Voorspellen doet zwellen I Laten ze het maar eens aantonen De fop- middelen van de dokter IJDAG 5 JANUARI 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET P 9 - RHS 11 door Henry C. Faas Okke Jager mijnheer Jager voor mij heeft vorige week in deze hoek terug gekeken naar de voorspellingen, die hij zelf in de loop van de jaren heeft gedaan. Ze zijn aardig uitgekomen en dat gaf hem een mooi gevoel van tevredenheid. Hij sprak van een ~j „geraffineerd genieten van gelijkhebberij", maar zelfs deze zelfkritische wijze van uitdrukken r kon niet verhullen, dat het heerlijk ]0 moet zijn als je op succesvolle wijze 1, aan waarzeggerij hebt gedaan. h< Ik wil dat gevoel ook wel eens hebben. Dat kan nog, want het is de eerste week van een waarschijnlijk weer miserabel ct jaar en voorspellen mag dan. In 1998 komen we op de zaak terug. )n Als Trouw en ik dan nog bestaan. 4 Wat Trouw betreft is dat twijfelachtig, want een van mijn voorspellingen is, dat de kranten ij bijna al hun advertenties zullen verliezen en daarmee hun commerciële basis. Met de nieuwe televisie-technieken wordt het veel makkelijker vraag en aanbod buiten de kranten om te regelen. Als je een auto wilt, een andere levenspartner, een naaimachine of een nieuw huis, druk je straks een paar knoppen in en op je TV-scherm verschijnt waar je wat kunt krijgen tegen welke prijs, het bouwjaar enzovoort. Op zich is het natuurlijk fijn als de kranten van de commercie worden bevrijd, maar ze zullen er aan ten onder gaan. Tenzij we een systeem weten te bedenken, zoals in Nederland voor de omroepen geldt' dat je de staat een soort leesgeld gaat betalen en dat je de krant krijgt waarvoor je een lidmaatschapsbijdrage hebt betaald. Dat voorspel ik dan maar. Een sportrubriek zal in zo'n krant vermoedelijk nog wel voorkomen. We mogen echter aannemen, dat de sport zelf enigszins van karakter verandert. Met het slappe, amateuristische gedoe dat we nu hebben zal het afgelopen zijn. De sport wordt weer echt mannelijk. j Een voorstel om de spelers toe te staan slag- en steekwapenen mee het veld op te nemen, zal in 1979 met een grote meerderheid worden aanvaard. „Het heeft geen zin de ontwikkelingen tegen te houden" \Vzal de een of andere vooizitter op zondagavond voor de televisie v\ zeggen ter verdediging van het streven naar meer bloederigheid in x de sport. Hij zal er tevens op wijzen, it üdat de sportlieden goed beschermd worden, want zij mogen hun vitale lichaamsdelen met staalplaten bedekken. Bovendien worden beide partijen bezopen het veld ingestuurd zodat hun trefzekerheid afneemt. Het voorstel om ook hongerige leeuwen op de sportvelden los te laten, wordt voorlopig afgewezen. „Wij zijn met onze suggestie te vroeg gekomen", zegt spijtig het KNVB-lid, dat het voorstel lanceerde. Wel is besloten naast elk stadion een veldje vrij te houden met wat oude bussen en treinen, waar na afloop van een wedstrijd de aanhangers van beide ploegen elkaar onder politioneel toezicht in elkaar kunnen rammen. Verder voorspel ik, dat 1979 het jaar van het kind zal worden. Volgend jaar mogen we het kind weer vergeten. Het komt goed uit. dat we een Jaar van het kind hebben, want aan deze omstandigheid kunnen talloze sprekers herinneren tijdens de Kamerdebatten over de abortus. Ter gelegenheid van het jaar van het kind wordt nieuw, zeer vernuftig speelgoed op de markt gebracht. Wij krijgen bijvoorbeeld rond Sinterklaas het hassenspel. De spelers hebben maskers van verschillende kleur op. Wie het beste kan vernederen, het hardste schreeuwt en het beste met de ellebogen kan werken, is zeker van de pot. Scheikundedozen worden vervangen door DNA-setjes. Zeer amusant, want als de kinderen er een beetje handig