ruijffs rol in de paanse politiek acterie velt Zeeuwse struiken ij bent nu eenmaal het arte schaap, Boshart' Beeld van 344 winters dank zij de trekschuit ;er? ioien en verbranden enige bestrijdingsmethode' insecten N lURf luiterij op de Zeven Provinciën Wetenschapsman duikt in Haarlemse archieven y Hoofdofficier: j>olitie niet buiten boekje bij demonstratie DAG 9 NOVEMBER 1978 TROUW/KV/ARTET R 19 - H 13 VARA pze correspondent D Toen Johan Cruijff, die deze week afscheid van bal heeft genomen, in 1973 aangekocht werd door FC a maakte de Spaanse politiek een spannende tijd Franco-dictatuur kraakte al in haar voegen door de ■monstraties, stakingen enzovoort, maar had nog wei- haar onderdrukkende karakter verloren. fde najaar van 1973 toen het _jff naar de Catalaanse d verhuisde, werden in Bar onderden mensen opgepakt, iderden in een kerk en be- tot de „politieke krachten ïlonië." Deze groepering be- t mensen van alle politieke van communisten tot democraten. lonië, het noord-oosten van (had de anti-Franco-oppositie jder in coalities georganiseerd in Spanje. Bindmiddel: laans nationalisme. Catalo- mers een aparte „nationali- |nen Spanje en er wordt een il gesproken: het Catalaans, forlijk verschilt van het Cas- J zoals het Spaans in Spanje fl wordt. I) waar Johan topspeler van zou worden, FC Barcelona, .speelde van ouds een belangrijke rol in het Catalaanse nationalisme. In de derti ger jaren organiseerde de FC-Barce- lona samen met de anarcho-syndica- listische vakcentrale CNT en de be langrijkste politieke organisaties de Diada de nationale feestdag van Ca- talonië die elk jaar op 11 september gevierd wordt. Nadat Franco echter z'n dictatuur vestigde in 1930 was het uit met het Catalaans-nationalistische karakter van FC Barcelona. Het bestuur kwam in handen van „mannen uit Madrid" en de Spaanse regering zag er nauw lettend op toe dat de Catalanen hun voetbalclub niet zouden „misbrui ken" om hun nationalistische gevoe lens te tonen. Ook de huidige voorzit ter van FC Barcelona, José Luis Mu- ftez, behoort nog bij de Franco-aan hangers. Er mèg dan een parlemen taire democratie bestaan in Spanje, de lagere bestuursorganen (en het FC Barcelona-bestuur is een belangrijk bestuursorgaan) zijn meestal nog van het oude autoritaire stempel. Wat nu was Johans houding ten op zichte van de woelige Spaanse poli tiek in de nadagen van Franquisme. In Nederland waren tenslotte veel mensen die niet naar Spanje met vakantie wildeij gaan vanwege het fascistische regime. Men herinnert zich nog hoe na de executie van drie Baskische nationalisten en twee maoïsten in 1975 in Utrecht een be langrijke protestdemonstratie plaatsvond. Opportunist „Cruijff was een goed voetballer maar ook een enorme geldwolf", is de mening van menig Spanjaard. Een vakbondsleider kwalificeerde Cruijff bitter als een „hijo de puta", een minder fraaie uitdrukking die Cruijff overigens zelf ook meermalen bezig de op de speelvelden in discussies met scheidsrechters maar ja, vak bondsmensen wantrouwen van natu re de ondernemers en Cruijff was onmiskenbaar een belangrijk zaken man in Spanje. „Cruijff was jong, weinig politiek en opportunistisch", zegt een sportjour nalist uit Barcelona mij nadenkend. „Positief was zijn steun aan het Cata laans nationalisme, negatief was dat hij een beetje schipperde met zijn politieke opvattingen." Cruijff die de harten van vele Catala nen sneller deed kloppen door zijn in 1974 geboren zoontje Johan Jordi te noemen (Jordi is in