'De fout van gisteren zal de
fout van morgen niet zijn'
k
1
'I
I
Oer twinkelende ogen en een etablissement
Paarlen voor
de chemici
amilie Celedon hoopt op terugkeer naar een democratisch Chili
re
Wetenschap en techniek
VRT ZATERDAG iEPTEMBER 1978
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
13
door Willem Schrama
Mij DEN HAA( -Er gloeit
nog hoop n i Haagse
Sneeuwbalsra- Sinds
het Chileense zin Cele-
M don er drie jï geleden
B op een krappitage zijn
7 intrek nam, tft het al
tijd geloofd ifie terug
keer naar eedemocra-
tisch Chili. Val nu het
bewind var Pinochet
steeds wankr trekken
begint te verien, groeit
die hoop. M' wanneer
iet zover zrfijn, blijft
onzeker.
Vier maanden eden hebben
Roberto Celeden zijn vrouw
Mercedes bij cPhileense am
bassade een offd verzoek in
gediend om teogen terugke
ren. Een absce voorwaarde
voor een eveflle honorering
van dat verzoe de belofte om
- eenmaal te in hun vader
land geen kele politieke
activiteit mee ondernemen.
Roberto heeöaarop geant
woord dat hi tijd een tegen
stander van dinta zal blijven,
maar dat hij huidige wetge
ving zal respiren. Niettemin
voegde hij els een soort a-
politieke, pe?nlijke getuige
nis aan toe i hij zal blijven
strijden voor mensenrechten
in zijn land. Jieeft nog steeds
geen antwocgekregen.
tiji
ke
tis
bc
ste
L bei
Opgepa
Roberto (3 Mercedes (28) en
hun zeven ideren (van een
tweeling va'ijftien maanden
tot een plkind van negen
jaar) behortot de ruim der-
tienhonderchileense vluchte
lingen die ins land onderdak
hebben geKen sinds de bloe
dige staatsep op 11 septem
ber 1973 eeinde maakte aan
het socialsche experiment
van Salvai Allende. Wie nog
twijfelt aae willekeur waar
mee de nairen vrijwel on
middellijk de bombardemen
ten op heresidentiële Mone-
da-paleis i terreuracties be
gonnen ui oefenen, zou kun
nen luiste naar het verhaal
van Robeien Mercedes.
Na een tipn een buurman aan
derecherwerden ze ruim een
maand nc coup als „subver
sieve elerten" opgepakt en
naar eenlitaire kazerne ge
bracht. V zijn ondervragers
was Robe met name van be
lang van;e zijn vermeende
contactenet Allende-getrou-
we militai binnen het leger.
De broer Mercedes was zo'n
officier, eimen met zijn vader
had dezejuist politiek asiel
gevraagdj de Nederlandse
ambassaai Santiago.
Gemald
Het is bijberto moeilijk los te
krijgen (hij dagenlang gru
welijke itelingen heeft moe
ten dooan, alvorens hij tot
levenslaiverd veroordeeld en
Mercede.ie zwanger was) tot
twintig j Later werd die ver-
oordelinsrroepen tot respec
tievelijk r jaar en vrijspraak.
Na acht maanden gevange
nisstraf :ht hij zijn straf rui
len voorflingschap.
Robertcd het er nog levend
afgebrai Zijn oom. jurist en
i christeimocraat, maakte in
ienI de bus grapje dat tegen de
junta «gericht en moest dat
met de d bekopen. Nadat hij
was uiltapt werd hij door
twee men in burger in een
zijstraaiet vijf kogels door
zeefd. Istierf in het zieken
huis, wseen broer een arts
- nogst de toedracht kon
vernem „Waar geen recht
Roberto en Mercedes Celedon en hun zeven kinderen: dankbaar voor solidariteit. <fow> Dirk tuttin*»
Onder het motto „Internationale isolering van de Chileense
junta" organiseert de Chili Beweging Nederland maandag een'
grote landelijke demonstratie in Amsterdam. Na een culturele
manifestatie op het J. D. Meyerplein (bij het Waterlooplein),
die om 17.00 uur aanvangt, trekt de stoet naar het Beursplein,
waar vanaf 20.30 vertegenwoordigers van politieke partijen,
vakbonden en andere organisaties zullen spreken. Namens
het Chileense verzet spreekt Luis Maira Aguirre, oprichter van
de progressieve christen-democratische partij Izquierda
Christiana.
