'Geen volksgericht, maar recht' Tekening van een lezer in - Commentaar Van Agt zoekt steun e^Sl italiaanse post neemt de tijd IIS 7UW SOftrieste zaak sa Voormalig verzet wil opening dossiers gezagsdragers d van Aantjes ige ie jf olePë ni onheil Monster tegen dolfijnen discriminatie slapeloos muis !DAG 15 NOVEMBER 1978 BINNENLAND TROUW/KWARTETRH S 5 itei risteravond door de beant- van de vragen uit de Kamer, de mededelingen lici en de publikatie van de rteb* eling uit 1967 tussen Berg- l in b Aantjes een indrukwek- P Wii< hoeveelheid aanvullende i over ons uitgestort. pop Davi| we beginnen met vast te :onneqdat er ook nu nog .aller- iakt i js van een volledig tel°de ,aar r^gelijk ook constate- de nu bekend geworden k het beeld voor Aantjes ;avondj njet ongustiger maken. Mtp ons een lief ding waard in Ni| zijn als de officiële be- muzie ng in de vorm van Kamer- 72dh 2van bet be&in a* aan een verbrokkeld beeld zou ;pil va opgeleverd. In dat geval hoofd >etrokkene meer recht ge- 1 en de discussie zou een mïÏi emotioneel verloop heb- ook pd. Er zijn in de afgelopen iar-ho^or een onzorgvuldig optre de regering en de onder jr de l ïrantwoordelijkheid wer- de bi jksambtenaren zoveel ern- en landen in de zielen en repu- dat i mensen aangebracht, dat 'n'en8 'cens waarschijnlijk nog ist Rty'misschien wel altijd link s - zullen blijven, terwijl dat 10516i niet nodig was. voor] b >ep. ei jkstefemeer reden deze verant- ïL jkheid met zoveel nadruk tellen, omdat het kabinet eens het gisteren gepubli- ntwoord met een wat al te drljvi lijke en lichtvoetige argu- legroq van zijn verantwoorde- Men «Probeert te onldoen- iargea TaCl^l ^omt bet eroP neer> dat olo'sfcPtwoordehjke bewindslie- compfiet bewustzijn van de on- paarzéeid van het door haar te n«B*n rapport, geen weer- dsvarfbben kunnen bieden aan of <tej die op hen werd uitgeoe- üwn.Jör twee opgewonden en mogen aannemen zonder ir de doofpot bevreesde :naren-onderzoekers en ,|ld van de zaak-Aantjes is inri» et de nu bekend gewor- |evens nog allerminst am maar toch willen wij even pgaan op de hierboven ge- aorlopige conclusie, dat i0| lekend geworden materiaal [ontlastend dan belastend t Aantjes. door een dagblad, dat over enkele gegevens beschikte. Het is spijtig te moeten concluderen, dat de be trokken bewindslieden tegen een dergelijke gang van zaken niet op gewassen blijken te zijn. Het moet de ministers ook daar om kwalijk genomen worden, om dat zich in het verleden een soort gelijke zaak heeft voorgedaan, na melijk bij het onderzoek in de zaak-Weinreb. Het mag waar zijn, dat de conclusies uit het toen on dernomen onderzoek politiek en emotioneel heel wat minder draag wijdte zouden hebben (hoewel ze de betrokkene natuurlijk ook zwaar zouden kunnen treffen), maar voor de rest zijn de overeen komsten frappant. Er is één essen tieel onderscheid: de toen verant-. woordelijke bewindslieden (en de onderzoekers, dat moet erbij ge zegd worden) hebben heel wat koelbloediger en daardoor ook za kelijk en menselijk correcter gere ageerd, toen dwars door dat on derzoek heen een dagblad de voor naamste conclusies uit een tussen rapport publiceerde Desondanks, werd met een souvereine mi nachting van deze verwikkeling, besloten het onderzoek on verkort en zonder tussentijds com mentaar voort te zetten. Dat heeft geresulteerd in een indrukwek kend rapport, waarvan je alleen maar kan hopen dat er nog eens zo'n gedegen werkstuk over de zaak-Aantjes komt. Dat Weinreb- rapport is indertijd terecht en net als het voorlopige rapport- Aantjes zonder commentaar van de regering, maar verder ook zonder poespas van de zijde van de samenstellers aan de Kamer aan