Voorspellen doet zwellen
I
Laten ze het maar eens aantonen
De fop-
middelen
van de dokter
IJDAG 5 JANUARI 1979
BINNENLAND
TROUW/KWARTET P 9 - RHS 11
door Henry C. Faas
Okke Jager mijnheer Jager voor
mij heeft vorige week in deze
hoek terug gekeken naar de
voorspellingen, die hij zelf in de
loop van de jaren heeft gedaan. Ze
zijn aardig uitgekomen en dat gaf
hem een mooi gevoel van
tevredenheid. Hij sprak van een
~j „geraffineerd genieten van
gelijkhebberij", maar zelfs deze
zelfkritische wijze van uitdrukken
r kon niet verhullen, dat het heerlijk
]0 moet zijn als je op succesvolle wijze
1, aan waarzeggerij hebt gedaan.
h<
Ik wil dat gevoel ook wel eens
hebben. Dat kan nog, want het is de
eerste week van een
waarschijnlijk weer miserabel
ct jaar en voorspellen mag dan. In
1998 komen we op de zaak terug.
)n Als Trouw en ik dan nog bestaan.
4 Wat Trouw betreft is dat
twijfelachtig, want een van mijn
voorspellingen is, dat de kranten
ij bijna al hun advertenties zullen
verliezen en daarmee hun
commerciële basis.
Met de nieuwe televisie-technieken
wordt het veel makkelijker vraag en
aanbod buiten de kranten om te
regelen. Als je een auto wilt, een
andere levenspartner, een
naaimachine of een nieuw huis,
druk je straks een paar knoppen in
en op je TV-scherm verschijnt waar
je wat kunt krijgen tegen welke
prijs, het bouwjaar enzovoort.
Op zich is het natuurlijk fijn als de
kranten van de commercie worden
bevrijd, maar ze zullen er aan ten
onder gaan. Tenzij we een systeem
weten te bedenken, zoals in
Nederland voor de omroepen geldt'
dat je de staat een soort leesgeld
gaat betalen en dat je de krant
krijgt waarvoor je een
lidmaatschapsbijdrage hebt
betaald. Dat voorspel ik dan maar.
Een sportrubriek zal in zo'n krant
vermoedelijk nog wel voorkomen.
We mogen echter aannemen, dat de
sport zelf enigszins van karakter
verandert. Met het slappe,
amateuristische gedoe dat we nu
hebben zal het afgelopen zijn. De
sport wordt weer echt mannelijk.
j Een voorstel om de spelers toe te
staan slag- en steekwapenen mee
het veld op te nemen, zal in 1979
met een grote meerderheid worden
aanvaard.
„Het heeft geen zin de
ontwikkelingen tegen te houden"
\Vzal de een of andere vooizitter op
zondagavond voor de televisie
v\ zeggen ter verdediging van het
streven naar meer bloederigheid in
x de sport. Hij zal er tevens op wijzen,
it üdat de sportlieden goed beschermd
worden, want zij mogen hun vitale
lichaamsdelen met staalplaten
bedekken. Bovendien worden beide
partijen bezopen het veld
ingestuurd zodat hun trefzekerheid
afneemt.
Het voorstel om ook hongerige
leeuwen op de sportvelden los te
laten, wordt voorlopig afgewezen.
„Wij zijn met onze suggestie te
vroeg gekomen", zegt spijtig het
KNVB-lid, dat het voorstel
lanceerde. Wel is besloten naast elk
stadion een veldje vrij te houden
met wat oude bussen en treinen,
waar na afloop van een wedstrijd de
aanhangers van beide ploegen
elkaar onder politioneel toezicht in
elkaar kunnen rammen.
Verder voorspel ik, dat 1979 het jaar
van het kind zal worden. Volgend
jaar mogen we het kind weer
vergeten. Het komt goed uit. dat we
een Jaar van het kind hebben, want
aan deze omstandigheid kunnen
talloze sprekers herinneren tijdens
de Kamerdebatten over de abortus.
Ter gelegenheid van het jaar van
het kind wordt nieuw, zeer
vernuftig speelgoed op de markt
gebracht.
Wij krijgen bijvoorbeeld rond
Sinterklaas het hassenspel. De
spelers hebben maskers van
verschillende kleur op. Wie het
beste kan vernederen, het hardste
schreeuwt en het beste met de
ellebogen kan werken, is zeker van
de pot. Scheikundedozen worden
vervangen door DNA-setjes. Zeer
amusant, want als de kinderen er
een beetje handig mee omgaan
kunnen zij er het karakter en het
uiterlijk van hun vriendjes mee
veranderen. Zo kunnen ze zelf de
omgeving scheppen, die zij het
leukste vinden.
