ppel: ertig iren childer- rift ~nsen in de greep van dictatuur 'De valken' van Istvan Gaal Beklemmende Hongaarse film J iedere woeste iedere e veeg op de ;te plaats KUNST WA= ti AG 16 SEPTEMBER 1978 TROUW/KWARTET 19 Filmkroniek dr. H. S. Visscher „Fugitive Cinema" brengt in Nederland een Hongaarse film uit, die ons anders nooiit in openbare vertoning bereikt zou hebben; het is de uit 1970 daterende film „De Valken" van Istvan Ga&l. die ook het scenario voor deze film schreef. „De Valken" voert ons binnen in een geïsoleerde, gesloten wereld een afgebakend gebied in een af gelegen streek, waar, op een kleine boerderij, de vogel wachter Lillik, bijgestaan door een paar assisten ten. valken traint voor de jacht op vogels die schadelijk zijn voor de landbouw in die streek. Overigens blijkt de „Umwelt" er is een collectieve boerderij in de buurt dat heel anders te voelen, want er schijnt een duidelijke vijandig heid t.o.v. Lillik en de zijnen te heersen, die aan de dag treedt doordat Lillik telkens opnieuw de grenspalen met verbodsbordjes van zijn gebied omvergeworpen of gebroken aantreft. Dat brengt hem, hoewel hij overigens de in druk maakt van een koele, onaan doenlijke beheerser van de situa tie, tot een ziedende drift; onbe heerst schreeuwt hij scheldwoor den in de lege ruimte om hem heen. De strijd om de grenspalen keert telkens terug in de film, hoe wel de „Umwelt" zelf alleen maar even zichtbaar wordt in twee ar beiders van de collectieve boerde rij, die met hartstocht een valk te lijf gaan als ze die in handen ge kregen hebben. Wreedheden Gabor, een jonge ornitholoog, die een vergunning heeft om enige tijd in het gebied te verblijven, is aanvankelijk vol bewondering voor Lilliks welhaast religieuze toewijding voor zijn valken en zijn regoureuze systeem van discipline en autoriteit. Lillik drilt niet al leen zijn valken hij is ook de onbetwiste en strenge leider van z'n vier slaafse helpers. Ook van de vrouw Terez, die overigens weer een trapje lager in de hiërar chie staat: zij is voortdurend bezig de mannen te bedienen en de nachten brengt zij afwisselend bij een van hen in bed door, als Lillik haar althans „niet nodig heeft". Er zijn zachte moederlijke kanten in haar liefde voor heel kleine vier voetige dieren, maar dat is een liefde die volkomen naast de on aandoenlijkheid staat waarmee ze de wreedheden meemaakt die be dreven worden met de vogels die als prooi dienst doen bij de trai ning van de valken. In haar con tact met Gabor beleeft zij „iets anders", naar zij zelf zegt, maar niettemin brengt zij het niet op om zich uit Lilliks gebied te bevrij den, als Gabor eruit vandaan vlucht. Want na zijn aanvankelij ke bewondering heeft zich steeds meer de afkeer van Gabor meester gemaakt voor het kille en meedo genloze automatisme van Lilliks autoritaire systeem. Discipline Die afkeer wordt manifest als hij als helper fungeert bij een poging van Lillik om een valk te vangen en dan als bij plotselinge ingeving de gevangen valk weer laat vlie gen. Het komt nogal onverwacht omdat de film zich weinig moeite geeft in zijn innerlijke ontwikke ling door te dringen. Wel zien we hem dikwijls peinzend op zijn ka mer. maar wat er ïn hem gebeurt, daar merken we weinig van Verbinding Veel interessanter is de figuur van Lillik. Hij wordt niet getekend als een onaangenaam mens: hij is een man met een diep en kil geloof in autoriteit en discipline, en gelooft heilig in de noodzaak en het nut van zijn perfecte valkenkorps. De zorg waarmee iedere maand de poten van de tot slachtoffer ge worden vogels worden geteld en opgestuurd als bewijs