Jensen, wat is hier aan de hand? I annan \inr\ DkaI- enoeg van troep Rol ijk ||rstfeest? 5terdag: akke dag ^ruiste icht Waarheen, o Wietske? Jaar wisseling Heksende- monstratie Problemen horen erbij Uit het dagboek van wijkagent Vondeling Het geeft niet hoor! 26-12-1979 - 00.10 uur DAG 23 DECEMBER 1978 TROUW/KWARTET jen, wat is er aan de hand in dit |de en volle land? Stoepen vol poep jeppapier, straten vol gasstank en i en de voorheen zo schone lucht eurd door straaljagergerucht. Een paas, duim in de mond, ziet een Jen fluit zijn hond; een bromfietser Yeepjesdas en plastic helm geeft ex- 1 en op het vies troittoir ernaast heeft 4n tiener grote haast, 't Gewone rieeld van een stad; elk is op pad, naar lar wat? Elk rijdt en rost achter 't rost en rijdt en rent het stuk! jkomt december in het land, en kijk, !xt wat aan de hand; Daar is ineens l.|aap, een man, die dit niet langer f kan. Hij zet een kerstboom voor zijn lj hangt de maretakken uit. Hij heeft j van al die troep en veegt zijn vieze, Jloep. Ineens is er een aardig kind, dat van de vrede vindt, 't staat in haar jroot en klaar. Zij stak twee strikjes 4iaar, zij nam een takje in de hand en l van het Beloöfde Land! Ten Lourens van Urk en 12 jaar oud. 1 "%aal is niet door mij gemaakt, maar v<jijn oom, die 50 jaar ouder is.) Urk, Urk «mi treurig gezicht keken Jan en Ans meüt vliegtuigraampje naar beneden, nog net het dorpje zagen verdwij- le Qar zij zo graag Kerstfeest hadden eeiirieren in hun nieuwe huisje. Ze had- ^ro^erkt als paarden om het krotje op te uit (n en weer bewoonbaar te maken. Ze eei^o blij geweest met dat leuke pandje (die rand van het dorp. ge A ne S met de buurtbewoners hadden ze ren|t gemaakt, daarvoor waren ze veel te r vrifcweest, maar daar hadden ze al een Beflannetje voor bedacht. Ze zouden „Hejn uitnodigen met Kerst, kennis ma- in h<endschappeh sluiten met de straat- lar hrs. En toen was er opeens die steen ir het raam werd gegooid, er zat zelfs fefje omheen met een elastiekje: „Rot lie wilt hier gien stadjers" strond er hadden eerst aan een kwajongens- eeg gedacht, maar de pesterijtjes waren edeeiat moment niet meer weg te denken, e va die hun hond „uitlieten" voor hun ïdtllijke briefjes die op de deur werden belibelletje-trekkende kinderen en jyja oten, knetterende bromfietsen voor m'n groot en klein naar binnen loerend uit takken en bezems op de ruiten die en de nieuwe verf beschadigend. >P zi klacht bij de burgemeester was wel >erd door de dorpsagent een oogje op leenl te laten houden, maar deze wilde oorojk geen moeilijkheden met de dorps- kenirs en stelde zich steeds zo op dat het terd zich aan zijn gezichtsveld onttrok. zal iet t* Kerstfeest in Spanje" zei de ste- belss, „Vrolijk Kerstfeest?" :n „i uit y Weltevreden, Apeldoorn. ;enic s bij w n ebiio is altijd één keer in het jaar een >p sqag; die valt meestal op zaterdag. Dit ze js ook. Het ging 18 november heel idan anders. Vorig jaar ging het per u ging het per vliegtuig. Dat vlieg- loide hasj rond. Maar ja, niemand verhinderen. Het gekke is: vorige vam men altijd te weten welke vogel geweest, maar nu het vliegtuig op mber was geweest, wist men niet e dat vliegtuig had bestuurd. Alle zeiden toen dat er een spook in zat isen waren nogal gelovig). waren allemaal gek geworden door Meneer Pietersen liep met z'n duim liond, had zijn ochtendjas en pantof- g aan. Jan de Korte had al zijn uit zijn brommer gehaald. tieagent liep op z'n sokken. Me- lebberig rende door de straat, zon- r gouden armband (dat viel mee). itveger had z'n pyjamabroek aan en Tnet z'n bezem (hoewel de bezem wel cop was). Maar eindelijk werd het en was alles weer normaal. Iwerus, zesde klas basisschool „De aar", Apeldoorn. n he om eint een ir kl t de het. de roui me n- ndefo de ïderfw lar r dajgi s sti èl sch( n rind ii re: lim tit ezul an 1, nifcj ndetn :en Ki iam( /an pèla; jd au E inm g "nir th