mee omgaan kunnen zij er het karakter en het uiterlijk van hun vriendjes mee veranderen. Zo kunnen ze zelf de omgeving scheppen, die zij het leukste vinden. Ik heb ook even mijn kinderen geraadpleegd over de verwachtingen voor het nieuwe jaar. Zij zien aankomen, dat er geweldige natuurtalenten worden ontdekt op het gebied van de architectuur, de fotografie en de cinematografie. De betrokkenen worden op slag beroemd en dit zonder enige opleiding of inspanning. Zeer toevallig gaat het om drie beroepen, die ook mijn kinderen op het ogenblik interesseren. Ik betrap me er op, dat ik te veel ruimte besteed aan elke voorspelling. Op deze manier heb ik in 1998 niet genoeg om trots over te zijn. De rest wordt dus wat summier aangeduid. Het weer Deze zomer leggen we het af van de hitte. Een goed wijn- en horecajaar. Aan de kusten worden kleine stukjes strand gereserveerd voor mensen, die nog iets van kleren willen aanhouden. Uitvindingen. Aan het drinkwater wordt een anti-conceptioneel middel toegevoegd. In Wageningen wordt ontdekt hoe men op ecologisch verantwoorde wijze hondepoep kan verwerken tot ontbijtkoek. Poep wordt geld waard. Een project om de honger uit te bannen wordt, zijnde te duur, voorlopig in de ijskast gezet. Een fabrikant van keukens levert aanrechten met afzonderlijke kraantjes voor Jonge en oude klare, cognac, rum en Beaujolais primeur. Eerste experimenten met een stal voor bio-mensen. Men hoeft zich daar in het geheel niet te bewegen, krijgt zijn voedsel door een slangetje, de ogen kunnen altijd gesloten blijven en men wordt twee keer per dag afgespoeld. De mens blijkt aldus zeer gelukkig te worden. Binnenland. Op het Binnenhof wordt een demonstratie tegen het demonstreren gehouden. Op de spandoeken staat: „Wij willen niks". Koningin Juliana kondigt haar aftreden aan ten gunste van Wilhelmina H. Het kabinet valt over de ambtenarensalarissen, maar keert na een week terug, dank zij informatie-werk van prof. Donner. Buitenland. In maart zijn er enkele rampen, waarbij duizenden mensen omkomen, maar met nieuwjaar 1980 zijn we gelukkig vergeten waar en in welk jaar die rampen plaatsvonden. De sjah kondigt in een rede te Los Angeles aan, dat hij van plan is terug te keren naar Iran. Neuman schrijft een artikel onder het kopje Shahdenfreude. Amin van Oeganda wordt verdreven door Nyerere van Tanzania. De laatste krijgt de Nobelprijs. Vondeling, Brandt, Lecanuet, Simone Weil en Tindemans worden bij de Europese verkiezingen van 7 en 10 juni gekozen tot lid van het Europees parlement. Godsdienst. De Paus moet toegeven, dat hij in zijn jeugd wel eens verliefd is geweest. Dit veroorzaakt een grote crisis in de kerk. Mode. Parijs dicteert koker-rokken, mantelpakken en tuttige hoedjes met voiles, lange parelsnoeren, die men de hele dag moet rondslingeren en voor de heren: harde boorden. Prijxen. De Nipkowschljf gaat naar de man, die beslag heeft weten te leggen op de meeste Engelse TV-series. Het Songfestival wordt gewonnen door Joop den Uyl. Kruis inga, die in het voorjaar terugkeert in de Tweede Kamer, wordt door de parlementaire journalisten uitgeroepen tot politicus van het jaar. Ten slotte nog even terug naar het onderwerp „Uitvindingen". Omdat ons elektrisch mes tijdens de christelijke feestdagen zo veel en zo langdurig lawaai maakte, leek het me een goede gedachte als ze eens een mes zouden uitvinden, dat geen geluld veroorzaakt. Men heeft mij er echter op gewezen, dat dergelijke messen reeds eeuwen bestaan en door de mens nuttig worden gebruikt. Daarom ontbreekt het in de opsomming. Evenals een scheerkrabber met een puppeltje om elke dag de baardresten te verwijderen, want die is zojuist op de markt gebracht. Tot vreugde van