Ik heb ook even mijn kinderen
geraadpleegd over de
verwachtingen voor het nieuwe
jaar. Zij zien aankomen, dat er
geweldige natuurtalenten worden
ontdekt op het gebied van de
architectuur, de fotografie en de
cinematografie. De betrokkenen
worden op slag beroemd en dit
zonder enige opleiding of
inspanning. Zeer toevallig gaat het
om drie beroepen, die ook mijn
kinderen op het ogenblik
interesseren.
Ik betrap me er op, dat ik te veel
ruimte besteed aan elke
voorspelling. Op deze manier heb ik
in 1998 niet genoeg om trots over te
zijn. De rest wordt dus wat summier
aangeduid. Het weer Deze zomer
leggen we het af van de hitte. Een
goed wijn- en horecajaar. Aan de
kusten worden kleine stukjes
strand gereserveerd voor mensen,
die nog iets van kleren willen
aanhouden.
Uitvindingen. Aan het drinkwater
wordt een anti-conceptioneel
middel toegevoegd.
In Wageningen wordt ontdekt hoe
men op ecologisch verantwoorde
wijze hondepoep kan verwerken tot
ontbijtkoek. Poep wordt geld
waard.
Een project om de honger uit te
bannen wordt, zijnde te duur,
voorlopig in de ijskast gezet.
Een fabrikant van keukens levert
aanrechten met afzonderlijke
kraantjes voor Jonge en oude klare,
cognac, rum en Beaujolais primeur.
Eerste experimenten met een stal
voor bio-mensen. Men hoeft zich
daar in het geheel niet te bewegen,
krijgt zijn voedsel door een
slangetje, de ogen kunnen altijd
gesloten blijven en men wordt twee
keer per dag afgespoeld. De mens
blijkt aldus zeer gelukkig te
worden.
Binnenland. Op het Binnenhof
wordt een demonstratie tegen het
demonstreren gehouden. Op de
spandoeken staat: „Wij willen
niks".
Koningin Juliana kondigt haar
aftreden aan ten gunste van
Wilhelmina H.
Het kabinet valt over de
ambtenarensalarissen, maar keert
na een week terug, dank zij
informatie-werk van prof. Donner.
Buitenland. In maart zijn er enkele
rampen, waarbij duizenden mensen
omkomen, maar met nieuwjaar
1980 zijn we gelukkig vergeten waar
en in welk jaar die rampen
plaatsvonden. De sjah kondigt in
een rede te Los Angeles aan, dat hij
van plan is terug te keren naar Iran.
Neuman schrijft een artikel onder
het kopje Shahdenfreude.
Amin van Oeganda wordt
verdreven door Nyerere van
Tanzania. De laatste krijgt de
Nobelprijs.
Vondeling, Brandt, Lecanuet,
Simone Weil en Tindemans worden
bij de Europese verkiezingen van 7
en 10 juni gekozen tot lid van het
Europees parlement.
Godsdienst. De Paus moet
toegeven, dat hij in zijn jeugd wel
eens verliefd is geweest. Dit
veroorzaakt een grote crisis in de
kerk.
Mode. Parijs dicteert koker-rokken,
mantelpakken en tuttige hoedjes
met voiles, lange parelsnoeren, die
men de hele dag moet
rondslingeren en voor de heren:
harde boorden.
Prijxen. De Nipkowschljf gaat naar
de man, die beslag heeft weten te
leggen op de meeste Engelse
TV-series.
Het Songfestival wordt gewonnen
door Joop den Uyl.
Kruis inga, die in het voorjaar
terugkeert in de Tweede Kamer,
wordt door de parlementaire
journalisten uitgeroepen tot
politicus van het jaar.
Ten slotte nog even terug naar het
onderwerp „Uitvindingen". Omdat
ons elektrisch mes tijdens de
christelijke feestdagen zo veel en zo
langdurig lawaai maakte, leek het
me een goede gedachte als ze eens
een mes zouden uitvinden, dat geen
geluld veroorzaakt. Men heeft mij
er echter op gewezen, dat dergelijke
messen reeds eeuwen bestaan en
door de mens nuttig worden
gebruikt. Daarom ontbreekt het in
de opsomming. Evenals een
scheerkrabber met een puppeltje
om elke dag de baardresten te
verwijderen, want die is zojuist op
de markt gebracht. Tot vreugde van
de miljoenen die daarom zaten te
springen.
