Peter Koelewijrv. 'Ik ken mijn zwakke plekken' Landhappertj&| 1 Spiegel van bekende Friezen Nieuwe boeken 'Zanger van het Hollandse lied' krijgt onderscheiding oi MAANDAG SEPTEMBER 1978 TROUW/KWARTET iG 1 door Fred Lemmers HILVERSUM „Het streelt mij ten zeerste dat ik volgen de week een Edison krijg. Je mag het zien als een erken ning voor een bepaald ding dat Je hebt gedaan, in mijn geval een l p. 'Het beste in mij IS niet goed genoeg voor jou'. Het is een onderscheiding met inhoud, dat wel, maar je moet je er aan de andere kant niet door laten verblinden, je zelf niet op een trapje gaan zien. Een Edison is geen pu blieksprijs. Het is een onder scheiding die wordt toege kend door insiders. Dat zij een plaat goed vinden wil nog niet zeggen dat het publiek er ook zo over denkt en dat het geen je aan het doen bent voor Jezelf de juiste weg is om op door te gaan." tster Koelewijn, die vroeger als rock- and-roll-zanger van zich deed spre ken velen kennen hem nog steeds als de man die in het begin van de jaren zestig veel succes boekte met 'Kom van dat dak af' heeft geleerd te relativeren. Dat blijkt telkens als we in zijn kantoor met elkaar aan de praat zijn. De 37-jarige Peter zetelt daar nu ruim een jaar als directeur van Born Free, een platenproduktie- maatschappij, die vrij zelfstandig on der de vlag van Phonogram vaart. Terwijl Peter zijn zoveelste sigaret opsteekt hij rookt aan een stuk rir, een leeg bierblikje als asbak in hand zegt de directeur-zanger: jTal van mensen zullen me wel ge slaagd vinden nu ik een Edison krijg. Pet is echter de vraag of ik mezelf nu wal zo geslaagd vind. Als ik in de $plegel kijk, kan ik mezelf niet voor da gek houden. Ik ken mijn zwakke punten, ik zal ze niet opnoemen maar het is een hele waslijst. Toen ik vorig Jaar met een gecompliceerde longont steking in Soest in het ziekenhuis lag, heb ik daar eens diep over nagedacht. Daar heb je dan tijd voor als je niets anders mag doen. Ik heb me toen afgevraagd of mijn vroegere kamera den in Eindhoven, mijn boezemvrien den nog wel eens aan me denken. Het Waren vriendschappen voor het leven dacht je destijds, en dat zei je ook tógen elkaar. Wat is ervan terecht gekomen? Ik ben ze allemaal uit het OOg verloren. Zullen ze nu ik door die Edison weer in de belangstelling sta denken: die Peter heeft het gemaakt, hij is directeur van een eigen bedrijf en hij rijdt in een mooie auto, of zullen ze denken: mij niet gezien, laat talj maar lekker in de plantsoenen werken of ik weet waar en dan heb ben ze nog gelijk ook. Een mens is Bneigd tegen de buitenkant aan te Iken, maar elke medaille heeft een keerzijde en wat maakt het nu eigen lijk uit wat Je in het leven doet en wat voor een auto Je hebt?" PETER KOELEWIJN niet op een trapje Sombere bui ïn dat ziekenhuis in Soest is ook dat heel persoonlijke liedje ontstaan, dat op de bekroonde plaat staat: „Ik denk dat ik niet lang meer te leven heb'. Peter neemt een flinke trek van zijn sigaret, deponeert een fikse aske gel in het blikje en vervolgt: „Het is in een beetje sombere bui geschreven.. Bij het overlezen vond ik het later wel erg triest klinken. Ik heb er toen maar achter gezet..minder dan vijftig jaar. Ik heb er wat gedachten in ver werkt over vroeger, een tijd die je toch niet terug kan halen, en over de toekomst. De meeste mensen maken zoveel plannen, dat ze, zelfs al zou je honderd jaar worden, nooit helemaal uitgevoerd kunnen worden. Het is vaak allemaal onbenullig waar je je als