Tob de Bordes geeft na jaren
weer een
premiere
Kind in de oorloi
A ri-
r' A 5=
i'i
Touwtrekken om rechten „Kleine Prins" ten einde
y
'i
richting rotterdam staat voor
brug een file van 5 km
Soms is die trein zo gek nog niet.^^
MAANDAG 18 DECEMBER 1978
TROUW/KWARTET
door Fred Lammers
SOEST-JOPPE De gelijke
nis met de Deense sprookjes
verteller Hans Christian An
dersen Is opvallend als Tob de
Bordes, gekleed ln lange
zwarte Jas. waarop de rood
witte Danneborgorde prijkt,
een grijze hoge hoed op het
hoofd en een kandelaar met
brandende kaars ln de hand,
het podium ln de grote zaal
van de verzorgingsflat 'Hoog
Soestdijk' in Soest beklimt.
X
de vroegere directeur van de Amster
damse toneelschool, zei eens tegen
me: „Jij bent altijd bezig het mysterie
van het mens-zijn te ontdekken". Dat
blijft een zoeken, heb ik langzamer
hand gemerkt. Het is een mysterie
waar je nooit achter komt. Dat neemt
niet weg dat je wel kunt proberen
bewust te leven, niet te zeggen: ik zal
wel zien".
Monologen
Het publiek, waar hij deze avond voor
optreedt, een zeventigtal bejaarden,
is al helemaal ln de ban van het
gebeuren als Tob zich installeert ln
de met lichtgroen pluche beklede ze
tel. die hij in zijn volkswagenbusje
overal mee naar toe sleept, een sierlij
ke porseleinen pijpekop stopt en die
vervolgens aansteekt met een kaars
vlam. Terwijl hij een grote rookwolk
uitblaast, kondigt Tob de Bordes aan
iets te zullen vertellen uit het leven
van „mijn vriend Hans Christian An
dersen".
Om het gesproken woord te illustre
ren worden tijdens de voorstelling
ook dia's vertoond. Als op een gege
ven moment een portret van Ander
sen op latere leeftijd op het scherm
verschijnt, stoot een bejaarde man
mij aan. „Dat is toch zeker een foto
van meneer zelf hè?" fluistert hij.
„Dergelijke reacties komen er meer.
Het Is wonderlijk wat Je met kleding
en grimeren kunt bereiken. Eigenlijk
lijk ik niet op Andersen. Die had een
heel andere kop, maar die uiterlijkhe
den vallen onder bepaalde omstan
digheden kennelijk weg," zegt Tobias
Cons tantin de Bordes als ik hem een
paar weken later weer ontmoet, dit
keer ln zijn landhuis 'De witte veer',
verscholen ln de bossen van het Gel
derse Joppe.
Innerlijk zijn er wel degelijk overeen
komsten met Andersen. „Evenals
Hans Christian ben ik vrijgezel geble
ven. en al heb ik heel goeie vrienden,
toch voel ik wel iets van de eenzaam
heid die Andersen kende. Nu lk 51
ben speelt dat meer dan toen ik der
tig was
Onzekerheid
„Die onzekerheid van Andersen,
bang zijn Je belachelijk te maken.
Jezelf afvragen of Je wel goed functio
neert. dat heb ik ook. Als ik optreed,
en probeer iets van mezelf te laten
zien. moet lk altijd een zekere
schroom overwinnen. Van slechte kri
tieken. vooral als daaruit blijkt dat
mijn bedoelingen niet goed zijn over
gekomen. kan lk dagenlang van de
kaart zijn. Het wordt dan zelfs een
gewetensprobleem voor me. Ik kan
als tegen een berg tegen iets opzien,
ook als het zaken betreft waarvan de
buitenwereld zegt: ach kom. waar
maak Je Je druk over. Onder dergelij
ke omstandigheden heb lk enorm be
hoefte aan mensen die me een beetje
opbeuren, die tegen me zeggen: Je
kunt het heus wel. En tot mijn eigen
verbazing zie ik dan dat het lukt"
Tob de Bordes ~...op kerstavond de kansel op b« b*i*ud
Dit alles is een van de belangrijkste
redenen dat Tob de Bordes hoogst
zelden ln het openbaar optreedt,
maar de voorkeur geeft aan besloten
voorstellingen. Die geeft hij met gro
te regelmaat, vooral ln de winter
maanden. Bijna dagelijks draagt hij
voor, niet alleen ln Nederland, maar
ook ln België, af en toe in Engeland
en in Zwitserland, waar hij elk najaar
een toernee maakt. Huisvrouwen, be
jaarden, kunstkringen, scholieren en
ook wel particulieren tijdens huis-
voorstellingen vormen zijn publiek.