Tot ziens, mijnheer Jager, in 1998.
door H.J. Neuman
Dat is nu een van de voornemens
waarmee ik het nieuwe jaar ben
ingegaan: zo spoedig mogelijk het
rapport bestellen over „De kerken
en het vraagstuk van het militaris
me in Nederland". Ik heb er zoveel
over gelezen, in „Hervormd Neder
land", „de Volkskrant" en natuur
lijk in dit dagblad, dat ik het al
lang in huis had gehad, ware het
niet dat het kerstfeest en de jaar
wisseling de mensen, althans mij,
slaan met een vorm van lethargie
|die sterk doet denken aan het pla
veisel van de weg naar de hel.
Een werkgroep van vijf serieuze
landgenoten is in opdracht van de
|Raad van Kerken en het Inter-Ker-
kelijk Vredesberaad aan het
„brainstormen" geslagen over wat
I
I
nu eigenlijk militarisme is en wat
de kerken er tegen kunnen doen. De
werkgroep ressorteert, lees ik, on
der de sectie sociale en internatio
nale zaken van de Raad van Ker
ken in Nederland.
Ik ben bang dat ik te veel ben
blijven stilstaan bij het boek van
Alfred Vagts van 1959, „A history
of militarism". Want daar wordt
het verschijnsel „militarisme" nog
omschreven als de verabsolutering
of overaccentuering van de militai
re macht in het geheel der levens
waarden. Dat is inmiddels oude
koek geworden. Sinds Michal T.
Klare in Amerika is benoemd tot
directeur van een radicaal project
„On Militarism an Disarmament"
en sinds de Assemblee van de We
reldraad van Kerken in 1975 te
Nairobi heeft opgeroepen tot een
„programma ter bestrijding van
het militarisme", is de omschrij
ving van het begrip veel ruimer
geworden. De Nederlandse rappor
teur mr Ph. Everts drukt zich blijk
baar zo uit: „Overal waar de over
tuiging leeft dat geweld een nood
zakelijk en onvermijdelijk dus
aanvaardbaar middel is om con
flicten op te lossen is al sprake van
militarisme."
Op het eerste gezicht dacht ik: dat
is geen plezierig geschenk voor
Philip Potter en zijn Wereldraad
van Kerken, die het toch al zo
moeilijk hebben met hun subsidië
ring van het „Patriottisch Front"
voor de bevrijding van Zimbabwe.
Daar worden zomaar even de heren
Moegabe en Nkomo bestempeld als
„militaristen".
Maar neen, zo'n vaart loop het nu
ook weer niet. De werkgroep stelt
zich, zo lees ik, niet op een prin
cipieel pacifistisch standpunt. De
onvermijdelijkheid van militaire'
macht dient, volgens Everts c.s., te
worden aangetoond. Bij gebreke
van een dergelijk bewijs in het
geval-Zimbabwe zou de Wereld
raad alsnog in zijn hemd komen te
staan, en daarom houd ik het erop
dat het wel geleverd wordt (of zal
kunnen worden). De stelling dat
Moegabe en Nkomo geen ander
middel dan geweld is overgebleven
vereist intussen echter ook dat
aangetoond wordt dat de Brits-
Amerikaanse bemiddelingspoging
van Owen en Young vanaf het be
gin uitzichtloos en onoprecht is
geweest.
Misschien ligt de zaak wat moeilij
ker met de Palestijnen. Niet dat de
Wereldraad van Kerken hun strijd
ooit met subsidies heeft gesteund,
maar Pax Christi wil nog wel eens
een goed woordje voor ze doen.
Kunnen de Palestijnen aantonen
dat geweld in hun geval onvermij
delijk is? Per slot van rekening
wordt er nog altijd overlegd over
een vredesverdrag tussen één Ara
bische staat en Israël. Vaak wordt
in dit verband gezegd, dat presi
dent Sadat bezig is de Palestijnse
zaak te verraden. Maar dan moet op
zijn minst aannemelijk worden ge
maakt dat een heel andere oplos
sing voor de Westelijke Jordaan-
oever en de Gazastrook mogelijk is
dan het Egyptische staatshoofd
thans nastreeft. Een heel ander op
lossing, welteverstaan, die voorde
liger is voor de Palestijnen. Logi
scherwijs is dat alleen mogelijk als
gevolg van een oorlog tegen Israël,
die geleid wordt en gewonnen door
Egypte. En dat plaatst ons voor een
belangwekkend vraagstuk: kan het
geweld, dat wordt aangewend om
een dragelijke oplossing te vervan
gen door een ideale, volgens de
zienswijze van de werkgroep-
Everts worden aangemerkt als „on
vermijdelijk"?