mens druk over maakt. Dat pro beer ik me tegenwoordig telkens voor te houden. Achter moet je dikwijls constateren dat als Je je niet had opgewonden over een zaak. niet zelf aan het regelen was gegaan, er óók een oplossing was gekomen, meestal met hetzelfde resultaat." Peter Koelewijn is zanger van het Hollandse lied. „Niet omdat ik zo aan mijn moedertaal vastzit, maar ik kan me nu eenmaal erg goed uitdrukken in het Nederland. Ik zing de taal van de mensen op straat. Dat zo veel Nederlandse zangers en zangeressen hun liedjes in het Engels zingen is volgens mij in vele gevallen uit een soort onmacht." Op het ogenblik zijn er echter gevor derde plannen Peters langspeelplaat in het Engels op te nemen. „Dat gaat in New York gebeuren met een Ame rikaanse producer. Dat vind ik een vereiste. Het kost wel wat meer cent jes. maar zo'n man kent de Ameri kaanse sfeer. Je moet niet zo arrogant zijn om te denken als je aardig met Je talen overweg kunt even zo'n plaat vol te zingen in je eigen Engels. Dan ga Je goed de mist in." Hollandse teksten Op zijn Amerikaanse plaat zal Peter zich vrijwel geheel houden aan zijn Hollandse teksten, ook in het liedje 'Als ik God was', al is men daar van bepaalde zijde niet zo gelukkig mee. „De NCRV wil het bijvoorbeeld niet draalen. Toen ze daar een poosje gele den niet onderuit konden omdat het op de hitparade stond, hebben ze die zin er telkens tussen uitgeknipt. Het resultaat was lachwekkend. Je hoor de de plaat regelmatig een sprongetje maken. Ik begrijp zoiets niet, de jon gens die opdracht kregen dat te doen trouwens ook niet. De woorden God en hel en hemel zijn toch heel gewone begrippen? Als ik ze nu als vloek' gebruikte zou het wat anders zijn. Maar op deze manier worden die be grippen in een boemanhoekje ge stopt, breng je ze verder van de men sen af. Ieder mens denkt toch wel eens bij zichzelf: als ik God was zou ik dit of dat doen. Dat is toch heel normaal? Je kunt ook te fanatiek zijn. Daarmee is al heel wat ellende in de wereld veroorzaakt. Dat zie je nu weer met die polio, het resultaat van mensen die hun kinderen niet willen laten inenten." „Er is zo weinig christelijke liefde. Ik heb daar in mijn Jeugd ook het nodi ge van meegemaakt. Zo zal ik nooit vergeten dat een van rooms-katholie- ke vriendjes in Eindhoven eens met mij meeging naar de zondagsschool. Je moest daar elke week een psalm versje leren. Dat kreeg Je dan op een papiertje mee. Dat vriendje kreeg ook zo'n blaadje in de hand gestopt. De volgende dag ontdekte meneer pastoor het bij hem thuis op de kast. Hij was razend en stond erop dat mijn vriendje in zijn aanwezigheid van zijn vader een flink pak rammel kreeg." Statenbijbel „Het was vroeger zo vaak een moe ten: Je moest twee keer naar de kerk en je moest naar het bijbellezen luis teren. Het zal me altijd bijblijven hoe ik me voelde als vader op een mooie zomerdag na het eten de oude Staten bijbel te voorschijn haalde en daar uitvoerig uit ging voorlezen in een taal die me niet aansprak, terwijl mijn vriendjes bulten speelden. Dat is geloof ik de reden dat vele Jonge volwassenen van nu zich hebben af gekeerd van het geloof en de bedrij vers van het geloof. Het heeft bij mij lang geduurd eer ik daar overheen was gegroeid. Je mag kinderen in dit soort zaken nooit dwingen. Als ik met mijn kinderen naar de kerk ga zeg ik dat ook. Als ze niet willen hoeven ze niet te gaan. Op die manier voorkom je dat ze zich ertegen gaan afzetten. Maar als Je al die verdeeldheid