„Het is misschien lafheid van me dat
ik zo werk, hoewel lk geloof dat Juist
die onzekerheid aan mijn bezig zijn
op het toneel een dimensie toevoegt,
omdat andere mensen die ook met
die onzekerheid hebben te kampen er
zichzelf ln herkennen. Ik ken acteurs
die ik enorm bewonder, maar die me
toch niet beroeren omdat ze mij te
zeker zijn, terwijl andere acteurs, die
minder magistraal zijn, veel meer
ontroeren omdat ik ze herken in hun
mens-zijn."
levensbeschouwelijk
toneel.
geëngageerd
Diligentia
Op 13 Januari zal Tob de Bordes zich
na lange tijd weer aan een groot pu
bliek presenteren. In Diligentia te
Den Haag is dan de officiële première
van zijn nieuwe programma „De klei
ne prins". Tob. „Je ontkomt daar af
en toe niet aan, maar lk weet nu al
dat lk na afloop een zucht van ver
lichting zal slaken, blij dat ik er weer
voor een paar Jaar van af ben".
Bijna twee jaar heeft Tob de Bordes
moeten touwtrekken om de rechten
van „De kleine prins", een verhaal
van de Franse vlieger-schrijver An-
toine de Saint-Exupéry, die hij dacht
te hebben, maar uiteindelijk niet had,
toch te krijgen. In combinatie met
„De gelukkige prins" van Oscar Wil
de voert Tob het nu op onder het
motto .Alleen met ie hart kun Je goed
zien" De nadruk valt op de ervarin
gen van de vlieger, die in de Sahara
een noodlanding moet maken en daar
in de woestijn met zijn eigen lk wordt
geconfronteerd. „Ook met een woes-
UJnvosJe. en dat beestje doet hem
inzien dat Je verantwoordelijk bent
voor alles wat op Je weg komt. Men
sen waarmee Je ln relatie komt. daar
van kun Je niet weglopen. Ze zeggen
wel eens dat wat ik doe geen geënga
geerd toneel Is. maar ik ben daar naar
mijn gevoel wel degelijk mee bezig:
„Het is bij mij niet zo dat lk het
theater als doel zie. Voor mij is het
een middel om tot een gesprek met
het publiek te komen. Ik had dat ook
op een andere manier kunnen doen,
als schrijver bijvoorbeeld of als teke
naar. Over beide uitingen heb ik ge
dacht. Vader was stadsarchitect van
Haarlem, zodat het voor de hand lag
dat ik evenals mijn broer die richting
in zou gaan. Het is gebleven bij het
zelf ontwerpen en bouwen van het
huis waarin ik woon.
„Heel serieus is het plan geweest pre
dikant te worden. Iets van de pastor
zit in me. Ik ben doopsgezind en zo'n
keer of acht ga ik de kansel op als
lekeprediker. Op kerstavond zal ik
dat weer doen ln Deventer en later in
de kerstnachtdienst in Winterswijk.
Dat omgaan met mensen trekt me
erg, hoewel ik me vaak afvraag of ik
wel een goeie pastor zou zijn gewor
den. De problemen die op me af ko
men maak ik tot mijn eigen proble
men. Ik merk dat ook met brieven die
ik op mijn voorstellingen krijg. Als
pastor kan dat gevaarlijk zijn. Ik zou
ook niet elke week kunnen preken.