Catalonië als Jan of Piet in Nederland of Juan in de rest van Spanje verklaarde zich in verschillende interviews socialist of anarchist. Nu is zowel het socialisme als het anarchisme een populaire po litieke stroming in Catalonië, maar samen gaat het niet. Vast staat wel dat Cruijff weigerde in 1977 zijn medewerking te verlenen aan de verkiezingscampagnes van rechtse groepen en van de UCD, de Centrumpartij van premier Suarez. Moedig was ook zijn pleidooi voor de erkenning van de PCE, de Commu nistische Partij van "Spanje, op het moment dat deze partij nog illegaal was. anietJ s de :ktie """S1' iarend Mensen l Zeeuws-Vlaanderen, met name het westelijk deel, maakt zich zorgen over een snel p :h heen grijpende perevuur-epidemie. Sinds 1966, toen deze planteziekte voor het eerst nST° jeconstateerd op Zuid-Beveland, komt perevuur In Nederland voor. Meestal blijft de Wle "iking ervan binnen de perken. Op Zuid-Beveland echter was sprake van een explosie van ïffeM en nog onbekende ziekte. Het ziet ernaar uit dat dit nu ook in het Zeeuwsvlaamse land zo za< ival is ^enbl worden bestreden maar volgens de (3l gv3rii aCIlt Planteziektenkundige dienst is de k mei )r vogels ine m o het hir is de populaire naam voor |ch het eerst in Amerika en ok in Australië geopenbaarde Men noemde haar zo omdat \Af| p leek dat alleen perebomen WW I werden getroffen, Al spoedig rchter dat al hun familieleden, t meidoorn, de vuurdoorn, de l: enige afdoende bestrijdingsmethode alle aangetaste bomen en heesters te rooien en te verbranden. Soms kan worden volstaan met het snoeien en verbranden van besmette takken. Fruitteelt Op Zeeuws-Vlaanderen nu, komt de ziekte vooral op fruitteeltbedrijven voor en in de rijkelijk In wilde be groeiing en langs wegen, dijken en op erven voorkomende meidoorn voor. f fAl acht fruittelers hebben in hun be es, de dwergmispel, de sierap- stand aan perebomen moeten hak- r- ken en snoeien. Eén bedrijf werd het zwaarst getroffen. Het moest, zonder dat daar iets anders aan te doen was, 130 perebomen opruimen. De heer G.S. van der Made van het district Goes van de Planteziektenkundige dienst zegt dat de besmettingsgraad, dus de mate van besmetting, bij de fruitteeltbedrijven nog wel meevalt. Maar het aantal besmettingen is groot en dat verwekt uiteraard grote ongerustheid. Er is niet alleen in Zeeuws-Vlaanderen maar in heel Zee land nogal wat perenteelt. In mindere mate de appel- er gevoelig voor waren. De naam is dan ook geen pere eer, maar bacterievuur. Het is k een bacterie die in een soms end hoog tempo een boom of ister naar de ondergang ichijnselen van de ziekte zijn ende bloesem bij laatbloeien- len en heesters, en later ver van blad en takken. Veelal ïr druppels slijm aan bladste- ziekte is erg besmettelijk. Ze overgebracht door vogels en n die de bacterie aan hun poo- levoeren. Omdat de ziekte fi- gesproken om zich heen vuur wordt ze pere- of juis- irievuur genoemd. Ze zou chemisch middel kunnen Historisch laantje Deze provincie is vooral ook het land van de meidoorn. Behalve directe economische schade is of dreigt er dan ook schade aan het landschap. Een triest voorbeeld van wat door bacterievuur aan schoonheid verlo ren kan gaan, is een prachtig mei doornlaantje in Aardenburg dat bo vendien nog historische waarde heeft. Het is namelijk in de tachtigja rige oorlog aangelegd als dekking bie dende verbinding tussen militaire versterkingen. Er zijn in dit geliefde laantje erg veel van de ongeveei tweehonderd