van de ren dabiliteit van het hele bedrijf, is typerend. Het is een rendabiliteit die buiten Lilliks gebied niets schijnt te betekenen getuige de houding van de „Umwelt" maar die daarbinnen onwrikbaar wordt beleden, en die daar buiten iedere twijfel staat. Het slot van de film maakt heel duidelijk dat Gaals film een alle gorische bedoeling heeft: als Ga bor eenmaal buiten Lilliks gebied gekomen is en langs de spoorbaan naar het stationnetje loopt, zoomt de camera in op de telegraafdra den terwijl de microfoon een audi tieve zoom maakt door het geluid van de wind door de draden, ver sterkt weer te geven: zij maken muziek, en voor het eerst krijgt het landschap weer „stem" de stem van menselijkheid en com municatie. Na het ijzige isolement van Lilliks rijk is er weer „verbin ding"Het opvallende is echter, dat de hele film door al het ver moeden van allegorie aanwezig is, terwijl de film juist een opvallen de documentaire allure heeft. Een kleine bezetting van maar drie hoofdpersonen van wier uitdruk kingsvermogen eigenlijk niet veel gevraagd wordt, duidelijk niet- professionele bijfiguren, een in drukwekkende maar weinig ver anderlijke lokatie, en tenslotte na tuurlijk de valken, waarvan de ak- tiviteiten vaak ook nogal duide lijk gemanipuleerd worden door een kiene montage bijvoorbeeld in de passage waarin een ekster waarop de valken jagen, zich ver stopt in een kudde schapen. Zelfs bij de zielige reiger die als „oefen materiaal" gebruikt wordt en volgens Lillik „nog best één keertje méé kan", als hij weer eens door de valken is toegetakeld, ver moedt men enige trucage van de ..gespeelde documentaire". Maar juist dit pseudo-realistlsche, neu trale vlak, maakt de film zo boei end, want men voelt tegelijk voortdurend, dat er veel méér door de filmer bedoeld wordt. Ideaal Wét precies? Istvan Gaél is groot geworden in de duistere periode van de vijftiger jaren, toen de sta linistische terreur alle menselijke verhoudingen vergiftigde met wantrouwen en onzekerheid en er links en rechts in naam van een ondoorgrondelijk ideaal, willekeu rig ontelbare slachtoffers werden gemaakt. Als Lillik zich bij de uitoefening en rechtvaardiging van zijn bedrijf voortdurend be roept op de geschriften van de een of andere oude Perzische wijsgeer, kan men daarin een parallel zien met een dogmatische ideologie die alles rechtvaardigt vanuit de ge schriften van Lenin. En natuurlijk is het mogelijk méér van die paral lellen te trekken. Gaél komt voort uit een filmersgeneratie die in die duistere tijd gevormd is en die die periode nu a.h.w. „dóórlichten" wil. Desalniettemin heeft hij zich zelf verzet tegen de interpretaties die alles in de film tot die periode willen herleiden. Zijn film reikt verder, is een verbeelding van het autoritaire klimaat als zodanig, van een dogmatisch „geloof" In discipline, hiërarchische verhou ding, de illusie van de noodzaak en het „nut" ervan. Dat Lilliks beste valken hij heeft ze verdeeld in „officieren" en „onderofficieren", zoals zijn vogel wereld verdeeld is in „Jagers" en „slachtoffers" aan het slot, als ze maar net op tijd gered zijn van de verdrinkingsdood tengevolge van een orkaan, bepaalde ziekte symptomen vertonen, is onmis kenbaar een signaal van het einde van Lilliks „rijk". Geen enkel de tail in deze film is er „voor niets"Gaél maakte een mer kwaardig beklemmende, ogen schijnlijk simpele film een film voor een publiek in een kleine zaal. Een film waarvan ook het muzikale aspect èn het gebruik van de kleuren sterk expressief zijn. Dat laatste viel overigens al leen maar te vermóeden uit de kopie die wij te