grote scholen splitsen
Het Amro Eigen Huis
Spaarójan.
O
Een kind is geen mier
De Amro Bank is er vooralle spaarders.
-iificatie bedreigt het onderwijs
Maar de cijfers moeten over
tien jaar wel kloppen
kG 13 SEPTEMBER 1978
BINNENLAND
TROUW/KWARTET P 11 - RHS 13
iAM De Mammoet-
!e herlsl tien jaar van
gin november zal dit in
lomst in Utrecht, belegd
linisterie van onderwijs,
jrden herdacht.
vijswet, die deze her-
■nnelijk waard is, heeft
lezet onderwijs ruimte
oor een sterke ontwik
te ontwikkeling bleef
aar ze was niet alleen
jsitief was, dat de leer-
beter leerprogramma
n aangeboden, beter
bij hun eigen voorkeur
iteit. Verder werd de
naar een andere
ngsng
dut
school gemakkelijker.
Het negatieve in de ontwikkeling
was. dat door de mogelijkheid van
en de stimulans tot vorming van
scholengemeenschappen er mop-
sterachtig grote scholen ontston
den, waarbinnen leerlingen en le
raren zich steeds minder gelukkig
gingen voelen.
Het ontstaan van deze grote scho
len kan niet alleen aan de mam
moetwet worden toegeschreven.
De tendens van schaalvergroting
was algemeen en het voortgezet
onderwijs ontkwam er niet aan.
De klachten over de massificatie
door BERT DE JONG
van het onderwijs zijn de afgelo
pen tien jaar steeds luider gewor
den. In februari 1974 verschijnt in
het weekblad van het Nederlands
Genootschap van Leraren een ar
tikel met als alarmerende kop „De
ramp van de grote scholen". De
zeer grote scholen (dat zijn scho
len met meer dan 1.000 leerlin
gen), aldus dit verhaal, bieden
weinig mogelijkheden tot een per
soonlijke ontmoeting. Daarom
kunnen deze scholen slechts in
heel geringe mate voldoen aan de
diepste gevoelens en verlangens
van de leerlingen. Maar die per
soonlijke ontmoeting is juist het
wezenlijkste deel van de opvoe
ding.
De kinderen, gewend aan één on
derwijzer, die in het lager onder
wijs hen begeleidde, gaan onder in
de massa als ze op zo'n grote
school komen. In de zomer van
1975 komt er een cahier uit van de
nu 100 jaar bestaande Stichting
Unie „School en Evangelie" met
als titel „Christelijk voortgezet on
derwijs hoe bestaat dat?".
Unievoorzitter drs Titus M. Gilhuis
(hij was eens rector bij het middel
baar onderwijs) geeft in dit cahier
deze klacht van een middelbare
scholier door: „Mij ziet niemand
staan en waarom zouden ze
ook". Dan valt Gilhuis fel uit en
protesteert: „Kan dat op een
school, op een christelijke? Een
kind is geen mier in een mieren
hoop. Daarom moet het gezien,
gehoord, kortom gekénd worden."
Als ik nu zijn gedachte vraag over
de grote scholen, verklaart Gilhuis:
„De massificatie is een recht
streekse bedreiging van het chris
telijk onderwijs."
Een andere oud-rector en oud
voorzitter van de Algemene vere
niging van schoolleiders, drs K. de
Jong Ozn. schrijft in dit cahier, dat
in een christelijke school een leer
ling zichzelf moet kunnen zijn in
een vertrouwende (en vertrouwde)
omgeving. Hij moet persoonlijk be
geleid kunnen worden in een niet
steeds wisselende omgeving.
Maar de massaliteit beïnvloedt dit
negatief.
De klachten over de grote scholen
stapelden zich op en dringen tot
Den Haag door. Trouwens drs K.
de Jong Ozn. die er alles van af
weet, wordt kort nadat hij dit
schreef staatssecretaris met het
voortgezet onderwijs in zijn porte
feuille. Hij installeert snel een
commissie om het probleem van
de grote school te bestuderen.
Uitgangspunt van het onderzoek
moest zijn het welzijn van de leer
ling. Deze week zal de commissie
het eerste deel van haar rapport
aan staatssecretaris De Jong aan
bieden.
leaf
- ilengemeenschap met een gymnasium-, atheneum-
ik (deling, die uit een 1.400 tot 1.500 leerlingen bestaat,
D< Jitst worden. Een bestuur, dat een goed beleid voert,
op voor bij mij een aanvraag in. De middelen voor zo'n
en «n er."
