaande misverstanden opge
ruimd? Was het wel een louter kerke
lijke zaak. met andere woorden: gaf
de Russlche r« gering in 1948 geen en
ln 1961 wel toestemming?
waarin opgenomen: De Rotter
dammer, met Dordts Dagblad.
Nieuwe Haagse Courant met
Nieuwe Leidse Courant
Uitgave: Trouw/Kwarlet BV
Hoofdredacteur Jenze Tammmga
Directeur mg O Postma
HOOFDKANTOOR
Poslbu-- 859
1000 AW Amsterdam
W.bautstraat 131
Amsterdam
Postgiro 66 00 00
Bsok Ned Cred«etbank
Peken.ngnr 23 00 12 S74
REGIO ROTTEROAM/DORORECMT
Postbus 940
3000 AX Rotterdam
tel 0t0-115588 (?t
en bezorging)
lel 010-115580 (redactie)
lel 115700 (uitsJurtend voor
advertenties)
REGIO OEN HAAG/IEIOEN
2501 CC Oen Haag
lel 070-469445
Parkstraat 22
Oen Haag
PEG© NOORD/OOST-NEDERLAND
Postbus 3
0000 AA Zwoiie
lei 05200-17030
Abonnementsprijzen:
is 90
I 47 70
r I 95 40
Opgave lamAebercWen 9-19 30 van
maandag fm vti,dag Op zondag van 10-
20 uur mtel 020-913456
Opgave mim-adverteni«es tel
020 936060 ot schnlteNk aan Mm.-Adv
aldeimg postbus 433
1000 AK AMSTERDAM
Adreswiz-gmgen uts>mlend SChnfte»«ik
Naar een volledig antwoord op deze
vragen zullen we voorlopig wel moe
ten blijven gissen, omdat de bronnen
voor ons in niet onbelangrijke mate
gesloten blijven. Een andere reeks
vragen is: wat is thans de aard van de
relatie tussen de wereldraad en de
Russische Orthodoxe Kerk? Zijn er
sporen van wederzijdse beïnvloeding
tussen de leden-kerken? Zijn er leer
processen op gang gekomen zowel bij
de Russisch Orthodoxe kerk als bij
de nietrorthodoxe kerken, waaruit
blijkt dat men wederzijds van elkaar
wil en kan leren?
Een klein boek
Belde reeksen vragen: zowel de meer
historische als de meer actuele wor
den behandeld in een klein boek (181
bladz.van dr. J. A. Hebly, verbonden
aan het Interuniversitair Instituut
voor Missiologie en Oecumenica.
Het is vooral de tweede reeks vragen
waaraan lk enige aandacht wil schen
ken ln dit artikel. Het geschrift van
dr Hebly geeft daartoe een welkome
aanleiding. Met grote zorgvuldigheid
behandelt de auteur het historische
materiaal en met grote openhartig
heid bespreekt hij de actuele vragen.
Bij het historische gedeelte beperk lk
mij tot één opmerking. Wie wil beoor
delen wat de achtergrond van de ge
noemde weigering van 1948 zou kun
nen zijn en wat de achtergrond van
de Instemming van 1961 is geweest,
moet zich verdiepen ln het wezen en
geschiedenis van de kerk van Rus
land. Het voorzetsel „van" gebruik ik
niet zo maar. want er is sprake van
een diepe lotsverbondenheid tussen
het volk en de kerk.
Het boek van dr. J. A. Fetter de
Russen en hun kerk 1947kan ik in
dit verband nog altijd aanbevelen. De
bestudering van het meer historische
gedeelte van het boek van dr. Hebly
leert dat het niet uitgesloten is. dat
deze verbondenheid tegelijkertijd
een isolement betekende en daardoor
vervreemding van andere kerken.
Dan moeten er Inderdaad misver
standen worden opgehelderd.
Het kan ook (tegelijkertijd) waar zijn
dat het ln 1948 niet in de strategie van
de regering paste om de kerk toe
stemming te verlenen zich aan te
sluiten bij de wereldraad. Dat die toe
stemming nodig was. blijkt uit alle
gegevens zonneklaar, maar of de kerk
daaraan ln 1948 veel pijn had, ls min
der duidelijk.
