China zet revolutie op laag pitje is bang voor blank kernwapen Het feilen van de grote roerganger r OERDAG 9 DECEMBER 1978 BUITENLAND TROUWWWARTET 17 jor Johan ten Hove bestaan slechts twee soor- n mensen die nooit fouten aken, dat zijn pasgeboren iby's en doden.'' Zo luidt n uitspraak van de overle- :n leider van de Chinese immunistische partij, Mao »-toeng. Nu, ruim twee jaar zijn dood, heeft het Chine- volk toestemming gekre- n te geloven dat dit ook or Mao zelf gold. de van hogerhand geleide muur- antencampagne van de afgelopen ken wordt de onfeilbaarheid van grote roerganger, die als een god keizer werd vereerd, ter discussie steld. Tevens is er heftige aandrang (geoefend op een openlijk eerher- (l van vice-premier Teng Hsiao- ng, momenteel de machtigste man China en ongetwijfeld een van de nstichters van de campagne. aar het was ook Teng die met epke- welgekozen woorden ervoor zorgde t deze campagne niet uit de hand u lopen. Nu de Chinese Volksrepu- iek zich opmaakt om nog deze eeuw n moderne industriële natie te wor- n, hebben de leiders geen enkele hoefte aan de ontwrichtende en assale hysterie die vroegere cam- gnes kenmerkten. China staat te ringen om geavanceerde technolo- en kapitaal uit het buitenland en leiders zijn zich welbewust dat ilitieke stabiliteit wel het minste is kt buitenlandse geldschieters ver- H tchten. Eenheid, orde, rust en pro zijn de nieuwe leu- in en Mao's „permanente revolutie" a| aat op een bijzonder laag pitje. lK ultus et heeft ruim twee jaar geduurd >or de Chinese leiders het aandurf- n de legendarische leider van de t mmunistische revolutie openlijk nc n te pakken. De cultus rond Mao 3, is zo sterk, zijn ideeën hadden het linese volk zo sterk beïnvloed, dat >e re leider die de Chinese massa's op - n hand wenste te houden zich wel eemaal bedacht voor hij ging tor- n aan Mao's leer en persoon. Zo e' irden ook na zijn dood nog alle m aatregelen en beslissingen omkleed et het aureool van Mao's onfeil- arheid en werd steeds verwezen ar zijn uitspraken, die gelukkig ei or de leiders voor meer interpre et ties vatbaar waren. Ook toen de 1 linese praktijk al lang niet meer in ereenstemming was met de leer n Mao, werden te pas en te onpas verheven gedachten van de onster- r lijke leider aangehaald, ft Twee foto's uit China, geno- men in hetzelfde jaar. Links een muurkrant van april 1976 opgehangen in een fabriek in Kanton. Een soldaat-arbei der houdt Teng Hsiaoping, nadat hij door de radicalen aan de kant is gezet, in een wurgende greep. Rechts is een plakkaat uit Peking, nog geen zes maanden later. Een geweerkolf verplettert de ra dicale leiders, die dan al be kend staan als de „bende van vier". tot dan vrijwel onbekende Hoea Kwo-feng aan als opvolger van Tsjoe En-lai. Teng werd via een campagne voor de tweede keer als „kapitalist" naar de vergetelheid verwezen. De radicalen leken gewonnen te hebben. e (erfelijk iar zijn ideeën bleken sterfelijk en eA huidige Chinese leiders hebben ju in koers uitgezet die haaks staat op at Mao Tse-toeng met het Chinese ilk voorhad. De tijd dat dit openlijk, jewel nog voorzichtig, aan het Chi- lo< se volk wordt meegedeeld,'is aan- 2jj broken. pragmatische leiders die nu in h lina de dienst uitmaken, hebben, al aa >or de dood van Mao, gekozen voor 3r, n moderne industriële ontwikke- ig, waarvoor buitenlandse hulp en kapitaal nodig is. Daarvoor is tevens nodig dat er duizenden Chinese stu denten de wereld ingaan om ervaring op te doen. Dit is niet meer in over eenstemming te brengen met Mao's denkbeelden over „ontwikkeling op eigen kracht" en zijn „permanente revolutie", die ervoor moest zorgen dat de Chinezen zuiver in de leer bleven