'de jtwoord van staatssecre- Hij zegt nu: „Zelf heb ik als rector
steeds een onprettig gevoel gehad
over de massificatie van de scholen.
In de praktijk is echter gebleken dat
het moeilijk is aan te tonen en hard te
maken, waar het op vast zit. Duide
lijk is intussen geworden, dat het
,zich welbevinden van de leerling'
(uitgangspunt van het onderzoek van
de schoolgrootte-commissie-de J.)
nauwelijks duidelijk in verband te
brengen is met de grootte van de
hej Jong Ozn van onderwijs
lag wat er (na tien jaar
■et) gedaan wordt om de
C0Tvan het onderwijs tegen
eni
rc8erband met de splitsing
t v( holengemeenschap staat
ij ig ervan. De staatssecre-
nui 00 tot 700 leerlingen vol-
een scholengemeen-
aande uit gymnasium,
h havo. Wanneer deze cij-
in bestuur waar kunnen
i jaakt, luidt het advies van
Llc:retaris eveneens: „Dien
mi( in."
8eifeken van staatssecretaris
fooitekenen overigens niet,
sen en stichten van scho-
ele kwestie is en de strijd
ïookssificatie van het onder
elij k gewonnen kan wor-
stichting van een school
atssecretaris de Jong na-
oorwaarde (afgezien van
de huisvesting een be-
lacltf speelt), dat de school
jar ook nog 600 tot 700
m£eeft. Dat moet ook kun-
tel< aangetoond.
°a>lin9
ke,";
van onderwijs heeft
reden. De daling van de
corfers gaat doorwerken in
zet onderwijs. Het pro-
e grote school lost zich zo
ïgs natuurlijke weg op.
!JS!
:retaris toont met de vol-
aan hoe belangrijk die
jn. Dit cursusjaar bezoe-
.000 leerlingen het vwo,
vo. Over tien jaar zullen
x 720.000 zijn. Het lager
ijs wordt nu door ruim
ingen bezocht. Dit aantal
1987 op 325.000 geschat.
ien daling van ruim twin-
rekening gehouden, in
ïdelijke gebieden kan de
g van het aantal leerlin-
n 30 procent zijn. Zo zijn
mann Wesselink College
sen, een scholengemeen-
100 leerlingen, die des-
eën gesplits kan worden,
ers in omloop, die aange-
over tien jaar nog maar
eerlingen over zijn.
nog door de bewindsman
de wordt gesteld, dat de
Iers van de af te splitsen
eenschap alleen mogen
de leerlingen afkomstig
Dtestants christelijk, het
oliek of het openbaar on-
ïaar gelang de zuil, waar-
>1 behoort), wordt het dui-
iets zo moeilijk is als een
ibsidieerd te krijgen. De
de massificatie van het
ïnderwijs blijft verre van
e rector De Jong denkt
nog hetzelfde over het
in de grote scholen. Maar
icretaris bekijkt hij het
een grotere afstand dan
i het hierboven aange-
ier schreef hij nog over
,die kolossale rechthoeki-
leerfabrieken."
Overdreven
Verder legt de staatssecretaris er de
nadruk op, dat de kwestie van de
grote scholen niet overdreven moet
worden. Zoveel zijn er nu ook niet op
het totaal van zo'n 2.000 scholen voor
het voortgezet onderwijs. Er zijn veel
mavo's en scholen voor beroepson
derwijs die niet zo groot zijn. In 1976
waren er-in Nederland 18 schoolge
meenschappen van vwo-havo met
meer dan 1.400 leerlingen en 38 ge
meenschappen van vwo, havo en
mavo met meer dan 1.500 leerlingen.
Dat zijn in het totaal dus 56 zèer grote
scholen. Bij deze 56 behoren vier
mammoetscholen van ongeveer 2.000
leerlingen of meer. Toch blijkt uit een
eenvoudige vermenigvuldiging dat
een kleine 100.000 leerlingen in dit
land een zeer grote school bezoeken.
Het begrip „grote school" is volgens
staatssecretaris De Jong overigens
betrekkelijk. De school is zo groot als
ze wordt ervaren. Zo'n ervaring is ook
afhankelijk van de inrichting van het
schoolgebouw. Een staatscommissie
bestudeert dit probleem, met weer als
uitgangspunt het „zich welbevinden
van de leerling".