De kerken in Rusland worden ver
volgd. Dit moet men bij elke discus
sie over en met de Russische christe
nen nimmer vergeten. Ogenschijnlijk
en dat is iets wat Irriteert of op zijn
minst minder goed te begrijpen valt
legt de Russische kerk zich daarbij
neer. Sterker, herhaaldelijk kan men
meemaken dat de vertegenwoordi
gers van deze kerk hun onderdruk
kers verdedigen. Wie de uitingen van
de huidige politieke verschijnings
vorm van Rusland, te weten de Sow-
Jet-Unie bekritiseert, maakt mee dat
de vertegenwoordigers van de kerk in
het defensief gaan. Kunnen zij an
ders? De vraag waarom zij zelf niet
het regime bekritiseren (b.v. de in
breuken op de godsdienstvrijheid) is
zeker protestants, maar daarom nog
niet onjuist. De Russische kerk heeft
op dit punt geen traditie, laat staan
op het gebied van de kritiek met
betrekking tot de samenleving in zijn
economische en sociale vormgeving.
Dr Hebly toont aan. dat men op dit
punt ook niet geneigd is in de leer te
gaan bij de andere kerken. Zeventien
jaar omgaan met andere kerken via
het lidmaatschap van de wereldraad
heeft tot dusver weing opgeleverd.
(Tussen haken merk ik op, dat dege
nen die de Russen kritiseren op dit
punt, maar zelf in hun eigen situatie
conformistisch zijn b.v. in econo
misch opzicht zeer van de wereld zijn
beter niet kunnen deelnemen aan
dit debat)
verlengstuk
Russische geestelijken tijdens een dienst in het Troitse Sergieva-klooster in Moskou.
meest teleurstellende is toch dat we
zo vaak moeten meemaken dat er
goed gepraat wordt wat niet goed te
praten valt, of om het zeer onvriende
lijk te zeggen gepapagaaid wordt.
Hadden we in zeventien jaar tijd
meer kunnen verwachten van een
kerk. die vaak nog gebiologeerd
schijnt te rijn door de scheuring wel
ke zich voltrok ln 1054 en waaraan
1517 volledig is voorbijgegaan? Ze
ventien Jaar lijkt inderdaad kort. Het
De vertegenwoordigers van de Russi
sche kerk oefenen niet alleen geen
kritiek uit op de politieke situatie van
hun land. zij dulden ook geen kritiek,
zoals dr. Hebly terecht vaststelt. In
één opzicht lijken zij vaak een ver
lengstuk van hun regering en dat is
wanneer ze over vrede spreken.
In de discussie over be- en ontwape-
ningsvraagstukken denken de verte
genwoordigers van de Russische Or
thodoxe kerk zwart-wit. De Sowjet
Unie ls voor de vrede en daarmee
basta.
Sociale ethiek
Een eigen bijdrage ln de discussie
over de grondslagen en de uitvoering
van een sociale ethiek ls door de
Russen tot dusver niet gegeven.
Voor de gehele orthodoxe familie is
dat niet eenvoudig, maar dat het niet
onmogelijk ls, bleek uit de scherpzin-
ADVERTENTIE
(ggjj boekennieuws
VOOR ENPNA DE TROUWDAG
176 t« /ie 50
E#n wawtWvc* Boe*, wmann r
Om. R. Kmptmin
HET HUWELIJK ZONDER KI HOE REN
92 BU 13 75
Uitefïi zcgvuM-g en v»nurt zip i
ervaring schni* ÖC auteur ovs
nd tfif een fyn en «ri|i Ooe»»e prof. dr.O.
Th. Rothuizen In TROUW)
HOE BLUF JE ER MENS B4J?