ziet bij (foto: Dirk Ketting) de christenen vraag je je toch wel eens af waar dat heen moet." „We hebben nu weer dat gedoe om die nieuwe paus gehad. De ene dag was hij een onbekende kardinaal uit Venetië en de volgende dag ineens plaatsbekleder van Christus op aar de. Je vraagt je af: geloven mensen dat nu allemaal. Je leest opgewonden stukken over hoe vriendelijk hij is en hoe vol begrip, maar wat doet een paus in wezen? De vorige paus is naar de sloppenwijken van Zuid-Amerika gegaan, maar wat heeft hij er echt van gezien? Hij was doorlopend om ringd door autoriteiten. Jan met de Pet, en die pet is daar heel klein, heeft hij niet gesproken. Dat klinkt erg socialistisch en dat ben ik niet. Ik ben sociaal voelend, maar om echt socia list te kunnen worden moet je vroeger droog brood hebben gegeten." Peter neemt een nieuwe sigaret uit het pakje als hij vertelt hoe hij als jongen van even in de twintig leer ling-Journalist was bij het Eindho- vens Dagblad". Elke zaterdag ging ik naar Nijmegen om daar op de Universiteit een jour nalistieke opleiding te volgen. Daar kwamen allerlei mensen, ook religieu zen die missieblaadjes in elkaar moesten zetten. Met een van hen, een priester, reisde ik altijd samen. In de trein hadden we lange gesprekken over geloofszaken. Die priester had daar heel frisse opvattingen. Op een keer verweet ik hem min of meer dat hij, terwijl hij zo dacht toch in pries terkleding bleef rondlopen, de verper soonlijking van een instelling waarte gen hij de nodige bedenkingen had. Hij antwoordde dat hij door gewoon priester te blijven dacht meer te kun nen bereiken, zijn opdracht beter te kunnen uitvoeren, dan op een andere manier. Ik heb vreselijk veel van die man geleerd. Hij was iemand die meende wat hij zei. Zo zijn er te weinig. Hij stelde mij op een dag ook de vraag: „Peter, je hebt nu wel kri tiek op veel dingen, maar wat doe Je er zelf aan? Daar had hij gelijk in. Ik moet toegeven dat ik daar niet veel van terecht breng". door Mink van Rijsdijk Wij speelden vroeger landhappertje. Je deed dat op een stukje niet te harde grond en je had er naast een strategisch gevoel alleen een goed hanteerbaar en scherp mes voor nodig. Het was natuurlijk meer een spel voor jongens, want welk meisje kreeg ooit een eigen zakmes? Toch heeft menig meisje met een beetje landhapperige aan leg zich met het aardappelschilmesje van haar moeder heel behoorlijk kunnen uitleven. Doelbewust en slim berekend slingerde je het mes ergens in het „land" van de tegenpartij. Van de plek uit waar het wapen neerkwam mocht een nieuwe grenslijn worden getrokken, die uiteraard eigen grondgebied vergrootte. Ik had in mijn landhappersperiode al niet een best ontwikkeld meetkundig gevoel, zodat ik meestal het schle mielige meisje was dat verloor. Dat zat me best dwars, want in die jaren dacht ik nog dat een spel alleen leuk was als je won. Eigenlijk was het een rotspel, je werd ook agressief met dat mes in je hand. Ik vrees dat kinderen van nu het nog steeds spelen. Volwassen mensen zijn immers niet opge houden met grimmige bezetenheid het slechte voorbeeld te geven. Trefzeker wordt er nog steeds met wapens gekletterd om bezit en macht te vergroten en daarnaast bestrijdt men elkaar ook te vuur en te zwaard rondom een conferen tietafel; ik een beetje meer dan jij, is het streven. Soms ontgaat het me helemaal waarom mensen zo fanatiek naar méér streven. Zo is, al zal bijna niemand dat geloven, om de weg waar ons huis staat