Dat dominees dat opbrengen bewon
der ik. Als ik wat zeg, dan geef ik
gedachten weer die in mij leven,
praat lk over zaken die me op dat
moment erg bezig houden".
Goede preek
Als ik Tob de Bordes vraag waaraan
een goede preek volgens hem moet
voldoen, antwoordt hij: „Daarin moet
het element van de eigen geloofsbele
ving overkomen. Als het alleen maar
een brokje geschiedenis is, blijft het
een van een afstand bekijken. Er mo
gen best onopgeloste problemen ln
een preek zitten, als het maar echt
is".
Daar streeft Tob ook op het toneel
naar. „Het is een samen zoeken naar
een antwoord op de vraag wat het
betekent als mens in deze wereld te
staan als een stukje schepping van
God. De rode draad die door al mijn
programma's loopt is de vraag: wat
zijn wij mensen met elkaar aan het
doen. wat is onze verantwoordelijk
heid als schepsel in de schepping, wat
wordt er van ons verwacht en in hoe
verre maken wij dat waar? Willy Pos.
Het religieuze element zit altijd wel
min of meer in de programma's van
Tob de Bordes. Bij Andersen zijde
lings. maar heel specifiek in zijn mo
nologen over de Romeinse hoofdman
op Golgotha, de gefingeerde schoen
maker Ellas uit Jeruzalem, die op zijn
manier het Paasgebeuren meemaakt
en daarover gaat nadenken, en de
wijzen uit het oosten.
„Wat ik daarin tracht duidelijk te
maken is dat deze bijbelse figuren
geen mensen van 2000 jaar geleden
zijn, maar dat je ze ook in onze tijd
nog kunt ontmoeten. Voor deze ma
nier van werken heb ik bewust geko
zen. Daarom heb ik toen ik 28 Jaar
geleden van de toneelschool kwam,
geen aansluiting gezocht bij een ge
zelschap. Ik was bang dat ik bij een
gezelschap wel eens dingen zou moe
ten spelen waar lk niet achter zou
kunnen staan. Daar heb Je bij het
solo-toneel geen last van, al haal Je je
als kleine ondernemer wel allerlei
moeilijkheden op de hals, die je bij
een gezelschap bespaard blijven".
Dat Tob de Bordes bij het toneel ging
was in de familie niet opzienbarend.
„Vader was een enthousiast lid van
de Haarlemse Toneel Club en als de
familie elkaar ln de weekeinden ont
moette ten huize van mijn grootou
ders aan het Houtplein, deden we
niets liever dan naar zolder gaan om
gezamenlijk in de kisten met oude
kleren te duiken. Iedereen vermomde
zich en dan hadden we dolle pret. Zo
herinner lk me ook hoe ik me eens als
kind, nadat moeder had gezegd dat ik
niet binnen mocht komen omdat zij
visite had. in een vloerkleed uit de
gang wikkelde en zo ingepakt de ka
mer binnenstapte en op plechtige
toon zei: „Mijne dames en heren. Ik
kom u complimenteren, met veel ver
stand". Daarna vertrok ik weer snel".
door Mink van Rijsdijk
Het is merkwaardig hoeveel misverstanden er
zijn over de oorlog bij mensen diezzelf die periode
niet meemaakten. Voor sommigjfrn bestond Ne
derland in die jaren heel ongenuanceerd uit twee
groepen, te weten: helden en land verraders. Met
grenssituaties houdt men geen pekening. Het is
daarom goed dat historici proberten een duidelijk
en objectief verhaal over de bezettingsjaren te
maken. De geschiedenis zou wel erg vervalst
worden als onze kindskinderen zouden blijven
geloven dat er alleen foute en goede Nederlan
ders waren tijdens de Tweede W/iereldoorlog. Jon
geren van nu echter hebben zt>veel verkeerde
indrukken van horen zeggen en missen vaak de
ware belangstelling om zich in de geschiedenis
van '40-'45 te verdiepen.