geboden. Er is uit dit alles eigenlijk maar één conclusie mogelijk: de rege ring is in paniek geraakt zelfs zodanig dat pas op het allerlaatste nippertje de voorzitter van het par lement werd ingelicht, terwijl het toch om een zaak ging die hem en de hele Kamer in hoge mate aan ging. Een trieste zaak. van Aantjes aan Berghuis het beeld dat Aantjes zelf nzan>- in interviews en ook in 'n bee rsconferentie van vorige orbth 'nsda8 heeft opgeroe- gezuifnicuw moet worden vast- l Hij flat dit verhaal allerminst in ihn met de door De Jong/Van ietkn uw Be8even fe»ten' maar r, ma) e verhalen juist op elkaar t ijs lienen te worden om er op jk w|ier achter te komen wat er iuicl k gebeurd is. rt m n dit teds is ook de vraag onbe- trokJffd of Aantjes nu daadwer- detil na aanme'ding ilgem 's van de SS- Het ant- :ijn zop die vraag is niet belang en njde smet op die aanmelding uchteP te nemen' maar wel voor erin door Huib Goudriaan DEN HAAG In kringen van het voormalig verzet klemt de vraag welke politici het verleden van mr Aantjes hebben toegedekt. Verontrusting over de zuiverheid van ons politieke systeem en de toekomst van de parlementaire democratie, brengt twee voormannen van het voormalig verzet tot de uitspraak dat het oorlogsverleden van publieke figuren moet worden onderzocht. Hans Teengs Gerritsen, voorzitter van het Centraal Orgaan Verzets- en Vervolgingsslachtoffers: „Om te voorkomen dat er ooit weer zoiets gebeurt als de zaak- Aantjes zullen de dossiers van politici en gezagsdragers moeten worden geopend". De Amsterdammer S. Korper, voor zitter van het Verenigd Verzet en van het Herdenkingscomité Februarista king, voegt hieraan toe: „De algeme ne opvatting van het publiek is dat de kleintjes worden gepakt en de groten worden gedekt; deze opvatting tast de parlementaire democratie aan. Be langrijk is ook dat de vaste Kamer commissie voor de zaak-Aantjes dr De Jong hoort. Hij heeft daar recht op". In ons gesprek onderstrepen beide oud-verzetsmensen, dat de discussie van de laatste dagen over presentatie en inhoud van het rapport over Aan tjes de aandacht afleidt van de essen tie van de zaak: „Mr Aantjes, een vooraanstaand politicus, kon worden gecharteerd op grond van zijn verleden,had daarom nooit politicus moeten worden. Ais er iets te verwijten valt, moet er geen verwijt worden gericht aan dr De Jong, maar aan de voor de loopbaan van Aantjes verantwoorde lijke politici, die hiervan moeten heb ben geweten. Hierbij komt stellig niet alleen de houding van de vroegere ARP-top in het geding, maar ook van anderen". Als u spreekt over opening van „dos siers", waarop doelt u dan precies? „De MilitaireInlichtingendienst heeft dossiers, de BVD heeft dossiers en het Rijksinstituut voor Oorlogsdo cumentatie beschikt over een schat ,van gegevens. Dr De Jong moet bij voorbeeld de kans krijgen zijn kennis op dit gebied te spuien om opening van zaken te kunnen krijgen. De ge gevens over het gedrag van politici en gezagsdragers Kamerleden, minis ters, burgemeesters en commissaris sen van dè Koningin moeten be kend worden. Daarbij is men natuur lijk gebonden aan een bepaalde leef tijdsgroep". Kan dit niet leiden tot een heksen jacht? En het lijkt me dat het nogal een klus kan worden. „Het belangrijkste fenomeen van de zaak-Aantjes is, dat hu weer blijkt dat de na-oorlogse zuivering niet goed is afgerond. Wij, mensen van het verzet, dachten na de oorlog invloed te zullen krijgen op de totstandko ming van een nieuwe maatschappij, maar die verwachting is nooit geho noreerd. Dat kwam doordat wij weer moesten gaan werken; de oude top greep toen de kans om de dingen uit te vlakken, die in onze ogen fout