'De fout van gisteren zal de fout van morgen niet zijn' k 1 'I I Oer twinkelende ogen en een etablissement Paarlen voor de chemici amilie Celedon hoopt op terugkeer naar een democratisch Chili re Wetenschap en techniek VRT ZATERDAG iEPTEMBER 1978 BINNENLAND TROUW/KWARTET 13 door Willem Schrama Mij DEN HAA( -Er gloeit nog hoop n i Haagse Sneeuwbalsra- Sinds het Chileense zin Cele- M don er drie jï geleden B op een krappitage zijn 7 intrek nam, tft het al tijd geloofd ifie terug keer naar eedemocra- tisch Chili. Val nu het bewind var Pinochet steeds wankr trekken begint te verien, groeit die hoop. M' wanneer iet zover zrfijn, blijft onzeker. Vier maanden eden hebben Roberto Celeden zijn vrouw Mercedes bij cPhileense am bassade een offd verzoek in gediend om teogen terugke ren. Een absce voorwaarde voor een eveflle honorering van dat verzoe de belofte om - eenmaal te in hun vader land geen kele politieke activiteit mee ondernemen. Roberto heeöaarop geant woord dat hi tijd een tegen stander van dinta zal blijven, maar dat hij huidige wetge ving zal respiren. Niettemin voegde hij els een soort a- politieke, pe?nlijke getuige nis aan toe i hij zal blijven strijden voor mensenrechten in zijn land. Jieeft nog steeds geen antwocgekregen. tiji ke tis bc ste L bei Opgepa Roberto (3 Mercedes (28) en hun zeven ideren (van een tweeling va'ijftien maanden tot een plkind van negen jaar) behortot de ruim der- tienhonderchileense vluchte lingen die ins land onderdak hebben geKen sinds de bloe dige staatsep op 11 septem ber 1973 eeinde maakte aan het socialsche experiment van Salvai Allende. Wie nog twijfelt aae willekeur waar mee de nairen vrijwel on middellijk de bombardemen ten op heresidentiële Mone- da-paleis i terreuracties be gonnen ui oefenen, zou kun nen luiste naar het verhaal van Robeien Mercedes. Na een tipn een buurman aan derecherwerden ze ruim een maand nc coup als „subver sieve elerten" opgepakt en naar eenlitaire kazerne ge bracht. V zijn ondervragers was Robe met name van be lang van;e zijn vermeende contactenet Allende-getrou- we militai binnen het leger. De broer Mercedes was zo'n officier, eimen met zijn vader had dezejuist politiek asiel gevraagdj de Nederlandse ambassaai Santiago. Gemald Het is bijberto moeilijk los te krijgen (hij dagenlang gru welijke itelingen heeft moe ten dooan, alvorens hij tot levenslaiverd veroordeeld en Mercede.ie zwanger was) tot twintig j Later werd die ver- oordelinsrroepen tot respec tievelijk r jaar en vrijspraak. Na acht maanden gevange nisstraf :ht hij zijn straf rui len voorflingschap. Robertcd het er nog levend afgebrai Zijn oom. jurist en i christeimocraat, maakte in ienI de bus grapje dat tegen de junta «gericht en moest dat met de d bekopen. Nadat hij was uiltapt werd hij door twee men in burger in een zijstraaiet vijf kogels door zeefd. Istierf in het zieken huis, wseen broer een arts - nogst de toedracht kon vernem „Waar geen recht Roberto en Mercedes Celedon en hun zeven kinderen: dankbaar voor solidariteit. <fow> Dirk tuttin*» Onder het motto „Internationale isolering van de Chileense junta" organiseert de Chili Beweging Nederland maandag een' grote landelijke demonstratie in Amsterdam. Na een culturele manifestatie op het J. D. Meyerplein (bij het Waterlooplein), die om 17.00 uur aanvangt, trekt de stoet naar het Beursplein, waar vanaf 20.30 vertegenwoordigers van politieke partijen, vakbonden en andere organisaties zullen spreken. Namens het Chileense verzet spreekt Luis Maira Aguirre, oprichter van de progressieve christen-democratische partij Izquierda Christiana. meer is. ben je weerloos", ver zucht Mercedes. En het klinkt bijna verbazingwekkend als ze eraan toevoegt: „Wat er toen allemaal gebeurde, is nu niet meer belangrijk. Het gaat om de toestand vijf jaar later. Al lijkt alles nu rustiger, er wordt nog steeds gemarteld en gevangen genomen, er is nog steeds hon ger en onderdrukking". Inten sief briefcontact met Chili leert het de Celedons elke week. Teleurgesteld Roberto had niet eens op Allen de gestemd, toen die na de ver kiezingswinst van de Unidad Popular in 1970 door het Chi leense Congres tot president werd gekozen. Nadat hij al op 21-jarige leeftijd als jongste van zijn lichting zijn rechtenstudie had