en waarin het „rood-zijn" be langrijker was dan het „prodpktief- zijn". De Chinezen zullen nog moeten wennen aan de aanwezigheid van bui tenlandse barbaren en aan de moge lijkheid dat van hen iets te leren valt. En tevens aan jonge Chinezen die de westerse cultuur geproefd hebben en misschien met heel andere ideeën te rugkomen. Een openlijke discussie over het denken en de persoon van Mao Tse-toeng is daar hard voor nodig. Seniel meraden zouden door zijn toedoen aan de kant zijn gezet. Verder werd het Chinese welvaarts peil vergeleken met dat van Taiwan en vroeg men zich af waarom de men sen onder „de kliek van Tsjang Kai- sjek" het zoveel beter hadden dan de Chinezen op het vasteland, die ten slotte de revolutie hadden gewonnen. De muurkranten gaven hoog op over kameraad Teng Hsiao-ping en zijn geliefde leermeester Tsjoe En-lai, de op 8 januari 1976 overleden premier. Tussen de regels door werd er kritiek geuit op de huidige premier en partij voorzitter Hoea Kwo-feng, over wiens rol bij het neerslaan van het oproer op het Tien An Men plein (het plein N6Q6riQ van de hemelse vrede) opheldering werd geëist. den zijnde machtswisseling aan de top. Hoea Kwo-feng zou vervangen worden door Teng Hsiao-ping. en een aantal tijdens de Grote Proletarische Culturele Revolutie verguisde leiders zou gerehabiliteerd worden. Dat laat ste is inderdaad gebeurd, maar van vervanging van premier Hoea is (nog) niets gekomen. De kritiek loog er niet om en velen verwachtten de zoveelste massale campagne in China, die in het verle den vaak verschuivingen aan de top inluidden. Maar de huidige pragmati sche leiders zitten alles behalve te wachten op een massale campagne. Half november was het zover. Er ver schenen muurkranten in Peking waarin Mao verweten werd de laatste tien jaar een fascistische dictatuur te hebben geleid. Hij zou aan het eind van zijn leven seniel geworden zijn en teveel hebben geleund op de nu ver guisde „bende van vier" (een groep radicale leiders onder leiding van Ca@rUCht6n Mao's weduwe Tsjiang Tsjing). Hij zou foute beslissingen genomen heb ben en veel goede revolutionaire ka- De muurkranten kregen veel bekijks en buitenlanders verbaasden zich over de openhartigheid waarmee de Chinezen onder elkaar en met buiten staanders in discussie gingen. De muurkranten bleven geruime tijd hangen, hetgeen betekent dat er op zijn minst toestemming van hoger hand gegeven moet zijn. Het duurde riiet lang of er deden geruchten de ronde over een op han- Het is mooi openlijk ideeën van Mao aan de kaak te stellen als die de huidige inspanningen om buitenland se hulp te verkrijgen in de weg staan. Maar het moet niet te gek worden. De leiders hebben geleerd hoe campag nes het economische leven ontwrich ten en de stabiliteit in het land aan tasten. Teng heeft tot twee maal toe aan den lijve ondervonden waartoe een opgezweepte en hysterische mas sa in staat is en tot welk een chaos uit de hand gelopen massale campagnes kunneq leiden. Teng greep in en maakte een eind aan geruchten dat er onenigheid binnen de Chinese leiding bestaat. Vorige week verkondigde hij dat de politieke en economische stabiliteit in China was verzekerd en dat er over China s toekomst geen verschil van mening bestond tussen hem en Hoea Kwo- feng. Hij zou Hoea dan ook niet ver vangen als premier. Teng matigde ook de kritiek op Mao. „Zonder Mao zou China niet zijn wat het nu is. Als Mao fout was. was hij dat maar voor dertig procent. Ikzelf ben in het verleden voor veertig pro cent fout geweest". Uitspraken die de nederigheid en onbelangrijkheid van heer Teng moeten aangeven en daar om juist strategische zetten zijn die zijn ongekende populariteit bij