dw ui loo. u e c De tekening van Marieke Staf- leu heeft de fantasie van onze lezers duchtig geprikkeld en de pennen flink in beweging ge bracht. Uit de tegen de vier honderd inzendingen die op onze redactie binnenkwamen drukt. Op de pagina hiernaast hebben we er elf uitgekozen. geven we een indruk van de Ze staan op deze pagina afge- overige inzendingen. Bezemsteel, die getrouwd is met i-de-Zenuwen (bijgenaamd: „Het ige gevaar"), heeft in 't geheim een met Annetje Tak. id voor Kerst heeft hij bliksemsnel egtickets bemachtigd voor een veer ;se reis naar het eiland „Takhitie" :laas krijgt hij de feestdagen geer an de Gemeente Honderloo, waai traatswieper in dienst is. Annetje en uiten teneinde raad te proberen op 'ond per bezemsteel hun toestel in te gflat al boven Takkenbos vliegt. i iendin Margot Mobylette salueert al iporing. Maar daar zijn de Heer J. In- iwen (vader van Truus) en de Rijks- i chter Snorbrom van de Gemeente Pa zelf laat Hond Bram zijn opzettelijk naast de goot werpen, Rijksveldwachter Snorbrom Arend laatse kan manen „Hét" te verwijde- ltijdjuus heeft dan haar man de Kerst netje en hij zien hun toestel met ing Takhitie in een mist van tra- Iwijnen. ipondent te Honderloo, Vlissingen Zoals op al de laatste kerstdagen stond ook nu meneer Zwoegstra op zijn post. Vanaf zijn kinderjaren was hij al verslaafd aan kerstverhalen, waarin verloren dochters uitgerekend op deze dag eens thuis zouden komen. Vijf jaar geleden was wilde Wietske er vandoor gegaan om te ontkomen aan driftige Drikus, die met zijn brom fiets meende haar het hof te mogen maken. Sindsdien was zij niet terug gekeerd. Zwoegstra geloofde in de kerstverha len van weleer, maar toch had hij zich een lasso aangeschaft voor het geval dat zijn onstuimige dochter op het allerlaatste ogenblik eens dóór mocht rennen. Zijn jongste dochter, droef geestige Drika, bleef terzijde staan. Zij was verslaafd aan symbolen en droeg een bladloze tak. In haar blik speurde men geloof in de naderende lente. Buurman Link, sneeuwruimer van beroep maar altijd in staking zodra de eerste vlokken vielen, zou er niet bij zijn! „Nieuwsgierig ben ik niet, maar ik wil wel alles graag weten. Willem, de wijkagent, was er. Vroeger nam hij de kerstdagen altijd als baai- dagen op maar sinds Wieteke's ver trek niet meer. „Ik ken mijn plicht placht hij te zeggen. „Men kan nooit weten", was zijn lijfspreuk. Plots ren de wilde Wietske voorbij! Waarheen, o Wietske? Via een geheime zender had de piloot (haar laatste, grote liefde) haar ge seind: kom naar vliegveld - stop - pikken daar helicopter - stop - landen in tuintje van je ouders - stop vieren kennismaking en kerstfeest - stop - kusjes - stop - Vliegende Victor - stop en over. D. ter Steeg, Zandvoort Zo rond de jaarwisseling krijgt het jaar iets plechtigs. De bomen kaal, de dagen donker en de mens, zoals altijd bezig, 's Morgens rond half negen is die menselijke bedrijvigheid reeds op gang gekomen. Een bromfietser raast voorbij, de hond van de werkloze overbuurman poept, zoals gewoon lijk, op de stoep. Marietje van hier naast loopt alweer bulten. Een Ma rokkaan, gelegaliseerd, zwiept krach tig met z'n bezem naar de papierres- ten. Wijkagent Vredens maakt z'n ronde. Een kerstboom achter een raam en een groene tak aan de deur. En heel ver boven al die bedrijvigheid klinkt het sonore geluid van een vliegtuig. Maar dan wordt dit alledaagse de- cember-gebeuren plotseling opge schrikt door een vreselijk gegil. Een vrouw komt schreeuwend de straat in rennen. Van achter mijn zolderraam hoor ik haar woorden doorklinken. Ze gilt als een waanzinnige. De gastar beider kijkt op, agent Vredens ver spelt z'n pas, de hond kijkt vragend op naar zijn baas, de overbuurman zuigt op z'n duim als in diep gepeins verzonken, de bromfietser tikt op z'n voorhoofd. De woorden van de vrouw zijn binnen enkele secondes voor al tijd in mijn