oeken voor de winteravond "jftAG 22 DECEMBER 1978 TROUW/KWARTET RH15 Kunst met de kerst broek dan ook een drietal nieuwe essaytjes toe. Echt gebeurd Aan hem verwant is zijn vrouw Ethel Portnoy. Onlangs, in een TV-pro- gramma over kledinggewoontes, deed zij een van de aardigste observa ties waarvan ik de laatste dagen hoorde: „Het grote mysterie van deze tijd is het verdwijnen van de hoed". Zo'n formulering is scherp en prikke lend en geeft niet alleen blijk van goed kijken, maar ook van nieuwsgie righeid: de wereld verandert waar we bij staan, er zal iemand moeten zijn. die zulke veranderingen opmerkt en er vragen over stelt. Met een dergelij ke instelling verzamelde Portnoy ja renlang verhalen die door hun vertel-' Iers als „echt gebeurd" worden voor gesteld, maar dat niet zijn. Ze brengt in „Broodje Aap" er bijna honderd bijeen, waaronder deze: „Toen de ouders van een meisje op een zaterdagochtend vertrokken voor het weekeinde, belde ze onmiddellijk haar vriend op en vertelde hem dat de kust vrij was. Nadat zij een poosje in eikaars gezelschap hadden doorge bracht begonnen ze honger te krijgen en daalden, hand in hand en poedel naakt, de trap af naar de keuken. Onder aan de trap stuitten zij op een groot gezelschap. De ouders hadden het meisje willen verrassen met een familiefeestje ter ere van haar zojuist behaalde rijbewijs: in plaats van op door G. Kruis De Kerstdagen vallen weer eens gun stig dit jaar: met een beetje „snippe ren" lom je er al een hele week van maken. En hoewel het steeds gebrui kelijker wordt er Juist in dit gure jaargetijde ook eens helemaal op uit te trekken, 't blijft een huiselijk feest. Met de al dan niet gezellige verplich tingen van dien. Veel eten en drinken, met, nu en dan, toch de dufheid even op de loer. De gelegenheid tussendoor eens even een ommetje te maken. Waarom niet eens naar het museum of naar de galerie in de buurt, waar je al zo dikwijls langsgekomen bent met de gedachte: daar moet ik toch eens gaan kijken. Amsterdam In Amsterdam is er op dit gebied zoveel en zoveel verschillends te bele ven, dat je er nauwelijks een bloemle zing van kunt geven, 'n Kleine hon derd galeries, van wereldbekend tot open ateliertjes van pasbeginnende kunstenaars, in ieder geval te kust en te keur. En, in deze tijd ook nog meermalen met cadeau-tentoonstellingen, waar je nog wel eens de hand kunt leggen op iets origineels voor een prijs die soms nog onder de prijs van een (goe de) reproduktie ligt. Verder zou ik niet graag de mensen de kost geven, die nog nooit in het Rijksmuseum zijn geweest. Naast het onnoembaar vele, dat daar altijd te zien is en daar heb je eigenlijk al dagen voor nodig zijn er altijd ook nog speciale tentoonstellingen. En lang niet altijd op het alleen-maar- kunstzinnige vlak. Nu bij voorbeeld is er een expositie over „Vuurtorens" tot 22 februari. Daar wordt de hele geschiedenis, van (kolen-)vuurbaak tot de modernste verlichtingsmiddelen, uit de doeken gedaan. Deze expositie er werd al over geschreven wordt gehouden in de afdeling Nederlandse Geschie denis van het museum. De liefhebbers van Oosterse kunst kunnen hun hart ophalen in het Pren tenkabinet, waar een honderveertig tal Indiase miniaturen te zien zijn uit de collectie van dr. P. Formijne. In sprekende kleuren en verfijnd gede tailleerd, vertellen deze kleinoden een gloedvol verhaal van liefde en over legendarische helden. De exposi tie is zo ingericht met veel verkla ringen en bijschriften dat ook de niet-(echte)kenners er iets aan hebben. Kunst van vandaag in het Stedelijk Museum. Veel tijdelijke exposities, zoals tot 15 Januari de thematen toonstelling „Metro" van Siet Zuy- derland. Zestien schilderijen die Zuy- derland sinds 1975 op een „onder grondse" wereldreis maakte: Berlijn, Chicago, Montreal, Parijs, Londen, New York, Moskou, Tokio en andere wereldsteden. 