mee
leren leven?
gareel
in het
Herrieschoppers
da
VA(*RDAG 2 OECEMBEFW978
e pagina is samengesteld door Chris Bruijnius en Hans Schmit (tekst)
IS Oeter Dekkers (vormgeving).
rder
ten
gelsen die graag in hun pubs
naar het dartbord gooien. De
onbekende werper beheerste
dat spel gelukkig niet, want
de pijl miste de doelman voor
wie deze bestemd was.
Maar het blijft niet alleen bij
het naar het leven staan van
de mensen op het veld. Wat in
Engeland en Schotland is be
gonnen, manifesteert zich nu
ook op het continent. Op weg
naar en van het stadion
wordt een spoor van vernie
lingen achtergelaten: treinen
worden gesloopt, winkelrui
ten Ingeslagen, terwijl in het
stadion zelf met behulp van
fietskettingen en wurgstok-
jes de „vijandelijke" suppor
ters te lijf worden gegaan. Bij
voetbal kunnen de emoties
hoog oplopen, maar dergelij
ke praktijken zijn de „traditi
onele supporter" toch
vreemd. Hij wil nog wel eens
opveren en zich op luide wijze
van een vocabulaire bedienen
dat zijn collega's aan de lo
pende gloeilampen-band op
een doordeweekse dag nog
nooit uit zijn mond hebben
vernomen. Maar daar blijft
het bij.
Maar wie zijn dan degenen
die de rellen trappen? Socio
logen en mensen die verstand
van dit soort zaken hebben,
laten van tijd tot tijd in diver
se publikaties hun licht over
deze vraag schijnen. Het vol
gende globale beeld ontstaat
dan: jongeren van dertien tot
vijfentwintig jaar, vaak af
komstig uit lagere sociale mi
lieus, die een bestaansprikkel
missen, die extra kansarm
zijn en die compensatie zoe
ken voor een weinig interes
sant bestaan.
Echte supporters, dat wil zeg
gen mensen die hun club
steunen, zijn de relschoppers
niet. Bij de berechting van
een aantal jongeren dat zich
bij FC Utrecht te buiten was
gegaan (september 1977),
bleek dat sommigen niet eens
wisten welke plaats de club
op de ranglijst innam. Hun
gedrag kan de club ernstig
(financieel) schaden, bijvoor
beeld door de straffen die de
Nederlandse of Europese
voetbalbond kan opleggen,
zoals het spelen zonder pu
bliek of in een buiten de eigen
stad gelegen stadion. Recent
slachtoffer van de eigen „sup
porters" is Feyenoord: de uit
schakeling in het nationale
bekertoernooi was indirect
het gevolg van een bal die op
het veld werd geworpen op
het moment dat Feyenoord
ging scoren een doelpunt
dat derhalve niet telde.
Dat er de laatste jaren sprake
is van een uitbarsting van ge
welddadigheden, valt niet te
ontkennen. Een enkel cijfer:
in het seizoen 1974-1975 wa
ren er vier gevallen van wan
ordelijkheden in de trein;
twee seizoenen later waren
dat er reeds 34. NS heeft aan
het begin van dit seizoen la
ten weten harder tegen voet
balvandalisme te zullen op
treden. Een projectgroep (on
der voorzitterschap van de
Amsterdamse procureur-ge
neraal mr. J.F. Hartsuiker)
liet in september 1977 in een
rapport aan het ministerie
van justitie weten dat aard en
omvang van het voetbal-van-
dalisme zodanig zijn, dat snel
en doortastend moet worden
opgetreden zonder echter té
hard op te treden, omdat dat
de agressie juist in de hand
zal werken.
