PIETER JELLES TROELSTRA in Friesland laat geëerd 1,1 Trouw GROOTE ROOMSCHE MEETING Zondag 17 November Manifestatie der Katholieken Een rumoerige novemberweek 200 200 I Aanvullings-Broodkaart 50 50 50 50 50 50 50 50 SDAG 20 DECEMBER 1978 33 wrede noodlot dwong mij bij n ouders vandaan en alles t ik lief had liet ik in Friesland hter". Deze (vertaalde) regels het Friese vers „It Aldershüs" t oudershuis) zijn in zekere zin uwjan toepassing op de dichter er- 0 in, Pieter Jelles Troelstra. 1 ij is in Friesland geboren, voelde zich er a'e erk mee verbonden, schreef en dichtte in oe ;t Fries en zou zich graag aan de Friese eratuur hebben gewijd. De omstandig- ;den waren gunstig: hij was een zoon van 11e Troelstra, een vooraanstaand libe- al, ontvanger van de belastingen te iens, later directeur van de brandwaar- „Neerlandia" en lid ftn de gemeenteraad van Leeuwarden, eter Jelles mocht, na enige bezwaren ftn zijn vader, in Groningen rechten stu- >ren, begon daarna in de Friese hoofd- ad een advokatenpraktijk en had zijn ader als directeur van de verzekerings maatschappij kunnen opvolgen. In libera- kringen werd veel van de intelligente, •atte en geziene jongeman verwacht, ar Troelstra Jr. zocht voor zijn praktijk klanten niet in de eerste plaats onder mensen, die hem goed konden betalen. verdedigde bij voorkeur de kleine in, die machteloos tegenover het recht ende te staan, de verdrukten, die te- inover hogere machten in hgt ongelijk teigden te worden gesteld. Hij werd niet beraal, maar koos voor de socialisten, an wie hij een groot voorman zou wor- ;n. De dirécteursbaan begeerde hij niet: >1 ontstond er tussen hem en z'n vader fel conflict. De veelbelovende dichter •rloor in Friese literaire kringen vrien- In z'n stad werd hij door velen ver- isd. Ten slotte was hij wel gedwongen it te wijken en zich onder armoedige handigheden in Amsterdam verder z'n rode idealen te gaan wijden. terd hij in Friesland ooit gerehabili- jerd? Een paar jaar geleden werd in ieuwarden op de plaats waar zijn ge- (ortehuis heeft gestaan, een gedenk- tentje onthuld. Het was de eerste maal, kt er tegen een blijvende herinnering aan xoelstra in Friesland geen bezwaar werd emaakt. oen in 1933 in Stiens, het dorp waarin hij jn jeugd doorbracht, een gedenkteken erd geplaatst om de Friese dichter te en, wilden het Kristlik Frysk Selskip en it Roomsk Frysk Boun daar niet aan eewerken. n zelfs in 1962, toen er in de provinciale aten een subsidieaanvraag voor het te teeuwarden te plaatsen standbeeld van ecJ üdo Krop werd behandeld, stemde een eel van de AR- en CHU-frakties tegen. Er erd herinnerd aan de dagen van novem- er 1918, waarin Troelstra de „omwente- ng" had aangekondigd en ^ezagsgetrou- e burgerwachters, ook uit Friesland, aar Den Haag waren getrokken om voor et vaderland op de bres te staan. an die omwenteling kwam overigens ets en ook binnen de SDAP waren er len, die Troelstra's woorden als „de >m van een dichter" hadden gezien. De igensputterende AR- en CHU-statenle- en hebben moeten aanzien dat een ande- strijdbare Fries, Pieter Sjoerds Ger- randy, die bepaald geen gezags-ontrouw an worden aangewreven, zitting had in et erecomité voor het standbeeld. Hij fas bij de onthulling er van aanwezig, laar Gerbrandy is in Friesland dan ook fel eens „rood" genoemd. Het Frysk let- rkundich museum te Leeuwarden heeft een speciaal vertrek een permanente xpositie over Troelstra ingericht. Bezwa- daartegen zijn niet gehoord. Éénmaal loet zelfs de felste tegenstander het laten eten. se ;rl ien|fw( j== eler rooi Sriefwisseling j&yoe Troelstra in Friesland een goede Iwfriend, die met hem voor de Friese taal treed, verloor blijkt uit een briefwisseling lit 1891, die pas onlangs in het bezit van aan e Provinciale bibliotheek van Friesland wam. Hij werd gevoerd tussen Pieter f elles en Jan Hendrik Jetse van Wagenin- en, die graag „thoe Dekema" aan zijn 