meer is. ben je weerloos", ver
zucht Mercedes. En het klinkt
bijna verbazingwekkend als ze
eraan toevoegt: „Wat er toen
allemaal gebeurde, is nu niet
meer belangrijk. Het gaat om de
toestand vijf jaar later. Al lijkt
alles nu rustiger, er wordt nog
steeds gemarteld en gevangen
genomen, er is nog steeds hon
ger en onderdrukking". Inten
sief briefcontact met Chili leert
het de Celedons elke week.
Teleurgesteld
Roberto had niet eens op Allen
de gestemd, toen die na de ver
kiezingswinst van de Unidad
Popular in 1970 door het Chi
leense Congres tot president
werd gekozen. Nadat hij al op
21-jarige leeftijd als jongste van
zijn lichting zijn rechtenstudie
had voltooid, werd hij enkele
jaren later chef van het kabinet
van de toenmalige minister van
justitie in de regering van de
christen-democraat Frei. Ook
Roberto was lid van de christen
democratische partij, al maakte
hij deel uit van een stroming die
teleurgesteld constateerde dat
Frei zijn verkiezingsleuze („Re
volutie in vrijheid") niet na
kwam. Zijn belofte een anti-im
perialistische volkspartij te
creëren bleef steken in de grau
we werkelijkheid dat zo'n tach
tig procent van het Chileense
aandelenkapitaal in handen
was van nog geen twintig pro
cent van het bedrijfsleven. In de
landbouw was de misère al niet
anders: eveneens tachtig pro
cent van de grond werd beheerd
door een handvol lieden die in
Latijns-Amerika de niet zo eer
volle naam „latifundistas" dra
gen: de grootgrondbezitters.
Een en ander leidde ertoe dat
deze stroming in 1971 een nieu
we partij oprichtte, de Izquierda
Christiana (linkse christenen),
die zich aansloot bij Allende's
Unidad Popular. Roberto werd
regionaal secretaris van de IC.
Bezorgdheid
Mercedes, inmiddels ook juriste,
herinnert zich nog goed de eer
ste van de duizend dagen van
Allende: „Aan de verkiezingen
was een enorme terreurcampag-
ne van rechts voorafgegaan. Zo
in de trant van: onze kinderen
worden eerdaags naar Cuba ge
stuurd; we krijgen Russische
tanks voor het paleis; Chileen,
wil je dat? Onwillekeurig
kweekte dat in de eerste maan
den enige bezorgdheid, maar
dat veranderde al gauw toen het
volk zich voor het eerst in de
geschiedenis van Chili in de re
gering gerepresenteerd voelde.
Je kon het aflezen aan de ge
zichten van de gewone, arme
mensen: nu regeren wij, we
schrijven geschiedenis. Het was
als een tuin waarin de winter
plaats maakt voor de lente. Een
vrouw die gisteren nog verdrie
tig was, bevond zich nu in de
zelfde toestand maar hoopte dat
het morgen beter zou zijn. Die
hoop was er vroeger niet".
Roberto: „Nog geen half jaar na
Allende's overwinning kreeg de
Unidad Popular bij de gemeen
teraadsverkiezingen de absolu
te meerderheid. De angst van de
terreurcampagne was weg. Men
voelde dat deze regering de vrij
heid van het volk respecteerde."