waren. Het is nu natuurlijk de vraag of nu we alles open moeten gooien, of dat het stukje bij beetje gebeurt en verder moet worden gewacht tot een komende generatie de dossiers kan openen. Moet je het nu doen of moet je wachten tot de nu nog levende generatie, die bewust de oorlog mee maakte, geheel weg is? En als nu d* dossiers worden geopend hoever moeten we dan gaan? Op deze vragen hebben we nog geen bevredigend ant woord. Wat betreft uw vraag: een heksenjacht kan worden voorkomen als een onderzoek duidelijk beperkt wordt tot gezagsdragers in het alge meen en Kamerleden. Het Rijksinsti tuut voor Oorlogsdocumentatie moet dan maar mensen aantrekken om de klus op te knappen". „Het verzet heeft direct na de oorlog overigens nooit een Bijltjesdag ge wild. De haren van meisjes, die met Duitsers waren omgegaan, werden af geknipt; dat soort zaken gebeurde wel. Maar dat is niet door verzets mensen gedaan. We wilden geen volksgericht, maar recht". Een argument dat ervoor pleit nu de dossiers te openen is dat mr Van Heijningen, de man die Menten ver dedigde, nu met de mededeling is gekomen: „Ik heb al tien Jaar gewe ten, dat het oorlogsverleden van Aan tjes niet goed was". Hoe kan dit? Wie hebben nog meer ervan geweten? Aan een onderzoek waarbij de dossiers worden geopend, zouden wèl alle partijen moeten mee werken in het belang van de demo cratie. Anders ontstaat er inderdaad een heksenjacht en zullen er over en weer valse beschuldigingen worden gelanceerd. Het is direct na de bevrij ding, en ook nu niet, nimmer de be doeling van het verzet geweest een Teengs Gerritsen: verontrusting over zuiverheid politieke systeem chaos te veroorzaken, maar wel om zuiverheid van ons politieke systeem, waarbij de zaken zoals dat in een rechtsstaat past op een eervolle wijze wordt aangepakt". Mr. J. A. W. Burger, minister in Lon den in oorlogstijd, thans minister van staat, had in 1945 kritiek op de toenmalige zuivering. Hij zei dat met de portier was begonnen in plaats van de directeur. Maar de toen jonge portiers die fout waren, kunnen nu belangrijke openbare functies heb ben. Wat moet je daarmee aan? Moet na ruim dertig jaar die periode niet een keer worden afgesloten? Men sen. die toen ideologisch fout waren kunnen zich inmiddels hebben gere habiliteerd. „Hiermee komen we bij het begrip „barmhartigheid". Toen het verzet zich uitsprak tegen de vrijlating van de drie van Breda, werd ons verweten dat wij onbarmhartig waren, maar wij zeggen (hier staat Aantjes buiten, omdat hij geen oorlogsmisdadiger was): barmhartigheid jegens de drie van Breda is onbarmhartigheid té genover de slachtoffers. Wat mr. Aan tjes betreft, hij had op alle moge-' lijke manieren een loopbaan kunnen kiezen, maar niet die van politicus. Als de gemeen schap de misstap van Aantjes had geweten en zou hebben geaccepteerd was het wellicht wat anders geweest. Maar een politicus die op grond van zijn verleden af en toe over zijn schouder moet kijken, loopt kans te worden gechanteerd. En als die kans bestaat mag Je noch Jezelf, noch Je partij noch het volk daaraan bloot stellen." Kan zomaar aan het verweer van Aantjes, dat hij zijn aanmelding (In lijving bij de SS is nog onzeker en bestrijdt Aantjes) een middel was om naar Nederland te komen, wor den voorbijgegaan? „Al in Januari 1941 was er in Amster dam een grote staking in het metaal, omdat men weigerde in Duitsland te gaan werken. Aantjes is vrijwillig ge- gaan.Als je zo'n aanmelding als tak- tiek ziet. dan smeer Je 'm (dus uit Port Natal) en blijf Je daar niet zitten. Daarbij komt dat hij zich aanmeldde na Dolle Dinsdag, toen iedereen Duitsers zowel als Nederlanders wist dat