'n Geweldige tentoonstelling is die van de atelier-interieurs van de Haar lemse kunstenaar Kees Verwey, ook in het Stedelijk tot eind van dit jaar. Kees Verwey zei eens, dat het begrip „spiegelen-spiegelen" voor zijn leven servaring essentieel was: „Waarom spiegelen wij? Omdat wij tot niets anders in staat zijn! De mens schept niet, maar herschept. Zelfs de meest fantastische geest kan niet anders dan „spiegelen". De ontdekking dat de natuur de ei genlijke geestkracht bevat en uit straalt naar onze zwakke zinnen, is het grote wonder dat mij altijd weer frappeert". Dat wonder tracht Ver wey niet te verklaren: wel probeert hij zoveel mogelijk het „zijn" der din gen te benadrukken. Hij doet dat ogenstrelend, zinnelijk en virtuoos. Niet te verwarren met gemakzuchtig en vanzelfsprekend. Een gebeurtenis! Het Rijksmuseum Vincent van Gogh geeft tot 1 Januari een indruk van de Coilectie-Theo van Gogh en daar zijn o.m. schilderijen te zien van Gauguin, De Toulouse Lautrec en Bernard; het T. van Deel f Kousbroek heeft aan de her- 97 an „Een kuil om snikkend in te een motto meegegeven van inus. Deze schreef in zijn „Be en", over „de velden en rui- eizen van het geheugen, waar atkamers zijn van ontelbare II In, welke daar van alle mogelij- i Va ogenomen dingen zijn saamge- 425 ff) daarover gaat dit boekje, dat mooiste en ontroerendste i bevat die Kousbroek ge- n heeft. Ze handelen over het verleden, met Bruintje i Jules Veme, met oude stereo- >p glas, die „Je soms totaal van ken kunt maaien" want „dit •estaan. maar het komt nooit, 'eer terug". i, wi pan nelancholle, ook wel wanhoop nd, dwingt Kousbroek zich af en of het mogelijk is van som- lerinneringen verlost te wor- iar het is iets als het afleren teen, er is geen methode voor. lige manier om er minder last hebben, althans naar verluidt, het op te schrijven, een soort B.*rk in opdracht van een onver- verleden Aan de nieuwe van zijn „Kuil" voegde Kous- wordt verondersteld, van waaruit ons angst wordt aangejaagd. Een wereld vol bedrog, waarin een broodje uit de broodjes winkel een „broodje aap" kan zijn. Voor later Wie later een indruk wil krijgen van nu, kan goed terecht in „Café de la Paix", een boekje met tekeningen van Rupert van der Linden waarbij S. Montag teksten schreef. Montag in terpreteert de situatie en gaat vooral in op houding en gelaat. Allerlei types en omstandigheden passeren op die manier de revue: de treurige Jongen, de man die opkijkt en iemand ziet die hij kent, de dames die taartjes eten. de kunstenaar, de man aan de leestafel, de AJax-denker. Montag beschrijft ze perfect, hij roept hun werelden op en levert en passant prachtige waarnemingen als deze: „Let op het kopje (koffie) dat halverwege is blijven steken, als een lift die zonder stroom tussen twee verdiepingen blijft hangen". Ten slotte wil ik de aandacht vesti gen op een boek geïnspireerd door een ander café dat herinneringen op roept aan vroeger: „Engelbewaarder Winterboek", Het literair Café De En gelbewaarder brengt deze pil voor verbazend weinig geld in de handel. Er staan artikelen In over auteurs die de afgelopen jaren in het kwartaal- schrift De Engelbewaarder zijn ge presenteerd: Nescio, Theo Thijssen, P.A. Daum, Willem Walraven, maar ook over anderen: Slauerhoff, Vest dijk, Vuyk. Niet alleen werk óver deze auteurs, ook ongepubliceerd of onbe kend werk vèn hen is opgenomen. Van Carry van Bruggen, aan wie on langs het 13de kwartaalschrift werd gewijd, is bij voorbeeld de belangrij ke lezing „Twee moderne vrouwen" uit Groot-Nederland herdrukt. Naast literaire worden in dit Winterboek ook onderwerpen aangesneden als „De Nederlandse schilders in Parijs, 1900-1914" en „De wereld van Frits MüUer", over de bekende cartoonist. Het boek is bovendien rijk en verras send geïllustreerd. Wie de komende dagen dus iets afwis selends bij de hand wil hebben hoeft niet lang na te denken. Rudy Kousbroek. Een kuil om snik kend in te vallen. De Harmonie, Am sterdam, 1978. 