Geen eenheid
De kritiek dat Allende met zijn
sociale hervormingen te hard
van stapel zou zijn gelopen,
waardoor hij zijn tegenstanders
aanzette tot een verscherping
van de algehele chaos vanwege
de talloze boycotacties in zijn
laatste regeringsjaar, kan Ro
bert niet onderschrijven. „Het
ging niet te snel, maar mis
schien was de verdeeldheid bin
nen Allende's partijencoalltie te
openlijk. Terwijl de communis
ten juist een aantal nationalisa
ties ongedaan wilden maken,
bezetten andere militante groe
peringen bedrijven om juist na
tionalisatie af te dwingen. Dat
speelde de tegenstanders in de
kaart. Daarbij kwam dat links
zo naief was om te denken dat
rechts een democratische oppo
sitie zou zijn, maar er was maar
één strategie: de crisis scherpen
en verdeling zaaien. En dat luk
te. want de regering van Allende
zag geen kans de politieke en
sociale krachten te bundelen.
Het was dus niet de snelheid,
maar het gebrek aan eenheid,
waardoor het mislukte."
Les
Wat de Celedons weer naar Chili
lokt, is de wetenschap dat het
venset er nog hemelsbreed
voortbestaat. Ook zijn baan als
wetenschappelijk medewerker
aan de Universiteit van Amster
dam bindt Roberto niet. Wat
hem bezighoudt is dat in Chili
de rijken weer rijker en de ar
men weer armer zijn geworden.
Of, zoals de weduwe van Allen
de's vermoorde ex-minister Or
lando Letelier het onlangs nog
uitdrukte: in plaats van melk
zijn er Milky Ways.
Roberto: „Het gaat er nu niet
om of er wel of niet een socialis
tisch Chili komt, het gaat in de
allereerste plaats om herstel
van de democratie, herstel van
de menselijkheid. Deze officiële
staatsterreur kan niet langer ge
accepteerd worden. Wij hebben
voorheen nooit martelingen ge
kend. Chili heeft een lange de
mocratische traditie, die door
de reactionaire krachten is ver
raden. We zullen ze ook nooit
meer vertrouwen, dat is onze les
voor de toekomst. Ze voelen ook
dat dit hun laatste kans is ge
weest, daarom verdedigen ze Pi
nochet. Maar zijn invloed neemt
af."
Mercedes: „We merken het aan
de Chileense kranten en tijd
schriften die we elke week ont
vangen. Ze nemen steeds meer
vrijheid, het wordt elke keer sar
castischer. Zelfs El Mercurio (de
grootste junta-getrouwe krant -
WS) begint al op een heel specia
le manier te schrijven. De kri
tiek van de Verenigde Naties op
het schenden van de mensen
rechten in Chili wordt bijvoor
beeld als onzin afgedaan, maar
het hele document wordt wèl
afgedrukt."
Dankbaar
Roberto: „Hoewel wij ons ver
blijf hier altijd als tijdelijk heb
ben gezien, houden we van de
Nederlanders. We hebben een
diep gevoel van dankbaarheid
voor hun echte solidariteit met
het Chileense volk. Dat geldt
niet alleen voor de politieke par
tijen. maar ook voor de gewone
mensen. Ik kan niet genoeg be
nadrukken hoe belangrijk dit is
voor het Chileense verzet Dit
geeft het volk de kracht om van
uit onze sombere ervaring een
nieuwe weg voor een vrij Chili
op te bouwen. De erfenis van
Allende respect voor de rech
ten en vrijheid van de mens
leeft nog steeds voort. Ik ben er
van overtuigd dat het Chileense
volk zal leren uit deze fascisti
sche ervaring. De fout van giste
ren zal niet de fout van morgen
zijn."
dod. G. A. Thijs
Een i van uiterste eenvoud en met
twinhde ogen. Zo karakteriseer
de rster-president Van Agt de
nieu*aus. nadat hij de ambtsaan-
vaarc van Johannes Paulus I in
Romjgewoond had. Van Agt zou
Van niet zijn als hij niet zo af en
toe i woord gebruikte dat je in
uitspen van anderen niet zo vaak
tegemt. Ditmaal was dat „twinke
len".! leuk woord, dat een beeld
oproi aardig overeenkomend met
wat Dikke Van Dale ervan zegt:
het ens blinken, het beweeglijk
stralian de ogen. Maar het scheept
je we met een moeilijke vraag: uit
welkcend verhaal of welk gedicht
is daDord je bijgebleven?