Het met zachte hand beteu
gelen van het vandalisme is
minder gemakkelijk dan het
lijkt, ook al omdat er weinig
onderzoek is dat duidelijk
heid verschaft over waarom
nu precies een (meestal vrij
kleine) groep tot dit vandalis
me overgaat. De Engelse re
gering heeft dit voorjaar drie
honderdduizend gulden uit
getrokken voor een dergelijk
onderzoek. In Schotland
werd vorig jaar het drankge
bruik als de grote boosdoener
aangewezen: houdt de alco
holhoudende drank buiten de
hekken. De projectgroep-
Hartsuiker vond echter geen
duidelijke aanwijzingen voor
overmatig alcoholgebruik on
der de herriemakers.
Een andere vraag waar de
meningen over uiteenlopen is
die naar de verhouding tus
sen wat op het veld en wat op
de tribunes gebeurt. Eén van
degenen die een duidelijk
verband ziet tussen de agres
siviteit op het veld (in voet
balkringen heet dat professi
oneel. zoals het neerleggen
van een doorgebroken tegen
stander) en de gewelddadig
heid op de tribunes, is de soci
aal psycholoog Cees Ekkers,
die hierover in 1972 samen
met de criminoloog G.P.
Hoefnagels een boekje
schreef („Agressie en straf op
het voetbalveld"). Het ver
haal komt er in het kort op
neer dat het publiek wordt
geconfronteerd met een spel
dat voor een groot deel be
staat uit gewelddadige han
delingen, waartoe spelers on
der het mom van professiona
liteit en „voetbal-is-oorlog"
verhalen worden aangezet.
En de misdaad loont, zodat
deze steeds weer de moeite
van het overwegen waard is.
Het gevolg: geweld wordt een
vast onderdeel, de bezoeker
gaat het verwachten, aan
vaardt het gemakkelijker,
terwijl bovendien een catego
rie mensen wordt aangetrok
ken die uit is op geweld. De
oplossing ligt in aantrekkelij
ker voetbal zonder geweld, in
meer voetbalvrijheid en di
recte effectieve bestraffing
indien toch geweld wordt ge
bruikt. Daarbij komt, aldus
Ekkers, dat agressie die be
straft wordt, minder agressie
op de tribunes teweeg brengt
dan agressie die niet bestraft
of zelfs beloond wordt. Con
clusie: verander de spelre
gels, zorg dat geweld niet
meer loont. Ekkers en Hoef
nagels dragen hiertoe een
groot aantal suggesties aan,
zoals het invoeren van een
strafbankje.
Het voetbal is de afgelopen
jaren alleen maar harder en
agressiever geworden, het is
nog steeds een oorlog die nu
ook overslaat naar de tribu
nes en de treinen. Van alle
kanten worden suggesties
aangedragen om tot indam
ming te komen: scheiding
van supporters, geen bierver
koop, meer zitplaatsen, het
inzetten van speciale orde
diensten (zoals bij popconcer
ten), een snelle berechting
(zoals vorige maand in Am
sterdam ook gebeurde), een
goed contact met de politie.
Zonder twijfel nuttige maat
regelen, maar het voetbal zelf
blijft buiten discussie, Zes
jaar geleden zei prof. Hoefna
gels in een vraaggesprek met
Trouw dat het voetbal snel
zal moeten kiezen voor ge
weldloosheid en aantrekke
lijkheid: „anders wordt 't het
slachtoffer van het sneeuw
baleffect naar op rellen be
lust publiek." Niet alleen het
gedrag van een weliswaar
klein deel van de toeschou
wers maar ook het afnemend
aantal belangstellenden lijkt
zijn verwachting van toen te
onderstrepen.
Wanneer de witgehelm-
den, de lat in de aan
slag, in slagorde opruk
ken, is er nauwelijks
nog iemand die kijkt
naar de tweeëntwintig
man voor wie men ge
komen is. Op de hoger
gelegen zitplaatsen
staat bijna iedereen op
om beter te kunnen
zien hoe beneden een
deel van de staantribu-
ne wordt schoonge
veegd. Een enkeling die
n zijn tien of vijftien gul-
in. den ergens anders voor
bnl heeft neergeteld, roept
ïrir geërgerd: Zitten! Hij
wil zien hoe het afloopt
e met de hoekschop die
genomen gaat worden.