6. t« laam mocht toevoegen, omdat van het uit iordrecht afkomstige geslacht een offi ce i lier door een verstandig huwelijk op De- emastate te Jelsum terecht was geko- nen. Jan Hendrik Jetse was, onder Troel- tra's invloed, een bewonderaar van de ^riese taal en geschriften en had belang- telling voor Frieslands geschiedenis, russen beide mannen bestond lange tijd en hecht contact. Maar Troelstra kreeg lelangstelling voor de Sociaal Democrati- che Bond van de vroegere predikant Fer- linand Domela Nieuwenhuis. In zijn werkkamer hing een portret van deze radi- ;din ale socialist, met wie hij overigens later ge en ernstig conflict zou krijgen. Maar in het begin van de jaren negentig bewon- lerde hij Domela die door de Friese or(jf 'eenarbeiders wel „U Forlosser" (onze ver- vei osser) werden genoemd nog zeer. Van i oo 'ageningen kon dat niet zetten. Hij he schreef aan Pieter Jelles: „Waar men mee 'erkeert, wordt men mee geëerd. Domela- faat en republikein en dus socialist, com- uunist, anarchist, nihilist als het moét", deli 5eze op mei 1891 verzonden brief bezorg- ie Troelstra veel verdriet. Van Wagenin- (en en hij hadden veel gemeen, niet alleen net betrekking tot de Friese taal en histo- )e f*ie. maar ze waren ook beide bewogen met ie 9 iet lot van de armen. Van Wageningen rilde het lot van de „ongelukkige 3rmen" n de eerste plaats verlichten door hen te •rda Wellen van de christelijke genade, ftoelstra vond dat een te gemakkelijke m mm i NS»*® Pieter Jelles Troelstra als Aide Foekje fan Heech oplossing; hij wilde voor lotsverbetering strijden en die kon volgens hem alleen bereikt worden door een volkomen wijzi ging van de maatschappelijke verhoudin gen. Hij antwoordde uitvoerig op de brief. „De partij waartoe ik behoor", zo schreef hij terug, „waarmee ik het lijdende volk kan dienen, is mijn grootste schat". Hij wees er ook op, dat vooraanstaande chris tenen in Friesland bezig waren, een radi- kale christelijke volkspartij op te richten. Dat laatste stond Van Wageningen be paald niet aan. Hij schreef: „De moderne dominees, de moderne predikers, die heb ben o zoveel kwaad gedaan, die hebben de mensen hun geloof ontnomen". En zo lie pen de wegen van twee goede vrienden uit elkaar. Ook in de Friese beweging zou Troelstra vrienden verliezen. Gedurende een aantal jaren werd hij in die kringen zeer gewaar deerd en bewonderd. Hij schreef niet al leen gedichten, maar ook een enkel to neelstuk. Hij stelde een bloemlezing uit de Friese literatuur samen, verzorgde met P.H. de Groot een Fries liederenboek en was redacteur van het tijdschrift „For hüs Aan het Nederlandsche Volk Gevaar dreigt. Een socialistische minderheid grijpt naar de macht. In strijd met alle democratische cischen wordt naar meerder heid met gevraagd. Troelstra en de rijnen prediken revo lutie en dreigen met geweld. Een socialistische republiek is hun doel. Land en Vorsten huis zijn in gevaar. Zoo dreigt een revolutie Nederland naar den afgrond te brengen. Immers. God spaarde ons Volk voor den krijgthans gaan de socialisten ons den burgeroorlog brengen. In ons land vielen niet de duizenden door moordenden krijg; maar hel gevaar dreigt, dal nu duizenden het slachtoffer zullen worden van revolutie en binncnlandschen strijd. De economische toestand begint te verbeteren. i vocdings- Runlsoenen worden grootcrbelangrijke i middelen kan verwacht worden. Maar dit alles stellen de socialisten thans in de weegschaal. Aan een Nederland waar revolutie hecrscht zal hel Buitenland de zoo begeerde levensmiddelen natuurlijk niet afstaan. Zoo voeren de socialisten naar burgerkrijg en hongersnood. Daarom in Gods kracht op tegen de revolutie. Sociale hervormingen zijn dringend c Maar waakt legen ccn revolutionaire minderheid, die aan liet Nederlandsche Volk tiaar lyrannieke macht opleggen wil. ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ CHBSTELIjK-HlSTORlSCHE UWE CHRISTEN-DEMOCRATISCHE PARTIJ CNWSTEUJK-SOCIALE PARTIJ op het Sportterrein „HOUTRUST" voor de Provincie Zuid-Holland. namiddag half twee. Opening tier terreinen half éen. Onderwerp: voos* Recht en Orde 18 sprekers. 2 muziekkorpsen. Entree 10 cent. (Kanrien oan hei terrein verkrijgbaar). IvHBrten in alle R.K. VereetiigiDKhgcbouwon en in den lt<k. lioekhnndcl. Boufildcpnt tcliToun Haag B753. Ziiidwal 60, Den Hang. .Voinen» rfr Heitoren •irnietrkenife ft li. Orgo Twee papieren herinneringen uit de rumoerige week van 9 tot en met 17 november 1918, waarin ons land op de grens van een revolutiepoging leefde. Een ware volksbeweging ontstond, nadat SDAP-leider Troelstra zich op voor ons land ongekend-revolutionaire wijze had"1 uitgelaten. Vooral de protestantse en 'rechtse' groeperingen in ons land liepen te hoop. Links een gezamenlijke oproep die de twee grote protestantse partijen. ARP en CHU, tot ons volk richtten, samen met twee kleinere groeperingen, christen-democraten en chris telijk-socialen Rechts een aankondiging van de grote betoging die de rooms-katholieken zondag 17 november in het Haagse Houtrust belegden. Biljetten ter beschikking gesteld door P R Doft te Leiderdorp) en hiem" (Voor huis en haard). Eén van zijn opmerkelijkste activiteiten was zijn „wiersizzerij" (waarzeggerij). In een NCRV-kwis is onlangs gebleken, dat te genwoordige socialistische kopstukken als Vondeling en Duisenberg (beiden nog wel afkomstig uit Friesland) niet wisten, dat de jonge Troelstra zich meermalen kleedde in de Friese vrouwendracht (com pleet met oorijzer) en dan als „Aide. Aide Foekje fan Heech" als waarzegster op trad. Hij deed dat vooral in zijn studen tenjaren. Meestal verscheen Aide Foekje in dorps herbergen en ze liet graag jonge meisjes bij zich komen om hen te voorspellen hoe het hen in het verdere leven zou vergaan. Deze voorspellingen wekten meestal voor al bij de andere aanwezigen de lachtlust op. Zo kreeg een jongedochter te horen: „Je krijgt een vrijer als een vlam; een kerel als een wolk. Het zou de knapste jongeman uit heel Friesland zijn als hij z'n neus niet gebroken had. En dat is nooit weer bijgegroeid, want er zijn te veel dok ters mee bezig geweest". (Vertaald uit het Fries). Een ander meisje, dat volgens de voorspelling een zeer rijke man zou trou wen kreeg van Foekje een wijze raad meen, waaruit Pieter Jelles' bewogenheid met het lot van minder bedeelden duide lijk spreekt: „Blijf rechtschapen en een voudig: laat de mensen alleen aan je goe de daden merken dat je rijk bent. En als jullie oude arbeider op vrijdag in de stad komt, geef hem dan de beste plaats aan jullie tafel, net alsof de burgemeester van Leeuwarden bij jullie zou komen te schransen". Maar het zou onjuist zijn Aide Foekje als de spreekbuis van de socialistische sym pathieën krijgende Troelstra te zien. Ze zocht het vooral in de humor. Zo zei zq tegen een meisje, dat brandend van nieuwsgierigheid naar haar toe kwam: „Binnenkort zal er bij Jullie Iemand beval len. Wie het is? Ja meisje, het is jullie oude cyperse kat. Die zal vier jongen ter wereld brengen, boven op zolder in de turfmolm. Denk er vooral om, dat jullie één van de jongen er bij houden, want de oude wordt minder en zal het niet lang meer maken. En een kat is zo aardig voor de huiselijk heid" De nieuwe tijd o.a. de verzencyclus „It ölde doarpge wijd aan Stiens, „het oude dorp", waarin tijdens het bezoek dat hij er aan bracht allerlei jeugdherinneringen boven kwa men. In 1909 werden de verzamelde ge dichten van Troelstra onder de titel „Ris- pinge" (Oogst) bij de N.V. Uitgeversmaat schappij „De Atlas" te 's-Gravenhage uit gegeven. De auteursnaam is eenvoudig „Pieter Jelles". Het boek verscheen in een prachtige band met gouden letters. Later verschenen er nog een paar, eenvoudiger uitgevoerde, herdrukken 'van Troelstra's gedichten zijn in Friesland lang populair