Een idzakelijk beperkt gehouden)
ondekje levert weliswaar het ant-
wooiiet op maar er is toch wel
enignst: je ontdekt in welke rich
ting et niet hoeft te zoeken. In het
beke gedicht „Het Schrijverke"
van do Gezelle komt het, anders
dan lij meende te herinneren, niet
voor eerste regels bevatten welis
waar verwante klanken („O krinklen-
de winklende waterding/ met 't zwar
te kabotseken aan") maar het woord
dat ik zoek is er in het hele gedicht
niet, tot en met „den heiligen Name
van God".
Ook een ander spoor blijkt niet juist:
de dichteres Helène Swarth heeft het
niet over de „twinkelende sterren",
maar het gedicht waaraan ik dacht
begint zo: „O de heilige onsterfelijke
sterrenyhoog boven mijn sterfelijk
hoofd". Ook in een derde richting
blijk ik tevergeefs te zoeken: de dich
ter Herman Gorter, wiens bundel
„Vereen" uit 1890 vorig jaar opnieuw
uitgegeven werd, heeft het in het be
kende gedicht dat begint met de re
gels „Toen bliezen de poortwachters
op gouden horens,/buiten daar spar
telde het licht in .ijs* wel over ,een
sneeuwbed tintelsneeuw', maar .twin
kelen" komt ook daarin niet voor.
Daarmee geef ik mijn mini-ondereoek
op, na nog vastgesteld te hebben dat
de vooroorlogse Amsterdamse burge
meester De Vlugt, zoiets als twinke
lende ogen gehad moet hebben. In
het interview, dat het weekblad Ti-
motheus in 1923 met deze magistraat
had. werd niet alleen opgemerkt dat
De Vlugt een „gemoedelijk" man was
met een „prettige gezonde kop",
maar ook dat hij „een paar heldere
ogen" had, „waarin zo af en toe een
extra-lichtje ontstoken wordt"
Zo'n speurtochtje kan je, al levert het
dan niet het gewenste antwoord op
(er zullen genoeg kenners zijn die het
mij zonder veel zoeken kunnen ver
tellen), toch bij interessante dingen
bepalen. In mijn geval was dat. wat
het gedicht van Herman Gorter be
treft, het feit dat Enno Endt (die de
uitgave op een ook voor leken interes
sante en bevattelijke manier inleidde
en toelichtte) verwijst naar de „oud-
hoilands-strenge winter" van
1889-1890. „Een sneeuwbed tintel
sneeuw" kan volgens hem zijn: „zo'n
gladgewaaide bank op het ijs, waarin
de schaats blijft steken, zodat.Hij
noemt de beleving die uit het gedicht
spreekt zo intens dat er „aanleiding
in de realiteit" moet zijn.
En dan Guido Gezelle: behalve dich
ter van lyrische poëzie was hij ook
een journalist met een ongemeen fel
le pen. Zo ging hij in 1865 in het
weekblad 't Jaer 30 tekeer tegen de
fabrikanten, die met hun bedrijven
ook toen kennelijk al de boel flink
vervuilden. Gezelle: zwart stin
kend water al onder, zwarte stinken
de rook al boven, vuiligheid zonder
name, die de lucht bederft en 't water
ondrinkelijk maakt, voor menschen
en beesten, dat komt er uit de fabri-
ken!" Hij adviseert de mensen eens
naar Brugge te gaan, „en haalt een
keer uwen asem op of 't niet en is om
omverre te vallen van de fa-
brijksstank."