I
Men is wel op de hoogte van bet grote onrecht,
niet dat er in de schaduw daarvtan ook zo afschu
welijk veel kleinere dingen fiebeurden, die het
leven verwarrend maakten. Groot leed, groot
onrecht vernielt mensen, zek«err, maar met klein
verdriet en kleine zonden kon/ men ook vaak niet
uit de voeten.
Neem nou Berthe. Ze was eten kind van nauwe
lijks zes jaar, maar wist al e^rg goed wat oorlog
betekende. Zo stond de voorideur altijd open als
zij en haar zusje buiten speelden. Als er luchta
larm was, moesten ze vlug kunnen schuilen on
der de trap van hun Amsterdamse bovenhuis.
Toen de buren haar op eeri avond huilend zoen
den, begreep ze maar al te p/oed dat ze niets moest
vragen, Ze gingen naar eén duikadres. Andere
mensen uit de straat waren al weg, maar er waren
ook families die door Duitsers waren opgepikt.
Joden waren niet veilig meer, dat wist ze. Dat de
„oom" en „tante" die bij haar ouders logeerden
ook Joden waren, ontging baar.
Op een dag was er norgul wat consternatie bij
Berthe thuis. De cocosm.a.t uit het trapportaal was
gestolen, een feit dat de, 'hele familie diep veront
waardigde. Havelooshislti en armoede knabbelden
toch al een stuk aanzien weg en zonder een
fatsoenlijke mat voor de trap kreeg je helemaal
zo'n vale indruk. Wie d.enkt dat diefstal van een
mat in die jaren onbelangrijk was, vergist
Alles wat met het wel en wee van je best
maken had, bleef meetellen. Al waren er n h
lijk wel ernstiger dingen dan het missen vr kt
mat. Erger dingen vooral de straat die le d'
leger werd, en waar Berthe met kinderog<
hoe grote mensen elkaar onrecht deden. Zi°P
ook wat het betekende als de verhuiswagc 'af
Puls stilstond in de straat. Dan werd eei ge
waar Joden hadden gewoond in opdracht j.v
Duitsers leeggeroofd. Hoe gehaat en verac
verhuiswerkzaamheden waren, bleek wel v>
woordgebruik. l
it
„Heb je gezien dat vanmorgen het huis van 1 n'
is gepulsd?" „Ze pulsen bij Cohen". „De p u
zijn er, waar gaan ze heen?"
it
Achter de al wat rafelig geworden gor
keken mensen machteloos toe hoe het oi i
zich steeds duidelijker nestelde in hun str
Op een middag zat Berthe op de trap. Ze 1
voordeur wijd open gezet, want ze wilde da»
in het portaal goed zichtbaar was. Ze
tevreden. Er lag weer een mat, een mooie
cocosmat. Ze wachtte geduldig. Haar moed
al geroepen dat ze bijna kwam, dan ging f
samen even naar tante Gonda. Berthe vei£
terde zich als ze aan haar verrassing dacl
eens was haar moeder er. „Wat is dat nou?" ll
ze op de mat wijzend. „Die heb ik voor ugi°
bij Meyer", antwoordde het kind blij en tro d
moeder pakte de mat op, vloog ermee naar b l1
Schuin aan de overkant zag ze de wagen va e
en mannen die bezig waren met meubilaic
zou krankzinnig zijn de mat terug te brc
Riskant en volstrekt zinloos. Ze gooide he
terug in het trapportaal. Emoties van allerh
brachten haar op de rand van tranen. Ze za
kind dat er niets van begreep. Haar kind, da
hoe kon het in Godsnaam bestaan ee
pulsde uit het huis van joden. Ze ging naa
kind op de trap zitten en was niet in sta
zinnigs te zeggen. Pas jaren later heeft
begrepen waarom haar moeder zo lang op d£l
zat te huilen.