de miljoenen die daarom zaten te springen. Tot ziens, mijnheer Jager, in 1998. door H.J. Neuman Dat is nu een van de voornemens waarmee ik het nieuwe jaar ben ingegaan: zo spoedig mogelijk het rapport bestellen over „De kerken en het vraagstuk van het militaris me in Nederland". Ik heb er zoveel over gelezen, in „Hervormd Neder land", „de Volkskrant" en natuur lijk in dit dagblad, dat ik het al lang in huis had gehad, ware het niet dat het kerstfeest en de jaar wisseling de mensen, althans mij, slaan met een vorm van lethargie |die sterk doet denken aan het pla veisel van de weg naar de hel. Een werkgroep van vijf serieuze landgenoten is in opdracht van de |Raad van Kerken en het Inter-Ker- kelijk Vredesberaad aan het „brainstormen" geslagen over wat I I nu eigenlijk militarisme is en wat de kerken er tegen kunnen doen. De werkgroep ressorteert, lees ik, on der de sectie sociale en internatio nale zaken van de Raad van Ker ken in Nederland. Ik ben bang dat ik te veel ben blijven stilstaan bij het boek van Alfred Vagts van 1959, „A history of militarism". Want daar wordt het verschijnsel „militarisme" nog omschreven als de verabsolutering of overaccentuering van de militai re macht in het geheel der levens waarden. Dat is inmiddels oude koek geworden. Sinds Michal T. Klare in Amerika is benoemd tot directeur van een radicaal project „On Militarism an Disarmament" en sinds de Assemblee van de We reldraad van Kerken in 1975 te Nairobi heeft opgeroepen tot een „programma ter bestrijding van het militarisme", is de omschrij ving van het begrip veel ruimer geworden. De Nederlandse rappor teur mr Ph. Everts drukt zich blijk baar zo uit: „Overal waar de over tuiging leeft dat geweld een nood zakelijk en onvermijdelijk dus aanvaardbaar middel is om con flicten op te lossen is al sprake van militarisme." Op het eerste gezicht dacht ik: dat is geen plezierig geschenk voor Philip Potter en zijn Wereldraad van Kerken, die het toch al zo moeilijk hebben met hun subsidië ring van het „Patriottisch Front" voor de bevrijding van Zimbabwe. Daar worden zomaar even de heren Moegabe en Nkomo bestempeld als „militaristen". Maar neen, zo'n vaart loop het nu ook weer niet. De werkgroep stelt zich, zo lees ik, niet op een prin cipieel pacifistisch standpunt. De onvermijdelijkheid van militaire' macht dient, volgens Everts c.s., te worden aangetoond. Bij gebreke van een dergelijk bewijs in het geval-Zimbabwe zou de Wereld raad alsnog in zijn hemd komen te staan, en daarom houd ik het erop dat het wel geleverd wordt (of zal kunnen worden). De stelling dat Moegabe en Nkomo geen ander middel dan geweld is overgebleven vereist intussen echter ook dat aangetoond wordt dat de Brits- Amerikaanse bemiddelingspoging van Owen en Young vanaf het be gin uitzichtloos en onoprecht is geweest. Misschien ligt de zaak wat moeilij ker met de Palestijnen. Niet dat de Wereldraad van Kerken hun strijd ooit met subsidies heeft gesteund, maar Pax Christi wil nog wel eens een goed woordje voor ze doen. Kunnen de Palestijnen aantonen dat geweld in hun geval onvermij delijk is? Per slot van rekening wordt er nog altijd overlegd over een vredesverdrag tussen één Ara bische staat en Israël. Vaak wordt in dit verband gezegd, dat presi dent Sadat bezig is de Palestijnse zaak te verraden. Maar dan moet op zijn minst aannemelijk worden ge maakt dat een heel andere oplos sing voor de Westelijke Jordaan- oever en de Gazastrook mogelijk is dan het Egyptische staatshoofd thans nastreeft. Een heel ander op lossing, welteverstaan, die voorde liger is voor de Palestijnen. Logi scherwijs is dat alleen mogelijk als gevolg van een oorlog tegen Israël, die geleid wordt en gewonnen door Egypte. En