ïerard Tebroke: éénling n de atletiekwereld Tweede garnituur houdt lang stand Ook renners zijn schuldig Zodoc E8B& ïtu het goed als afze nder. Piet van der Touw moet in eigen kring barrières overwinnen jploper niet op juiste waarde geschat door KNAU 97//JA G/TOMSF//y MiVUTTTI pttpost Doping onder dwang Afknapper op Moskou-voorbereiding Houtman naar Club Brugge ^blDERDAG 28 DECEMBER 1978 TROUW/KWARTET P 11 - RHS 15 ADVERTENTIE- or Fred Buddenberg (IHEM Gerard Tebroke leegt zich al jarenlang als éénping in de atletiekwe- 1 oe! Nederlands beste atleet dit moment reist, de hele eld al met maar één doel r ogen; zo hard mogelijk te in. Door de smalle top in Ierland is hij vaak ge- ingen alleen naar wedstrij- tsge al te reizen, waardoor hij imbassadeur van de natio- atletiek is geworden. Van ;e medewerking van de t van de KNAU is echter a sprake. Zijn waarde voor ^Nederlandse atletieksport linnen de kringen van de n 6ÜVU nog altijd niet juist ,ofhat' eijde strubbelingen rond het ver- van een aantal trainers en de telling van een trainerscoördina- fnnen de atletiekunie, heeft Te- t zich weinig aangetrokken. De rige atleet van Ciko '66 wordt leidt door Kees Koppelaar, een KNAU-trainer die door het nieu- tructuurplan moest wijken. Te- 5: „Wie de trainers bij de KNAU nteresseert me niet zoveel, want b er niet veel mee te maken. Van lensen binnen de KNAU heb ik hoge pet op. Hun eigen belang altijd voorop, ze doen alles goed ebben altijd gelijk. Ik vind het lier dat Joop Watereus vertrok- s. Hij was de enige, die ook keek het belang van de atleet en niet (i aan zichzelf dacht". rd Tebroke heeft nooit veel me- Irking vanuit de KNAU gehad, iet juchle'deren oogkleppen ge- bestuursleden gaven altijd de teur aan hun eigen atleten, hoe (rtjes hun prestaties ook waren. Dke geeft twee voorbeelden van )t ^werking, die hij ondervond van- Ie van inspraak gespeende atle- inie. Het eerste luidt als volgt: jie jaren terug, ik meen in 1975, ik dolgraag meedoen aan een kilometerloop in Hannover. Ik me sterk en wist dat ik 13.34 kon. De KNAU wilde dit niet fen en zei dat het onmogelijk was ■■tfilj in te schrijven. Waarom weet x nog niet. Ik ben er toen zelf ïraan gegaan, maar ik mocht deelnemen zonder de inschrij- van de KNAU. Enige tijd later de KNAU mijn vereniging RjsD'66 met het verzoek een wed- veil te organiseren, want er waren Amerikaanse atleten in Neder- iet CIKO wilde dit wel. maar alleen ovee voorwaarde dat ik werd inge- lven voor Hannover. Tegen wil ftnk hebben ze dat toen nog ge- i". In Hannover logenstrafte Te- p het ongeloof van de KNAU. Hij vierde in 13.34. aadvoor de tien kilometer in Londen 'an<vorig jaar kreeg Tebroke geen Êwerking van de KNAU: „Op- wilde ze mij niet inschrijven. Ik toen op eigen kosten naar Lon- £egaan. Nadat de KNAU hoorde |k een goede prestatie had gele kon ik plots al mijn onkosten peren". Ird Tebroke sluit op Oudejaars- jd een redelijk succesvol jaar af de Sylvesterloop, een loop over _:meter in de grauwe en met uit lassen gevulde straten van Sao p. Twee jaar terug gaf Tebroke de eerste maal de voorkeur aan open in Brazilië boven de rotjes jen land. Toen, een bittere erva- ,,Ik ging vlak na de kerstdagen en ben door het eten bijna de tijd ziek geweest. De race was Ik werd 33ste en werd na p naar een ziekenhuis vervoerd, ielgen hadden geluk. Zij misten rliegtuig en kwamen pas laat in Paulo aan. Zij hadden niet het egen het Braziliaanse eten te ven en bleven gezond. Mare Ne- een 1500 meter-loper (toen ik zag, dacht ik; wat moet die hier) negende. De laatste vier kilome- lie bergopwaarts gaan slingerde tn stoep tot stoep. Dit jaar ge- t me dat hopelijk niet meer. Ik ek pas laat (morgen-red.) en i mijn eigen eten mee. Vorig jaar k niet, omdat ik geen zin had in edstrijden die ik van de organisa- i