Tob de Bordes geeft na jaren weer een premiere Kind in de oorloi A ri- r' A 5= i'i Touwtrekken om rechten „Kleine Prins" ten einde y 'i richting rotterdam staat voor brug een file van 5 km Soms is die trein zo gek nog niet.^^ MAANDAG 18 DECEMBER 1978 TROUW/KWARTET door Fred Lammers SOEST-JOPPE De gelijke nis met de Deense sprookjes verteller Hans Christian An dersen Is opvallend als Tob de Bordes, gekleed ln lange zwarte Jas. waarop de rood witte Danneborgorde prijkt, een grijze hoge hoed op het hoofd en een kandelaar met brandende kaars ln de hand, het podium ln de grote zaal van de verzorgingsflat 'Hoog Soestdijk' in Soest beklimt. X de vroegere directeur van de Amster damse toneelschool, zei eens tegen me: „Jij bent altijd bezig het mysterie van het mens-zijn te ontdekken". Dat blijft een zoeken, heb ik langzamer hand gemerkt. Het is een mysterie waar je nooit achter komt. Dat neemt niet weg dat je wel kunt proberen bewust te leven, niet te zeggen: ik zal wel zien". Monologen Het publiek, waar hij deze avond voor optreedt, een zeventigtal bejaarden, is al helemaal ln de ban van het gebeuren als Tob zich installeert ln de met lichtgroen pluche beklede ze tel. die hij in zijn volkswagenbusje overal mee naar toe sleept, een sierlij ke porseleinen pijpekop stopt en die vervolgens aansteekt met een kaars vlam. Terwijl hij een grote rookwolk uitblaast, kondigt Tob de Bordes aan iets te zullen vertellen uit het leven van „mijn vriend Hans Christian An dersen". Om het gesproken woord te illustre ren worden tijdens de voorstelling ook dia's vertoond. Als op een gege ven moment een portret van Ander sen op latere leeftijd op het scherm verschijnt, stoot een bejaarde man mij aan. „Dat is toch zeker een foto van meneer zelf hè?" fluistert hij. „Dergelijke reacties komen er meer. Het Is wonderlijk wat Je met kleding en grimeren kunt bereiken. Eigenlijk lijk ik niet op Andersen. Die had een heel andere kop, maar die uiterlijkhe den vallen onder bepaalde omstan digheden kennelijk weg," zegt Tobias Cons tantin de Bordes als ik hem een paar weken later weer ontmoet, dit keer ln zijn landhuis 'De witte veer', verscholen ln de bossen van het Gel derse Joppe. Innerlijk zijn er wel degelijk overeen komsten met Andersen. „Evenals Hans Christian ben ik vrijgezel geble ven. en al heb ik heel goeie vrienden, toch voel ik wel iets van de eenzaam heid die Andersen kende. Nu lk 51 ben speelt dat meer dan toen ik der tig was Onzekerheid „Die onzekerheid van Andersen, bang zijn Je belachelijk te maken. Jezelf afvragen of Je wel goed functio neert. dat heb ik ook. Als ik optreed, en probeer iets van mezelf te laten zien. moet lk altijd een zekere schroom overwinnen. Van slechte kri tieken. vooral als daaruit blijkt dat mijn bedoelingen niet goed zijn over gekomen. kan lk dagenlang van de kaart zijn. Het wordt dan zelfs een gewetensprobleem voor me. Ik kan als tegen een berg tegen iets opzien, ook als het zaken betreft waarvan de buitenwereld zegt: ach kom. waar maak Je Je druk over. Onder dergelij ke omstandigheden heb lk enorm be hoefte aan mensen die me een beetje opbeuren, die tegen me zeggen: Je kunt het heus wel. En tot mijn eigen verbazing zie ik dan dat het lukt" Tob de Bordes ~...op kerstavond de kansel op b« b*i*ud Dit alles is een van de belangrijkste redenen dat Tob de Bordes hoogst zelden ln het openbaar optreedt, maar de voorkeur geeft aan besloten voorstellingen. Die geeft hij met gro te regelmaat, vooral ln de winter maanden. Bijna dagelijks draagt hij voor, niet alleen ln Nederland, maar ook ln België, af en toe in Engeland en in Zwitserland, waar hij elk najaar een toernee maakt. Huisvrouwen, be jaarden, kunstkringen, scholieren en ook wel particulieren tijdens