dat plaatst ons voor een belangwekkend vraagstuk: kan het geweld, dat wordt aangewend om een dragelijke oplossing te vervan gen door een ideale, volgens de zienswijze van de werkgroep- Everts worden aangemerkt als „on vermijdelijk"? Er zijn trouwens nog wel meer vraagstukken. Ergens heb ik tij dens de onafzienbare weekeinden van eind 1978 gelezen dat de werk groep de leer van de „rechtvaardi ge oorlog" verwerpt. Ik zal dat on getwijfeld nog eens in zijn volle context na moeten lezen, maar vooralsnog zie ik niet hoe je zo'n verwerping als re tenminste in tegraal is bedoeld consequent kunt volhouden, zeker als je je niet op een principieel pacifistisch standpunt stelt. Want alle theorieën van het „hel ium justum" vormen immers een treffende illustratie van de over tuiging dat de oorlog het produkt is van een afweging van voor- tegen nadelen. Het kwaad van een „hel ium" wordt terwille van het .Jus tum" op de koop toe genomen, on vermijdelijk geacht. Bepaalde voorstellingen van de rechtvaardige oorlog vinden hun wortels in de bodem van het chrls- door Jelle Jan Klinkert tendom. De Confessie van Augs burg, de geloofsbelijdenis van de Evangelischen in Duitsland van juni 1530, zegt zelfs uitdrukkelijk: „Leceat jure bellare". De rooms-katholieke kerk heeft de eeuwen door vastgehouden aan de opvatting dat een oorlog als mid del tot zelfverdediging tegen een zwaar onrecht en terwille van vita le goederen gerechtvaardigd is. Vóór en vooral né de encycliek „Pacem in Terris" zijn er binnen de katholieke kerk stromingen ont staan die de leer van de rechtvaar dige oorlog willen relativeren en die de oorlog elke oorlog af wijzen. Maar de onmiskenbare uit spraak dat er op dit ondermaanse geen waarde en geen goed zo kost baar zijn dat ze een verbreking van de vrede rechtvaardigen, is uit Rome nog niet gekomen. Als een volk streeft naar een zo sterk mogelijk militair machtsap paraat, als het aan «lat streven alle andere collectieve voorzieningen ondergeschikt maakt en als het een ziekelijke verering aan de dag legt voor het militaire bedrijf, dan was er volgens Vagts sprake van mili tarisme. Misschien zouden de strij ders voor een vrij Zimbabwe, de Palestijnen, de Eritreërs en een reeks van soortgelijke volkeren krachtens deze definitie nooit on der de verdenking van militarisme zijn gekomen. Onder auspiciën van de sectie sociale en internationale zaken van de Raad van Kerken in Nederland evenwel is nu de volle bewijslast op hen gedeponeerd. Laat ze maar eens aantonen dat ze geen alternatief hebben dan te vechten De man die de gekleurde pleister heeft uitgevonden verdient een medaille. Pleisters die rood of geel zijn of een andere vrolijke kleur hebben werken bij kleine kinderen namelijk veel beter dan de gewone leverworstkleurige plakkers. Is er sprake van een ontvelde kinderknie, een snee of een buil, dan geeft niet alleen het opplakken maar ook het kiezen van de gewenste kleur van de pleister al een grote verlichting. Het gekke is dat er allerlei genees- zegt. Dat blijkt uit het volgende middelen zijn, die hun werking min stens voor een deel aan dit effect te danken hebben. Als een geneesmid del effect heeft zonder dat dat op grond van zijn chemische eigen schappen te verwachten is. dan noe men we dat middel een placebo. Het effect van zo'n geneesmiddel is dus het placebo-effect. In het geval dat ik hierboven be schreef over de gekleurde pleisters is dus de pijnstillende werking van de pleister een placebo-effect. Im mers: dat resultaat mag op zich van zo'n pleister niet verwacht worden. Het is trouwens na enig nadenken wel duidelijk waarom zo'n pleister zo werkt: de aandacht van het kind want daar gaat het natuurlijk om wordt afgeleid