84 bi/ I 12.-
Noeoes over huweV* en gtm Hans Bouma
IK. MAN IK. VROUW
192 CM t 20 75
Se*sua*re.i en cftnj»** leven 04 boek laai
Cn ane moderne machten op <M le-em de
B ,bei richtinggevend n|n Op SSSÊ
BIJKOK KAMPEN
nlge bijdrage die bisschop Sarkissian
(Armeense kerk) in 1968 leverde in de
discussie over ecclesiologie en over
de ethiek.
Voor de toekomst moeten we een
eigen bijdrage van de Russisch Or
thodoxe kerk niet uitsluiten, temeer
omdat deze kerk wel in het bezit is
van een evenwichtige antropologie
(kennis omtrent de mens). En is dat
juist niet een voor-waarde voor de
beoefening van sociale ethiek?
Ik ga gaarne akkoord met de conclu
sie van dr. Hebly. waarin hij vaststelt
dat met betrekking tot een eigen visie
op de problematiek van kerk en sa
menleving nauwelijks iets gepres
teerd is door de Russen.
Ik kom zelf tot deze conclusie, nadat
lk van 1968 af alle vergaderingen van
de Commissie Kerk en Samenleving
heb bijgewoond, waarin altijd een
vertegenwoordiger van de Russisch
Orthodoxe kerk aanwezig was.
Geen bijdrage
Dit komt niet alleen zoals dr. Hebly
stelt doordat er in deze kerk geen
ruimte is voor non-conformisten. Ik
denk dat het mede samenhangt met
het feit, dat de sociale wetenschap
pen in de Sowjet-Unie en vooral de
sociologie, zwak ontwikkeld is. Ook
met betrekking tot de kritiek op de
andere maatschappij-structuren le
veren de Russen geen enkele bij
drage.
Het ls volstrekt juist, wat dr. Hebly
stelt (p. 154): alle kritiek op de wester
se samenleving komt van vertegen
woordigers van westerse kerken zelf
en van de derde wereld. Ook hier is de
Russische kerk de grote afwezige.
Het is absurd om te stellen, dat de
initiatieven tot b.v. het Programma
tot bestrijding van het racisme of het
(a.s.) Programma met betrekking tot
de transnationale ondernemingen in
itiatieven van de Russen zijn.
Zelfs met betrekking tot het (a.s.)
Programma met betrekking tot het
Militarisme hebben ze niets van doen
gehad. Zowel op de assemblée ln Nai
robi als op de tot dusver gehouden
vergaderingen van het Centrale Co
mité hebben ze er over gezwegen,
hetgeen niet zo verwonderlijk ls, ge
zien de doelstelling van dit pro
gramma.
We moeten dus vaststellen dat de
kerken in het Westen tot dusver wei
nig hebben kunnen leren en dat de
Russisch Orthodoxe kerk zelf ook
niet in een duidelijk leerproces is
gekomen. Het is nog te vroeg om
thans te concluderen dat dit met be
trekking tot het vraagstuk van de
mensenrechten wel het geval is.
In Nairobi is ongetwijfels een nieuwe
weg ingeslagen. Het is jammer dat dr.
Hebly dit niet signaleert, mede aan
de hand van het zeer fraaie artikel
dat dr. Albert van den Heuvel publi
ceerde in het Amerikaanse tijdschrift
Mid-stream (april 1977).
Het is ook niet helemaal waar, wat dr.
Hebly schrijft dat de wereldraad zou
zwijgen over de „socialistische we
reld". Wel ls er sedert 1975 een andere
strategie.
ADVERTENTIE
Onbillijk
Tot slot wil ik er nog wel op wijzen
dat het nogal onbillijk is om met
betrekking tot de positie van de ker
ken in Oost-Europa altijd alleen initi
atieven te verwachten van de wereld
raad. In een glasheldere Open Brief
aan de leden-kerken heeft dr. Blake
(de opvolger van Visser 't Hooft) ge
wezen op de eigen verantwoordelijk
heid van de kerken.
Ik heb niet de indruk dat deze brief
dezelfde aandacht heeft gekregen als
een aantal omstreden programma's
van de wereldraad. Ik had het ook
niet slecht gevonden als dr. Hebly de
tekst van deze brief nog eens in zijn
boek had afgedrukt, want ik vrees
dat hij bij een aantal kerken is zoek
geraakt.