bomen ziek zodat er ge nadeloos in gekapt moet worden. Mei andere woorden: er zal weinig meei van overblijven. Er is overleg tussen gemeentebestu ren, de Planteziektenkundige dienst, het waterschap, rijkswaterstaat en de Nederlandse Fruittelersorganisatie over de methode die bij de bestrij ding het best kan worden gevolgd. Als enige mogelijkheid om de ziekte „met wortel en tak" aan te pakken ziet men inderdaad rooien en ver branden van alles wat ziek is. Voor zover het de fruittelers en de openba re instanties betreft kan dit vrijelijk gebeuren. Men is echter ook aange wezen op de medewerking van parti culieren die zieke bomen of heesters in hun tuinen hebben. Het waterdicht verkrijgen van deze medewerking noemt de heer Van de Made een on haalbare kaart. Gedoogplicht Er is wel een gedoogplicht die iemand dwingt goed te vinden dat een zieke boom wordt gekapt en verbrand, maar het is niet zo dat alle gebieden onder die aan afstand gebonden ver plichting vallen. Toch is een werke lijk rigoureuze bestrijding noodzake lijk, wil voorkomen worden dat de ziekte zich verder verspreidt en zich dan zeker niet tot Zeeuws-Vlaande ren beperkt. Het zuidwesten van het land dat heeft de ervaring al wel geleerd is het meest kwetsbaar voor bacterievuur. Hoe de ziekte Nederland is binnenge komen is moeilijk te zeggen. Men acht het mogelijk dat trekvogels de bacterie hebben meegebracht uit En geland, dat er omstreekt 1948 voor het eerst mee te maken kreeg. Maar even goed kan het perevuur om die naam nog even te gebruiken door de import van vruchten hier de kans hebben gekregen. De vraag of we er nog eens van af komen is gemakkelij ker te beantwoorden. Als er niet een wondermiddel wordt uitgevonden, zal de ziekte in onze cultuur, waarin alles zo veredeld is, nooit geheel ver dwijnen. Een drastische bestrijding alleen kan verhinderen dat ze uit de hand loopt. In Zeeuws-Vlaanderen is men daar uit bittere noodzaak mee bezit. Zou men nu niet met harde hand ingrijpen, dan zouden volgend jaar de gevolgen niet te overzien zijn, dan zou zich toch later wel weer een explosie voordoen. Inmiddels heeft zich in Breskens ook al weer de iepziekte aangediend, die een jaar of vijftien geleden vrijwel alle iepen uit Zeeland heeft doen ver dwijnen. De ziekte is nu geconsta teerd in de veldiep, een aan de iep verwante heester, die veel in openba re groenvoorzieningen wordt toege past. Men hoopt dat deze schimmel ziekte niet meer dan de huidige dertig slachtoffers in Breskens zal opeisen. Waarschijnlijk lijkt dit niet, gezien de omvang die de gevreesde iepziekte de laatste jaren weer heeft aangenomen. W. F. Stafleu Boshart was korporaal-machinist op de Zeven Provin- in oude marineschuit die in de Indische wateren dienst als opleidingsschip. Het was 1933: het moederland hpeld in een economische crisis, Europa bedreigd door hedij ten van ünks en van rechts, en in de Oost een ontwakend rr feer- warme, icanni waarvan 00k weinigen wat begrepen t jong, socialistisch en anti- cji raakte betrokken bij idswerk en moest aan boord vergadering leiden, want sol- ,i,,._J^ing was aan de orde van de HI! r breekt muiterij uit onder de lse" schepeling. De comman- rijn a °P de wal aan het dansen, de "en aan boord worden op het lsscbo fc!pc De Si de gewapende muiters va- ade4ar v°Ne zee om protesteren «vnla loonsverlagingen en verkeerd rioi'-: n of begrepen beloften. Het "'jS in rep en roer: is het een inistische coup? Vijf dagen la- >mbardeert de marine-lucht- ienst'het schip. Er zijn 23 do- e 0pStand is gebroken, de mui- p an achter slot en grendel. Ook ft, en het duurt niet lang of hij n beschouwd als de grote rad- Tien jaar gevangenisstraf in hoger beroep het vonnis, n 1937 levert het huwelijk van I Juliana hem de vrijheid. 