Hooft
Nadat Tob ln 1947 als leerling van het
Kennemer Lyceum in de finale van
een voordrachtswedstrijd kwam en
op het Muiderslot een gedeelte uit de
toespraak van hoofdmail Ripperda
tot de bevolking van Usarlem van
Hooft mocht declameren, viel de be
slissing bij het toneel te, tgaan.
„Ik moest toelatingsex amen doen bij
Louis Saalborn, die in «en grote rie
ten stoel zat. Ik hoor die stoel nog.
kraken. Terwijl ik bez'lg was zag ik
Saalborn gapen. Ik dac ht niet anders
dan dat het een verloren zaak was,
maar ik werd toch aangenomen".
Tob ging zijn eigen eenzame weg.
„Vaak vragen de mensen mij of ik een
gezellig programma wil brengen,
waar de mensen om lachen kunnen.
Die vraag kan ik best begrijpen. Ik
zou het leuk vinden als ik het kon,
maar ik kom in mijn programma's
niet verder dan een glimlach. Ik ben
niet de man van de schaterlach".
NIJMEGEN (ANP) Drie
van wie tenminste een
hebben vijf mensen in ei
aan de Bloemerstraat in
beroofd van tienduizend
van een bedrag aan waardêL
De rovers bedreigden de aa
die werden vastgebonden,
vallers schoten tijdens hun
een voorbijganger, die hen
genhouden. De voorbijgang
niet geraakt.
■ADVERTENTIE
r ""'J,
r. n
I
Onder redactie van
mevrourw J. Wentink-Frumau
en mr J. J. Wentink
Vragen uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, 21
Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in w
van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opp |r
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gele
Vraag: Wij hebben het zicht op bijen
korven. Er valt activiteit van mezen
daar waar te nemen. Volgens een deel
van ons gezin is dat toevallig, maar
het andere gedeelte zegt. dat de me
zen er honig uit willen halen. Is dat
zo?
Antwoord: Nu dat van die honig lijkt
mij niet zo goed mogelijk. Zelf zijn we
niet in de gelegenheid de mezen aan
de gang te zien. maar we herinneren
ons wel gelezen te hebben (Gösta
Berling) dat de mezen pikken aan de
ingang van de korf. tot er een bij
komt en die wordt dan opgegeten. We
vonden dat wel een grappig verhaal
tje, maar uw vraag zal. naar wij ho
pen onze lezers aan het waarnemen
en herinneren zetten.
Vraag: Hebben wij. na toestemming
van de gemeente tot een verbouwing,
ook nog de toestemming van de bu
ren nodig? Het betreft het zogenaam
de aanpalen in een gemeenschappe
lijke eensteens-tussenmuur.
Antwoord: Het is niet helemaal dui
delijk. of u die toestemming van de
gemeente tot verbouwing al in uw
bezit hebt Volgens art. 684 BW heeft
u het recht tot op de helft van deze
gemeenschappelijke muur ln te bou
wen. als u er maar zorg voor draagt
dat die muur er verder niet onder
lijdt Nu moet u er wel aan denken,
dat de buren er beslist wel last van
zullen hebben, zeker, als daar geha
mer en gebeuk of geboor tegen die
gemeenschappelijke muur bij te pas
komt. Zelfs al heeft u alle vergunnin
gen en tekeningen, enz. toch is het
aan te raden eens bij de buren binnen
te lopen en er iets over te vertellen,
ook over de duur van de vrbouwing.
Er zouden dan ook bepaalde afspra
ken kunnen worden gemaakt, vooral
als het gaat over een verbouwing, die
men zelf onderneemt en waaraan ei
genlijk alleen tijdens het weekend of
ln de avond gewerkt wordt. Als alles
klaar is. nodig uw buren dan eens uit
voor iets gezelligs, om hen al het stof.
gruis en lawaai te doen vergeten, dat
nu eenmaal hoort bij zulke verbou
wingen
Vraag: In de tuin bij ons huis (onge
veer 200 Jaar oud) vonden we een
dichtgegooide welput We hebben al
les aan puin. aarde en rommel eruit
gehaald en vonden een vrij gave ge
metselde. ronde pul en daaronder een
gedeelte van losgestapelde steen. Het
water is vrij helder, maar hoe houd ik
dat nu verder zo? Sommigen zeggen:
grind op de bodem of modderalen
erin laten zwemmen.