Er zijn trouwens nog wel meer
vraagstukken. Ergens heb ik tij
dens de onafzienbare weekeinden
van eind 1978 gelezen dat de werk
groep de leer van de „rechtvaardi
ge oorlog" verwerpt. Ik zal dat on
getwijfeld nog eens in zijn volle
context na moeten lezen, maar
vooralsnog zie ik niet hoe je zo'n
verwerping als re tenminste in
tegraal is bedoeld consequent
kunt volhouden, zeker als je je niet
op een principieel pacifistisch
standpunt stelt.
Want alle theorieën van het „hel
ium justum" vormen immers een
treffende illustratie van de over
tuiging dat de oorlog het produkt is
van een afweging van voor- tegen
nadelen. Het kwaad van een „hel
ium" wordt terwille van het .Jus
tum" op de koop toe genomen, on
vermijdelijk geacht.
Bepaalde voorstellingen van de
rechtvaardige oorlog vinden hun
wortels in de bodem van het chrls-
door Jelle Jan Klinkert
tendom. De Confessie van Augs
burg, de geloofsbelijdenis van de
Evangelischen in Duitsland van
juni 1530, zegt zelfs uitdrukkelijk:
„Leceat jure bellare".
De rooms-katholieke kerk heeft de
eeuwen door vastgehouden aan de
opvatting dat een oorlog als mid
del tot zelfverdediging tegen een
zwaar onrecht en terwille van vita
le goederen gerechtvaardigd is.
Vóór en vooral né de encycliek
„Pacem in Terris" zijn er binnen de
katholieke kerk stromingen ont
staan die de leer van de rechtvaar
dige oorlog willen relativeren en
die de oorlog elke oorlog af
wijzen. Maar de onmiskenbare uit
spraak dat er op dit ondermaanse
geen waarde en geen goed zo kost
baar zijn dat ze een verbreking van
de vrede rechtvaardigen, is uit
Rome nog niet gekomen.
Als een volk streeft naar een zo
sterk mogelijk militair machtsap
paraat, als het aan «lat streven alle
andere collectieve voorzieningen
ondergeschikt maakt en als het een
ziekelijke verering aan de dag legt
voor het militaire bedrijf, dan was
er volgens Vagts sprake van mili
tarisme. Misschien zouden de strij
ders voor een vrij Zimbabwe, de
Palestijnen, de Eritreërs en een
reeks van soortgelijke volkeren
krachtens deze definitie nooit on
der de verdenking van militarisme
zijn gekomen. Onder auspiciën van
de sectie sociale en internationale
zaken van de Raad van Kerken in
Nederland evenwel is nu de volle
bewijslast op hen gedeponeerd.
Laat ze maar eens aantonen dat ze
geen alternatief hebben dan te
vechten
De man die de gekleurde pleister heeft uitgevonden verdient
een medaille. Pleisters die rood of geel zijn of een andere
vrolijke kleur hebben werken bij kleine kinderen namelijk
veel beter dan de gewone leverworstkleurige plakkers. Is er
sprake van een ontvelde kinderknie, een snee of een buil, dan
geeft niet alleen het opplakken maar ook het kiezen van de
gewenste kleur van de pleister al een grote verlichting.
Het gekke is dat er allerlei genees- zegt. Dat blijkt uit het volgende
middelen zijn, die hun werking min
stens voor een deel aan dit effect te
danken hebben. Als een geneesmid
del effect heeft zonder dat dat op
grond van zijn chemische eigen
schappen te verwachten is. dan noe
men we dat middel een placebo. Het
effect van zo'n geneesmiddel is dus
het placebo-effect.
In het geval dat ik hierboven be
schreef over de gekleurde pleisters
is dus de pijnstillende werking van
de pleister een placebo-effect. Im
mers: dat resultaat mag op zich van
zo'n pleister niet verwacht worden.