zien kregen, want die was erbarmelijk slecht. Hoofdpersoon Lillik zittend voor zijn élitecorps valken i. Kruis iern^ Jongetje met ezel (1968) 190 bij 230 cm. ng ,jaar Karei Appel, tot liber in het Cultureel n. Begijnengang 4, 'n Overzichtstentoon- naar aanleiding van nerpeelste boek over deze iweldenaar „Het ge- an Karei Appel" van o-26gen en Nico Koster. een mensenleeftijd, en it Appel, zelfs in deze tijd t stromingen, de „arts", el- de regelmaat van een klok voor velen de verpersoon- in het „moderne". Iedereen ■"■"naam, zoals die van Rem- __iPicasso, iedereen heeft zelfs enig idee hoe zijn werk er jUitziet. Nu weet ik wel dat fedheid meermalen toege- wordt aan de publiciteit, die ker in de veertiger en vijfti- allerminst schuwde. Publi- t zozeer in de kunstrubrie- vaker op de voorpagina's. isch geworden rel over die jdering „Vragende kinde- e kantine van het Amster- verldhuis in 1949 bijvoorbeeld, met recht een teken aan de ht ook toen bleek weer dat laaide punten maar weinig Iderd na vijf jaar bezetting. Is „ontaarde kunst" doken li er ontstond een buitenge- i hetze tegen „de moderne ijnhtenaars namen het voor Ap- teker niet alleen zijn experi- Bn Tienden. Beeldhouwer John noemde de muur „een mooi Blder Jan Sluyters vond het am^evenwichtig, harmonieus beschaafd van kleur". En >land Holst, Heinrich Cam- F. Bordewijk, Martinus een groep museumdirecteu- jteerden tegen de aanvallen. verdween „Vragende kin- n pas in 1959 weer t,.evoor- ie Vkomen. koo| ol jets over Cobra, want in die 7ggürde dat allemaal. Appel 948 zeiden we: we moesten floen. We moesten eens een Jen, onze nieuwe ideeën lan- Juw toen leerde Comeille Con- 'aafiwenhuis kennen. Die leer- t kennen. Met z'n drieën i toen de groep Reflex op- in eigen blad. Het ging toen wel weinig, maar er was als dat van Appel nu eenmaal niet anders, helemaal niet anders dan emotioneel benaderen. Je moet je zonder meer laten gaan, erin duiken en "t allerlaatste wat je moet doen, is zoeken naar verklaringen. Liever dan de beruchte kreet „ik rot zooi maar wat an" of'ie het ooit werkelijk gezegd heeft, blijft overi gens een vraag haal ik een andere uitspraak van Appel aan „Wat er gaat gebeuren kan ik niet voorzien, het is een verrassing". En dat mag dan wat beschaafder klinken, 't is natuurlijk ook niet hele maal waar. 't Materiaal was er, linnen en verf, een ongelooflijk brok schil dersdrift. fantastisch kleurgevoel, een aangeboren compositotisch ver mogen, spontaniteit en virtusiteit. Explosie Als je dat bij elkaar stopt krijg je een bijzonder explosief mengsel. En bij een explosie mag dan meermalen een ruitje teveel sneuvelen of een muur tje te weinig de lucht invliegen, de kracht ervan is van tevoren toch wel in grote trekken te berekenen. In een kritek van een jaar of vijftien geleden schreef Cees Doelman een naam die meermalen voorkomt in Appel's biografie dat de quintes- sens van Appel's kunstenaarschap gezocht moet worden in de hevigheid van zijn scheppingsdrift. „Een schil deren onder hoogspanning. En is het dan begrijpelijk, dat er bij dit schilde ren onder hoogspanning wel eens kortsluiting kan ontstaan?". De gevolgen van die kortsluiting zijn nauwelijks aanwezig. Ik kan alleen maar zeggen en dat doe ik dan nog voor mezelf, dat ik die streperige toestanden uit 1960 en 1961 veel min der vind dan wat er verder allemaal hangt. Dat was duidelijk een zoeken naar een andere manier van doen; en weg was de vanzelfsprekendheid, de natuurlijkheid zou je bijna zeggen. Dat blijkt ook wel als je het laatste werk uit '76 en 77 ziet: weer helemaal de oude Appel, wat bezonkener mis