gebleven; verscheidene zijn op muziek ge zet en werden door koren en op bijeen komsten, vaak gezongen. De bundel „Rispinge" getuigt van een gevarieerd dichterschap. Hij bestaat o.a. uit gedichten die aan Friesland zijn ge wijd, zeelieden, liefdespoëzie en strijdzan gen. Ook een berijmd verhaal uit de twaalfde eeuw komt er ln voor. Omsteden was zijn gedicht „In nije tiid" (Een nieuwe tijd), dat hij in het tijdschrift „For hüs en hiem" publiceerde. Het is een krachtig vers, waaruit de socialistische Idealen heel duidelijk spreken. Het laatste couplet is: „Waei, Geast der Wierheit, oer de hollen Fan 't folk, dat opstiet üt syn dea, En wij elk hert ta't heechste wollen. En dou, o selssucht, beestich kwea Fan d'Ieu, groun fan har maetskippijen, En dértroch groun fan al har lijen, Hy giet tsjin dy, de reuzestrijd, Fan dizze greate, oermoaije tiid!" (Waai, Geest van de Waarheid, over de hoofden van het volk, dat opstaat uit de dood en wijd elk hart tot het hoogste willen. En jij, o zelfzucht, dierlijk kwaad van de Eeuw, grond van hun maatschap pijen en daardoor oorzaak van al hun lijden hij gaat tegen jou, de reuzenstrijd van deze grote, meer dan die mooie tijd!) Geestverwanten van Troelstra en ook zij. bij wie een begrip ontwaakte voor de strijd, die gevoerd werd tegen de gevestig de maatschappij, bewonderden het ge dicht. Maar er waren ook vele anderen. Het gevolg van de publicatie was, dat „For hüs hiem" boze brieven en bedankjes kreeg. Troelstra heeft toen, in het belang van het tijdschrift, zijn redakteurschap neergelegd. Volksvoedsel Tussen Pieter Jelles en zijn liberale vader ontstond een conflict, dat de beide man nen uiteendreef. Maar ook verder kreeg de jonge Troelstra in Friesland steeds meer vijanden. Veel rumoer ontstond er naar aanleiding van een bezoek, dat de toen 11- jarige Koningin Wilhelmina en de regen tes, Koningin Emma, in 1892 aan Leeu warden brachten. Troelstra schreef van te voren in de socia listische „Sneeker Courant", dat deze ge legenheid benut moest worden voor het maken van propaganda voor algemeen kiesrecht en dat op de treurige toestanden in Friesland moest worden gewezen. Een verzoek om enkele arbeiders en arbeiders vrouwen door de koninginnen in audiëntie te laten ontvangen, werd afgewezen. Daarom ging er een groep naar de recep tie, waar verder alleen maar vooraan staande en deftige mensen verschenen. Men had een pot mais meegenomen om de hoge gasten te laten zien wat het dagelijks voedsel van de arbeiders in Friesland was. Maar dat werd snel verhinderd. Bulten werd steeds weer „Oranje boven!" geroe pen, vooral om de socialisten te tarten. De „Sneeker Courant" schreef hierover: „On der bescherming van de politie zo niet door haar georganiseerd hebben er aller- Troelstra schreef al op jeugdige leeftijd gedichten. Hij deed dat eerst in het Neder lands. Maar al spoedig ging hij op het Fries over. In 1890 maakte de dichter plaats voor de politicus, maar een kleine twintig jaar later, toen hij min of meer werd uitgedaagd door de historicus, dich ter en schrijver dr. J.B. Schepers, nam hij de dtchterspen weer op, al was het voor een korte periode. In die tijd schreef hij ADVERTENTIE L. Curtis en Y. Coroles ZONOER ZORGEN ZWANGER Bevallen; dus ZO gaal dat Geïllustreerd f 19,75 Anna Vali JA KUN JE KRIJGEN Identiteit, liefde en werk Een oDtimtslisch perspectiof f 16,50 Heieen Crul OE MANNEN KOMEN MORGEN Oe moeizame emancipatie van de- men f 14,90 Prof. K. 0. Bock MEOISCHE RAADGEVER VOOR HOGE BLOEDDRUKPATIENTEN f 19,50 Prol. H. Mehnert en Dr. E. Standi MEOISCHE RAADGEVER VOOR DIABETEN f 19,50 Kaj Lund CREATIEF MET TOUW Hel spel met touwwerk Goiilustft-ord met 255 loto s 122.50 Or. Thijs Vriends HET ABC VOOR DE VOGELLIEFHEBBER Kooi- en voliercvogels Vcf/orging. huisvesting, fokken, ziekten, ver erving en tentoonstellingen Geïllustreerd mot 16 pagina kleurenfoto's on ver tekeningen f 49,50 <icb