'eigerd 'ver deze tragische geschiedenis tschreven; in 1975 is de Amster- historicus J. C. H. Blom erop noveerd. Maar Boshart had, als Hran alle betrokken beklaagden, ren en politici, zijn ervaringen hrift gesteld. Dat manuscript hij in 1937 De Arbeiderspers ■■■tfoch die wilde het niet uitgeven; LpBjijk wilden de sociaal-democra- nog steeds van het gebeurde ■■NriSrpn Twlntte laar later 70u de VPRO op Koninginnedag de in middels communist geworden Bos hart op het scherm halen. Het kabi- net-Drees dreigde met ingrijpen, en de VPRO zwichtte. Nu is het nagela ten geschrift van Boshart toch nog in druk verschenen. Wel, het is een zeer gematigd verhaal, ontwapenend eenvoudig en onopges mukt, helder als glas en blijkbaar- recht uit het hart opgetekend je leest het in één adem uit. Natuurlijk is voorbehoud op zijn plaats, maar dat neemt niet weg dat een document als dit een idee geeft van heel die achtergrond van ontreddering die de jaren dertig kenmerkt, angst voor het rode gevaar, racistisch reageren op ontwakend Indonesisch zelfbewust zijn, gezagsfanatisme dat voorbarig met bommen gooit, polltiestaatmet- hoden tijdens verhoor en voorarrest lees het maar in de vlijmscherpe inleiding van H. J. A. Hofland. Schieten „Jij bent nu eenmaal het zwarte schaap. Boshart." had de advocaat fiscaal hem toegevoegd. Dat is Bos hart duur komen te staan. Een enkel citaat uit zijn relaas over het voorar rest op het eiland Onrust. „Inlanders, die om een of andere re den geen verklaring wilden onderte kenen, werden door middel van hon- gerkuren aan deze ondertekening herinnerd. Zelf heb ik gezien hoe een drte mnnl ?4 uur de '„De Zeven Provinciën" na de bominslag op het voorschip noodzakelijke spijze onthouden werd. Met een van hen deelde ik mijn ochtendbrood op gevaar af om neer geschoten te worden, wanneer het bemerkt was geworden. Geboeid, met de handen op de rug, zonder enige bedekking of ligging in een betonnen cel, met een vinnig opkomende natte moeson, lagen die mensen daar. „Een andere Hollandse „Third de gree" (derde-graads-onderzoek, wfs) was, een met krijt op de vloer getrok ken vierkant, daarin een mens, han den achter de rug geboeid, van des morgens vroeg tot 's avonds laat, en daarbij noch zitten, noch liggen, noch op enigerlei wijze steun zoeken. Een buitengewoon wrede marteling! Voor het eventueel steunen door het slach toffer waakte met armisogen een me* klewang en karabijn gewapende in landse soldaat. Deze behandeling on dergingen die mensen vóór het wachtlokaal. Dat dergelijke dingen niet in de buiten wereld bekend wer den, droeg men de uiterste zorg voor. Persoonlijk heb ik gezien dat op een vissersprauw werd geschoten, die vol gens de kapitein van het detache ment Koloniale troepen te dicht bij het eiland kwam". Was dat en nog veel meer alle maal mogelijk in 1933. onder Neder lands gezag? Het verhaal van Bos hart is, hoezeer „te laat" ook, de moeite van lezen en overwegen waard. De muiterij op de Zeven Provinciën, door Maud Boshart, 119 blz., 16,50. Uitgave Bert Bakker. Amsterdam. Weerkundigen proberen niet alleen zo ver mogelijk vooruit te kijken, ze zijn er ook ten zeerste op gebrand om zo diep mogelijk in de historie terug te gaan. Dit laatste niet