het Chinese volk nog verhogen. Teng sloeg Mao met zijn eigen uitspraken om de oren. „Voorzitter Mao heeft altijd gezegd dat fouten gecorrigeerd dienen te worden, zodra ze ontdekt worden. Welnu, het Tien An Men incident is verkeerd beoordeeld en dat moest natuurlijk rechtgezet worden." Incident Dit incident is van groot belang ge weest voor de huidige bezetting van de belangrijkste posities in de Chine se hiërarchie. Het incident deed zich voor in het begin van april 1976, drie maanden na de dood van premier Tsjoe En-lai. Er werd in die tijd achter de scher men een felle strijd gevoerd tussen gematigden en radicalen om de op- volging'van de overleden premier. De verwachting was dat Teng Hsiao- ping het zou worden, omdat hij sa men met Tsjce En-lai, die hem zelf uit de vergetelheid had teruggehaald, be zig was met plannen om van China een moderne industriële natie te ma ken. Bovendien had Teng tijdens de ziekte van Tsjoe al diens functies waargenomen. De radicalen, onder leiding van Tsjiang Tsjing waren hier fel op tegen. Op 4 april, op de dag dat de Chinezen hun doden herdenken, waren hon derdduizenden mensen bijeen op het Tien An Men plein om kransen te leggen voor hun overleden premier. Het werd een grootscheepse betoging voor Tsjoe En-lai en tevens voor zijn geestverwant Teng Hsiao-ping, het geen de radicale leiders niet welgeval lig was. De volgende dag werden de kransen weggehaald en ontstonden er oploopjes die bloedig uit elkaar geslagen werden. Er vielen doden. Het incident ging de historie in als „contra-revolutionair", aangestookt door Teng. Kort daarop wees Mao de Bende Op .9 september stierf Mao Tse-toeng en moest er ook Voor hem een opvol ger komen. Op 6 oktober kwam het Politburo bij elkaar en gematigden en radicalen vlogen elkaar opnieuw in de haren. De nieuwbakken premier Hoea plaatste toen zijn coup en liet de vier radicale leiders arresteren. Zij gingen de geschiedenis in als de be ruchte „bende van vier", die met te rugwerkende kracht voor allerlei mis standen in de Chinese Volksrepu bliek verantwoordelijk werd gesteld. De campagne tegen Teng werd spoe dig omgezet in een campagne tegen de „bende" en Teng kon zich opma ken voor een nieuwe politieke terug keer. In juli 1977 was dat zover. Sinds die tijd hebben de gematigden hun posities in de Chinese hiërarchie versterkt en nu zijn ze bezig de plan nen van Tsjoe en Teng ten uitvoer te brengen. Zoals verwacht kon worden is het oproer op het plein inmiddels „hoogst revolutionair" verklaard en het neer slaan ervan toegeschreven aan de „bende van vier". Maar tot op heden heeft deze „correctie" geen conse quenties gehad voor leiders die voor het neerslaan ervan verantwoordelijk waren en die nu hoge posten bekle den in het partij- en regeringsappa raat. Wel is de toenmalige burge meester van Peking. Woe Teh van zijn post ontheven, maar hij zit nog steeds in het Politburo, samen met Wang Toeng-hsing, indertijd hoofd van de lijfwacht van Mao en verant woordelijk voor de arrestatie van honderden mensen op het plein. Om nog maar te zwijgen van premier, partijleider en opperbevelhebber van de Chinese strijdkrachten Hoea Kwo- feng, tevens mede-verantwoordelijk voor het neerslaan van het oproer én voor de campagne tegen Teng. Maar. zoals Teng al zei, hij zal Hoea niet als premier vervangen. Over het partij voorzitterschap werd echter niet gerept. oor Hans Masselink uid-Afrika kan gerekend orden tot de club van kern- logendheden. Het door een lank minderheidsbewind ge geerde land kan, als de ood hoog is, naar kernwa- utfens grijpen. herhaling wijzen hoge Zuidafri- aanse kringen erop dat de kernener- e alleen voor „vreedzame" doelein- c en wordt