Van een school die snel is gegroeid
wordt juist vaak gedacht, dat ze vre
selijk groot is.
Geen contact
Rector van zo'n snel gegroeide
school, het Hermann Wesselink Colle
ge, is dr Roelof Huizenga, die in een
splinternieuw gebouw in Amstelveen
zit. Van de ruim 2.100 leerlingen, die
aan hem zijn toevertrouwd, zijn er
350 elders ondergebracht in Amstel
veen en zitten er ruim 400 in een
dependance 15 km verderop in Mij
drecht.
Huizenga zegt: „Je kunt altijd een
perfecte organisatie opbouwen om
zo'n massa goed te besturen. Je zorgt
voor een goede communicatie door
middel van schriftelijke mededelin
gen. Dat kan allemaal goed verlopen.
Maar niet te voorkomen is, dat de
leerling tussen wal en schip dreigt te
raken. Aan de essentiële voorwaarde,
dat er een goed contact moet bestaan
tussen de leraar en de leerling kan in
de verste verte niet worden voldaan."
Rector Huizenga laat me cijfers zien
van de Besturenraad van het protes
tants-christelijk onderwijs, waaruit
blijkt, dat leerlingen van een vwo-
havo scholengemeenschap na één
jaar al kennis moeten maken met
hun 23e leraar.
Nog een cijfer van de besturenraad.
Docenten in Nederlands, Frans, wis
kunde. Duits en natuurkunde krijgen
per week zo'n 200 leerlingen voor zich,
van wie ze er 120 voor het eerst in de
klas hebben.
De massa van de grote school. Het Hermann Wesselink College in Amstelveen heeft middagpauze.
Vraag aan staatssecretaris De Jong:
De relatie leerling-leraar gaat verlo
ren in de grote school. Heeft u enig
idee hoe die relatie weer tot stand
kan komen?
Antwoord: „Met een goede organisa
tie kan veel bereikt worden. In de
eerste plaats zou men een tweede
brugjaar in kunnen stellen. Meer lera
ren kunnen dan met de klas meegaan
en de wisseling wordt niet zo groot
voor de leerlingen.
Verder kun je, om een sterke wisse
ling van leraren te voorkomen, heel
wat met het rooster doen. Vergeten
wordt wel eens, dat het rooster er
voor de leering is en niet voor de
leraar.
Belangrijk is vooral de aanwijzing
van een klassenmentor. Hoe groot de
school ook is. er moet tenminste één
leraar zijn, die altijd aanspreekbaar
is voor de ouders en alles weet van
elke leerling uit zijn klas. Dit is een
minimum-voorwaarde, waaraan elke
school moet voldoen".
Ik begrijp, dat veel bezwaren tegen
de grote school weg zijn te organi
seren.
„Ik geloof, dat er veel te regelen en te
organiseren is. Bovendien heb ik de
indruk, dat de leiding van de grote
scholen alles wat beter in de vingers
krijgt. Men krijgt meer ervaring. Al
les is in een rustiger vaarwater geko
men: de sterke groei van de scholen is
er uit. Er is een stabilisatie inge
treden.
Met een goede organisatie kan ook
bereikt worden, dat men over gaat op
de kleinschaligheid. Zo moet het mo
gelijk zijn de grote scholen weer te
verdelen in compartimenten. Dat kan
men horizontaal doen. Dat wil zeggen
naar de leeftijd van de leerlingen.
Leraren en leerlingen komen dan
weer dichter bij elkaar te leven in zo'n
afdeling. De leraar blijft in zijn „wijk"
net zoals een dominee in een grote
stad, die niet rond moet trekken,
maar dicht bij huis blijven."
Een verdeling van de school naar
verschillende types (havo, atheneum
enz.) is ook mogelijk. Een ander idee
is de verdeling van de grote scholen
door te voeren naar de ruimtelijke
indeling van het gebouw. De staatsse
cretaris geeft echter de voorkeur naar
opdeling van de school volgens de
leeftijden,
De idee van de scholengemeenschap
en de eenheid ervan wordt dan opge
geven?