144 blz. 15.90 Ethel Portnoy. Broodje Aap. De fol klore van de post-industriële samen leving. Met tekeningen van scott Ne- ary. De Harmonie, Amsterdam, 1978. 172 blz. 19.90 Café de la Paix. Cafébezoekers naar het leven getekend door Rupert van der Linden, met teksten van S. Mon tag. Erven Thomas Rapn Baarn, 1978. 88 blz. Engelbewaarder Winterboek. Am sterdam, 1978. (extra uitgave van het kwartaalschrift De Engelbewaar der) 338 blz. 15.-. 4 Amsterdams Historisch Museum toont o.m. tot 8 januari dierstu- dies van August Allebé: „In Artis getekend". Rotterdam Niet één grote kersttentoonstelling in het Museum Boymans-Van Beunin- gen te Rotterdam dit keer, maar een reeks kleinere. En niet alleen over beeldende kunst. „Joris Ivens, 50 jaar wereldcineast" een expositie, die het Filmmuseum te Amsterdam maakte ter gelegenheid van Ivens' tachtigste verjaardag. Een overzicht in beeld en tekst van een uitermate boeiend kunstenaars leven. Tijdens de tentoonstelling, die tot 15 januari duurt, worden er in de aula van het museum films van Ivens gedraaid. Dan keramiek, een van de specialitei ten van Boymans. Dit keer van Johan van Loon: een overzicht van de laat ste drie Jaar met als hoogtepunten de stukken, die hij in 1977 vervaardigde in Denemarken, waar hij een eigen atelier had bij de beroemde Royal Copenhagen Porcelain Manufactury. Arno Hammacher, graficus en foto graaf, hield zich bezig met „Bewust wording in Portugal": veel foto's, tek sten en doorgaande projectie van dia reeksen. De (heel) oude kunst komt ook aan bod: om een schilderij van Maerten van Heemskerck (1498-1574), dat het Erasmiaans Gymnasium in duurzaam bruikleen afstond aan het museum, is een kleine tentoonstel ling gegroepeerd, die met enkele ori ginele werken, foto's en fasclmilé's nader ingaat op de figuur van Van Heemskerck. Daarnaast is er ook nog een selectie van diens prenten uit eigen bezit Typisch maniëristische kunst, gela den met een beeldspraak, die dat soort werk, zeker voor mensen-van- nu, uiterst moeilijk toegankelijk maakt. Al deze exposities lopen tot 28 januari. Die problemen doen zich niet voor in het Historisch Museum De Dubbelde Palmboom, waar tot 5 februari poppen het, soms letterlijk, voor het zeggen hebben. „Uit de poppen kraam": antieke poppen, allerlei soorten theaterpoppen van wa jang, via poesjenel naar helemaal nu poppenhuizen, miniatuurtheaters en nog veel meer. Ik schreef er al uitgebreid over. 'n Bijzonder leuke tentoonstelling, ook voor de kinderen die dan een paar deuren verder, in de Atlas van Stolk tot 18 maart ook eens kunnen zien en lezen hoe het vroeger was: „Jantje zag eens pruimen hangen", prentjes bij de versjes van Hierony- mus van Alphen. Diens eerste bundel verscheen in 1778, een tijd waarin kinderen eigen lijk nog steeds de kans niet kregen een werkelijk kinderlijke rol te spelen. Van Alphen's „verzen" doen nu ook vaak nog wat schijnheilig aan, maar, schreef Godfried Bomans destijds eens, hij was toch al een teken aan de wand. „Niet door de inhoud van zijn versjes, maar door het loutere feit dat hij ze maakte, een intenties dus om op de hurken te gaan zitten, al bleef hij zo recht als een kaars overeind staan". Foto 1: Een snuifdoos, Frankrijk, om streeks 1760. („De zachte glans van lak", Gemeentemuseum Anrhem) Foto 2: Een van de atelier-schilderijen van Kees Verwey (Stedelijk Mu seum, Amsterdam) Foto 3: „Bewustwording in Portugal": foto van Arno Hammacher (Boy mans, Rotterdam) Foto 4: Tabletka met als onderwerp de drie jongelingen in de vurige oven. Deze ikonen bestaan slechts uit linnen met aan beide zijden de