Dr. H. M. de Lange, voorzitter van
de sectie voor sociale vragen van de
raad van kerken in ons land, be
spreekt: The Russians and the World
Council of Churches, uitg. Christians
Journals Limited, Belfast, Dublin,
Otttawa. Dr. De Lange tekent hierbij
nog aan: de auteur heeft me meege
deeld dat hij op geen enkele wijze
verantwoordelijk is voor de omslag
van het boek; deze omslag is een
onbegrijpelijke misslag van de uit
gever. In ons land kan dr. Hebly's
boek besteld worden bij de firma
Kok te Kampen; de prijs is tien
gulden.
Het Algemeen
Diakonaal Bureau
van de Gereformeerde
Kerken organiseert:
gespreksweeltends
26-28 januari met met
(meer) gehuwden.
Thema: bewust alleen
staan. Nóg plaats voor
enkele heren.
2-4 februari en 2-4
maart met niet (meer)
gehuwden en (echt
paren. Thema: het zijn
de kleine keuzen die
het doen. Nog plaats
voor heren en (echt
paren.
poosgostendogen
14-16 april met niet
(meor) gehuwden en
(echt)paren.
Voor deze weekends is de leeftijdsgrens
30-60 jaar.
Folder en aanmelding:
A.D.B. Postbus 2211
3030 AH LEUSDEN
telefoon 033-43244
VOORWAARDELIJK LEVEN
Er blijft een vraag over nadat de
dagen van hun reiniging vervuld ziji
het kind ter beschikking van de Hee
gesteld en daarna in de weg van het
offer vrij, „entlassen" is. Want dat h«
„entlassen" wordt betekent
tegelijkertijd dat Jozef en Maria
opnieuw geconfronteerd worden me
de verantwoordelijkheid. Met daarb
als een extra: alles wat van dit kind
gezegd is, de woorden van de engel
Gabriël, van Elisabeth, van de
engelen en de herders. Kunnen
mensen dit aan? Misschien hadden
ze, zo kan gevraagd worden, het kint
liever in de tempel achtergelaten,
onder de hand van de Heer. Wie zijn
zij. dat zij dit zouden aankunnen?
Het verhaal schijnt een antwoord op
die vraag te willen geven. Er nadert
„een mens te Jerusalem", Simeon.
Zijn herkomst wordt niet
meegedeeld, wat temeer opvallend i:
omdat dat bij Anna. de profetes, wel
het geval is. Wel wordt tot drie keer
toe de Heilige Geest met hem in
verband gebracht. De Heilige Geest
was op hem. door de Heilige Geest
was hem iets geopenbaard en de
Heilige Geest had hem aangezet om
op dit moment in de tempel aanwezi
te zijn. Wie komt hier eigenlijk:
Simeon of de Heilige Geest? Is dat al
meteen het antwoord op de vraag hoj
de verantwoordelijkheid ten aanzien I
van het „entlassen" kind te dragen A
is? Aan Simeon is geopenbaard dat J
hij de dood niet zou zien (is: sterven) jT
eer hij de messias des Héren gezien j I
zou hebben. Twee dingen verbinden J
dit gegeven met het verhaal van de
voorstelling in de tempel. Ook daar
de dood (het bloed) en het gebonden L
zijn. Het leven van deze man te d
Jerusalem is een voorwaardelijk e
leven. Het kan niet voltooid worden
(of hij oud was heeft hier niets mee te1*
maken) zonder het zien van de Z!
messias van de Heer. Hij is echt „een o
mens te Jerusalem", welke mens dan^i
ook, en zijn leven is voorwaardelijk,
maar de voorwaarde is nu vervuld.
Daarom zingt hij zijn lofzang. Nu,
laat GijHeer uw knecht gaan in
vrede, wantik heb het nu gezien, d
het licht en de heerlijkheidin het rt
heengaan van de messias, onder uw k
handen vandaan, zijn geschiedenis n
in. Dat is een deel van het antwoord.