hersenkronkels gegrift. Ik wil leven, maar voel me diep in m'n binnenste dood! Dan draait Marietje zich om, ze kijkt naar boven, ze houdt een dode tak in haar hand geklemd. En dan begrijp ik alles. Wij plukken groene takken en bomen zonder wortels. Ze lijken te leven maar zijn gedoemd te sterven. Hoe lang zullen we doorgaan met het ver nietigen van de wortels van ons bestaan? Cees van Waardhuizen, Eikenlaan 5, Rijnsburg Hekserij is in tegenwoordig. De nor maalste mensen uit je omgeving krij gen het ineens op hun heupen en duiken in een heksenkring, waar ze dan op gehelzinnige wijze de meest misterieuze rituelen uitvoeren. Hocus, een progressieve heksenkring vond dat het volk ook wel eens mocht weten wat respektabele hekserij in houdt, besloot dan ook met een groepje heksen, gewoon op straat een demonstratie te geven. Daar had je Hans, een vlotte prater, die een verregaande redevoering hield over het edele gebruik van de bezem als luchtvoertuig, Minke, die de maretak aanprees als hét genees middel en Froukje die een vliegde- monstratie zou geven. Ze hadden spe ciaal voor deze gelegenheid een vlieg tuig gehuurd om een spectaculaire wedstrijd mee te houden. Maar ja, het bedroevende feit blijft dat heksen in Nederland niet zo hoog in aanzien staan, en het publiek bestond dan ook hoofdzakelijk uit een journalist, belust op een schandaalartikel over de zwarte kunst, een achterdochtige agent, een voorbijscheurende brom merheid en de hond Theo. Niet ont moedigd door de situatie besloot ons heksenteam tot aanvang van ae vliegrace. Het vliegtuig kwam aanzetten, de spanning steeg, Froukje haalde diep adem. mediteerde een moment en onder het roepen van bezwerende kreten nam ze een lange aanloop en .gleed uit over de drol die Theo uit protest tegen de heksenbeweging geproduceerd had. Al met al was het dappere initiatief van Hocus niet zö geslaagd. Jammer. Gulle Speelman, (16), Drachten. „De kop is er af. Het was het avondje wel! Een aanrijding, een beroving en een Vredesdemonstratie met de nodi ge klappennog één ronde, dan schaften." denkt de agent. „Vrolijk Kerst vliegenier, Je bent ook liever thuis dan in die lawaaikist; maar Je zit dichter bij hemel en ster ren dan ik. Ah, daar hebben we weer zo'n aange klede bezemsteel, net een gillende keukenmeid. Het is Kerst, geen Oud- Jaar Juffie! Wel Ja, daar knalt Janus ook nog langs, die houd ik vandaag of morgen aan, want dat brommertje is vast weer opgevoerd. Wat krijgen we nouOpa Simeon in pyama op pantoffels, geen Hector aan de lijn en zijn vinger opgeheven? Wat hoor ik? Op nr 26 huilt een kind en ze zingen: „Vrede op aarde, voor alle mensen die het verstaan". WIE verstaan het eigenlijk? Opa en zijn herdershond, die mooi zit tussen het lawaai, met een kalkoen- spoot vóór hem, die hij niet aanraakt! Lucia, het zorgenkind, staat er als een herderinnetje bij, net Koning David, met staf en herderstasje Ook Michiel, de straatveger is op het Kerstboomlicht en het téken boven de deurpost afgekomen. Hij heeft de stoep schoon geveegd en rust nu, leunend op zijn bezem, als een oase van Rust In een wereld vol lawaai. VREDE, maar alleen voor wie luiste ren wil en even stil blijft staan." O. J. Visser-Heidendaal, Steenwijk. ,,Dag Hannie, sta je op de uitkijk?" Het Jonge meisje draaide zich verschrikt om. „O! Meneer Bastlaans! Ja. ik wacht op iemand". Verlegen lachend aaide Hannie de hond van de oude man. „Dat zal dan wel geen vriendinnetje zijn..." „Nee-ee". Hannie kleurde. Toen riep ze uit: „O, meneer! Bent u ziek? U hebt uw pyjamabroek aan!" „Ja, kind, ik kruip zó m'n bed weer in. Maar Ja, mijn trouwe hond, hé?" Spontaan reageerde het meisje: „Morgen zal ik met hem uitgaan! Dat arme dier moet toch ook... o, zie eens... hij hééft het al gedaan... midden op de stoep!" Meneer Bastlaans keek zorgelijk. „Gisteren deed-le 't óók al hier... Gevolg: een boze huiseigenaar. Hij heeft nu een kerstboom voor 't raam staan, misschien ziet hij het niet". Hannie lachte. „Laat mijn vader het niet merken! Als agent moet hij u op deze over treding wijzen". „Je hebt gelijk", knikte hij, „maar hoe krijg ik die...eh.m.weg?" 