gebruikt. Maar er duiken Dk andere geluiden op. Zo zei vorig lar minister van financiën, Owen ^rwoord. dat Zuid-Afrika zijn ken- op nucleair gebied kan gebruiken »r militaire doeleinden als het dat i willen. En de onlangs afgetreden linister van plurale zaken. Connie ülder. liet zich in 1975 na de kwestie ngola ontvallen: „We zullen hande- n. of het nu een derde wereldoorlog iel trzoorzaakt is niet onze zaak". Een lef ltspraak die er niet om liegt. ferdrag uid-Afrika heeft het verdrag tegen 9 erspreiding van kernwapens (het on-proliferatieverdrag) nog niet wil- ii ondertekenen. Voor de Verenigde e) taten was dit vorige maand reden - Zuid-Afrika geen verrijkt urani- r~ meer te leveren. Pretoria vindt 'e et verdrag niet zo van belang, omdat vei et niet heeft kunnen „verhinderen at sedert de instelling van het ge- eeltelijke proefnemingsverbod in l f *3 ni t minder dan 593 kernproe- en zijn genomen door landen die al »er kernbommen beschikken." Een n ndere veelgehoorde interpretatie is, to at Zuid-Afrika gewoon liever geen ottekijkers in huis wil hebben. te oppositie in het Zuidafrikaanse j( arlement vindt ondertekening van et non-proliferatieverdrag wel nood- "■kelijk, omdat het een besparing i betekenen van miljarden rands Ippositiewoordvoerder Derrick de De kerncen trale in Pe- lindaba. Hier wordt een kobalt- bron ge bruikt om de energie voor com merciële doeleinden op te wekken. Villiers: „De kosten worden veel te hoog als we langs andere weg aan nucleaire brandstof voor de reactoren in Koeberg moeten zien te komen De Amerikaanse weigering zet in Zuid- Afrika geen zoden aan de dijk. Dr A. J. A. Roux, president van de Zuidafri kaanse Raad voor Atoomenergie, zag er geen gevaar in en noemde het niet van belang voor de bouw van de gigantische kernreactoren in Koeberg. Achilleshiel Grote zorgen maakt zich de Britse directeur van het Internationale In stituut voor Vredesonderzoek <SI- PRI) in Stockholm, dr Frank Barna- bay. Hij noemt de kembrandstof de „achilleshiel" van de westerse rela ties met Zuid-Afrika. Barnaby ver oordeelt de westerse samenwerking met Zuid-Afrika op het gebied van kernenergie. Als de westerse landen doorgaan, riskeren zij hun invloed te verliezen in de zwarte Afrikaanse lan den, zo is zijn mening. De Verenigde Staten zijn het daar kennelijk mee eens. in november staakte Washing ton de levering van verrijkt uranium aan Zuid-Afrika om de wankele rela tie met enkele zwarte Afrikaanse lan den geen afbreuk te doen. Proeven Eind 1977 beschuldigden Amerika. Rusland en Frankrijk het bewind in Pretoria ervan installaties te bouwen voor proefnemingen met atoombom men. Op 3 juli vloog de Kosmos 922, een Russische spionagesatelliet bo ven de Kalahariwoestijn. Geen wolk je was er aan de lucht, maar de foto's waren voor de Russen reden genoeg om een nieuwe satelliet, de Kosmos 932, met een betere uitrusting de ruimte in te schieten. Vier dagen later sloegen de Russen groot alarm en waarschuwden zij Amerika dat er een Zuidafrikaanse nucleaire test op han den was. De Amerikanen schrokken niet. Hun Big Bird 1977-56A had per slot van rekening al vier maal boven de Kala hariwoestijn gevlogen in diezelfde ju limaand. De waarnemingen waren duidelijk. De zon stond laag en de schaduwen van de objecten in de woestijn lang. De toren gebouwd voor de atoomproeven leek op een duim. Nerveus geworden door de alarme rende berichten eiste de Veiligheids raad van de Verenigde Naties in no vember 1977, dat „alle staten moeten afzien van samenwerking met Zuid- Afrika bij de vervaardiging en ont wikkeling van kernwapens." Dr Bar naby van het SIPRI noemde dit de put dempen nadat het kalf verdron ken was. Hij gaf de