Jozef en Maria hebben er verwondert^,
bijgestaan. Ze worden gesteund door
dit antwoord. Licht en glorie gaan "1
met hen mee naar Nazareth. De Heer J
en zijn Geest om mensen Gods te
zijn. Op deze unieke plaats ten
aanzien van het kind.
Beroepingswerk v
NED. HERV. KERK
Beroepen te Enkhuizen: M. J. Ar
rents te Den Helder. P'
Aangenomen het beroep door er
prov. kerkvergadering Utrecht ttT
pred. voor buitengew. werkzaamhe
den (maatschappelijke toerus tirT
ambtsdragers): B. J. Knottnerur
prov. directeur maatschappelijk
werk van de prov. kerkvergadering r1
Utrecht, wonende te Baarn.
Geref. Kerken (Vrijg.) J5
Beroepen te Oegstgeest-Lisse R. cP'
Graaf, kand. te Kampen; te Berkei
wnude: W. Hage te Rotterdam-Wes"
GEREF. KERKEN
Intrede te Alphen aan de Rljn-NoorC
G. Mulder uit Antwerpen. T
A. de Redelijkheid
Op de leeftijd van bijna tachtig ja?
is in het ziekenhuis te Gouda overli,
den de heer A. de Redelijkheid, voa
ganger van de hervormde evangelisi*
tie te Den Hulst (Ov.) en een beker[
persoon aan de rechterzijde van
Nederlandse hervormde kerk. Rui
43 jaar, van 1924 tot 1968, was de hi
De Redelijkheid hulpprediker van
hervormde gemeente in zijn gef
teplaats Ouderkerk aan den Ij:
voor het buurtschap Lageweg, wa:
na hij naar Den Hulst ging. Vorig ja:
kreeg hij in het kader van de regelii^
voor de hulppredikers de rechten va
een emeritus-predikant, zodat hij
sacramenten kon bedienen, maar h
wilde niet dominee genoemd wordi
De heer De Redelijkheid bekleedt
functies in de SGP, in het onderwi
(voorzitter internaat voor schippei
kinderen De Driemaster te Krimpe
aan den IJssel en bestuurslid van cft
pedagogische academie De Driestfl
te Gouda) en redigeerde een eigö:
blad „Een lichtende kaars". De bt
grafenis is maandag in Ouderkett
aan den IJssel. t
1
Ds. R. Riphaagen
In de ouderdom van 88 jaar is overl*
den ds. R. Riphaagen te Zutphen. Dl
Riphaagen was hervormd predikail1
te Westerbork (1916), Coevordef
(1925) en van 1932 tot zijn emerita*
in 1956 in Zutphen. Hij was or.d*
meer praeses veji het breed moderJl
men van de classis Zutphen en hoofd
bestuurslid van de vereniging val
vrijzinnige hervormden. s
Conferenties
Nieuwe wegen bij de missione
ring, missieweekend met prof. A.
Camps, 3-4 februari en 17-18 februari,
Stoutenburg bij Amersfoort (tel. 033-
40848).
Toerusting: óók een
planning, voor leden van c
gemeentetoerusting m.m.v
Gelder, zaterdag 10 februari 10.1.'
16.30 uur, Toerustingscentrum, Lei\
den (tel. 033-43244)
;n zaak va
m commissie
n.v. ds. C. v^
ADVERTENTIE
WARM AANBEVOLEN!
H A. Visser
ER STAAT MÉÉR DAN ER STAAT
De schrijver, bekend van de "Onder de hoogtezon -uitzendingen
voor de NCRV-radio. weel door zi|n uitleggingen van bepaalde
schriftgedeelten honderdduizenden te boeien
Het resultaat is deze nieuwe bundel dat handelt over het boe*
Ester met in het tweede deel een doorlichting van de persoon
Petrus PMc 17,50
(verkrijgbaar in de boekhandel)
UITGEVERIJ
srs.'oatnièèr
dcrsrJcxJ
Postbus 84176. 2500 AD 's-Gravenhage
i -