vanwege de nostalgie, maar om het inzicht in de klimaatschommelingen te vergroten. Vandaar ook, dat op eer. internationale conferentie van meteorologen in 1974 in Stock holm erop werd aangedrongen om langlopende, oude weerwaarnemingen boven water te halen. Op dit punt heeft het KNMI on langs raak geschoten: op 18 oktober kondigde de KNMI-klimatoloog H. M. van den Dool op een internatio nale conferentie In Nice aan, dat de reeks van de gemiddelde water temperatuur in Nederland met hon derd jaar is teruggelegd. De Bilt had plotseling een veel betere kijk gekregen op de winters van de ze ventiende eeuw, onderdeel van de zogenaamde Kleine IJstijd. Hou kwam dit tot stand? Eerste hoofdfiguur is de heer J. de Vries, werkzaam aan een universi teit in Californië. Hij kwam naar ons land om in de Haarlemse ar chieven iets na te zoeken op het terrein van de economie in de tijd van de Republiek. Toevallig stuitte hij daarbij op een zeer nauwgezet bijgehouden boek houding over de jaren 1634-1839, toebehorend aan de Maatschappij Trekschuit Haarlem-Amsterdam. Hierin was precies aangegeven, wanneer de trekvaart met ijs was bedekt en op welke dagen er niet kon worden gevaren. (In zeer stren ge winters zat het kanaal wel eens tachtig tot negentig dagen dicht.) Toen ging er bij „professor" De Vries ik neem tenminste aan dat hij dat is een lichtje branden. Als ik de gegevens op een rijtje zet, en het verband weet te vinden met de gemiddelde wintertemperatuur mogelijk doordat de reeds bestaan de Zwanenburgreeks sinds 1735 er gedeeltelijk parallel mee liep kan de reeks gemiddelde wintertempe- raturen met honderd jaar, tot 1634, worden teruggelegd, zo redeneerde De Vries. Hij slaagde in zijn opzet. De Vries vond een correlatiefactor (correlatie verband), bedacht dat in twee eeuwen tijd de breedte van de kanalen en het type trekschuit onveranderd waren gebleven, en legde een serie van 344 wintertem- peraturen op tafel: gemiddelden van december, januari en februari. (De temperaturen in november, maart en april bleven buiten be schouwing) Het KNMI interesseerde zich In De Vries' werkzaamheden. De heren H. M. van den Dool, H. J. Krijnen en C. J. E. Schuurmans bogen zich over het „trekschuitondereoek", en pu bliceerden onder de KNMI-vlag de uitkomsten getiteld: „Gemiddelde wintertemperaturen in De Bilt 1634-1977." Een beter waarborg- stempel is niet denkbaar. De Kleine IJstijd In grote lijnen wist men wel wat van vroegere koudeschommelingen af. Maar nu stond dan toch zwart op wit dat er bijvoorbeeld in de zeven tiende eeuw duidelijk méér strenge winters zijn geweest dan in latere eeuwen, maar dat die winters op zichzelf minder extreem uitvielen dan latere, zoals die van 1830. Deze is en blijft kampioen over de laatste 3'/> eeuw in strengheid, met een gemiddelde tenperatuur van min 3,1 graad Celsius, onmiddellijk ge volgd door die van 1963 met min 3 graden C. Als nummer drie en vier onder de 23 koudste winters meld den zich de seizoenen van respectie velijk 1663 (min 2.6 gr. C.) en 1697 (min 2.5 gr. C.). Vreemd genoeg wordt de door Charles Easton in zijn boek „Les Hivers" beschreven winter van 1684, toen men in rijtui gen van Harlingen naar Amster dam de Zuiderzee overstak en toen zes mensen in een koets van Vlie land naar Harlingen reden, niet ver meld. De winter van 1684 bracht het vla de trekschuit niet verder dan min 0.9 graad Celslus. Daarentegen schrijft Easton nau welijks over „de grote Jongens" 1663 en 1697. Bedenk echter wel, dat