lei manifestaties plaats gehad tegen de nieuwe richting, uitbarstingen van brood dronkenheid en dwaasheid, die geen haat, doch slechts afkeer en medelijden wek ken. „Hang die socialisten op". „Hang die Pieter Jelles op", in die woorden gaf de feestvreugde zich meestal lucht" De dag na de intocht van de koninginnen vroeg de socialistische sigarenwinkelier Van Borssum Waalkes bijstand van de politie omdat Oranjegezinde stadsgeno ten hem uitgescholden en getreiterd had den. Ook verzocht hij Troelstra om "s avonds bij hem te komen; hij verwachtte nieuwe moeilijkheden. Toen Pieter Jelles in het huis van Waalkes kwam vond hij daar twaalf socialisten, die ieder een gela den revolver bij zich hadden. Voor het huis stond een opgewonden menigte, die nog werd opgehitst door een politieman, die zei: „Niet met stenen gooien!" terwijl er op dat ogenblik helemaal niet met stenen werd geworpen. Troelstra protes teerde daartegen en vroeg de politieman de mensen te sommeren door te lopen. Deze deed dat inderdaad Even later verschenen de commissaris van politie en Troelstra's vader, liberaal wethouder van Leeuwarden. Troelstra se nior wees zijn zoon er op, dat hij zich in levensgevaar bevond, maar Pieter Jelles zei dat hij niet weg zou gaan eer zijn partijgenoten in de sigarenwinkel vol doende bescherming kregen. Troelstra se nior wendde toen zijn gezag aan om dat te bereiken. Toen Pieter Jelles thuis kwam bleek dat men geprobeerd had de deur van zijn woning in te trappen. De ruiten waren met stenen in gegooid: één van de stenen was terechtgekomen in het bedje van de jeugdige Jeile Troelstra. Na deze gebeurtenissen was de maatschappelijke positie van Pieter Jelles Troelstra in Leeu warden onhoudbaar geworden. Zijn prak tijk stelde niets meer voor. Hij verhuisde naar Amsterdam en ging een zware tijd tegemoet. Wel is Troelstra als propagan dist, spreker, partijbestuurder en kamer lid nog vele malen in Friesland geweest. Pas na de eeuwwisseling zou heel lang zaam de algemene waardering voor hem groeien en de strijd, waarvoor hij zich inzette, hier en daar begrip ontmoeten. Ook om zijn drukke en veelbewogen leven met een korte rustperiode te onderbreken ging Troelstra nog wel eens in Friesland. In het derde deel van zijn Gedenkschrif ten heeft hij daarover geschreven: „In den zomer van 1907 maakte ik met mijn gan- sche gezin een tocht over de Friesche meren. Van Leeuwarden uit bezocht ik feitelijk het gansche merengebied. De kin deren zwommen in het Bergumcrmeer, waar wij een zeer moolen dag doorbrach ten. Het Sneekermeer nam enige dagen in beslag; heerlijk is het op een warmen zomerdag op dat meer in de luwe koeltjes aan den zoom van het water te visschen of midden in een school visschen de visch- sport beoefende, door te brengen. Eén avond voer ons schip naar Terhorne, waar wij op ons met ballons versierd vaartuig de dorpelingen onthaalden op onze socia listische liederen. Wij gingen verder naar het Heegermeer en kwamen vandaar in de nabijheid van Teroele. Daar sprongen mijn zoon en ik te water om het. schip over het ondiepe meer te trekken. Mijn dochter vermaakte zich intusschen weer met zwemmen. Ik zie haar nog zitten in ccn hoekje van het meer, terwijl ze zich tooide met waterplanten. Het was precies een waternimf Dit zijn aangename herinne ringen". Aangename herinneringen. Die heeft Pieter Jelles Troelstra. ondanks de tragische wijze waarop hij Leeuwarden in 1892 verliet, vele bewaard aan Friesland, waarvan hij in één van zijn gedichten getuigde: „Heitelèn, hoe moai btstou!" 200 200 200 200 200 200 50 oO 50 Rijks-Broodkaart 50 50 200 200 200 50 50 In de jaren 19141918 was het brood op de bon. Enkele ouderen zullen zich deze broodkaarten nog wel herinneren. RIJKS- LM «w r W - STRIKT PERSOONLt JPC Tk»»-<l«u,'MW*ia. J«P»||, V.I I l -rMA,AWKriMl C' ft'o'ii Or.oro- Gr.br®<Z'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 33