Antwoord: Het lijkt mij wel verstan
dig. eens over uw put te gaan praten
op het bureau van de Waterleiding
van uw rayon. In de oorlogstijd is er
in verschillende gemeenten van de
provincie waar u woont, in verband
met te verwachten concentratie van
vluchtelingen, een onderzoek inge
steld naar de aanwezigheid van wel
len en de kwaliteit van het water
daarvan. Misschien zijn die gegevens
nog wel ergens en kan men aan de
hand daarvan u voorlichting geven.
Volgens mijn eigen „puttenkenner"
hebben de opgestapelde stenen on
deraan een zevende werking. Deze
rand is, toen de put werd gegraven,
waarschijnlijk in het water daar op
gestapeld en eerst later begon men
daarboven te metselen. U zou de ge
metselde wanden eerst ged moeten
reinigen, bijcementeren en vervol
gens met chloor nog eens goéd moe
ten reinigen. Hierbij zet ik wel een
kruisje, want daar heb lk geen erva
ring mee. (De wand van onze eigen
put ln Indonesië werd vroeger elk
Jaar schoongemaakt en gekalkt en
daar kwam. voor zover lk het mij
herinner, geen chloor bij te pas. Op de
bodem komt eerst een laag grof
grind, dan een fijner soort grof rivier
zand. tot deze lagen gelijkstaan met
het eind van de stapelrand Het water
komt vanzelf naar boven en wordt
steeds helderder. Het spreekt vanzelf,
dat er niet geroerd en gepeuterd moet
worden ln die zorgvuldig gestorte la
gen Het water kan gebruikt worden
voor besproeiing en voor de was.
maar drinkwater is het niet. U zoudt
het eens kunnen laten onderzoeken
op hardheid en andere samenstelling.
Die modderalen zou ik er maar liever
bui tenia ten. Vroeger was een groot
aantal watervlooien in de put een
bewijs van „gezondheid en leven".
Het werd dan met een filter gereinigd,
maar ais kind gruwde ik van die bees
tjes in de limonade. Vraag ook eens
inlichtingen over andere mogelijkhe
den van dit welwater (vijvertje of
zwembadje).
Vraag: WIJ hebben een stel heel oude
tegels. Aan de achterkant zitten klod
ders spijkerhard cement Hoe krijg lk
dat er af zonder de tegels, die van een
heel wat zachter materiaal zijn, te
beschadigen?
Antwoord: Bikken aan de achter
kant resulteert meestal in totale ver
nieling van de tegel. Voorzichtig bij
vijlen zou een middel zijn, maar dat
kost veel tijd. Het zou misschien mo
gelijk zijn de tegels met het oude
cement en ai in te bedden ln nieuw
cement. Wij adviseren u contact op te
nemen met het beroemde tegelmu
seum te Otterloo. It No flik Stee. waar
men meer met dit bijltje gehakt (of
juist niet gehakt) zal hebben.
Reactie op vraag over scrabble-com-
petitle: Jaarlijks wordt er een wed
strijd georganiseerd ln Soest Dit Jaar
wordt dat de zevende keer. De spelers
komen uit het hele land en het aantal
ligt rondom de 100. Een van de orga-
'nlsatoren is de heer E. van Tricht,
Statinglaan 12. 3768 XT. Soest.
Vraag: In mei stond in Trouw, dat de
dichter Clinge Doorenbos was overle
den. Nu heb lk een versje van deze
dichter en daaronder staat onder de
naam C.D. Johannes Pieter Jacobus
Helmich. Wat was nu de echte naam?