'k Heb geen schepje Wacht eens! Daar loopt Emmie met een grote stok! Als bezem...". „Daar komt-ie aan!" riep Hannie uit. enthousiast zwaai end. „Wie?" „Mijn vriend! Daar, op die brommer!" „O, ik dacht dat Je je vader bedoelde..." „Hè!r" Hannie verstarde. „Ja, daar komt je vader aangewandeld, van de andere kant". „Nee!... Oh!" En Hannie rende haastig weg, bijna 'bot send tegen een boze huiseigenaar met een bezem. Haar vriend volgde op de brom mer. Meneer Bastlaans mompelde tot z'n viervoeter: „Of je nu kinderen hebt, of een hond, problemen horen erbij..." Ria Gierveld-Lazoe, Wierden. rustige wandeling afgezien lawaai overvliegend lijntoestel. Naderde kruispunt Van Agtallee-Wiegelweg. Dacht nog: Stel je voor, dat ie echt weg was! Zag toen mevr. H. voorbijrennen, die gilde dat ze achterna gezeten werd door een gastarbeider. Zag tegelijkertijd een bromfiets voorbijflitsen. De berijder hield zijn hand voor z'n gezicht, maar aan de rode brommer herkende ik mijn vriend P.v.d.A., die kennelijk mevr. H. op stang heeft willen jagen, kennende haar allergie voor gastarbeiders. Vervolgens werd mijn aandacht getrokken door de situ atie voor pand no. 26. De hond Leeuwtje, eigendom van de heer L.d.J., die ik onmid dellijk herkende ondanks zijn kamerjas en afgewend gelaat, had kennelijk een hoop gedraaid op de stoep van meneer C.d.A., die altijd zijn straatje zo mooi schoonhoudt. Deze vroeg zich nu zichtbaar af, wat hij met z'n bezem zou doen. vegen of slaan. Kon bemiddelend optreden: L.d.J. veegde de drol weg en Leeuwtje moest aan de lijn. Ten slotte Dolly M. getroost. Ze was boos, omdat ze haar vader niet mocht helpen met het optuigen van de kerstboom. Adviseerde haar de mooie tak die ze in het park had gevonden te versieren met engelenhaar en verbandwatten. Dan had ze haar eigen, al ternatieve kerstboom. Liet haar in contem platieve stemming achter en voelde mij als een veldwachter in een kerstboekje van Callenbach..." G. van Essen, Bennekom Ja, eigenlijk is het verboden, maar het geeft niet hoor Politie Bakker doet zijn ronde door de Kerstlaan Daar ziét politie Bakker buurman Langslaper staan en maakt een praatje met buurman Langslaper. „Zeg me-, neer Bakker" Vraagt meneer Langslaper: „Is het ook strafbaar dat ik de hond hier uit laat?" „Ja, eigenlijk is het verboden, maar het geeft niet hoor", antwoordt meneer Bakker. En hij loopt fluitend door naar meneer Snor die de hondepoep aan het opvegen is. „Zo meneer Snor, aan het vegen?" „Ach ja dat moet wel met zo'n buurman en die hond van hem" Plotseling stormt mevrouw Hakje de hoek om „Me neer, meneer Bakker" hijgt mevrouw Hak je. „Ja, wat is er mevrouwantwoordt meneer Bakker rustig. „Dat vliegtuig daar heeft de schoorsteen van mijn huis afgevlo gen". Mevrouw Hakje is helemaal over stuur. Maar meneer Bakker antwoordt rus- 'tig: „Ja, eigenlijk is het verboden maar het geeft niet hoor". En meneer Bakker steekt de straat over, Daar ziet hij Jantje Helm die met een rotgang op meneer Bakker aan komt rijden. Jantje remt af en staat vlak voor meneer Bakker stil. Jantje zegt dan: „Zeg meneer Bakker het is toch niet erg dat ik zo hard rij." „Ja eigenlijk is het verboden, maar het geeft niet hoor", antwoordt me neer Bakker En hij loopt verder naar de overkant, waar Marietje takken van een boom aftrekt. „Zeg meneer Bakker, ik mag toch wpl takken van de bomen trekken voor kerstversiering", vraagt Marietje Dan ant woordt meneer Bakker „Ja eigenlijk is het verboden, maar hot geeft niet hoor" En meneer Bakker Ir,up; fluitend de straat uit. Anna Bosman (13) Christelijke mavo „Do Rank", Nieuwleusen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13