huis- voorstellingen vormen zijn publiek. „Het is misschien lafheid van me dat ik zo werk, hoewel lk geloof dat Juist die onzekerheid aan mijn bezig zijn op het toneel een dimensie toevoegt, omdat andere mensen die ook met die onzekerheid hebben te kampen er zichzelf ln herkennen. Ik ken acteurs die ik enorm bewonder, maar die me toch niet beroeren omdat ze mij te zeker zijn, terwijl andere acteurs, die minder magistraal zijn, veel meer ontroeren omdat ik ze herken in hun mens-zijn." levensbeschouwelijk toneel. geëngageerd Diligentia Op 13 Januari zal Tob de Bordes zich na lange tijd weer aan een groot pu bliek presenteren. In Diligentia te Den Haag is dan de officiële première van zijn nieuwe programma „De klei ne prins". Tob. „Je ontkomt daar af en toe niet aan, maar lk weet nu al dat lk na afloop een zucht van ver lichting zal slaken, blij dat ik er weer voor een paar Jaar van af ben". Bijna twee jaar heeft Tob de Bordes moeten touwtrekken om de rechten van „De kleine prins", een verhaal van de Franse vlieger-schrijver An- toine de Saint-Exupéry, die hij dacht te hebben, maar uiteindelijk niet had, toch te krijgen. In combinatie met „De gelukkige prins" van Oscar Wil de voert Tob het nu op onder het motto .Alleen met ie hart kun Je goed zien" De nadruk valt op de ervarin gen van de vlieger, die in de Sahara een noodlanding moet maken en daar in de woestijn met zijn eigen lk wordt geconfronteerd. „Ook met een woes- UJnvosJe. en dat beestje doet hem inzien dat Je verantwoordelijk bent voor alles wat op Je weg komt. Men sen waarmee Je ln relatie komt. daar van kun Je niet weglopen. Ze zeggen wel eens dat wat ik doe geen geënga geerd toneel Is. maar ik ben daar naar mijn gevoel wel degelijk mee bezig: „Het is bij mij niet zo dat lk het theater als doel zie. Voor mij is het een middel om tot een gesprek met het publiek te komen. Ik had dat ook op een andere manier kunnen doen, als schrijver bijvoorbeeld of als teke naar. Over beide uitingen heb ik ge dacht. Vader was stadsarchitect van Haarlem, zodat het voor de hand lag dat ik evenals mijn broer die richting in zou gaan. Het is gebleven bij het zelf ontwerpen en bouwen van het huis waarin ik woon. „Heel serieus is het plan geweest pre dikant te worden. Iets van de pastor zit in me. Ik ben doopsgezind en zo'n keer of acht ga ik de kansel op als lekeprediker. Op kerstavond zal ik dat weer doen ln Deventer en later in de kerstnachtdienst in Winterswijk. Dat omgaan met mensen trekt me erg, hoewel ik me vaak afvraag of ik wel een goeie pastor zou zijn gewor den. De problemen die op me af ko men maak ik tot mijn eigen proble men. Ik merk dat ook met brieven die ik op mijn voorstellingen krijg. Als pastor kan dat gevaarlijk zijn. Ik zou ook niet elke week kunnen preken. Dat dominees dat opbrengen bewon der ik. Als ik wat zeg, dan geef ik gedachten weer die in mij leven, praat lk over zaken die me op dat moment erg bezig houden". Goede preek Als ik Tob de Bordes vraag waaraan een goede preek volgens hem moet voldoen, antwoordt hij: „Daarin moet het element van de eigen geloofsbele ving overkomen. Als het alleen maar een brokje geschiedenis is, blijft het een van een afstand bekijken. Er mo gen best onopgeloste problemen ln een preek zitten, als het maar echt is". Daar streeft Tob ook op het toneel naar. „Het is een samen zoeken naar een antwoord op de vraag wat het betekent als mens in deze wereld te staan als een stukje schepping van God. De rode draad die door al mijn programma's loopt is de vraag: wat zijn wij mensen met elkaar aan het doen. wat is onze verantwoordelijk heid als schepsel in de schepping, wat wordt er van ons verwacht en in hoe verre maken wij dat waar? Willy Pos. Het religieuze element zit altijd wel