in Argentinië en Paraguay -~-$t lopen". d Tebroke is in zijn loopcarrière lts één maal teleurgesteld ge- na een race. Niet omdat hij |t had gelopen, integendeel, naar zeggen had hij een wereldre- op de tien kilometer misgelopen, was in 1977 in Londen: „Vanaf )egin vroeg ik me af waarom we ingzaam gingen. Telkens moest ezelf inhouden, wanneer ik wilde areren. Ik wilde persé niet als eer voor het overige veld funge- De eerste vijf kilometer gingen saam, in veertien minuten. Toen )fde ik het wel. Drie ronden voor linde besloot ik er toch vandoor an. Forster en Rono kwamen bij werd derde. Doordat ik zo ge- ig goed liep. had ik geen idee dat weede vijf kilometer zo ontstel- hard waren gegaan. Wanneer ik op de tussentijden had gelet, er veel meer ingezeten, wellicht wereldrecord" Praag, op de Europese kampioen- appen, ging het minder makkelijk de 10.000 meter. Tebroke herinnert „De hele race ging het te snel r mij en ik hoopte voortdurend het kalmer zou gaan. Bij elke inelling raakte ik achterop, maar Hnóp.' Gerard Tebroke hoopt dat blessures hem er niet van zullen weerhouden deel te nemen aan de Olympische Spelen van Moskou in 1980. kon op het volgende rechte eind steeds weer bijkomen. Nee, het weg vallen van Hermes was voor mij geen tegenvaller. Weer een concurrent minder, dacht ik. Toen ik doodmoe aan de finish kwam, waren er zoveel afgevallen, dat ik nog zesde werd". Op de wereldranglijst van dit jaar staat Tebroke negende op de 5000 meter (13.21,7) en zevende op de 10.000 meter (27.36,6). Tijden waarvan Tebroke denkt dat ze nog scherper kunnen: „Op de tien kilometer ben ik dit jaar stil blijven staan. Ik had gehoopt onder de 27.30 te komen en dat is niet gelukt. Volgend jaar moet dit zeker mogelijk zijn. Ook op de 5000 meter zie ik mogelijkheden, al loop ik liever een tien kilometer. De kans is groter dat de tegenstanders moeten afhaken. Wanneer ik eenmaal een ritme vastheb, laat ik het niet gauw schieten. Vijfentwintig rondjes van 65 seconden is een mooi tempo. Die Australiër Dixon loopt rondjes van 54 seconden. Dat kan ik niet bijbenen. Mijn top is 58 seconden". Gerard Tebroke vestigde dit jaar twee nieuwe nationale records op de 5000 meter en de 10.000 meter. De 5000 meter liep Tebroke in Zürich in de recordtijd van 13.21,7. De beste Nederlandse tijd op de tien kilomter liep hij in Praag: 27.36,6. Het enige record, dat nog in handen is van Jos Hermes, is het werelduurrecord. Twee pogingen van Tebroke om ook dat record te pakken mislukten. De eerste keer in Roozendaal, vorig Jaar, verliep alles tot op acht kilometer op rolletjes. Tebroke: „Kees Koppelaar riep alsmaar dat ik te hard ging. En iedere keer wanneer ik langs hem liep, zei ik dat ik al enorm afremde. Op een gegeven moment zat ik 18 seconden onder het schema van Jos. Maar na acht kilomter kreeg ik bla rend, doordat die baan in Roozendaal te hard is. Nagenoeg gelijktijdig viel mijn rechterbeen dood. Dit komt zeer regelmatig voor na een kilometer of acht. Er zit dan geen enkele kracht meer in en moet ik mijn linkerbeen overbelasten. Ik begin dan te zwiebe len en heb moeite om niet te struike len. Ik liep nog één kilometer ver krampt door, maar moest toen echt stoppen". De tweede keer, in Groningen, kwam Tebroke 393 meter en 94 centimeter tekort om Hermes te onttronen als recordhouder. Tebroke is van plan een derde poging te ondernemen, maar deze staat nog niet op papier. Het is voor Tebroke toch moeilijk om schema's voor een langere tijd op te stellen. „Samen met Kees Koppelaar maak ik mijn trainingsschema's. Door het grote aantal blessures kun nen wij niet aan lange termijnplan ning doen. De ene week kan ik het schema wel volgen, maar de andere week weer niet. Ik kijk per dag en pas de schema's iedere keer aan". De ernstige rugblessure (Ischias) waar