Trouwe mannen
Er was de afgelopen week nog een
berichtje dat aanleiding gaf tot taal
bespiegelingen. Op vrijdag 29 novem
ber zal de koningin een bezoek bren
gen aan de bekende grafische inrich
ting van de firma Joh. Enschede en
zonen te Haarlem, die eerder in dit
jaar 275 jaar bestond. Een vorig ko
ninklijk bezoek zal dan ruim 86 jaar
geleden zijn: op 3 september 1892
bezochten koningin-regentes Emma
en de jeugdige Wilhelmina de firma.
Niet alleen is er sindsdien in Haarlem
veel veranderd, ook zullen de woor
den waarmee de directie zich nu tot
het personeel richt wel van heel ander
karakter zijn dan die zij toen bezigde.
In een „oproep aan het personeel" uit
1892, die dit voorjaar op een tentoon
stelling te lezen was. duldt de directie
het eigen bedrijf aan als „Huis" (met
hoofdletter!) en als „etablissement."
Zij gaf de „kring van trouwe en be
kwame mannen" een aantal aanwij
zingen voor de dag van het bezoek,
„opdat niets verstore de gunstige in
druk dien wij hopen dat H.H.M M.
van ons etablissement zullen ont
vangen."
Wat plechtig allemaal, maar toch wel
leuk en.zonder fouten. Wat dat
laatste betreft steekt het gunstig af
bij de memoires van een hoogleraar,
de door mij al eens genoemde prof.
dr. N. Perquin s.j.: In dat boek vond Ik
driemaal „geëikt" ln plaats van
„geijkt." Die IJ of EI blijkt trouwens
meer mensen last te bezorgen: PvdA-
onderhandelaar tijdens de kabinets
formatie Ed van Thijn heeft het in
zijn dagboek over „hete brei" in
plaats van de „hete brij". Maar we
kunnen ons troosten met de weten
schap dat de spelling ook in de vorige
eeuw al veel te wensen overliet. Gui
do Gezelle ln 1865: „In Holland en
zijnder tegenwoordig geen drie taal
geleerde die geheel en gansch gelijk
spellen."
door Rob Foppema
CHIROPTERA
OERMOPTERA INSECT1VORA
MARSUPIAIIA
ROOENTIA PRIMATES
EDENTATA LAGOMORPHA
„De evenwichten in de levensprocessen zijn zó sub
tiel. Iets meer seleen, iets minder molybdeen, en de
aarde was kaal gebleven. Het is een gevaarlijke rede
nering om te zeggen: vulkanische as heeft altijd al
gekund, dus waarom zou de uitwerp van onze hoogo
vens ineens niet kunnen? De redenering faalt, omdat
de vulkaan ouder is dan wij, maar wij zijn ouder dan
de hoogovens."
Deze parel van praktische filo
sofie hield dr. J.C. Terlouw vori
ge week het jubileumcongres
van de Koninklijke Nederlandse
chemische vereniging voor. Het
is er één uit een kleine collectie
die ik voor nu bewaard heb, om
dat ze in de dagelijkse berichge-
ving licht hun glans zouden ver
liezen.
Terlouws redenering is even on
berispelijk als leerzaam. We we
ten volstrekt zeker dat we kun
nen leven met wat vulkanen
diep uit de aarde het milieu in
spuien, hoewel dat een che
misch ongeregelde bende is.
Want de vulkaan is ouder dan
wij, dus als we er niet tegen
konden, waren we er al geweest.
Alleen mensen die pal naast een
uitbarstende vulkaan woonden,
zullen van deze gedachtengang
minder gecharmeerd zijn. Maar
zij vormen een kleine minder
heid, en we dachten even op
wereldschaal.