Het is trouwens na enig nadenken
wel duidelijk waarom zo'n pleister
zo werkt: de aandacht van het kind
want daar gaat het natuurlijk om
wordt afgeleid van de schram
naar de kleur en naar het kiezen van
zijn eigen kleur, en daardoor is het
leed snel geleden.
Zoiets geldt ook voor het wonderlij
ke effect dat een kus op een zere
plek bij een klein kind heeft: in
negen van de tien gevallen is dat
voldoende om het leed geheel te
verzachten. In zo'n geval is duide
lijk dat de kus een houding van zorg
en aandacht weergeeft die in staat
is een kind gerust te stellen, en die
het zijn pijn doet vergeten.
Deze beide voorbeelden uit het kin
derleven betekenen echter niet dat
volwassenen onontvankelijk voor
het placebo-effect zouden zijn.
Neem de volgende gevallen.
Een 65-jarige man ligt in het zieken
huis. 's Nachts kan hij de slaap niet
vatten en hij vraagt de zuster of ze
even bij hem komt zitten. De zuster
had daar helaas geen tijd voor
hoe gaat dat met zusters? maar
ze had nog wel iets liggen tegen
slapeloosheid. Dat vertelde ze de
man en ze gaf hem een lepel van een
slaapverwekkend middel. De pa
tiënt sliep de rest van de nacht als
een roos. Het „slaapverwekkend
middel" bleek een ordinaire hoest-
drank te zijn.
Een andere patiënt, veertig Jaar
oud, ligt eveneens ln het ziekenhuis.
Ook hij kan de slaap niet vatten,
waarop de zuster hem een kalkta-
bletje geeft, met de vermelding dat
het een prima slaapmiddel is. De
man valt tevreden ln slaap en ver
klaart 's ochtends „zuster, dit table
tje was nog beter dan het vorige!"
En het vorige was mogadon, een
stevig kalmeringsmiddel, terwijl
van een kalktablet niets verwacht
mag worden.
Deze twee gevallen zijn een beetje
willekeurige voorbeelden van moge
lijke placebo-effecten. Er is echter
ook meer systematisch onderzoek
naar gedaan. Dat gebeurde eens bij
mensen die last hadden van wrat
ten. Bij een kleine 200 van hen wer
den de wratten gepenseeld met een
onwerkzame verf. waarbij verteld
werd dat het hier een nieuw genees
middel betrof. Tweederde van de
patiënten bleek hierdoor van zijn
wratten af te komen; bij slechts «lrie
procent van hen waren meer dan
drie verfbeurten nodig.
Nieuwe hoop voor wrattenlijders
dus, dank zij het placebo-effect van
een verf, waarvan op zich geen en
kel resultaat te verwachten is. Dat
doet me er trouwens aan denken
dat een prima middel tegen wratten
het volgende ls: leg ln een touwtje
evenveel knopen als Je wratten hebt
en werp dit touwtje 's nachts als de
klok twaalf slaat ln de richting van
de maan. Probeer het maar, succes
verzekerd.
Wratten en slapeloosheid, zijn dit
misschien iets te eenvoudige voor
beelden? Neem dan het volgende:
een onderzoeker onder maagzweer
patiënten. Een onderzoeker ver
deelde een aantal van hen ln twee
groepen. De behandeling bestond
uit een Injectie met gesteriliseerd
water. Tegen de groep werd gezegd
dat het middel experimenteel was
en dat de uitkomst twijfelachtig
genoemd moest worden. De andere
groep kreeg te horen dat de injectie
een goed werkend geneesmiddel be
vatte. Na een Jaar bleek de behan
deling van de eerste groep ln 25%
van de gevallen gewerkt te hebben;
bij de patiënten van groep twee
waren ln 70% van de gevallen uit
stekende resultaten geboekt
Het placebo-effect van een middel
ls dus te danken aan de combinatie
van het middel én wat er bij gezegd
wordt door degene die het middel
voorschrijft of aanraadt; deze laat
ste kan natuurlijk een arts zijn
maar evengoed een fabrikant van
geneesmiddelen of een familielid.
Toch ls het met dat wat-erblj-ge-
zegd-wordt nog oppassen geblazen.
Je moet uitkijken met wét Je erbij
voorbeeld.
Twee onderzoekers (Storm en Nis
bet) riepen een aantal vrijwilligers
op die leden aan slapeloosheid. Hun
werd gevraagd mee te doen met een
onderzoek naar de werking van be
paalde middelen. Alle vrijwilligers
kregen een pil, die ze voor het sla
pen gaan moesten Innemen. Maar
ook nu weer waren de proefperso
nen ln twee groepen ingedeeld. Aan
de ene groep werd gezegd dat de pil
natuurlijk weer een placebo
een „opwekkend medicament" was.