min of meer in de programma's van Tob de Bordes. Bij Andersen zijde lings. maar heel specifiek in zijn mo nologen over de Romeinse hoofdman op Golgotha, de gefingeerde schoen maker Ellas uit Jeruzalem, die op zijn manier het Paasgebeuren meemaakt en daarover gaat nadenken, en de wijzen uit het oosten. „Wat ik daarin tracht duidelijk te maken is dat deze bijbelse figuren geen mensen van 2000 jaar geleden zijn, maar dat je ze ook in onze tijd nog kunt ontmoeten. Voor deze ma nier van werken heb ik bewust geko zen. Daarom heb ik toen ik 28 Jaar geleden van de toneelschool kwam, geen aansluiting gezocht bij een ge zelschap. Ik was bang dat ik bij een gezelschap wel eens dingen zou moe ten spelen waar lk niet achter zou kunnen staan. Daar heb Je bij het solo-toneel geen last van, al haal Je je als kleine ondernemer wel allerlei moeilijkheden op de hals, die je bij een gezelschap bespaard blijven". Dat Tob de Bordes bij het toneel ging was in de familie niet opzienbarend. „Vader was een enthousiast lid van de Haarlemse Toneel Club en als de familie elkaar ln de weekeinden ont moette ten huize van mijn grootou ders aan het Houtplein, deden we niets liever dan naar zolder gaan om gezamenlijk in de kisten met oude kleren te duiken. Iedereen vermomde zich en dan hadden we dolle pret. Zo herinner lk me ook hoe ik me eens als kind, nadat moeder had gezegd dat ik niet binnen mocht komen omdat zij visite had. in een vloerkleed uit de gang wikkelde en zo ingepakt de ka mer binnenstapte en op plechtige toon zei: „Mijne dames en heren. Ik kom u complimenteren, met veel ver stand". Daarna vertrok ik weer snel". door Mink van Rijsdijk Het is merkwaardig hoeveel misverstanden er zijn over de oorlog bij mensen diezzelf die periode niet meemaakten. Voor sommigjfrn bestond Ne derland in die jaren heel ongenuanceerd uit twee groepen, te weten: helden en land verraders. Met grenssituaties houdt men geen pekening. Het is daarom goed dat historici proberten een duidelijk en objectief verhaal over de bezettingsjaren te maken. De geschiedenis zou wel erg vervalst worden als onze kindskinderen zouden blijven geloven dat er alleen foute en goede Nederlan ders waren tijdens de Tweede W/iereldoorlog. Jon geren van nu echter hebben zt>veel verkeerde indrukken van horen zeggen en missen vaak de ware belangstelling om zich in de geschiedenis van '40-'45 te verdiepen. I Men is wel op de hoogte van bet grote onrecht, niet dat er in de schaduw daarvtan ook zo afschu welijk veel kleinere dingen fiebeurden, die het leven verwarrend maakten. Groot leed, groot onrecht vernielt mensen, zek«err, maar met klein verdriet en kleine zonden kon/ men ook vaak niet uit de voeten. Neem nou Berthe. Ze was eten kind van nauwe lijks zes jaar, maar wist al e^rg goed wat oorlog betekende. Zo stond de voorideur altijd open als zij en haar zusje buiten speelden. Als er luchta larm was, moesten ze vlug kunnen schuilen on der de trap van hun Amsterdamse bovenhuis. Toen de buren haar op eeri avond huilend zoen den, begreep ze maar al te p/oed dat ze niets moest vragen, Ze gingen naar eén duikadres. Andere mensen uit de straat waren al weg, maar er waren ook families die door Duitsers waren opgepikt. Joden waren niet veilig meer, dat wist ze. Dat de „oom" en „tante" die bij haar ouders logeerden ook Joden waren, ontging baar. Op een dag was er norgul wat consternatie bij Berthe thuis. De cocosm.a.t uit het trapportaal was gestolen, een feit dat de, 'hele familie diep veront waardigde. Havelooshislti en armoede knabbelden toch al een stuk aanzien weg en zonder een fatsoenlijke mat voor de trap kreeg je helemaal zo'n vale indruk. Wie d.enkt dat diefstal van een mat in die jaren onbelangrijk was, vergist Alles wat met