„De school als gemeenschap, waar
binnen men elkaar kent. verdwijnt in
grote scholen. Dat is niet in alle op
zichten zo erg. De leerling ervaart de
school toch niet als eenheid. Voor de
leerling is de klas belangrijk. De klas
wordt als eenheid gevoeld. Die mag
niet te veel veranderen."
Hoe moet het met de klasse-eenheid
in de bovenbouw met de wisselende
groepen volgens de gekozen leerpak
ketten?
„Tja, de grootste problemen doen
zich voor bij havo 4. In deze klassen
komen ook nog veel leerlingen van de
mavo binnen."
Verruwing
De man uit de praktijk, rector Hui
zenga herhaalt, dat de kinderen ver
drinken in de massa. En dat niet
alleen. „Je kunt veronderstellen, dat
er per klas vier tot vijf leerlingen zijn,
die het moeilijk hebben, omdat er
huiselijke problemen zijn. Hoe kom
je daar achter en hoe zou Je hier als
school (terwijl het eigenlijk wel moet)
kunnen helpen. Dat is het probleem
van de eenzaamheid. De andere kant
is, dat er onder de kinderen een verru
wing optreedt. In de grote massa dur
ven ze dingen uit te halen, die ze
normaal nooit in hun hoofd zouden
halen."
De school van Huizenga telt 113 do
centen. Het contact verloopt via een
hele papierwinkel. Iedere docent
vindt de schriftelijke mededelingen
in zijn vakje. Met 113 man voer je
geen goede discussie over de school.
De persoonlijke contacten worden
verder bemoeilijkt doordat de leraren
veel moeten pendelen naar de andere
wat genoemd wordt „dislokatie" en
de dependance. Dat pendelen ge
beurt Juist in de tijd, waarin men met
elkaar zou kunnen praten en leren
kennen. De leiding van deze monster-
school bestaat uit 10 man. Huizenga
verzucht: „Dit aantal maakt het ex
tra moeilijk een duidelijke lijn en een
duidelijk beleid uit te stippelen. Want
ook voor een schoolleiding geldt: zo
veel hoofden, zoveel zinnen." Op zo'n
grote school, waar de echte contacten
moeilijk zijn dreigt het onderwijs op
pervlakkig te worden.
Huizenga zegt: „Het gevaar van ver
trossing in het onderwijs is erg
groot."
Verloren
„De school is er niet om de kinderen
alleen maar kennis bij te brengen."
vervolgt hij. Het gaat ook om vor
ming en opvoeding van mensen, die
terecht kunnen in de maatschappij.
Als je dan ook nog denkt aan een
eigen identiteit van het christelijk
onderwijs moet ik zeggen, dat we
tekort schieten. Met een perfecte or
ganisatie red je het niet."
Staatssecretaris De Jong zegt hiero
ver. dat de omgang met elkaar veel
heeft te maken met de identiteit van
de school. Het gaat om de ontmoe
ting van mens tot mens.
In het reeds genoemde cahier schreef
de staatssecretaris, dat juist de rela
tie tussen leerling en leraar het chris
telijk onderwijs gestalte moet
krijgen.
Staatssecretaris en rector zijn het wel
met elkaar eens. Maar de klacht van
de rector is, dat die ontmoeting verlo
ren is gegaan. Die klacht blijft zolang
het mogelijk is het verhaal wordt
voor wóór verteld dat een aantal
leerlingen uit de hoogste klas met
medewerking van enkele docenten
een week lang koffie drinken in de
leraarskamer zonder dat het „com
plot" wordt ontdekt. De klacht blijft
zolang de leerling het verloren gevoel
heeft, dat men hem in de grote school
niet ziet staan.
ADVERTENTIE
Unieke Amro spaarvorm
om zo snel mogelijk aan lilt
geld voor een eigen huis te komen.
Geeft momenteel een hoge rente
van 7%, zonder vastzettea Stok
achter de deur: bij opname voor 'n
andere gelegenheid dan de koop
van 'n eigen huis betaalt men 2%
opnamekostea
Dat geldt ook voor
7%
alle opnamen binnen
1 jaar na opening van de
rekening.
Extra voordeel: Eigen Huis
Spaarplan-spaarders betalen een
'/2 minder afsluitprovisie, wanneer
een Amro Woninghypotheek wordt
afgesloten (maximaal gelijk aan het
totaal van de bijgeschre
ven rente).
uizenga
Staatssecretaris De Jong