krijtlaag waarop blad goud werd gelegd. Op die onder grond werd met eitempera ge schilderd. Tweede helft 15e eeuw) (Ikonententoonstelling Kasteel „De Wijenburgh" Echteld) In Den Haag tot 26 februari een echte feest-tentoonstelling: 19 schil derijen, 84 aquarellen en 2 etsen van de grote Engelse schilder William Turner (1775-1851). De doelstelling van het Haags Gemeentemuseum, want daar is het, was het maken van een overzichtstentoonstelling, waar door voor het eerst in ons land een beeld kon ontstaan van de totale on- wikkeling die Turner heeft doorge maakt. In het begin van zijn carrière is zijn bewondering voor b.v. de Hollandse meesters van de 17e eeuw zeer merk baar en pas na 1820 ontwikkelt hij die persoonlijke stijl, die gebaseerd was op een studie van licht en kleur. Mo net en Pissarro, die naar Londen uit geweken waren tijdens de Frans- Duitse oorlog, zagen zijn werk (en dat van Costable) en waren daar diep van onder de indruk. Zo kun je Turner zien als een belang rijke voorloper van het impressionis me. Veel minder bekend is het werk van Rudolphs Bresdln en de tentoon stelling over zijn werk wil ik graag nog een keer aanbevelen. Tot 15 Janu ari zijn die bijna onvoorstelbaar fijn zinnige, sprookjesachtige prenten en tekeningen nog te zien in de nieuwe vleugel van het Haagse museum Elders In het Gemeentemuseum Anrhem tot 2 Januari „De zachte glans van lak", een overzicht van het ontstaan en de toepassing van laktechnlek. Die werd 3000 Jaar geleden ontwik keld in China, later bekend in China en in de 17e eeuw in Europa. Drie exposities in het de laatste Jaren zeer actieve Noordbrabants Museum: Een echte kersttentoonstelling tot 14 Januari „Kerstvoorstellingen uit Brabantse collecties, 1300 - 1900'.'. Hoewel er uit dit hele tijdsbestek wel voorbeelden aanwezig zijn, ligt de na druk toch wel op de 16e en 17e eeuw. De kunstenaars uit die tijd waren- meer nog dan in andere perioden ge ïnteresseerd in allerlei kleine details rondom het kerstgebeuren. Hun kunstwerken zijn dan ook boei ende verhalen geworden, die duide lijk en ondubbelzinnig, begrijpelijk voor Jong en oud, het wonder van Christus geboorte willen meedelen. Dan is er nog een presentatie tot 2 Januari van vroege Franse affiches 1895-1900 en, tot 5 februari, wordt er het 40-jarig Jubileum gevierd van de beeldhouwers Niels Steenbergen. Russische, Byzantijnse en Griekse ikonen van de 13e tot en met de 19e eeuw, niet minder dan 120 zeer be langrijke stukken, zijn tot 1 februari te zien in Kasteel „De Wijenburgh" te Echteld. Ten slotte, tot 8 Januari, schilderijen en aquarellen, helemaal anders dan anders, zeer persoonlijk werk, in het Dordrechts Museum in Dordrecht Dit was zomaar een greep, voor ver dere informatie zijn er de plaatselijke agenda's, waarin iedereen wel wat van zijn gading kan vinden. gekomen met de bedoeling hem te verrassen". Bovendien stelt zij vast dat het mo tief „betrapt naakt" lijkt op motief nr. 1730 in Aarne's classificatie van typen volksverhalen, namelijk „De in de val gelopen vrijers". Belangrijk aan Portnoys verzameling Illustratie van Rupert van reis te'gaan hadden zij alleen alle ooms en tantes opgehaald". In een aantekening vergelijkt Port noy dit verhaal met „de mop over een man die op een avond thuiskomt, de donkere, doodstille hulskamer bin nengaat, en in alle gemoedsrust een wind laat. Als hij het licht aandoet, ontdekt hij dat hij omringd is door zijn familieleden en vrienden die zijn „moderne mythen" is de aandacht voor wat niet opgetekend wordt, maar wel sterk leeft. Waarom, inder daad, wel op de valreep esklmoverha- len noteren en niet de gruwelijke ge schiedenissen die ónze beschaving begeleiden? Wie ze leest voelt hoe er achter de wereld die wij kennen een andere

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 15