het wel en wee van je best maken had, bleef meetellen. Al waren er n h lijk wel ernstiger dingen dan het missen vr kt mat. Erger dingen vooral de straat die le d' leger werd, en waar Berthe met kinderog< hoe grote mensen elkaar onrecht deden. Zi°P ook wat het betekende als de verhuiswagc 'af Puls stilstond in de straat. Dan werd eei ge waar Joden hadden gewoond in opdracht j.v Duitsers leeggeroofd. Hoe gehaat en verac verhuiswerkzaamheden waren, bleek wel v> woordgebruik. l it „Heb je gezien dat vanmorgen het huis van 1 n' is gepulsd?" „Ze pulsen bij Cohen". „De p u zijn er, waar gaan ze heen?" it Achter de al wat rafelig geworden gor keken mensen machteloos toe hoe het oi i zich steeds duidelijker nestelde in hun str Op een middag zat Berthe op de trap. Ze 1 voordeur wijd open gezet, want ze wilde da» in het portaal goed zichtbaar was. Ze tevreden. Er lag weer een mat, een mooie cocosmat. Ze wachtte geduldig. Haar moed al geroepen dat ze bijna kwam, dan ging f samen even naar tante Gonda. Berthe vei£ terde zich als ze aan haar verrassing dacl eens was haar moeder er. „Wat is dat nou?" ll ze op de mat wijzend. „Die heb ik voor ugi° bij Meyer", antwoordde het kind blij en tro d moeder pakte de mat op, vloog ermee naar b l1 Schuin aan de overkant zag ze de wagen va e en mannen die bezig waren met meubilaic zou krankzinnig zijn de mat terug te brc Riskant en volstrekt zinloos. Ze gooide he terug in het trapportaal. Emoties van allerh brachten haar op de rand van tranen. Ze za kind dat er niets van begreep. Haar kind, da hoe kon het in Godsnaam bestaan ee pulsde uit het huis van joden. Ze ging naa kind op de trap zitten en was niet in sta zinnigs te zeggen. Pas jaren later heeft begrepen waarom haar moeder zo lang op d£l zat te huilen. Hooft Nadat Tob ln 1947 als leerling van het Kennemer Lyceum in de finale van een voordrachtswedstrijd kwam en op het Muiderslot een gedeelte uit de toespraak van hoofdmail Ripperda tot de bevolking van Usarlem van Hooft mocht declameren, viel de be slissing bij het toneel te, tgaan. „Ik moest toelatingsex amen doen bij Louis Saalborn, die in «en grote rie ten stoel zat. Ik hoor die stoel nog. kraken. Terwijl ik bez'lg was zag ik Saalborn gapen. Ik dac ht niet anders dan dat het een verloren zaak was, maar ik werd toch aangenomen". Tob ging zijn eigen eenzame weg. „Vaak vragen de mensen mij of ik een gezellig programma wil brengen, waar de mensen om lachen kunnen. Die vraag kan ik best begrijpen. Ik zou het leuk vinden als ik het kon, maar ik kom in mijn programma's niet verder dan een glimlach. Ik ben niet de man van de schaterlach". NIJMEGEN (ANP) Drie van wie tenminste een hebben vijf mensen in ei aan de Bloemerstraat in beroofd van tienduizend van een bedrag aan waardêL De rovers bedreigden de aa die werden vastgebonden, vallers schoten tijdens hun een voorbijganger, die hen genhouden. De voorbijgang niet geraakt. ■ADVERTENTIE r ""'J, r. n I Onder redactie van mevrourw J. Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 21 Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in w van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opp |r Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gele Vraag: Wij hebben het zicht op bijen korven. Er valt activiteit van mezen daar waar te nemen. Volgens een deel van ons gezin is dat toevallig, maar het andere gedeelte zegt. dat de me zen er honig uit willen halen. Is dat zo? Antwoord: Nu dat van die honig lijkt mij niet zo goed mogelijk. Zelf zijn we niet in de gelegenheid de mezen aan de gang te zien. maar we herinneren ons wel gelezen te hebben (Gösta Berling) dat de mezen pikken aan de ingang van de korf. tot er een bij komt en die wordt dan opgegeten. We vonden dat wel een