Tebroke al jaren mee tobt, is zijn grootste handicap. Niet alleen in sportieve zin, want ook buiten het hardlopen wordt hij gehinderd door de onwillige pees in zijn rug. Een maand na zijn intrek op de Land bouw Hogeschool in Wageningen moest hij afhaken. „De air-conditio- ning, die iedereen zo geweldig vond, was een kwelling voor mij. Het was alleen maar tocht op mijn rug en dat kan ik helemaal niet hebben. Eén jaar op die school in Wageningen en ik had geen rug meer over gehad. Thuis, wanneer ik leer (Tebroke doet nu een avondopleiding voor het prak tijkdiploma boekhouden red.) heb ik altijd een deken om mijn rug gesla gen. Op school staat dat een beetje slordig." Voordat Tebroke naar Wageningen ging, had hij zijn werk bij een zuivel fabriek in Arnhem al opgegeven. Zijn dagen vult hij nu met trainen: ,,'s morgens 15 en 's middags 25 kilome ter. Per jaar legt Tebroke ongeveer 8000 kilometer af. Amsterdam-Mos kou is 2500 kilometer, maar die af stand hoopt Tebroke in 1980 per vliegtuig af te leggen: „Ik heb al twee Olympische Spelen gemist. München door mijn rug en Montreal doordat ik een week te laat in vorm was. De derde keer moet scheepsrecht zijn. De wil graag naar Moskou, maar door het gevaar van blessures is het nog helemaal niet zeker". WEST-BERLIJN De naar het westen gevluchte Oost- dultse atlete Renate Neufeld heeft in een interview met het Westduitse sportbureau SID verklaard dat zij in haar geboorteland gedwongen werd spierversterkende middelen te slikken. Zij her haalde haar verklaring later tegenover het bureau voor vluchtelingen in Beieren. Renate Neufeld, die in 1976 met de juniorenatletiek- ploeg van TSC Berlin Oost duits kampioene werd op de 4 x 400 meter, vertelde, dat zij tijdens de voorbereidin gen op het zomerseizoen van 1977 onder dreiging van re presaillemaatregelen ge dwongen werd tabletten in te nemen uit een buisje, dat geëtiketteerd was als vita minepillen. Haar trainer Günther Klann accepteerde haar aanvankelijke weige ring niet. De eerste bijver schijnselen werden al kort na de eerste cyclus zicht baar: de omvang van de be nen nam duidelijk toe, het geen gepaard ging met ui terst pijnlijke spierverhar- deningen. De stembanden werden aangetast en de atle te produceerde of helemaal geen geluid of een zeer hees gebrabbel. Ook baardgroei op de bovenlip kwam bij haar voor. De vlucht van Neufeld had voor haar familieleden on prettige consequenties. Haar vader, die jarenlang leraar was aan de jeugdsportschool van Oost-Berlijn, werd op staande voet ontslagen. Haar zuster, een talentvol hand balster, werd direct na de vlucht door haar sportvere niging geroyeerd. door Steve Reed STOCKHOLM Twee jaar geleden organiseerde de Zweedse Basketbal Bond een pre-Europees kampioenschap, waarin Nederland zegevierde. De Zweden leden toen financieel gewel dig verlies en de basketbalsport in het koude land van ABBA dreigde te verdwijnen. Gisteravond echter begon een goed en ruim opgezet vier landen toernooi dat de herrijzenis van de sport ln zijn algemeenheid duidelijk weergeeft. Naast Frankrijk en Griekenland werd voor dit feest ook Nederland uitgenodigd. De Oranje-zonen had den, Immers enige naam op Internati onaal gebied gemaakt (zeker ln Zwe den waar nogal hoog tegen het Neder lands basketbal wordt opgekeken) en van de fris spelende ploeg van weleer verwachtte men in Stockholm heel erg veel. De organisatoren stonden gistermor gen reikhalzend te kijken naar de spelers van de Nederlandse ploeg die het vliegtuig uit stapten. Welke ster ren zou men afgevaardigd hebben? De deceptie was te zien, toen men doorkreeg dat de zevende basketbal natie van Europa een veredeld soort B-team had gestuurd met schutter Akerboom, spelverdeler Hagens en keurverdediger Van Helfteren als overblijvers van weleer. De