voltooid, werd hij enkele jaren later chef van het kabinet van de toenmalige minister van justitie in de regering van de christen-democraat Frei. Ook Roberto was lid van de christen democratische partij, al maakte hij deel uit van een stroming die teleurgesteld constateerde dat Frei zijn verkiezingsleuze („Re volutie in vrijheid") niet na kwam. Zijn belofte een anti-im perialistische volkspartij te creëren bleef steken in de grau we werkelijkheid dat zo'n tach tig procent van het Chileense aandelenkapitaal in handen was van nog geen twintig pro cent van het bedrijfsleven. In de landbouw was de misère al niet anders: eveneens tachtig pro cent van de grond werd beheerd door een handvol lieden die in Latijns-Amerika de niet zo eer volle naam „latifundistas" dra gen: de grootgrondbezitters. Een en ander leidde ertoe dat deze stroming in 1971 een nieu we partij oprichtte, de Izquierda Christiana (linkse christenen), die zich aansloot bij Allende's Unidad Popular. Roberto werd regionaal secretaris van de IC. Bezorgdheid Mercedes, inmiddels ook juriste, herinnert zich nog goed de eer ste van de duizend dagen van Allende: „Aan de verkiezingen was een enorme terreurcampag- ne van rechts voorafgegaan. Zo in de trant van: onze kinderen worden eerdaags naar Cuba ge stuurd; we krijgen Russische tanks voor het paleis; Chileen, wil je dat? Onwillekeurig kweekte dat in de eerste maan den enige bezorgdheid, maar dat veranderde al gauw toen het volk zich voor het eerst in de geschiedenis van Chili in de re gering gerepresenteerd voelde. Je kon het aflezen aan de ge zichten van de gewone, arme mensen: nu regeren wij, we schrijven geschiedenis. Het was als een tuin waarin de winter plaats maakt voor de lente. Een vrouw die gisteren nog verdrie tig was, bevond zich nu in de zelfde toestand maar hoopte dat het morgen beter zou zijn. Die hoop was er vroeger niet". Roberto: „Nog geen half jaar na Allende's overwinning kreeg de Unidad Popular bij de gemeen teraadsverkiezingen de absolu te meerderheid. De angst van de terreurcampagne was weg. Men voelde dat deze regering de vrij heid van het volk respecteerde." Geen eenheid De kritiek dat Allende met zijn sociale hervormingen te hard van stapel zou zijn gelopen, waardoor hij zijn tegenstanders aanzette tot een verscherping van de algehele chaos vanwege de talloze boycotacties in zijn laatste regeringsjaar, kan Ro bert niet onderschrijven. „Het ging niet te snel, maar mis schien was de verdeeldheid bin nen Allende's partijencoalltie te openlijk. Terwijl de communis ten juist een aantal nationalisa ties ongedaan wilden maken, bezetten andere militante groe peringen bedrijven om juist na tionalisatie af te dwingen. Dat speelde de tegenstanders in de kaart. Daarbij kwam dat links zo naief was om te denken dat rechts een democratische oppo sitie zou zijn, maar er was maar één strategie: de crisis scherpen en verdeling zaaien. En dat luk te. want de regering van Allende zag geen kans de politieke en sociale krachten te bundelen. Het was dus niet de snelheid, maar het gebrek aan eenheid, waardoor het mislukte." Les Wat de Celedons weer naar Chili lokt, is de wetenschap dat het venset er nog hemelsbreed voortbestaat. Ook zijn baan als wetenschappelijk medewerker aan de Universiteit van Amster dam bindt Roberto niet. Wat hem bezighoudt is dat in Chili de rijken weer rijker en de ar men weer armer zijn geworden. Of, zoals de weduwe van Allen de's vermoorde ex-minister Or lando Letelier het onlangs nog uitdrukte: in plaats van melk zijn er Milky Ways. Roberto: „Het gaat er nu niet om of er wel of niet een socialis tisch Chili komt, het gaat in de allereerste plaats om herstel van de democratie, herstel van de menselijkheid. Deze officiële staatsterreur kan niet langer ge accepteerd worden. Wij hebben voorheen nooit martelingen ge kend. Chili heeft een lange de mocratische traditie, die door de reactionaire krachten is ver raden. We zullen ze ook nooit meer vertrouwen, dat is onze les voor de toekomst. Ze voelen ook dat dit hun laatste kans is ge weest, daarom verdedigen ze Pi nochet. Maar zijn invloed neemt af." Mercedes: „We merken het aan de Chileense kranten en tijd schriften die we elke week ont vangen. Ze nemen steeds meer vrijheid, het wordt elke keer sar