grappig verhaal tje, maar uw vraag zal. naar wij ho pen onze lezers aan het waarnemen en herinneren zetten. Vraag: Hebben wij. na toestemming van de gemeente tot een verbouwing, ook nog de toestemming van de bu ren nodig? Het betreft het zogenaam de aanpalen in een gemeenschappe lijke eensteens-tussenmuur. Antwoord: Het is niet helemaal dui delijk. of u die toestemming van de gemeente tot verbouwing al in uw bezit hebt Volgens art. 684 BW heeft u het recht tot op de helft van deze gemeenschappelijke muur ln te bou wen. als u er maar zorg voor draagt dat die muur er verder niet onder lijdt Nu moet u er wel aan denken, dat de buren er beslist wel last van zullen hebben, zeker, als daar geha mer en gebeuk of geboor tegen die gemeenschappelijke muur bij te pas komt. Zelfs al heeft u alle vergunnin gen en tekeningen, enz. toch is het aan te raden eens bij de buren binnen te lopen en er iets over te vertellen, ook over de duur van de vrbouwing. Er zouden dan ook bepaalde afspra ken kunnen worden gemaakt, vooral als het gaat over een verbouwing, die men zelf onderneemt en waaraan ei genlijk alleen tijdens het weekend of ln de avond gewerkt wordt. Als alles klaar is. nodig uw buren dan eens uit voor iets gezelligs, om hen al het stof. gruis en lawaai te doen vergeten, dat nu eenmaal hoort bij zulke verbou wingen Vraag: In de tuin bij ons huis (onge veer 200 Jaar oud) vonden we een dichtgegooide welput We hebben al les aan puin. aarde en rommel eruit gehaald en vonden een vrij gave ge metselde. ronde pul en daaronder een gedeelte van losgestapelde steen. Het water is vrij helder, maar hoe houd ik dat nu verder zo? Sommigen zeggen: grind op de bodem of modderalen erin laten zwemmen. Antwoord: Het lijkt mij wel verstan dig. eens over uw put te gaan praten op het bureau van de Waterleiding van uw rayon. In de oorlogstijd is er in verschillende gemeenten van de provincie waar u woont, in verband met te verwachten concentratie van vluchtelingen, een onderzoek inge steld naar de aanwezigheid van wel len en de kwaliteit van het water daarvan. Misschien zijn die gegevens nog wel ergens en kan men aan de hand daarvan u voorlichting geven. Volgens mijn eigen „puttenkenner" hebben de opgestapelde stenen on deraan een zevende werking. Deze rand is, toen de put werd gegraven, waarschijnlijk in het water daar op gestapeld en eerst later begon men daarboven te metselen. U zou de ge metselde wanden eerst ged moeten reinigen, bijcementeren en vervol gens met chloor nog eens goéd moe ten reinigen. Hierbij zet ik wel een kruisje, want daar heb lk geen erva ring mee. (De wand van onze eigen put ln Indonesië werd vroeger elk Jaar schoongemaakt en gekalkt en daar kwam. voor zover lk het mij herinner, geen chloor bij te pas. Op de bodem komt eerst een laag grof grind, dan een fijner soort grof rivier zand. tot deze lagen gelijkstaan met het eind van de stapelrand Het water komt vanzelf naar boven en wordt steeds helderder. Het spreekt vanzelf, dat er niet geroerd en gepeuterd moet worden ln die zorgvuldig gestorte la gen Het water kan gebruikt worden voor besproeiing en voor de was. maar drinkwater is het niet. U zoudt het eens kunnen laten onderzoeken op hardheid en andere samenstelling. Die modderalen zou ik er maar liever bui tenia ten. Vroeger was een groot aantal watervlooien in de put een bewijs van „gezondheid en leven". Het werd dan met een filter gereinigd, maar ais kind gruwde ik van die bees tjes in de limonade. Vraag ook eens inlichtingen over andere mogelijkhe den van dit welwater (vijvertje of zwembadje). Vraag: WIJ hebben een stel heel oude tegels. Aan de achterkant zitten klod ders spijkerhard cement Hoe krijg lk dat er af zonder de tegels, die van een heel wat zachter