Duitsland de oorlog prak tisch had verloren. Er wordt gezegd dat hij zo jong was; maar mensen van diezelfde leeftijd hebben voor het vuurpeleton van de vijand gestaan. Alle verzetskringen hadden jonge mensen en zeker in die periode. Ruim 300.000 mensen, merendeels jonge ren, waren ondergedoken met age gevolgen vandien. Naar ons aller mening heeft Aan tjes toen een verkeerde houding aah- genomen, maar degenen die het heb ben geweten en Aantjes naar voren hebben gehaald, hebben de kuil ge graven waarin hij nu is gevallen." Vervolg van pagina 1 een rechtvaardige en juiste beoor deling van de door Aantjes zelf aangevoerde rechtvaardiging van die aanmelding (en de daarop vol gens Aantjes eigen getuigenis ge volgde weigering om de conse quenties van die aanmelding te trekken). Dat is een heel belangrijk gegeven, waarover hoe dan ook uitsluitsel moet komen. Maar ook dan nog moet in het eindoordeel betrokken worden dat Aantjes' eigen recht vaardiging van zijn optreden (het gebruiken van de Germaansche SS als „transportmiddel" om naar Nederland te komen) sinds giste ren aanzienlijk minder fantastisch blijkt te zijn dan menigeen had gemeend. Het is jammer om het maar zo voorzichtig te formuleren dat de .onderzoekers de gege vens hierover in hun eigen instituut niet hebben verwerkt in hun rap port van vorige week maandag. Concluderend: wat Aantjes' rol betreft is er nog steeds sprake van een ten dele kennen, dat ons dwingt tot een ten dele oordelen. Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon Het kabinet aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de onderzoekers het rapport maandagavond op een persconferen tie hebben toegelicht. Die persconfe rentie heeft als een schokgolf ge werkt. Zij vormde mede de aanlei ding tot de kritiek die later op het regeringsoptreden werd uitgeoefend: had het niet anders gekund. Had bij voorbeeld de Kamervoorzitter niet eerder ingelicht kunnen worden. Hadden geen andere procedures ge volgd kunnen worden? In hun brief aan de Kamer zeggen de ministers dat ook zij van oordeel wa ren, dat zo spoedig mogelijk de voor zitter van de Kamer Ingelicht diende te worden. Zij wilden echter eerst de heer Aantjes in de gelegenheid stel len zijn zienswijze op de gerappor teerde gegevens kenbaar te maken- Maandag was echter aan publicatie niet meer te ontkomen in verband met het toen al bevestigde nieuws in het Nieuwsblad van het Noorden. Vondeling DE UftL Kamervoorzitter Vondeling is het niet eens met dit verweer. Hij vindt dat de regering en in het bijzonder premier Van Agt zich niet Juist heb ben opgesteld bij de procedurele gang van zaken in de zaak Aantjes. Hij verwijt de regering in het bijzon der dat hij als Kamervoorzitter niet direct op de hoogte is gebracht van het onderzoek van het RIOD. Het niet-Nederlander zijn heeft direc te gevolgen voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer en het is de vooreitter van de Kamer die in zo'n •geval in actie moet komen, aldus Vondeling. Hij vindt ook dat persoon lijke zaken die het functioneren van een Kamerlid als zodanig, als politi cus dus, zaken zijn waarmee de rege ring zich niet zou moeten bemoeien. Met persoonlijke zaken die het func tioneren van een Kamerlid, als politi cus dus. betreffen. Het tijdstip van publicatie had volgens Vondeling oqk door de Kamervoorzitter moeten worden bepaald. In een brief aan de bijzondere Kamer commissie die zich met de zaak Aan tjes bezighoudt zegt Vondeling 3e onderzoekers meteen al de Kamer voorzitter op de hoogte hadden moe ten stellen. De regering had hetzelfde moeten doen van het moment af dat zij van het onderzoek kennis droeg. „In plaats daarvan werd