Nederlandse selectie, onder lei ding van de in Zweden bij een club team werkende Amerikaanse coach Tom Quinn, mag met ere het predi- caat „bijeengeraapt zootje" dragen- Terwijl de drie andere landen-teams op volle oorlogssterkte uitkomen, moet uinn het stellen zonder mannen als Cramer, Dekker, Plaat, Zwiers, Kragtwijk, Fopma, Kruidhof, Bruins- door Johan Woldendorp ALPHEN AAN DEN RIJN De kalender voor de beroepsfiet sers telt bulten de ronde van Nederland (die alleen voor merkenploegen toegankelijk is) ongeveer vijfentwintig wed strijden. Het invullen van de agenda leverde zelfs zoveel problemen op, dat enkele proferiteria op dezelfde dag moeten worden verreden. In dat opzicht zit het met de werkgelegen heid wel goed. „Er staan ontzaglijk veel koersen op het programma en het ziet er naar uit, dat dat aantal zal blijven stijgen", verwacht de voorzitter van de Vereniging van be roepswielrenners, Piet van der Touw. Het is zonneklaar, dat met het stijgen van het aantal wedstrijden de werk omstandigheden niet evenredig wor den verbeterd. Het cirkeltje ls snel rond: de goede, door betrouwbare sponsors vorstelijk gehonoreerde In een tijd, dat de Nederlandse wlelerprof8 In sportieve zin onge kende successen behalen, Is de werkloosheid schrijnender dan ooit en stammen veel sociale re gels uit de oertijd. Over die keer zijde van de klatergouden medail le gaat deze serie van vier verha len. Vandaag wordt het tweede artikel gepubliceerd. Het eerste deel stond op 27 december In de krant, de overige verhalen volgen op 29 en 30 december. coureurs toucheren de hoogste start- gelden en winnen de fraaiste prijzen. Bovendien is het bedrijven van zuive re sport in tal van zogeheten kermis- koersen al te veel naar de achter grond gedreven. Harde gegevens be staan er niet, doch het is een publiek geheim, dat de eerste plaats vaak om uiteenlopende redenen verkoopbaar is. Dat gebeurt niet alleen in eenvou dige dorpsrondes, maar zelfs tijdens wereldkampioenschappen. Vorig jaar leek de positie van de Duitster Didi Thurau uitermate riant, maar op ge zag van zijn toekomstige sponsor Janssens (Thurau maakte toen nog deel uit van de ploeg Post) kneep hij stijf in de remmen om de Italiaan Francesco Moser voorrang te verle nen. De reden? In zijn eerste, achteraf mislukte Jaar bij een Belgische firma kwam het Janssens erg ongelegen, dat Thurau in de publicitair onaan trekkelijke regenboogtrui (die im mers geen reclamezuil is) zijn wed strijden zou moeten rijden. Het zal niemand bevreemden, dat dergelijke „onderhandelingen" alleen door de betere pedaalkunstenaars ge voerd kunnen worden. De werkloos heid kan het beste worden opgelost door veel goede sponsors. Maar die zijn moeilijker te vinden dan spelden in een hooiberg. Het gevolg is, dat allerlei onbetrouwbare mensen vat op ongesponsorde, dus werkloze ren ners proberen te krijgen. De coureurs op hun beurt, laten zich in zijn alge meenheid maar al te graag verleiden tot het zetten van een handtekening. „Ze tekenen voor een broek en een trui", is de gangbare uitdrukking in het wielerwereldje. Enkele weken geleden werd er in Ois- terwljk door Ton Vissers, de meer beruchte dan bekende ploegleider. Jan van Stee, de vroegere SBB-coör- dinator (de man die ondermeer na mens de KNWU contracten voor wie lerwedstrijden afsluit; Van Stee ver dween om financiële redenen van het Piet van der Touw, de voorzitter van de Vereniging: van beroepswielrenners: „Malafide sponsors doen voorstellen, wanneer de nood het hoogst is". SBB-toneel) en Piet Liebregts een bijeenkomst georganiseerd, waarin werkloze coureurs blij werden ge maakt met iets, dat straks best een dode mus kan zijn: de oprichting van een heuse Nederlandse profploeg. Twee kleine sponsors waren al gevon den; het wachten is nog op een derde. Een