vijftien jaar gevochten. Twee honden voch ten om dat been, hap mijn beurt, hap jij moet. Het curieuze van dit landhappersduel was vooral dat het gespeeld werd door twee kerkelijke gemeenten. Na vijftien jaar mot kwam de vrede, wat betekende dat de dertien gezinnen konden blijven kerken waar zij en hun voorgeslacht dat plachten te doen. Het had wat lang geduurd maar het was tenslotte lief uitgepraat. Helemaal vlekkeloos was de regeling echter niet, want burgerlijk bleven we ingelijfd bij dat andere dorp, waar nauwelijks enige binding mt dat ook veel verder weg lag. Dit sooi landhapperij wordt in ons landje op grot uitgeoefend. Gewone stervelingen moe 'ij maar kalm over zich heen laten gaan e doorgaan met ademhalen, want zelfs je h; ning op een lijst zetten of met spandoek lopen haalt niets uit. F elij Maar dan ineens staat alles weer op scher landelijke PIT-collecte wordt gehouden. mist denk je, mooi, geen gezeur, alle kei samen. Logisch ook. het gaat toch o JPni bussen voor „onze jongens". Het interk thuisfront kent geen kerkmuren en die 'kel alleen al veroorzaakt cm warm sfeertji stel recreatie van onze jongens. s k d; Ach arme, laat er nu een collectant zijd goede doel geheel vergat en totaal bezete eer van de gedachte dat er in zijn bus meeitca zitten dan in welke andere ook. Een ani!" dus dat de middelen heiligde. En jawel. u£' al begrepen onze eigen plaatselijke colle mn viste de dag daarna in ons buurtje achter Wat zal een rtiens zich nou opwinden ov ld onbelangrijke dorpsschermutselingen, niet beter een tikkeltje meewarig glimla< dat domme gedoe van naar ijdelheid ïn jagende plattelandslieden? Druk in de w de, belangrijke mensen hebben niet ee ,0O! tijd om aan dit soort onbenullige beufcus zelfs maar één gedachte te spenderen, olii it l :i chi t v bol Wat zou nou een beetje getriefel met dofoj zen bij een collecte? Kom, kom, van zo'nh t< moet men toch geen zaak maken, eei tolerant zijn, de dingen relativeren 2 Ik vind het alleen een angstige gedacht) deze manier van denken alle landhappei niei vaarlijk wordt gemaakt. We zijn al helen ve het kleine onrecht om ons heen gewend|j£j dat ons niet machteloos als het om veelp.kt .onrechtvaardigheden gaat? Hen idei „Spiegel van bekende Friezen" be schreven door ruim twintig auteurs. Uitgave: VVV Friesland en B.V. Friese Pers Leeuwarden. Prijs 27,50. Geïllustreerd met diverse te keningen en portretten. De Friese volksheld „Greate Pier" ontbreekt natuurlijk niet aan dit boek, maar wie heeft er ooit gehoord van de kleine „Ad miraal Tom Pouce"? Jan Hanne- ma uit Franeker heette „Den Kleinsten Heer van Europa" te zijn en hij reisde als een soort kermisattractie met zijn hoog te van zestig centimeter door Europa. Het boekje beschrijft in totaal 24 Friezen. Ook Bonifacius de in Dokkum vermoorde gees telijke - wordt tot de Friezen gerekend, hoewel men er vraagte kens bij kan zetten of deze in Engeland geboren man wel een Fries mag worden genoemd, en kel en alleen omdat hij op één van zijn missietochten in Fries land werd vermoord. Verder wordt er een zekere Sjoerd Sierksma (1902-1965) ten tonele gevoerd, niet omdat hij zo bekend is maar omdat hij zo valt uit zijn beschrijving door G. F. Kooyman op te maken het verdient om bekend te worden. Hij maakte carrière in Neder lands Indië, wist langs avontuur lijke en gevaarlijke wegen mili taire documenten (die nog van belang zouden zijn geweest voor de ontwikkeling van de atoom bom die een einde aan de strijd in de Pacific