van de schram naar de kleur en naar het kiezen van zijn eigen kleur, en daardoor is het leed snel geleden. Zoiets geldt ook voor het wonderlij ke effect dat een kus op een zere plek bij een klein kind heeft: in negen van de tien gevallen is dat voldoende om het leed geheel te verzachten. In zo'n geval is duide lijk dat de kus een houding van zorg en aandacht weergeeft die in staat is een kind gerust te stellen, en die het zijn pijn doet vergeten. Deze beide voorbeelden uit het kin derleven betekenen echter niet dat volwassenen onontvankelijk voor het placebo-effect zouden zijn. Neem de volgende gevallen. Een 65-jarige man ligt in het zieken huis. 's Nachts kan hij de slaap niet vatten en hij vraagt de zuster of ze even bij hem komt zitten. De zuster had daar helaas geen tijd voor hoe gaat dat met zusters? maar ze had nog wel iets liggen tegen slapeloosheid. Dat vertelde ze de man en ze gaf hem een lepel van een slaapverwekkend middel. De pa tiënt sliep de rest van de nacht als een roos. Het „slaapverwekkend middel" bleek een ordinaire hoest- drank te zijn. Een andere patiënt, veertig Jaar oud, ligt eveneens ln het ziekenhuis. Ook hij kan de slaap niet vatten, waarop de zuster hem een kalkta- bletje geeft, met de vermelding dat het een prima slaapmiddel is. De man valt tevreden ln slaap en ver klaart 's ochtends „zuster, dit table tje was nog beter dan het vorige!" En het vorige was mogadon, een stevig kalmeringsmiddel, terwijl van een kalktablet niets verwacht mag worden. Deze twee gevallen zijn een beetje willekeurige voorbeelden van moge lijke placebo-effecten. Er is echter ook meer systematisch onderzoek naar gedaan. Dat gebeurde eens bij mensen die last hadden van wrat ten. Bij een kleine 200 van hen wer den de wratten gepenseeld met een onwerkzame verf. waarbij verteld werd dat het hier een nieuw genees middel betrof. Tweederde van de patiënten bleek hierdoor van zijn wratten af te komen; bij slechts «lrie procent van hen waren meer dan drie verfbeurten nodig. Nieuwe hoop voor wrattenlijders dus, dank zij het placebo-effect van een verf, waarvan op zich geen en kel resultaat te verwachten is. Dat doet me er trouwens aan denken dat een prima middel tegen wratten het volgende ls: leg ln een touwtje evenveel knopen als Je wratten hebt en werp dit touwtje 's nachts als de klok twaalf slaat ln de richting van de maan. Probeer het maar, succes verzekerd. Wratten en slapeloosheid, zijn dit misschien iets te eenvoudige voor beelden? Neem dan het volgende: een onderzoeker onder maagzweer patiënten. Een onderzoeker ver deelde een aantal van hen ln twee groepen. De behandeling bestond uit een Injectie met gesteriliseerd water. Tegen de groep werd gezegd dat het middel experimenteel was en dat de uitkomst twijfelachtig genoemd moest worden. De andere groep kreeg te horen dat de injectie een goed werkend geneesmiddel be vatte. Na een Jaar bleek de behan deling van de eerste groep ln 25% van de gevallen gewerkt te hebben; bij de patiënten van groep twee waren ln 70% van de gevallen uit stekende resultaten geboekt Het placebo-effect van een middel ls dus te danken aan de combinatie van het middel én wat er bij gezegd wordt door degene die het middel voorschrijft of aanraadt; deze laat ste kan natuurlijk een arts zijn maar evengoed een fabrikant van geneesmiddelen of een familielid. Toch ls het met dat wat-erblj-ge- zegd-wordt nog oppassen geblazen. Je moet uitkijken met wét Je erbij voorbeeld. Twee onderzoekers (Storm en Nis bet) riepen een aantal vrijwilligers op die leden aan slapeloosheid. Hun werd gevraagd mee te doen met een onderzoek naar de werking van be paalde middelen. Alle vrijwilligers kregen een pil, die ze voor het sla pen