Maar er wordt niet naar
hem geluisterd en het is
onwaarschijnlijk dat
we hem over veertien
dagen terug zullen zien.
I Een tafereel als dit valt in de
Nederlandse voetbalstadions
1 in toenemende mate te aan
schouwen. De mobiele een
heid is sinds korte tijd niet
meer weg te denken uit het
betaald voetbal en de politie,
de spoorwegen en de voetbal-
leiders kunnen niets anders
concluderen dan dat het van
dalisme rondom de velden
oprukt. Nu dateert agressivi
teit in de voetbalstadions
niet van vandaag of gisteren:
jaren terug al moest worden
besloten hekken te plaatsen
rondom de velden waar de
betaalde voetballers acteren.
Wat echter vooral de laatste
tijd aanleiding tot ernstige
verontrusting geeft, is de toe
nemende gewelddadigheid.
Toen het gooien met voorwer
pen zich nog beperkte tot clo
setrollen, was er sprake van
niet meer dan enig ongerief.
Maar het gooi- en smijtassor-
timent is inmiddels uitge
breid met voorwerpen die ge
vaarlijk zijn voor spelers, ar
biters en medepubliek. In sta
dions wordt gegooid met
vuurwerk, bierblikjes, kop
spijkers, volle plastic bierfles
sen. stenen en, zoals dit sei
zoen voor het eerst is gesigna
leerd, kapotte bierglazen. Het
laatste nieuwtje was een
vlijmscherpe pijl zoals de En-
paard die, als op de renbaan
Duindigt, voor de tribune
langs stormden toen zich
daar lichte ongeregeldheden
voordeden. Pots: „Wat de kit
toen flikte, kon natuurlijk
niet Wij van Hague City heb
ben kleine kinderen die bij
het hek speelden vlak voor de
paarden weggegrist. Een vijf
jarig Jongetje werd toch on
der de voet gelopen. Toen de
vader zich woedend bij een
paar agenten ging beklagen,
kon hij een pak slaag
krijgen".
..Na die wedstrijd hebben wij
aan FC Den Haag een aantal
maatregelen voorgesteld. Zo
als het aanbrengen van meer
hekken, waardoor de noord-
tribune in drie vakken ver
deeld zou worden; het ge
scheiden houden van de ver
schillende supportersgroepen
en een goede fouillering. Uitr
gerekend de politieman in
het bestuur van FC Den Haag
negeerde onze voorstellen".
Sindsdien doen zich bij bijna
elke thuiswedstrijd van FC
Den Haag kleine incidentjes
voor tussen Hague City-aan
hangers en de mobiele een
heid van de Haagse pollUe.
De door FC Den Haag ge
huurde ordedienst houdt zich
veelal opvallend afzijdig.
Pots: „Waar die rotzooi van
daan komt? Ach. Je weet hoe
dat gaat. De één wil voor de
ander niet onder doen. Als de
politie zegt: loop eens door,
gaan ze extra langzaam lo
pen. Als het fout dreigt te
gaan, kunnen wij er als be
stuur van Hague City tusaen-
springen. Dat lukt negen van
de tien keer. Rotzooi komt
vooral uit grootdoenerij. Op
onze oprichtingsvergadering
vroeg Aad Mansveld ons
waar al die troep nou voor
nodig was. Het werd opeens
stil, niemand deed zijn mond
meer open".
over hun wangedrag. Achten
veertig vandalen gingen op
de uitnodiging in. Bij het ge
sprek waren spelers van FC
Den Haag, politie en verte
genwoordigers van de ge
meente. Hague City's (waar
nemend) secretaris Maron
Pots: „Mede door de aanwe
zigheid van de spelers verliep
het gesprek zo gunstig dat we
besloten Hague City op te
richten. Iedereen was er in
eens van overtuigd dat nega
tieve supporting afbraak van
de club en het betaalde voet
bal kon betekenen. Binnen
enkele weken hadden we
tweehonderd aanmeldingen.