schien, maar een kunstenaar die dan weer eens even duidelijk uit de doe ken doet. dat het heel goed mogelijk is, door alles heen want er gebeurt wat In dertig jaar maar zonder stroeve vasthoudendheid, jezelf te blijven. Of weer te worden. van Doorne _v I Oostduitse schrijver Jurek onlangs in Nederlandse ver roman Schaflose Tage ver der de titel Slapeloze da- zerk behoort niet tot de Maar voor deze roman n Frans spreekwoord zo juist zegt, namelijk dat le vijand van het goede is. uiteraard jammer. Wie het betere, en is onrechtvaar- zichzelf. is een goede roman, geschreven en hij is t. chfurlijk zo, dat een roman een verzon- Js subjectief beeld geeft van de sa- i die hij pretendeert te verbeelden. Per® van een mens oprechtheid kan er ook van een roman. Het werk van 50 ker gaf mij de stellige indruk van De geschiedenis speelt zich af in de DDR. Een zesendertigjarige leraar Duits wordt zich be wust van zijn onvrede met zijn bestaan. Hij is gehuwd, heeft een kind en een goede baan. Maar hij voelt zich in toenemende mate gepro grammeerd. Zijn huwelijk is verzand; zijn dochtertje geeft niet veel om hem en zijn werk op school is sleur geworden. Hij besluit zijn leven te veranderen. Hij be merkt daarna dat hij nauwelijks tot een beslis sende daad kan komen. Maar het gelukt hem, die verlamming te doorbreken. Hij verlaat zijn gezin en trekt bij zijn moeder in. Wat later krijgt hij een vriendin en gaat met haar samen wonen. Op school gaan de zaken slecht. In toenemen de mate wordt het hem onmogelijk, als goed socialist les te geven, en dat wil dan zeggen, zijn leerlingen te indoctrineren. Hij wordt zich zijn onvrijheid van denken hoe langer hoe meer bewust en besluit, onbepaald verlof aan te vragen. Hij wil lichamelijke arbeid gaan verrichten. Hij schrijft aan zijn schoolbestuur, dat hij zichzelf op de proef wil stellen. Het verlof wordt hem verleend. Men prijst hem om zijn besluit, dat van liefde tot het volk zou getuigen. Het wordt voor hem een bittere ervaring: hij moet de ganse dag cokes scheppen; op de broodfabriek waar hij werkt, wordt hij na enige tijd bijrijder en dan gaat het veel beter. Zijn chauffeur is een jonge vent. die hem zoals dat heet, opvangt en hem door zijn nuchtere kijk op samenleving en politiek heel langzaam de Dat weigert hij. Als bijrijder zal hij wachten op ogen opent. de vrijlating van zijn vriendin. Vlucht Weer terug op school wordt hem dat funest. Hij kan zich niet meer in het gareel voegen. Hij tracht zijn leerlingen kritisch te maken. Maar eer dit tot zijn ontslag zal leiden, gebeurt er iets dat hem de definitieve stoot tot geestelijk verzet geeft. Zijn vriendin is een free lance-typiste die ziek geworden is van het DDR-socialisme. Zij en hij gaan op vakantie in Hongarije en daar doet het meisje, zonder er haar minnaar in te kennen, een poging om naar Oostenrijk te vluchten. Zij was het niet van plan, maar op een eenzame wandeltocht komt zij zo dicht bij de grens, dat de verleiding haar te machtig wordt. Zij wordt echter gegrepen. De leraar keert wanhopig naar zijn school terug. Hij mag zijn vriendin niet bezoeken, want hij is geen familie van haar. Haar „misdaad" wordt mild gestraft: één jaar en zeven maanden gevangenis. De conflicten op school worden erger. Hij wordt ontslagen. Tot zijn geluk kan hij weer bij dezelfde chauf feur als bijrijder gaan werken. Als hij dat een poos gedaan heeft, krijgt hij het verzoek, weer naar zijn school terug te keren. Hij zal dan wel openlijk moeten belijden dat hij ten opzichte van de partij en het vaderland ernstig gefaald heeft en hij zal beterschap moeten beloven. Verraad