gaan moesten Innemen. Maar ook nu weer waren de proefperso nen ln twee groepen ingedeeld. Aan de ene groep werd gezegd dat de pil natuurlijk weer een placebo een „opwekkend medicament" was. Aan de tweede groep werd verteld dat deze pil ontspannend zou werken. Het resultaat was, dat de proefper sonen met het „opwekkende medi cament" vermeldden dat ze belang rijk beter waren gaan slapen. Maar de slapelozen die een „ontspan nend" placebo hadden gekregen vertelden dat ze nog slechter slie pen dan voorheen. Op het eerste gezicht ls dit een merkwaardig resultaat, Juist omge keerd aan wat ik hiervoor aan voor beelden gaf. Maar wie even nadenkt en dat mag ik de lezers van Trouw toch wel toevertrouwen zal al heel snel begrijpen waardoor dit omgekeerde effect werd veroorzaakt. En zo'n vraag is, even terzijde, wat ze ln Amerikaan se leerboeken psychologie en psych- quiz noemen. Vertrouwen „Het placebo-effect kan soms een kwart van de gebruikers bij objec tief geverifieerde aandoeningen te vreden stellen," merkte Dunning enige Jaren geleden ln „De Olds" op. De vraag blijft natuurlijk wel of Je patiënten met zulke middelen tevreden még stellen. Mag een arts een placebo aan een patiënt voor schrijven, erbij zeggend dat het een prima middel ls, ln de hoop dat het werkt? En wat betekent ln dit ver band het Idee van een vertrouwens relatie die er tussen arts en patiënt zou moeten bestaan? Overigens: voor de meeste artsen ls het gebruik van placebo's geen vraag: voor hen mag het. alleen al omdat het naar hun mening niet schaadt als het niet mocht baten en dat ls van veel gewone geneesmiddelen niet te zeggen. De vraag is hoe het dan zit met die vertrouwensrelatie. Er wordt wel gezegd dat deze betekent, dat de patiënt erop vertrouwt dat de dok ter te allen tijde doet wat goed voor hem als patiënt is. In dit geval ls een placebo natuurlijk zonder meer toe gestaan en ls de fopperij eromheen hoogstens een leugentje om bestwil. Toch lijkt me dit een veel te beperk te opvatting van vertrouwen. Want het betekent niet alleen dat Je ln de goede wil van de dokter vertrouwt; als het daarbij blijft wordt de pa tiënt ln een afhankelijke positie ge manoeuvreerd. Maar vertrouwen betekent meer: Je mag ook vertrou wen dat de dokter Je eerlijke Infor matie geeft over wat hij met Je aan het doen ls, en waarom hij dat doet; dat houdt natuurljk ook eerlijke informatie over geneesmiddelen ln. zodat Je als patiënt kunt beoordelen wat er met Je gebeurt. Hier ligt natuurlijk een probleem bij placebo's. Want als de dokter Je van te voren zou zeggen ln het kader van open en eerljke Informa tie verschaffing dat hij een place bo gaat toedienen, dan hoeft het al niet meer; hij kan het dan evengoed laten. En toch kan een placebo ln bepaalde gevallen voor het welzijn van een patiënt van belang zijn. Dat lijkt me een dilemma voor Iedere arts die nadenkt bij zijn werk. Als lk voor mijzelf, over deze vraag nadenkend, mag spreken: lk zou er geen bezwaar tegen hebben gedu rende een bepaalde tijd „gefopt" te worden met een placebo hoewel het mij therapeutisch gezien altijd een noodoplossing lijkt maar lk vind dan wel dat de arts mij na de behandeling dient te vertellen dat het een placebo was. Maar verlies lk door die behandeling achteraf dan niet het vertrouwen ln mijn arts? Nee. Integendeel: dat vertrouwen. In de ruime zin waar ln het eerder omschreef, zal door de dokter die open kaart speelt alleen maar ver sterkt worden. En voortaan zal lk ook beter de bijsluiter lezen. J. J. Klinkert is wetenschappelijk medewerker van de vakgroep ge dragswetenschappen van de facul teit der geneeskunde van de Vrije Universiteit te Amsterdam. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 11