Daar zijn er nu nog honderd
vijftig van over, met een har
de kern van tachtig man".
Iedere vrijdag komen de le
den bijeen in het sport- en
recreatiecentrum De Houtza
gerij in de Haagse Schilders
wijk. Pots: „Onze leden ko
men uit alle lagen van de be
volking. Veel jongens hebben
problemen op hun werk of
met de Justitie. Die willen we
opvangen. Als je eikaars ach
tergronden kent, krijg je ook
minder gauw rotzooi door
misverstanden. Je weet dan
wat wel en wat geen geintje
is".
Na de oprichting trad Hague
City in overleg met politie en
spoorwegrecherche. De con
tacten verliepen zo goed, dat
de vernielingen in de treinen
sterk afnamen. Er werd ge
reisd in vooraf aangewezen
coupé's, gescheiden van de
„normale" passagiers. De
Haagse hoofdinspecteur De
Graaf nam contact op met de
politie van plaatsen waar uit
wedstrijden heen voerden.
Om aankomst, sterkte en de
beste aanpak van de rumoeri
ge Hagenaars door te geven.
Pots: „Rotzooi komt eigen
willen, bijvoorbeeld door het
spelen van voorwedstrijden".
Hague City floreert, al kan de
Haagse supportersvereniging
niet worden vergeleken met
de goed georganiseerde aan
hang van PSV of PEC Zwolle.
Pots: „Bij die clubs worden
klaverjas- en bingo-avonden
georganiseerd. Daar hoef je
bij ons niet mee aan te ko
men. Als je een koperen pot
als hoofdprijs zou geven, ligt
die gegarandeerd aan het
eind van de avond vol deuken
ergens onder een geparkeer
de auto".
Vanwege het ruige ledenbe
stand is Hague City ook niet
welkom bij de landelijke fe
deratie van supportersvereni
gingen. Pots: „Wij mogen
geen lid worden omdat wij de
zaak niet lief genoeg aanpak
ken. Wij haalden de grootste
herrieschoppers binnen, die
er juist bij andere verenigin
gen uit geschopt zouden wor
den. Maar door ze er bij te
halen, kun je met ze praten
en ze beïnvloeden, groeit er
ook een band tussen de jon
gens. Die jongens krijgen ook
meer verantwoordelijkheids
gevoel. Vroeger interesseerde
het niemand ook maar ene
moer als een hek in ons stadi
on werd opengesneden. Het
kost je club even goed wel
drieduizend gulden - en dat
weten ze nu".
Naast alle lofwaardige pogin
gen het geweld binnen de per
ken te houden, kan er toch
binnen het bestuur van Ha
gue City een zekere twees
lachtigheid worden opge
merkt. Voorzitter Ron Beck:
„Ik denk dat ik de meest ge
arresteerde supporter in Den
Haag ben, ik ken heel wat
politiebureaus. In Deventer is
het trouwens zo slecht nog
niet, daar krijg je 's morgens
gebakken eieren in de cel".
Veroordeeld tot gevangenis
straf is hij niet, maar hij heeft
wel een groot aantal boetes
gekregen, waarvan de hoog
ste 550 gulden was. Verder
wordt door zowel Maron Pots
als Ronnie Beck niet geheel
zonder trots herinnerd
aan het feit dat het record
aan arrestaties na de vernie
ling van een treingedeelte on
bedreigd in Haagse handen
is. De voorzitter is, in tegen
stelling echter tot de waarne
mend secretaris, voorts van
mening dat de lage toeschou
wersaantallen op de Neder
landse velden weinig met het
vandalisme te maken heb
ben. Eerder de toegangsprij
zen. Beek: „Toen FC Den
Haag vorig jaar in degrada
tiegevaar de wedstrijd tegen
Vitesse gratis liet bezoeken,
zaten er ineens 16.000 man".