ik eerst maandagmiddag om één uur door premier Van Agt op de hoogte ge steld, en die vertelde me alleen nog maar dat er in de loop van de dag enkele vervelende dingen over Aan tjes bekend zouden worden Eerst 's avonds toen ik de tv aanzette wist ik wat er aan de hand was," aldus de Kamervoorzitter gisteren op een persconferentie. Overigens meent Vondeling ook dat het „het meest en het eerst" op de weg van Aantjes lag om de Kamervoorzitter in te lichten. Debat De verantwoordelijkheid van het ka binet in de zaak Aantjes zal met deze kritiek ongetwijfeld het hoofdthema vormen van het Kamerdebat morgen. De kans bestaat dat de oppositiepar tijen het regeringsoptreden ter zake zullen afkeuren. De CDA-fracti'e komt hiermee in een netelige positie. Enerzijds kan zij de regering niet al te hard laten vallen. Anderzijds wil zli. door tegen een motie van de opposi tie te stemmen, ook niet de indruk wekken, de regering al te zeer en ten nadele wellicht ook van Aantjes de hand boven het hoofd te houden. T uitJL dien® 'Mie ens g O :opei stel, een is in V „Volgende maand kom ik", schreef een man aan zijn vrien den in Italië, „en dan blijf ik een dag of tien. Zonder tegenbericht reken ik er op dat jullie me kun nen hebben". Er kwam geen reac tie en een paar weken later arri veerde de man dan ook bepakt en gezakt op zijn logeeradres. Nie mand deed open. Pas in de avond trof hij het echtpaar thuis, dat hem helemaal niet verwacht had. Een brief? Nooit gezien. En wat was dat nou vervelend, maar morgen moesten ze zelf op reis. Nu had die man ook zo verstan dig moeten zijn er voor alle zeker heid een telefoontje aan te wa gen. Iedereen die met Italië te maken heeft, weet dat de Itali aanse posterijen al een poosje en zeker niet voor het eerst in een slakkegangetje werken. Wie nu vanuit het buitenland een brief naar Rome stuurt moet er rekening mee houden dat zijn post wel zes weken onderweg kan zijn als hem tenminste het buitengewone geluk ten deel valt dèt de brief of kaart bezorgd wordt. Voor de Italianen zelf lig gen de zaken al niet beter. Een Italiaan die een maand met va kantie op Sardinië was. gooide de eerste de beste dag een stapeltje ansichtkaarten op de bus, maar zijn moeite was vergeefs. Ieder een was bij zijn thuiskomst nij dig. want „een kaartje kon er zeker weer niet af". De kaarten kwamen wel aan, maar toen was hij zelf alweer een paar weken terug van vakantie. De problemen hebben overigens niets te maken met die van de Franse en Duitse postbodes die zo vaak door honden gebeten worden. Het gaat de Italianen om loonsverhoging en verbetering van de arbeidsvoorwaarden, za ken waar al lang over gepraat wordt zonder dat iemand er iets aan doet. Vandaar dat de onte vreden postbeambten een lang- zaam-aan-actie houden, en door dat alles zo langzaam gaat duurt de actie ook al zo lang. Toch gaat het echt al beter vol gens postdirecteur Ugo Monaco. „Laat iemand me maar eens een briefkaart tonen die vandaag is aangekomen en langer dan twee maanden onderweg is geweest", zegt hij opgewekt. Twee maan den vindt meneer Monaco dus niet te lang. hoewel hij wel be grijpt dat dat voor kerst- en nieuwjaarsgroeten wel een beetje vervelend is. Daar wordt dan ook wat aan gedaan: volgens hem zul len er rond de kerstdagen geen vertragingen zijn. Maar wie het zekere voor het onzekere wil ne mén kan hem beter niet op zijn woord geloven. Wie kerstgroeten naar relaties in Italië moet ver sturen doet er verstandig aan ze onmiddellijk op de bus te doen. Dan zit er tenminste nog een kansje in dat ze vóór half januari aankomen. Want aankomen doen ze in elk geval, zegt direc teur Monaco troostend: „Hoe lang ie ook