futiliteit volgens de gangmakers, al laat de derde weldoener langer op zich wachten dan ze lieten voorko men. Geen wonder, het derde bedrijf zal bij wijze van spreken een miljoen moeten inbrengen, willen de uitver koren renners er veel wijzer van wor den. Niettemin werden er grif handte keningen geplaatst onder het wat du bieuze motto: wij hebben geen werk, de KNWU en de SBB doen er weinig aan om ons emplooi te geven en Vis sers kan die garantie wel doen. Om dezelfde reden infiltreerde ook Henk Ikelaar van het Eindhovense bureau Inter Sponsor in het rennerskorps. Hij bood de coureurs commerciéle arbeidsbemiddeling aan. iets dat bij de wet is verboden. Piet van der Touw heeft dan ook volstrekt andere ideeën over de op lossing van een wurgend probleem dan de meeste van zijn WBW-leden. „Je kunt wel tekenen bij een sponsor, mits goed is uitgemaakt, dat het wel een juiste sponsor is. Je moet dus de garantie hebben, dat Je de centjes op tijd krijgt, en dat het contract niet eenzijdig is. Je kunt de renners na drukkelijk waarschuwen voor het sig neren van niet waterdichte contrac ten, maar velen tekenen voor niets als het moet. Bovendien komen ze meestal niet voor die tijd bij de VVBW. De vakbond wordt vrijwel uit sluitend ingeschakeld, wanneer het geld niet is uitbetaald of er een renner is ontslagen. Indien het dan niet lukt, heeft de WBW gefaald. Maar dat is niet fair." Het uitbannen van malafide sponsors blijkt een moeilijke, zo niet onmoge lijke zaak te zijn. De KNWU heeft wel een sponsorboek uitgegeven, waarin staat opgesomd aan welke voorwaar den contracten behoren te voldoen, maar niemand is daar aangeboden. Het euvel is misschien te verhelpen, indien de renners de als contracten geafficheerde waardeloze vellen pa pier niet met hun handtekening ver zegelen. Piet van der Touw: „Wan neer wij merken dat de wet aan de laars wordt gelapt, kunnen wij niet meer doen dan het signaleren er van. Je kunt nog zoveel voorlichting ge ven, maar het kwaad valt niet één, twee, drie te verhelpen. Zeker nu ren ners heel gemakkelijk een contract tekenen om ln een sponsorshirt te kunnen rijden. Ik heb de contracten van Vissers nog niet gezien dat kan ook haast niet, omdat de hoofdspon sor onbekend is maar we zijn wel opnieuw behoorlijk hard met de neus op de feiten gedrukt. Malafide spon sors doen voorstellen, wanneer de nood het hoogst is. Nu werkloze ren ners een uitkering nodig hebben, biedt zo'n sponsor dat wat hem het beste uitkomt." De WBW is zo'n tien jaar geleden op initiatief van Peter Post, Gerben Kar stens en Jan Janssen opgericht Zij namen de voetballersvakbond WCS in de arm om de organisatie op poten te zetten. Momenteel hebben onder meer vier aktieve renners zitting in het bestuur van de WBW: Jan Raas. Cees Bal, Piet van Katwijk en Theo Smit. Enkele Jaren na de geboorte van de WBW kwamen de Stichting bevordering beroepswielersport (SBB; WBW-vooreitter Van der Touw is secretaris van deze organisa tie) tot leven, allen met het doel om de positie van de wielrenwerknemers die van sociale rechtvaardigheid te geven. In de SBB participeren de WBW, SOB en KNWU. Aan de struc tuur ligt het dus niet. Even terug naar de WBW. Karei Jansen, voorzitter van de WCS en (meer dan) adviseur van de wielren nersvakbond: „De beroepscoureurs vormen een kleine groep en hebben daardoor weinig mankracht en mid delen ter beschikking. Het probleem is de opbrengst. De contributies leve ren niet meer dan 5000 per jaar op. De WCS staat de WBW daarom constant bij. De problemen van die dagen zijn nog even actueel. In wezen is de situatie bij de wielrenners nog schrijnender dan bij de voetballers. In die wereld wordt op het gebied van rechtszekerheid vooruitgang ge boekt Wielrenners missen een ele mentaire zaak als een standaardar beidscontract" ma