Todh zijn volgens Maron Pots
saamhorigheid en gezellig
heid de voornaamste drijfve
ren om in grote getale uitwed
strijden tot diep in het land te
bezoeken. Pots: „Naar uit
wedstrijden gaan we meestal
met een man of honderd. De
uitslag van een wedstrijd is
eigenlijk niet zo belangrijk
We willen een beetje lol heb
ben. Volendam is het leukst
BIJ het station in Amsterdam
staan al gratis bussen, die je
naar het stadion in Volendam
brengen. En de kit is vriende
lijk, maakt een geintje als Je
het dorp binnenkomt. Ze pro
voceren niet. Als je dan latei
in het stadion tegenover el
kaar staat, is het toch anders
In Volendam hebben we nog
eens een weddenschap afge
sloten, van: als we winnen,
duiken we de haven in. We
kwamen met 1—0 voor en
Ron zei: geen zorgen, het kan
nog gelijk worden. Maar dat
werd het niet. dus toen zijn
wij maar de haven ingedo
ken. Toen we eruit kwamen,
stonden er allemaal Volen-
dammers te wachten. Met
broodjes paling".
Mag er bij de uitwedstrijden
weinig meer vernomen wor
den van agressieve Haagse
daden, de thuiswedstrijden
worden er niet rustiger op. De
relatie van Hague City met
het bestuur van haar favorie
te club en de Haagse politie is
danig bekoeld sinds het poli
tieoptreden bij de thuiswed
strijd tegen Feyenoord, begin
dit seizoen. Sterk de aan
dacht trokken tijdens die
wedstrijd twee agenten te
„Hague City" heet de
supportersvereniging
van FC Den Haag. Uit
nood geboren en na
drukkelijk aanwezig.
Herrieschoppers in het
gareel. Onder het mot
to: gezelligheid kent
wel eens een knokpar
tij, maar hou 't in de
hand. Opgericht uit de
raddraaiers van het eer
ste uur. Dat was in
1976, toen de „Engelse
ziekte" Vat kreeg op de
Nederlandse suppor
ters en de vechtpartijen
en de sloop van treinen
grootscheeps werden
aangepakt. In verniel
zuchtige acties staken
de aanhangers van FC
Utrecht en FC Den
Haag elkaar naar de
kroon, afgunstig beke
ken door die van Feye
noord en Ajax. Jongens
uit de vier grote steden.
Toevallig?
Directe aanleiding tot de op
richting van Hague City wa
ren twee klappers in decem
ber 1976 en januari 1977. Voor
de ogen van verbijsterde me
depassagiers werden toen op
de terugweg van de uitwed
strijden tegen resp. Sparta en
Haarlem hele treincomparti
menten „gerestaureerd". Met
ijzeren staven, messen en
fietskettingen rijp gemaakt
voor de sloop of het spoor
wegmuseum. Het recordaan
tal van 118 arrestaties viel.
Via de geluidsinstallatie riep
het bestuur van FC Den Haag
bij de eerstvolgende thuis
wedstrijd de betrokken sup
porters op voor een gesprek
lijk alleen voort uit verkeerd
contact, communicatiestoor
nissen. Net zoals een tijdje
terug in Nijmegen. De Graaf
had ons een briefje meegege
ven voor de kit (politie, red.)
daar. Toen we het aan de be
treffende figuur probeerden
te geven, pakte een ander het
af. Dat was onze zaak niet,
vond ie. Omringd door over
valwagens zijn we toen naar
het stadion gevoerd. De ge
vaarlijkste plaatsen wat de
kit betreft zijn Breda, Deven
ter en Haarlem. Daar ram
men ze er gelijk op los. Min
der last heb je in Amsterdam.
Rotterdam en Utrecht, maar
daar kan je weer, als je niet
oppast, met de jongens van
de tegenpartij op de vuist.
Eigenlijk zouden we best be
ter contact met die Jongens