onderweg is, bezorgd wordt de post altijd", zegt hij, en daar is hij nog trots op ook. Wat was dat nou voor een won derlijk soort wolk boven Rome? Talloze Romeinen zagen 'm en voelden 'm ook, want het bleek een gifwolk te zijn, die kriebelke len en hoestbuien veroorzaakte. Vroeger, weet De Limbuger, za gen de mensen een voorbode van naderend onheil in zo'n myste rieuze wolk. maar nu alleen nog maar de nabijheid van een che mische fabriek. Ook onheil dus. De massale protesten uit heel de wereld tegen de slachting die vissers van het Japanse eiland Iki onder vis verslindende dolfijnen hebben aangericht, hebben de Japanners zelf ook aan het denken ên aan het werk gezet. De overheid heeft een mechanische walvis laten maken, die vanuit zijn elektronische binnenkamer zulke ijselijke kreten slaakt, dat de dolfijnen er wel voor op de vlucht zullen moeten. Dat mag ook wel, want het plastic monster heeft al veertigduizend gulden gekost. Op de foto wordt de vier meter lange „walvis" in Wakayama aan de Japanse westkust naar het water gebracht. Als de daar speciaal samengebrachte dolfijnen genoeg van hun elektronische vijand schrikken, verhuist het monster begin volgend jaar naar de visgronden bij Iki. Daar zal het dan de dolfijnen vér moeten houden van de vissers, die er dit jaar februari uit boosheid en uit angst voor hun vangsten wel duizend hebben afgeslacht. Is het echt zo erg met de discrimi natie in ons land? Actrice Cocki Boonstra weet er alles van. Ze is getrouwd met decorontwerper Frank Raven, „gekleurd, lichte lijk". zoals ze in de Varagids ver telt. Maar „daar gaat het niet om. Het gaat om het denken in Ne derland. De discriminatie van beide kanten wordt steeds groter. Als er iets aan de hand is met de Molukkers, dan kan Frank bij wijze van spreken de straat niet op. Hij ervaart die trouwens dagelijks. Mensen die zeggen dat er geen discriminatie is zijn hypocrieten. Bij de blan ken is die zelfs een gegeven. Men kijkt argwanend aan tegen het vreemde, en geeft de schuld van de economische situatie aan alle, al of niet geïmporteerden Aan de andere kant wekt dat bij bepaal de mensen de veronderstelling dat ze sowieso gediscrimineerd zullen worden, bij voorbaat al agressie op". Bijna tien procent van de bevol king van de Verenigde Staten lijdt aan chronische slapeloos heid. meldt het weekblad van de American Medical Association, de landelijke club van medici. Twee medewerkers van de Stan- ford-universiteit in Califomië, dr. Thomas Coates en dr. Carl Tho- resen, schrijven daarin dat tus sen de vijftien en twintig miljoen Amerikanen wat nachtrust pro beren te krijgen door slaaptablet ten te slikken of alcohol te drin ken. Maar slaaptabletten geven maar tijdelijk soelaas en aan al cohol zitten te veel risico's vast. aldus de schrijvers. „Mijn kantoor," liet de Ameri kaanse senator William Proxmlre zich onlangs middenin een toe spraak ontvallen, „is vergeven van de muizen. Ik wou dat ik daar wat op wist." Onmiddellijk droegen hulpvaardige landgeno ten oplossingen aan. „Een pro baat middel is popcorn die naar kaas smaakt," schreef er een. „De muls eet er van en gaat dan dood, omdat zijn spijsverteringssys teem daar niet op berekend is". Een ander adviseerde mousse rende dranken („de muis zwelt daarvan op. waarna hij dood gaat"). nog een ander kwam met het voorstel om lijm op de plek ken te smeren waar de muizen langs lopen: „Ze moeten dan wel hun kleverige pootjes aflikken en vergiftigen zo zichzelf". De sena tor vond het erg sympatiek dat zoveel mensen hem probeerden te helpen, maar hij heeft toch maar gewoon muizevallen aange schaft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 5