maakte) door de Ja panse linies in Amerikaanse han den te spelen en ontving daar voor de Militaire Willemsorde. De Bij Kollum geboren boerenzoon bleef vervolgens in Amerika en werd een bekend schrijver van science fiction. En andere auteur, mr. H. J. van- der Meij, komt tot de conclusie dat het geheimzinnige, daboek, een vervalste^ schiedschrijving (ovebag komst waarvan al heettdh culeerd is), van de han s; Joost Hiddes Halbertjpe deze zoveelste „oploierv het mysterie heeft Hker een boek geschreven. Voor het overige ontb: lei bekende namen nii van Marijke Meu, peus, Tjerk Hiddes, Troelstra, gefusilleerd^ Mata Hari, Pieter S; brandy, Bintje Jansmji' de bekende aardapprd naam is genoemd) en ren. Een aardigheidjjli boek is de spiegelen waarin minder beki wat niet is kan kon hun eigen beeltenis ki cin id. ënac Mht. »j n s rde ku: lek e)t 'Ti Onder redaktie van mevrouw J. Wentink-Frumau en mr. J. J. Wentink. Vragen uitsluitend in envelop sturen naar postbus 50; Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant' Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde Itie i7 d fail: ■y lat O' Vraag: Gaarne zou ik voorlopige in- formaUe willen ontvangen over tra- pliften. Echter liever niet in een brief naar mijn huis. maar onder mijn sehuilinitialen in de krant. Antwoord: Dit wordt voor ons moei lijk: wij kunnen u zonder meer infor matie thuis sturen, maar in de krant worden alechta zeer algemene verwij zingen gepubliceerd (onze rubriek Is niet bedoeld om daarin gratis recla me te maken). Initialen van de vra genstellers worden niet genoemd. U kan Inlichtingen Inwinnen bij Lift- bouw Nederland, tel 070-888824. 3e v.d. Kunstraat 13. Den Haag. Wij ma ken andere lezers erop attent, dat behalve trapliften. die niet voor elk soort trap geschikt zijn, ook kooltjes of cablnellften in particuliere huizen geplaatst kunnen worden Het zijn kleine dingen (binnen 75/75) telkens bedoeld voor één peraoon en beves tigd tegen een bestaande wand. Er moet dan een gat gemaakt worden in zoldering en vloer. Dat gat wordt af gemaakt en de kool in zijn geheel gemonteerd De kool Is voorzien van eeh zgn. telefoondeur. die gesloten is bij gebruik. Door deze lift nog een verdieping hoger te laten doorlopen (desgewenst) houdt men ook nog de beschikking over de zolderverdie ping. Zoiets kost natuurlijk wel een heleboel, maar een eenvoudige ver bouwing gelijkvloers met aansluiting op het verwarmingssysteem is ook geen kleinigheid. Hulp inzake Friese pop: Van ver schillende zijden ontvingen we de mededeling: In het septembernum mer van het blad Handwerken, blz 62, staat een artikel over poppen in kle derdracht en knippatronen, die ook los daarvan te bestellen zijn. Het ad res van de vragenstelster is onvind baar en nu hopen we, dat ze deze rubriek onder oog zal krijgen. Tevens ontvingen we een paar adressen, die bruikbaar zijn voor de vervaardig- sters van deze poppenkleren: Bij fa. De Troye te Arnemuiden zijn stoffen, kralen, kant. slotjes, enz. te koop en stoffen bij fa. Duyst te Spakenburg. Vraag: Waar werd het feuilleton: De nevels wijken uitgegeven? Antwoord: Dit boek van Willem van Zwol werd uitgegeven bij Uitg. West- Friesland te Hoom. Vraag: Wat voor waarde moet men hechten aan het predikaat „Hofleve rancier?" Heeft dat te maken met de kwaliteit en worden de artikelen wer kelijk aan het hof gebruikt. Kan iede re firma zomaar dit predikaat voeren of moet men hiervoor toestemming hebben? Antwoord: Het verzoek om hofleve rancier