materiaal zijn, te beschadigen? Antwoord: Bikken aan de achter kant resulteert meestal in totale ver nieling van de tegel. Voorzichtig bij vijlen zou een middel zijn, maar dat kost veel tijd. Het zou misschien mo gelijk zijn de tegels met het oude cement en ai in te bedden ln nieuw cement. Wij adviseren u contact op te nemen met het beroemde tegelmu seum te Otterloo. It No flik Stee. waar men meer met dit bijltje gehakt (of juist niet gehakt) zal hebben. Reactie op vraag over scrabble-com- petitle: Jaarlijks wordt er een wed strijd georganiseerd ln Soest Dit Jaar wordt dat de zevende keer. De spelers komen uit het hele land en het aantal ligt rondom de 100. Een van de orga- 'nlsatoren is de heer E. van Tricht, Statinglaan 12. 3768 XT. Soest. Vraag: In mei stond in Trouw, dat de dichter Clinge Doorenbos was overle den. Nu heb lk een versje van deze dichter en daaronder staat onder de naam C.D. Johannes Pieter Jacobus Helmich. Wat was nu de echte naam? Antwoord: De officiële naam is J.PJ.H. Doorenbos, geboren te Würz- burg 1884, 9 juni, overleden te Bus- sum, 13 mei 1978. Zoals u ziet heeft hij Doorenbos als naam aangehouden en de daaraan toegevoegde voornaam Clinge zal wel iets te maken gehad hebben met zijn instelling. Van zijn hand verschenen behalve talloze lied jes en versjes de publicaties: Daar wordt gebeld (1946) en Zingend door het leven ('48). Velen hebben een goe de herinnering aan de avonden, die hij, ook op hoge leeftijd, boeiend en gezellig vulde met zijn voordrachten. Vraag: Wat te doen met mijn wollen pantalon, waar de vouw niet in wil blijven. Antwoord: De narigheid is dat die wol niet gloeiend heet te persen is. U gebruikte reeds een stoomstrijkijzer en een perslap. U zoudt de achterkant van de vouw licht kunnen apprëte- ren. Lukt het helemaal niet, dan zou het laatste middel kunnen zijn de vouw. ongeveer op de rand. met de machine te stikken. We veronderstel-* len dat u uw probleem ook reeds besproken heeft bij een plissee-in richting? Vraag: WIJ willen overgaan op elek trisch koken en wij zullen dan andere pannen nodig hebben, maar welke? Antwoord: In januari "77 heeft de Consumentenbond de resultaten van een vergelijkend warenonderzoek op dit gebied gepubliceerd in nummer 1 van de 25ste jaargang. Liever niet telefonisch aanvragen. Adres Leegh- waterplein 26. Den Haag, giro 27874. De hiergenoemde gids kost voor le den twee gulden, voor niet-leden ƒ2.50. Als de gids uitverkocht is, wordt een fotocopy toegezonden. Vraag: Mijn grootouders, Gronin gers, bakten vroeger naet een knieper- tjes-ijzer verrukkelijke, goudgele wa feltjes, die opgerold iRerden. We heb-* ben wel het ijzer, maar niet het recept. Antwoord: In het 'boekje Streekre cepten, uitgave Nederlands Zulvelbu- reau te Rijswijk (e«n boekje, dat ik al een hele tijd in mijj i bezit heb en dat waarschijnlijk uitvt -rkocht of op een andere manier uitgegeven zal zijn) komt voor het ree* pt: 500 gr bloem, 500 gr witte basterd. 250 gr roombo ter, 1 ei, 5 dl watetzakje vanillesui ker. BIJ de zachte b oter water, suiker, vanilles en ei voet gen, goed roeren, dan de gezeefde Moem erdoor, zodat een glad, dik vloeibaar beslag ont staat. Het ijze rtje met boter besme ren en goed heet laten worden. Breng een theelepeltje beslag in het ijzer en knijp het 25 teBaa dicht. De inhoud is dan lichtbruin. IJlt het ijzer nemen en direct om de l-iouten steel van een lepel rollen. Deze knijpertjes (oublies) heten, niet opg erold, ook knljpkoek- Jes. Gevuld zijn »e ook heerlijk. Maar zo lekker als vr oeger zijn ze nooit. Er was in die tijd niet zoveel concurren tie op dit geblc d en de kinderen wa ren minder ver wend met snoep. Ook de entourage a Is vader of grootvader aan de slag gli ig met zo'n ijzer, ver