de mate waarin oude kronieken Eas ton gegevens opleverden voor zijn classificering op zichzelf natuurlijk nog geen maatstaf behoeft te zijn voor de produktie van kou tussen 1 december en 1 maart. De ene winter zal trouwens vroeger op de mensen meer indruk hebben gemaakt dan de andere. Onder andere door ver schillen op het psychologische vlak. Wat duidelijk naar voren komt, is de armoede aan strenge winters In onze huidige eeuw: tot nu toe nog gem. temp. gem. lemp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. gem. temp. temp. maar vijf tegenover veertien in de negentiende eeuw, twaalf in de achttiende eeuw en zeventien in de zeventiende eeuw, vanaf 1634. De zeventiende eeuw is vanaf 1634 koud. Omstreeks 1700 volgt er een korte warme periode tot 1740. Om streeks 1750 keren de koude winters terug. Die tweede koude periode duurt tot begin 1800. Vanaf 1830 gaat de gemiddelde wintertempera tuur vervolgens „blijvend" omhoog en tegenover waarden van plus an derhalf tot plus twee graden Celsius vroeger, worden er nu scores van plus drie tot plus vier graden Cel sius bereikt. Wist u overigens, dat de warmste winter „van alle tijden" neg maar net achter ons ligt? Dat was het seizoen van 1975 met 5.5 graad Celsius. Tweede op deze „w&rme lijst" ls de winter van 1796 met 5.3 graad Celslus. Dank zij de trekschuit, de nauwkeurige boek houders in de zeventiende eeuw en de oplettendheid van de heer De Vries heeft De Bilt een beter inzicht gekregen in het winterse verleden. Hieronder tenslotte de eindstand van de competitie tussen 344 win ters, wanneer we uitgaan van de 23 strengste. gr. Celsius -1.9 -1.9 -1.8 -1.7 -1.7 -1.5 -1.5 -1.4 -1.3 -1.3 -1.3 10. winter 1689 gem. temp. winter 1716 gem. temp. 11. winter 1845 gem. temp. 12. winter 1695 gem. temp. winter 1681 gem. temp. 13. winter 1942 gem. temp, winter 1929 gem. temp. 14. winter 1891 gem. temp 15. winter 1690 gem temp. winter 1692 gem. temp winter 1691 gem. temp. ■I 7 y - V 1.#/: 1 i t V /-' y Van een onzer verslaggeefsters ROTTERDAM Het comité „De Rotterdamse vrouwen" overweegt beroep aan te tekenen tegen de uit spraak van hoofdofficier van justitie mr J. D. de Jong, dat de Rotterdamse politie niet buiten haar boekje is ge gaan bij een demonstratie van een aantal vrouwengroeperingen in mei bij het hoofdbureau in Rotterdam. Volgens mr. De Jong heeft een onder zoek van de rijksrecherche aange toond dnt di» ootltii» eeen strafbare feiten heeft begaan. Er ls dan ook geen reden tot vervolging, aldus de hoofdofficier in een brief aan het vrouwencomité. Het comité diende in mei. na afloop van de betoging, een aanklacht in tegen de politie. De vrouwen zijn van mening dat de politie op een onrede lijke en keiharde manier charges heeft uitgevoerd tegen de vrouwen, die volgens het comité alleen maar een petitie wilden aanbieden voor een betere opvang van slachtoffers van verkrachting Gewonde bij explosie gasfles Gist Brocades DELFT Bij de fabriek Gist-Broca- des in Delft is woensdagmiddag een werknemer uit Leiderdorp gewond geraakt toen bij dakbedekkingswerk zaamheden op een ketelhuls zijn gas fles ontplofte. De man is overge bracht naar het brandwondenzieken huis in Beverwijk. De explosie, die werd gevolgd door een korte brand, is vermoedelijk ont staan doordat de acetyleenfles te dicht bij de teerpot stond, aldus de politie van Delft. De man was alleen aan het werk op het ketelhuis, dat overigens niet In gehnitk was

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13