en Woudstra; oftewel een volledig Nederlands team is thuis gebleven. Een reeks van excuses wordt door alle betrokkenen aangevoerd, maar feit is natuurlijk wel, dat er van dit alles niets deugt. De zo groots opge zette voorbereidingscampagne voor Moskou 1980 begint in ieder geval met een afknapper van jewelste. Dat Frankrijk trappelend klaar zou staan, was te verwachten. De haan tjes hadden niet alleen hun beste spelers gestuurd, maar hadden ook hard gewerkt aan wat ook voor hen de start van de Moskou-werkzaamhe den genoemd mag worden. De 83-71 overwinning voor Frankrijk mag ge zien de omstandigheden dan ook nauwelijks verrassend heten. In die uitslag zit echter wel een dosis werk lust verpakt, die de Nederlandse ploeg met ere met zich droeg. Wer kend met in principe maar vijf spe lers die basketbal op internationaal niveau gewend waren en ook aan kunnen (Akerboom, Sikklng, Van Helfteren, Van Vliet en Hagens) bleef de Nederlandse ploeg tot de 27ste minuut totaal in de race, hetgeen toch opmerkelijk mag heten. De 43-44 ruststand was zelfs een toon beeld van weldoordacht en goed bas ketbal, stoelend op rust en vooral overleg. Hagens speelde erg sterk in de aanval en met Van Helfteren con stant ln de rebound aanwezig bleef de zaak vooral achterin sterk georgani seerd. Het vol doorspelen van de startende vijf deed zich uiteraard ook in die rangen gevoelen. Van Vliet miste in de belangrijkste fase van de strijd viermaal op rij na een puike eerste helft gespeeld te hebben, Akerboom bleef onzeker van afstand en Van Helfteren zette een groot aantal re bounds (vijftien) tegen een bedenke lijk laag schotgemiddelde van drie op twaalf pogingen. Frankrijk daverde in het midden van de tweede helft weg, nam makkelijk tien punten voorsprong en zat verder in een zetel. Met name de Zweedse organisatoren spraken van een sensationele Franse overwinning, hetgeen het dus niet was. Een half Nederlands team speel de een goede halve wedstrijd. Maar in topsport tellen halfjes niet. ROTTERDAM Bij Feljenoord heeft men de kerstdagen benut om een opzienbarende spitswisseling af te ronden. Peter Houtman vertrekt na een half jaartje Feyenoord naar Club Brugge. Zijn plaats wordt inge nomen door Jan Peters van FC Den Het°vertrek van Houtman komt als een volslagen verrassing. De topsco rer van de eerste divisie van het vori ge seizoen (toen uitgeleend aan FC Groningen) kampte in de eredivisie met aanpassingsmoeilijkheden en kwam zelden tot scoren. Toch werd een transfer van Houtman op korte termijn niet verwacht. Club Brugge, dat al eerder belangstelling voor Houtman toonde, benaderde de Fey- enoord-spits om de voorhoede te ver sterken. De Belgische landskampi oen draalt stroef ln de competitie en doelpunten zijn schaars ondanks de komst van Ceulemans. Houtman kwam snel rond met de club en ook Feyenoord en Club Brugge bereikten snel een akkoord over de transfer som, die bepaald werd op 500.006 gulden. De overgang van Houtman had tot gevolg dat Feyenoord naarstig op zoek ging naar een vervanger. Na intensief telefonisch overleg met trai ner Jezek, die de vakantieperiode doorbrengt ln zijn geboorteland, werd Jan Peters van FC Den Bosch gepolst. De spits van Jong Oranje had ln zijn contract een clausule op genomen dat hij aan het einde van dit seizoen voor 300.000 gulden mocht vertrekken. Zijn salariseisen vorm den voor de Rotterdamse vereniging geen onoverkomelijke problemen. FC Den Bosch werd financieel schade loos gesteld voor het vroegtijdige ver lies van zijn spits, die dit seizoen reeds acht maai het net vond. Peters ondertekende een contract, dat hem voor twee en half jaar aan Feyenoord verbindt. Zijn debuut wordt ver wacht op 6 januari, wanneer Feye noord Inhaalt tegen PEC Zwolle. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 15