schuld aan de Verenigde Staten, West- Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk, om dat zij per slot van rekening al vijf tien jaar lang Zuid-Afrika in staat hadden gesteld om kernwapens te produceren. Hulp "pr Roux van de Zuidafrikaanse Raad voor Atoomenergie bedankte in okto ber 1976 al voor de „training en hulp die zo vriendelijk was verleend door de Verenigde Staten in de beginjaren van ons nucleair programma." In 1957 tekenden Zuid-Afrika en de Verenigde Staten (Elsenhower was toen president) een overeenkomst over het vreedzaam gebruik van kernenergie Dit leidde tot de bouw van de SAFARI 1. een reactor in Pelindaba, twintig kilometer buiten Pretoria De brandstof voor deze proefreactor is verrijkt uranium, ook geschikt voor het fabriceren van kernwapens. De Verenigde Staten hebben Zuid-Afrika voorzien van meer dan honderd kilo van dit spul (na 1974 25 kilo), genoeg voor de ver vaardiging van tien atoombommen. De reactor kan in theorie iedere drie jaar een bom van twintig kiloton pro duceren. Zuid-Afrika is zeker in staat om zelf voor het benodigde verrijkte uranium te zorgen. De techniek daarvoor heb ben ze van de Westduitsers geleerd. Hun eigen variant, een „nieuw en uniek proces", wordt sedert vorig Jaar toegepast in de verrijkingsfabriek in Valindaba Maar Zuid-Afrika zegt voorlopig voor zijn verrijkt uranium afhankelijk te zijn van het buitenland, omdat de fabriek in Valindaba zeker niet voor de tweede helft van de jaren tachtig kan draaien. De Westduitse maat schappij STEAG, die met de Zuid- afrikanen heeft samengewerkt en waarin de Duitse overheid een meer derheidsbelang heeft, verklaart dat de uitlevering van kennis niet gevaar lijk was. omdat Zuid-Afrika pas „,op zijn vroegst in 1995" een atoombom zou kunnen fabriceren. Zuid-Afrika gebruikt zijn uranium, dat in grote hoeveelheden in de bo dem aanwezig is, voornamelijk voor commerciële doeleinden. Het is voor het land een uiterst belangrijke in komstenbron en zal nog meer op leve ren wanneer het uranium kant en klaar, dus verrijkt, aan de klanten geleverd kan worden. Daarom is Zuid-Afrika drastisch aan het uitbrei den en bouwt, met hulp van Frank rijk, twee enorme kernreactoren in Koeberg, zo'n dertig kilometer van Kaapstad. De eerste zal klaar zijn in 1982 en kan 400 kilo plutonium per jaar maken. Pretoria is zeer trots op dit bouwwerk. Het voorlichtingsblad SA-Digest noemt het „iets bijzon ders". De reactoren kunnen aardbe vingen, overstromingen en luchtaan vallen weerstaan. ■De Westduitse regering wil niet toe geven dat men Zuid-Afrika in het zadel geholpen heeft. In een brochure van het ministerie van buitenlandse zaken wordt elke samenwerking ont kend. „Hier zijn geen vrienden van Afrika aan het werk, maar krachten die proberen het Oost-West-conflici naar Afrika over te brengen", luidt het commentaar van Bonn op de be schuldiging van de Westduitse Anti apartheidsbeweging. Op een congrei in Bonn vorige maand werd de rege ring van de Bondsrepubliek ernsti* bekritiseerd vanwege haar samen werking met Zuid-Afrika op het ge bied van kernenergie. De groepering kreeg direct bijval van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE). Afrika maakt zich inderdaad grot* zorgen over de nucleaire mogelljkhe den van Zuid-Afrika. Het Westen is Ir Afrikaanse ogen zeer gebonden aar Zuid-Afrika en kan zelfs gechanteerc worden op beslissende momenten. D< Afrikaanse landen achten Zuid-Afri ka tot alles in staat. Uitspraken var de president van de Raad vooi Atoomenergie, dr Roux, als „Ons pro gramma is vreedzaam, totdat de rege ring anders beslist," nemen dezi vrees bepaald niet weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 17