te worden, moet men tot H.M. de Koningin richten. Voorwaarden zijn, dat de zaak honderd jaar bestaat of langer en te goeder naam en faam bekend staat, en een vooraanstaande plaats inneemt in zijn bedrijfstak. De artikelen moeten daarmee in over eenstemming zijn, al laat elk bedrijf wel eens een steekje vallen. Het is niet altijd zo, dat een hofleverancier aan het hof levert. Vraag: Mijn man fietst als hobby en nu hebben we dit jaar in Frankrijk een echte wielrennersbroek gekocht, wevenit met een zeemleren kruis. Hoe moet men zo'n broek wassen, zonder dat het zeemleer spijkerhard wordt? Antwoord: Wie mijn woonplaats Voorburg kent, weet waar de Voor- burgse expert woont, die alles van fietsen (en fletsbroeken) afweet en die kennis ook in praktijk brengt. Wij vroegen aan Ton van Herwerden raad en dat advies moet u dus maar toe passen: De broek kan slechts gewas sen worden, handwarm en niet ma chinaal met de ouderwetse groene zeep, die hoewel onder verschillende namen toch dezelfde is, die ons voor geslacht vroeger gebruikte. In geen geval dus synthetische wasmiddelen. Niet wringen en bij de laatste spoe ling wat azijn toevoegen. Binnenste buiten keren en „op de wind" en niet in de zon of bij een kachel of CV drogen. Met de hand het zeemleren gedeelte voorzichtig glad strijken. Als daaraan getrokken of gewrongen wordt, rekt het zeemleer uit en de fletser komt op een paar rimpels te zitten, die na een poosje als messen in z*n zitvlak snijden. Vraag: Uit Indonesië kreeg ik een prachtige echt-gebatikte kaïn fWljde overslagrok). Helaas zit er een lelijke vlek voorop, die netjes naar binnen was gevouwen. Het was geen wasvlek en op allerlei manleren heb ik gepro beerd. die lelijke vlek eruit te krijgen, maar niets lukte. Tenslotte heb ik de hele rok gewassen met een gedroogde bes. die schuim maakte. Die bes had den de schenkers bij de rok gekregen. De stof geeft bij ai dat wassen steeds r J7di blauw al, dus we moeten daar niet te lang mee doorgaan. Weet u een mid del om die vlek weg te krijgen en wat is dat voor een bes? Antwoord: Over die vlekken is geen zinnig woord te zeggen als je ze niet gezien hebt. Het is niet onmogelijk dat er een ongelukje bij het verven gebeurd is en al ontkleurt die verf door het wassen een beetje, er blijft genoeg over. Het enige zou kunnen zijn die overslag zo te maken dat de vlekken naar binnen gevouwen wor den. Bij bijzondere gelegenheden draagt men die weggewerkte overslag in naaldscherpe plooien geplisseerd en op die manier is er voldoende bewegingsvrijheid. Als de stof slap geworden is van al dat wassen, zou u een beetje apprêt (stijfsel) kunnen gebruiken. En nu die bes: Het is waar schijnlijk de vrucht van de Rerek (Filicium declpiens van de familie Saplndacaeen). Deze vrucht wordt als zeepnoot gebruikt en bevat stof fen (saponinen) die een vloeistof sterk kunnen doen schuimen en vuil daar door losmaken, terwijl ze geen bijten de alkalsche werking hebben. Bij stammen van bomen en planten van deze familie waaraan gesnoeid is, ziet men na tropische regenval een bergje schuim. Dit schuim bevat veel sapo- nlne, giftig voor mens en dier (vooral voor vissen), want deze stof maakt de bloedlichaampjes kapot en ontkleurt het bloed (haemolyse). Degenen, die in de vooroorlogse jaren lid waren van de biologische club op het Chris telijk Lyceum te Bandoeng, zullen zich misschien nog wel herinneren hoe Dr. (nu prof,) Van der Pijl die ontkleuring demonstreerde door op een mengsel van a gar a