Duidelijk wordt hij zich van zijn fouten be wust. Hij heeft verraad gepleegd aan zichzelf door zólang niet te zien wat er mis is in de samenleving waarvan hij deel uitmaakt. Hij komt niet zover, dat hij zich het religieuze karakter van het communisme bewust wordt. Maar wel wordt hij zich zijn onvrijheid bewust als een nauwelijks te dragen schurft, en diepe boosheid welt in hem op als hij leert inzien dat het ontvluchten van je land, de zogeheten Republik-flucht, als misdaad wordt geken merkt en als zodanig gestraft. In het westen is een poging tot onvluchten uit een gevangenis niet strafbaar. In het Oosten is zelfs een poging om je eigen land zonder toes temming te verlaten een verfoeilijke daad. Het is moeilijk om voor de verontwaardiging hiero ver woorden te vinden. Het is eenvoudig krank zinnig dat regeringen zich gedragen alsof zij eigenaars zijn van de burgers in plaats van dienaren. Het simpel geschreven boek van Becker geeft in zijn eenvoud een tot schrikken stemmend beeld van de DDR-slavernij. Jurek Becker: „Schlaflose Tage Nederland se titel: „Slapeloze dagen". Vertaald door Gerrit Bussing. Bij A. W. Bruna Zoon te Utrecht en Antwerpen. Paperback. Aantal pagina's 143. Prijs 17.90. toch te eten. Nou ja. en toen is die groep internationaal geworden, de Cobra-groep FCo-penhagen, Br-ussel, A-msterdam). Alechinsky erin, Dotre- mont, en later via Dotremont hebben we Jom leren kennen. Die had al zo'n groep in Denemarken en dat hebben we samengebracht". In enkele jaren tijds heeft deze groep wereldgeschie denis gemaakt. Want het heeft ook Cobra niet bepaald aan sensationele en schandaalpubliciteit ontbroken. Na Cobra ging iedereen zijn eigen gang. Appel voorop. Op biënnales en grote internationale tentoonstellin gen werd zijn werk gepresenteerd, hij kreeg prijzen en al spoedig was zijn werk niet meer te betalen. Maar goed, weer zalen vol Appels in Venlo. Karei Appel is al een aardig eindje in de vijftig en op zo'n leeftijd kan een terugblik al een beetje de moeite waard worden en met een achtergrond als die van hem, zou je je zelf kunnen veroorloven ook iets te laten doorschemeren van minder be kende en min of meer artistieke jeugdzonden. Eigenlijk had ik hier bijvoorbeeld ook een paar van de vroege landschapjes uit de oorlogsja ren verwacht, 'n beetje onnozele schilderijtjes, die speciaal gemaakt werden om te ruilen voor eten, maar die het vanwege de naam op de veilin gen helemaal niet gek deden. Alleen maar echte Maar er zijn alleen maar „echte" Ap pels, de „vergissingen", zoals o.a. die rare ongeïnspireerde bouwsels van oud kinderspeelgoed, doe hij toch kennelijk onder de indruk van pop art in het begin van de zestiger jaren maakte, zijn er niet. Wat er nu in Venlo hangt is een har monieus en ijzersterk overzicht van een logische ontwikkeling. Van dertig jaren schilderdrift bij wie past dat begrip beter dan bij Appel fel, brutaal, vaak op het barbaarse af. maar wonderlijk genoeg als je nu zo'n tijdsbestek in één keer overziet ongelooflijk harmonieus. Je wordt overvallen en je kunt je nauwelijks verweren, je kunt er gewoonweg niet tegen op. 't Gekke bij hem is, dat terwijl je weet hoe hij werkt, woest en ogenschijnlijk ongeremd, je staande voor zijn schil derijen, het wonderlijke gevoel on dergaat, dat iedere woeste lijn, iedere felle veeg, ieder flinkerend kleurvlak, precies op de juiste plaats zit. Hele maal geen kunstkritische benade ring, 't zij zo. maar zo vergaat het me iedere keer weer. En laten we wel wezen, je kunt werk Voorjaarsdier (1976) 40 bij 50 cm.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 19