Antwoord: De officiële naam is
J.PJ.H. Doorenbos, geboren te Würz-
burg 1884, 9 juni, overleden te Bus-
sum, 13 mei 1978. Zoals u ziet heeft hij
Doorenbos als naam aangehouden en
de daaraan toegevoegde voornaam
Clinge zal wel iets te maken gehad
hebben met zijn instelling. Van zijn
hand verschenen behalve talloze lied
jes en versjes de publicaties: Daar
wordt gebeld (1946) en Zingend door
het leven ('48). Velen hebben een goe
de herinnering aan de avonden, die
hij, ook op hoge leeftijd, boeiend en
gezellig vulde met zijn voordrachten.
Vraag: Wat te doen met mijn wollen
pantalon, waar de vouw niet in wil
blijven.
Antwoord: De narigheid is dat die
wol niet gloeiend heet te persen is. U
gebruikte reeds een stoomstrijkijzer
en een perslap. U zoudt de achterkant
van de vouw licht kunnen apprëte-
ren. Lukt het helemaal niet, dan zou
het laatste middel kunnen zijn de
vouw. ongeveer op de rand. met de
machine te stikken. We veronderstel-*
len dat u uw probleem ook reeds
besproken heeft bij een plissee-in
richting?
Vraag: WIJ willen overgaan op elek
trisch koken en wij zullen dan andere
pannen nodig hebben, maar welke?
Antwoord: In januari "77 heeft de
Consumentenbond de resultaten van
een vergelijkend warenonderzoek op
dit gebied gepubliceerd in nummer 1
van de 25ste jaargang. Liever niet
telefonisch aanvragen. Adres Leegh-
waterplein 26. Den Haag, giro 27874.
De hiergenoemde gids kost voor le
den twee gulden, voor niet-leden
ƒ2.50. Als de gids uitverkocht is,
wordt een fotocopy toegezonden.
Vraag: Mijn grootouders, Gronin
gers, bakten vroeger naet een knieper-
tjes-ijzer verrukkelijke, goudgele wa
feltjes, die opgerold iRerden. We heb-*
ben wel het ijzer, maar niet het
recept.
Antwoord: In het 'boekje Streekre
cepten, uitgave Nederlands Zulvelbu-
reau te Rijswijk (e«n boekje, dat ik al
een hele tijd in mijj i bezit heb en dat
waarschijnlijk uitvt -rkocht of op een
andere manier uitgegeven zal zijn)
komt voor het ree* pt: 500 gr bloem,
500 gr witte basterd. 250 gr roombo
ter, 1 ei, 5 dl watetzakje vanillesui
ker. BIJ de zachte b oter water, suiker,
vanilles en ei voet gen, goed roeren,
dan de gezeefde Moem erdoor, zodat
een glad, dik vloeibaar beslag ont
staat. Het ijze rtje met boter besme
ren en goed heet laten worden. Breng
een theelepeltje beslag in het ijzer en
knijp het 25 teBaa dicht. De inhoud is
dan lichtbruin. IJlt het ijzer nemen en
direct om de l-iouten steel van een
lepel rollen. Deze knijpertjes (oublies)
heten, niet opg erold, ook knljpkoek-
Jes. Gevuld zijn »e ook heerlijk. Maar
zo lekker als vr oeger zijn ze nooit. Er
was in die tijd niet zoveel concurren
tie op dit geblc d en de kinderen wa
ren minder ver wend met snoep. Ook
de entourage a Is vader of grootvader
aan de slag gli ig met zo'n ijzer, ver
hoogde het feef/t. Ik wens u een gezel
lige. nostalgisch»; avond toe.
Vraag: Weet, tem and misschien de
spelregels vair ^et spel Kruis vijven?
Hierbij komen twee dominospelen te
pas.
Antwoord: Wij kennen de spelregels
niet maar gevgn de vraag graag door.
Vraag: Wie kan de schrijver of
schrijfster zijn van het boek „De
groene Grasso?
Antwoord: We geven deze vraag wel
door (onze antwoordbrief kwam nl.
onbestelbaar bij ons terug) en willen
graag ingelicht worden over de
schrijver. Echter bemiddelen we niet
bij het vragen naar en ter beschik
king stellen van boeken.