gar en bloed (daartoe gaarne afgestaan door altijd enthousiaste clubgenoten) stukjes blad, hout en bast van de Filicium te leggen. De bast won het. Al met al een bron voor vergiftigingen. Enfin, u had maar één bes. Vraag: Hoe kom ik aan het adres van een goede wichelroedeloper? Antwoord: We hebben allerlei instan ties opgebeld, waarvan we het ver moeden hadden, dat ze u en ons zou den kunnen helpen, en nu vragen we het aan onze lezers, want we hebben op deze vraag geen antwoord. Aanvulling op verleden week gege ven antwoord over Kaaswei: Kaaswei moge dan niet voor ieder bereikbaar zijn: karnemelk is dat wèl. Er is na tuurlijk niet zoveel verschil ln de wer king van beide. Men kan er iets inleg gen om te weken maar met een bor steltje kan men het koper ook bewer ken met de karnemelk. Vraag: Hoe komt het dat mijn Flu weelboom (Rhus) dit Jaar geen kaar sen maakt. Hierbij een dode bloem van de struik. Antwoord: Wat u mij als „bloem" toezond, was heel erg verdroogd. Ver moedelijk heeft uw Rhus (Fluweel of Azijnboompje) het dit Jaar, waarin hitte, droogte, kou en regen elkaar afwisselden op een voor vele planten ongunstige manier, niet kunnen bol werken. Een Rhus groeit gemakke lijk. Laten we hopen op een betere bloei in het volgende jaar. Hulp inzake het recept Eierkoeken: 8 eierdooiers met 1 kg suiker in 1 liter melk weken (een avond of in elk geval een paar uur voor het bakken). Op kloppen 50 gr ammonia. Gesmeerde met bloembestoven plaat gebruiken. Zie verder aanwijzing in kookboeken. Vraag: In onze keukenmuur is op stahoogte een koelkast, merk Prest- cold, ingebouwd. Hij doet het al te goed, want hij is niet te regelen. Hoe ook afgesteld hij „vriest maar an". Geen monteur slaagde er in, dit euvel te verhelpen. Waar kan ik voor dit merk de juiste hulp krijgen? Wie is de importeur? Antwoord: Bij de handelsvoorlich ting van de K. v. Koophandel is dit merk niet bekend. Het apparaat is natuurlijk uit te schakelen (het moet toch regelmatig ontdooien) door de stop uit het contact te trekken, maar ideaal lijkt me dat nu niet. Volgens mij moet dat apparaat er toch wel uit te halen zijn om nagekeken te worden en bijgesteld. U schrijft niet wanneer de bungalow werd gebouwd daar moet toch wel iets over te vinden zijn in de papieren van het huis? Mis schien weet een van onze lezers hier iets op. Ontvangen: een hele brief met cita ten over „Werk". Hartelijk dank! Ik wil u een tweetal hiervan niet onthou den: Werk is het heerlijkste dat er bestaat op de wereld. Laten we er Iets van opsparen voor de dag van mor gen. (Het is toch wel fijn, om op een gegeven ogenblik: Ziezo! dat is ge beurd, te kunnen zeggen). Stroop niet alleen uw mouwen, maar ook uw broekspijpen op, als uw arbeid dat noodzakelijk maakt, achterstand van de val ongeveer opgeruimd: w^m meer door de brieven te|~ slotte: Voltaire schreef f behoedt ons voor drie f Verveling, ondeugd (waarvan akte). Vraag: We hebben een j 1910 opgediept, zo een zeildoek met schamiei oude kleertjes (met onze moeder genaaid) v maal tegenaangeplakt e hebben we ze voorzicl gen. Trek je nu weer i gaat het zeildoek weer k er iets op? Antwoord: Wij hadden! zeildoeken tafelkleedje, f om een stok werd gerc plakte ook en er werdl goed schoon en droog J talkpoeder overheen g hielp wel. Probeer het ders zit er niet anders Y soort onderpak te oude panty en polsmol over de armen. Het zou| van de oude kleertjes manier zit er in elk geval

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 6