En dezelfde logica van wie-was-
er-eerder leert ons dat op de
hoogoven, als nieuwkomer, juist
wel de bewijslast rust dat zijn
uitgeblazen as verenigbaar is
met ons welzijn. Het voorbeeld
is nog aardig actueel ook, nu we
aan de vooravond staan van een
periode waarin steenkool weer
een belangrijke energiebron
lijkt te worden. (Een grafiekje in
de rubriek van vorige week illu
streerde dat.)
Van de problemen die dat gaat
geven, krijgen de meest voor de
hand liggende al wel enige aan
dacht luchtverontreiniging
door zwaveldioxide, transport
problemen, waar we de as moe
ten laten. Het respect waarmee
vakmensen dat laatste pro
bleem bezien, moet ons te den
ken geven. Het is namelijk niet
alleen de hoeveelheid as die hin
derlijk is, het is geen kwestie
van „gooi daar maar neer, maak
desnoods een leuk heuvelland
schapje. als je maar zorgt dat
het niet gaat stuiven." In die as
zitten kleine hoeveelheden van
allerhande ongezonde verbin
dingen, die in doorsijpelend re
genwater oplossen en zo de kwa
liteit van het grondwaster kun
nen verpesten.
Maar bij het verbranden van
kolen vliegt ook een deel van de
as mee de schoorsteen uit om
zich ongedwongen in de omge
ving te verspreiden. Dat is met
extra afscheidingsapparaten
grotendeels te voorkomen. Maar
er zijn bestanddelen die elk stof-
filter passeren. Waar we de nor
men moeten leggen en welke
maatregelen nodig zijn om de
toestand gezond te houden, is in
het algemeen nog onduidelijk.
Wel weten we heel zeker, dat wij
niet alleen ouder zijn dan de
hoogovens, maar ouder dan ko-
lenstook in het algemeen.
Nachtmerrie
Parel twee werd geoogst uit de
mond van prof. dr. G Dijkstra,
die een jeugdherinnering op
haalde over de chemisch on
waarschijnlijke samenstelling
van lucht: 21 procent zuurstof,
78 procent stikstof en één pro
cent diversen. Merkwaardig,
omdat de theorie leert dat zuur
stof en stikstof een chemisch
onstabiel mengsel vormen, „ei
genlijk" zouden beide gassen
een chemische reactie moeten
aangaan en samen stikstofoxide
Vormen. Gelukkig voor ons, ver
loopt die reactie niet met merk
bare snelheid, zodat de zuurstof
voor onze ademhaling beschik
baar blijft.
Dijkstra'6 jeugdherinnering had
betrekking op de ontwikkeling
van katalysatoren, dat zijn pre
paraten die een bepaalde chemi
sche reactie die „eigenlijk" zou
moeten lopen maar niet vlot
gaat. aanmerkelijk kunnen ver
snellen. „Als Je nou eens," had
iemand destijds peinzend ge
zegd, „per ongeluk een katalysa
tor zou maken bij de reactie
tussen stikstof en zuurstof?" In
derdaad een aardige gedachte.
In theorie heeft een katalysator
het eeuwige leven, hij kan een
onbeperkte hoeveelheid materi
aal omzetten. (In de praktijk
valt dat min of meer tegen).
Maar het gedachte-experiment
prikkelt de verbeelding. We blij
ven uiteindelijk zitten met een
atmosfeer die bestaat uit 57 pro
cent stikstof. 42 procent stik
stofoxide en één procent diver
sen. Maar tegen die tijd zit nie
mand meer. Een catastrofe dus
En niemand kan ons garande
ren dat de volgende nieuwe ka
talysator die ontwikkeld wordt,
het niet zal doen. Het ontwikke
len van katalysatoren is dus'Wat
wij tegenwoordig geleerd héb
ben een macro-risico te noemen.
De verdere parallellen met kern
centrales, genetische manipula
tie en wat dies meer zij, liggen
voor de hand.