Vraag: Mijn bleekgeworden Kootcpia-
ten van het elektrisch fornuis wil ik
zo graag weer mooi zwart maken.
Hoe zoudt u dat doen?
Antwoord: Vegen met een vette lap
of met kachelglans (maar dan wel
flink naboenen).
VRAAG: Uit welk werk van Slmone
de Beauvoir is het volgende citaat
afkomstig: Als Je de waarde van een
cultuur wilt vaststellen, moet Je na
gaan hoe er met oudere mensen
wordt omgesprongen." Hopelijk is
deze vraag niet te moeilijk.
ANTWOORD: De moeilijkheid van
een vraag beseft men pas als men
naar de oplossing en het antwoord
zoekt. Een vraag van ons zou kunnen
zijn: waar heeft u dat citaat zelf van
daan gehaald? Als u de schrijver van
dat artikel weet, zou u de vraag aan
deze schrijver kunnen stellen, met
dezelfde opmerking die u van uw
scriptiebegeleider te horen kreeg: ci
teren zonder bronvermelding is niet
wetenschappelijk. Is het niet moge
lijk deze vraag ergens te stellen, dan
zit er niet anders op dan het hele
oeuvre van Slmone de B. er eens op
na te pluizen. Voorwaar geen kleinig
heid. Nu kan het wel iets eenvoudi
ger: uitsluitend die werken ken dat.
zijn er nog een heleboel!) die ln het
Nederlands werden vertaald, want
het is een Nederlands citaat. Die wer
ken schiften op naam van zo'n boek
(ik zou daar dan „de ouderdom" uit
halen). Dan het boek eerst in het
Hollands doorrennen en als het citaat
in de vertaling voorkomt, nagaan in
het Franse origineel hoe het daar
precies in staat Pas dan Is citeren
verantwoord. Als de uitspraak nu
niet in „de ouderdom" voorkomt rus
tig doorgaan. BIJ een vroeger gestelde
dergelijke vraag, waarin het
een gelukkig in het Frans gje\
uitlating van Voltaire,
heel vriendelijk ontvangen
conservatrice in de bibliotl
het Maison Descartes, Inst,
des Pays Bas, Vijzelgracht 2
dam. Hoewel men van nien
en mag verwachten alle uits
kunnen vinden van een schfoi
kasten vol vulde, kregen wij
zeer bruikbare aanwijzing
weet zou u daar ook eens aai
kloppen. U ziet uw vraag is t
lijk, maar wel een uitdaging
gefundeerd op een juist cil i,
een degelijke research tot
einde kan komen. Tot zolas
maar verwerken wat stamt
waarneming!
VRAAG: Is verwarming mc
kend) flesse-gasapparaat
voor de gezondheid?
ANTWOORD: Een goed
en goed werkend apparaat
voldoende ventilatie, de do
noemde narigheden niet
ken, maar als het verslete
goed aangesloten is, kortom
wordt gebruikt, is het level
lijk. Laat het apparaat bij
die ter zake kundig is, conti
indien nodig bijstellen.
VRAAG: Sedert enige
woon ik in een tehuis en heb
mijn rolstoel voor het eers
leven uitzicht op prachtig»
tuurlijk kale, maar toch h<
bomen. Een berkje staat die
raam en het is een komen
van veel kleine vogeltjes, di
en peuzelen aan de groen
Een vogeltje kon ik niet g<
brengen (volgt beschrijvingf'
ANTWOORD: Toch is het,L
een „gewone" vink noemt. I 0
in die vrij dorre omgeving
prachtige vogeltje des te
Aan u is een eenvoudig vot,
wel zeer besteed en bove^1
niet te ingewikkelde voge
hoop. dat Sint Nicolaas zo
mee zal brengen. Zo niet,
fijn dat u zelf nu en dan
gaan winkelen. Hartelijk
uw brief, voor uw mooie S<
zwachtel en voor uw aansp
ik graag wil doorgeven: Tel
ningen.