Aan de tweede groep werd verteld
dat deze pil ontspannend zou
werken.
Het resultaat was, dat de proefper
sonen met het „opwekkende medi
cament" vermeldden dat ze belang
rijk beter waren gaan slapen. Maar
de slapelozen die een „ontspan
nend" placebo hadden gekregen
vertelden dat ze nog slechter slie
pen dan voorheen.
Op het eerste gezicht ls dit een
merkwaardig resultaat, Juist omge
keerd aan wat ik hiervoor aan voor
beelden gaf. Maar wie even nadenkt
en dat mag ik de lezers van
Trouw toch wel toevertrouwen
zal al heel snel begrijpen waardoor
dit omgekeerde effect
werd veroorzaakt. En zo'n vraag is,
even terzijde, wat ze ln Amerikaan
se leerboeken psychologie en psych-
quiz noemen.
Vertrouwen
„Het placebo-effect kan soms een
kwart van de gebruikers bij objec
tief geverifieerde aandoeningen te
vreden stellen," merkte Dunning
enige Jaren geleden ln „De Olds"
op. De vraag blijft natuurlijk wel of
Je patiënten met zulke middelen
tevreden még stellen. Mag een arts
een placebo aan een patiënt voor
schrijven, erbij zeggend dat het een
prima middel ls, ln de hoop dat het
werkt? En wat betekent ln dit ver
band het Idee van een vertrouwens
relatie die er tussen arts en patiënt
zou moeten bestaan? Overigens:
voor de meeste artsen ls het gebruik
van placebo's geen vraag: voor hen
mag het. alleen al omdat het naar
hun mening niet schaadt als het
niet mocht baten en dat ls van
veel gewone geneesmiddelen niet te
zeggen.
De vraag is hoe het dan zit met die
vertrouwensrelatie. Er wordt wel
gezegd dat deze betekent, dat de
patiënt erop vertrouwt dat de dok
ter te allen tijde doet wat goed voor
hem als patiënt is. In dit geval ls een
placebo natuurlijk zonder meer toe
gestaan en ls de fopperij eromheen
hoogstens een leugentje om bestwil.
Toch lijkt me dit een veel te beperk
te opvatting van vertrouwen. Want
het betekent niet alleen dat Je ln de
goede wil van de dokter vertrouwt;
als het daarbij blijft wordt de pa
tiënt ln een afhankelijke positie ge
manoeuvreerd. Maar vertrouwen
betekent meer: Je mag ook vertrou
wen dat de dokter Je eerlijke Infor
matie geeft over wat hij met Je aan
het doen ls, en waarom hij dat doet;
dat houdt natuurljk ook eerlijke
informatie over geneesmiddelen ln.
zodat Je als patiënt kunt beoordelen
wat er met Je gebeurt.
Hier ligt natuurlijk een probleem
bij placebo's. Want als de dokter Je
van te voren zou zeggen ln het
kader van open en eerljke Informa
tie verschaffing dat hij een place
bo gaat toedienen, dan hoeft het al
niet meer; hij kan het dan evengoed
laten. En toch kan een placebo ln
bepaalde gevallen voor het welzijn
van een patiënt van belang zijn. Dat
lijkt me een dilemma voor Iedere
arts die nadenkt bij zijn werk.
Als lk voor mijzelf, over deze vraag
nadenkend, mag spreken: lk zou er
geen bezwaar tegen hebben gedu
rende een bepaalde tijd „gefopt" te
worden met een placebo hoewel
het mij therapeutisch gezien altijd
een noodoplossing lijkt maar lk
vind dan wel dat de arts mij na de
behandeling dient te vertellen dat
het een placebo was. Maar verlies lk
door die behandeling achteraf dan
niet het vertrouwen ln mijn arts?
Nee. Integendeel: dat vertrouwen.
In de ruime zin waar ln het eerder
omschreef, zal door de dokter die
open kaart speelt alleen maar ver
sterkt worden. En voortaan zal lk
ook beter de bijsluiter lezen.
J. J. Klinkert is wetenschappelijk
medewerker van de vakgroep ge
dragswetenschappen van de facul
teit der geneeskunde van de Vrije
Universiteit te Amsterdam.
I