Men heeft destijds het ontwik
kelen van nieuwe katalysatoren
niet uit voorzorg gestaakt. Later
bleek dat bepaalde bacteriën
wel degelijk de katalysator in
huis hebben om stikstof te oxi
deren. Zij doen dat overigens
met mate, en de aldus gebonden
zuurstof komt op den duur wel
weer terug ook. Dit verhaal
heeft eigenlijk geen moraal,
maar het was te aardig om niet
door te vertellen.
Grove methoden
En het voert ons terug naar Ter
louw. die de chemici voorhield
dat de natuur eleganter pleegt
te werken dan zij. Kijk bijvoor
beeld eens hoe wij zelf koolstof-
verbindingen verbranden. „Het
menselijk lichaam werkt als een
chemische fabriek bij een tem
peratuur van 310 Keivin. (Dat is
37 graden Celcius; Terlouw ge
bruikt voor zijn wetenschappe
lijke gehoor de absolute tempe
ra tuurschaal, die begint bij -
273 graden Celsius - rf.) Soms
gaat er iets mis met de fabriek.
Dan is de temperatuur opgelo
pen tot 311. 312 of ln ernstige
gevallen zelfs 313 Keivin. Dan
gaat de fabriek plat. Dan neemt
de fabriek maatregelen om deze
temperatuurstijging van enkele
graden teniet te doen.
„In Seveso was een chemische
fabriek die werkte bij, wat zal
het geweest zijn, 500 Keivin?
Toen ging er iets mis. De tempe
ratuur liep niet op tot 501 of 502
Keivin, maar tot 1000 Keivin.
Een klep ging open en het in
middels gevormde dioxine ver
spreidde zich. Het was niet de
bedoeling dat het dioxine zou
ontstaan, en zeker niet in weeg
bare hoeveelheden maar wat
wil je. bij zulke hoge temperatu
ren kan Alles ontstaan.
„Onbedoelde nevenprodukten
zijn het gevolg van de harde
technologie, de grove metho
den, die weer het gevolg zijn van
onze tekortschietende kennis
Willen stof A en stof B niet met
elkaar reageren? Dat zullen we
dan nog wel eens zien. Druk
omhoog. Temperatuur omhoog.
En het proces zet zich ln wer
king. Tegelijkertijd gaan tien
tallen niet bedoelde processen
ook een beetje werken."
Aldus Terlouw. Hij bedoelde
geen ongenuanceerde aanval op
de chemische technologie, zei
hij. Het was wel een stuk van
zijn antwoord op het congrest
hema „Chemie en nu?". Hij gaf
daarmee een duidelijke steun in
de rug aan de al waar te nemen
tendens om enzymen (biologi
sche katalysatoren) of complete
micro-organismen voor indu
striële omzettingen te gebrui
ken. Waar dat lukt, slaat men
twee vliegen in één klap: ze wer
ken selectief en zonder dat er
vuren hoeven te worden opges
tookt. Er ontstaan dus minder
afvalstoffen en er wordt minder
energie gebruikt. Als verschijn
sel is het overigens niet nieuw;
het zal ongeveer zo oud zijn als
het eerste bier dat de mensheid
ooit gebrouwen heeft. Maar ge
steund door moderne Inzichten
lijkt de biochemische industrie
zeker voor uitbreiding vatbaar,
hoewel zij zeker niet alles zal
kunnen. Overigens kan ook op
dit terrein niet blindelings ge
ïdealiseerd worden; de microbi
ologische bereiding van citroen
zuur is berucht om haar afval-
produkten, meen ik mij té herin
neren.
Evolutie
Binnenkort verschijnt in de kiosken het septembeninmmer van
de Scientific American. Dat is per traditie een dik themanummer
met de kwaliteit van een beknopt handboek, ditmaal over de
evolutie. En nog zeer leesbaar ook, voor wie met Engels wat uit de
voeten kan. Aanbevolen dua. 7.25)