hoogde het feef/t. Ik wens u een gezel lige. nostalgisch»; avond toe. Vraag: Weet, tem and misschien de spelregels vair ^et spel Kruis vijven? Hierbij komen twee dominospelen te pas. Antwoord: Wij kennen de spelregels niet maar gevgn de vraag graag door. Vraag: Wie kan de schrijver of schrijfster zijn van het boek „De groene Grasso? Antwoord: We geven deze vraag wel door (onze antwoordbrief kwam nl. onbestelbaar bij ons terug) en willen graag ingelicht worden over de schrijver. Echter bemiddelen we niet bij het vragen naar en ter beschik king stellen van boeken. Vraag: Mijn bleekgeworden Kootcpia- ten van het elektrisch fornuis wil ik zo graag weer mooi zwart maken. Hoe zoudt u dat doen? Antwoord: Vegen met een vette lap of met kachelglans (maar dan wel flink naboenen). VRAAG: Uit welk werk van Slmone de Beauvoir is het volgende citaat afkomstig: Als Je de waarde van een cultuur wilt vaststellen, moet Je na gaan hoe er met oudere mensen wordt omgesprongen." Hopelijk is deze vraag niet te moeilijk. ANTWOORD: De moeilijkheid van een vraag beseft men pas als men naar de oplossing en het antwoord zoekt. Een vraag van ons zou kunnen zijn: waar heeft u dat citaat zelf van daan gehaald? Als u de schrijver van dat artikel weet, zou u de vraag aan deze schrijver kunnen stellen, met dezelfde opmerking die u van uw scriptiebegeleider te horen kreeg: ci teren zonder bronvermelding is niet wetenschappelijk. Is het niet moge lijk deze vraag ergens te stellen, dan zit er niet anders op dan het hele oeuvre van Slmone de B. er eens op na te pluizen. Voorwaar geen kleinig heid. Nu kan het wel iets eenvoudi ger: uitsluitend die werken ken dat. zijn er nog een heleboel!) die ln het Nederlands werden vertaald, want het is een Nederlands citaat. Die wer ken schiften op naam van zo'n boek (ik zou daar dan „de ouderdom" uit halen). Dan het boek eerst in het Hollands doorrennen en als het citaat in de vertaling voorkomt, nagaan in het Franse origineel hoe het daar precies in staat Pas dan Is citeren verantwoord. Als de uitspraak nu niet in „de ouderdom" voorkomt rus tig doorgaan. BIJ een vroeger gestelde dergelijke vraag, waarin het een gelukkig in het Frans gje\ uitlating van Voltaire, heel vriendelijk ontvangen conservatrice in de bibliotl het Maison Descartes, Inst, des Pays Bas, Vijzelgracht 2 dam. Hoewel men van nien en mag verwachten alle uits kunnen vinden van een schfoi kasten vol vulde, kregen wij zeer bruikbare aanwijzing weet zou u daar ook eens aai kloppen. U ziet uw vraag is t lijk, maar wel een uitdaging gefundeerd op een juist cil i, een degelijke research tot einde kan komen. Tot zolas maar verwerken wat stamt waarneming! VRAAG: Is verwarming mc kend) flesse-gasapparaat voor de gezondheid? ANTWOORD: Een goed en goed werkend apparaat voldoende ventilatie, de do noemde narigheden niet ken, maar als het verslete goed aangesloten is, kortom wordt gebruikt, is het level lijk. Laat het apparaat bij die ter zake kundig is, conti indien nodig bijstellen. VRAAG: Sedert enige woon ik in een tehuis en heb mijn rolstoel voor het eers leven uitzicht op prachtig» tuurlijk kale, maar toch h< bomen. Een berkje staat die raam en het is een komen van veel kleine vogeltjes, di en peuzelen aan de groen Een vogeltje kon ik niet g< brengen (volgt beschrijvingf' ANTWOORD: Toch is het,L een „gewone" vink noemt. I 0 in die vrij dorre omgeving prachtige vogeltje des te Aan u is een eenvoudig vot, wel zeer besteed en bove^1 niet te ingewikkelde voge hoop. dat Sint Nicolaas zo mee zal brengen. Zo niet, fijn dat u zelf nu en dan gaan winkelen. Hartelijk uw brief, voor uw mooie S< zwachtel en voor uw aansp ik graag wil doorgeven: Tel ningen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 6