castischer. Zelfs El Mercurio (de grootste junta-getrouwe krant - WS) begint al op een heel specia le manier te schrijven. De kri tiek van de Verenigde Naties op het schenden van de mensen rechten in Chili wordt bijvoor beeld als onzin afgedaan, maar het hele document wordt wèl afgedrukt." Dankbaar Roberto: „Hoewel wij ons ver blijf hier altijd als tijdelijk heb ben gezien, houden we van de Nederlanders. We hebben een diep gevoel van dankbaarheid voor hun echte solidariteit met het Chileense volk. Dat geldt niet alleen voor de politieke par tijen. maar ook voor de gewone mensen. Ik kan niet genoeg be nadrukken hoe belangrijk dit is voor het Chileense verzet Dit geeft het volk de kracht om van uit onze sombere ervaring een nieuwe weg voor een vrij Chili op te bouwen. De erfenis van Allende respect voor de rech ten en vrijheid van de mens leeft nog steeds voort. Ik ben er van overtuigd dat het Chileense volk zal leren uit deze fascisti sche ervaring. De fout van giste ren zal niet de fout van morgen zijn." dod. G. A. Thijs Een i van uiterste eenvoud en met twinhde ogen. Zo karakteriseer de rster-president Van Agt de nieu*aus. nadat hij de ambtsaan- vaarc van Johannes Paulus I in Romjgewoond had. Van Agt zou Van niet zijn als hij niet zo af en toe i woord gebruikte dat je in uitspen van anderen niet zo vaak tegemt. Ditmaal was dat „twinke len".! leuk woord, dat een beeld oproi aardig overeenkomend met wat Dikke Van Dale ervan zegt: het ens blinken, het beweeglijk stralian de ogen. Maar het scheept je we met een moeilijke vraag: uit welkcend verhaal of welk gedicht is daDord je bijgebleven? Een idzakelijk beperkt gehouden) ondekje levert weliswaar het ant- wooiiet op maar er is toch wel enignst: je ontdekt in welke rich ting et niet hoeft te zoeken. In het beke gedicht „Het Schrijverke" van do Gezelle komt het, anders dan lij meende te herinneren, niet voor eerste regels bevatten welis waar verwante klanken („O krinklen- de winklende waterding/ met 't zwar te kabotseken aan") maar het woord dat ik zoek is er in het hele gedicht niet, tot en met „den heiligen Name van God". Ook een ander spoor blijkt niet juist: de dichteres Helène Swarth heeft het niet over de „twinkelende sterren", maar het gedicht waaraan ik dacht begint zo: „O de heilige onsterfelijke sterrenyhoog boven mijn sterfelijk hoofd". Ook in een derde richting blijk ik tevergeefs te zoeken: de dich ter Herman Gorter, wiens bundel „Vereen" uit 1890 vorig jaar opnieuw uitgegeven werd, heeft het in het be kende gedicht dat begint met de re gels „Toen bliezen de poortwachters op gouden horens,/buiten daar spar telde het licht in .ijs* wel over ,een sneeuwbed tintelsneeuw', maar .twin kelen" komt ook daarin niet voor. Daarmee geef ik mijn mini-ondereoek op, na nog vastgesteld te hebben dat de vooroorlogse Amsterdamse burge meester De Vlugt, zoiets als twinke lende ogen gehad moet hebben. In het interview, dat het weekblad Ti- motheus in 1923 met deze magistraat had. werd niet alleen opgemerkt dat De Vlugt een „gemoedelijk" man was met een „prettige gezonde kop", maar ook dat hij „een paar heldere ogen" had, „waarin zo af en toe een extra-lichtje ontstoken wordt" Zo'n speurtochtje kan je, al levert het dan niet het gewenste antwoord op (er zullen genoeg kenners zijn die het mij zonder veel zoeken kunnen ver tellen), toch bij interessante dingen bepalen. In mijn geval was dat. wat het gedicht van Herman Gorter be treft, het feit dat Enno Endt (die de uitgave op een ook voor leken interes sante en bevattelijke manier inleidde en toelichtte) verwijst naar de „oud- hoilands-strenge winter" van 1889-1890. „Een sneeuwbed tintel sneeuw" kan volgens hem zijn: „zo'n gladgewaaide bank op het ijs, waarin de schaats blijft steken, zodat.Hij noemt de beleving die uit het gedicht spreekt zo intens dat er „aanleiding in de realiteit" moet zijn. En dan Guido Gezelle: behalve dich ter van lyrische poëzie was hij ook een journalist met een ongemeen fel le pen. Zo ging hij in 1865 in het weekblad 't Jaer 30 tekeer tegen de fabrikanten, die met hun bedrijven ook toen kennelijk al de boel flink vervuilden. Gezelle: zwart stin kend water al onder, zwarte stinken de rook al boven, vuiligheid zonder name, die de lucht bederft en 't water ondrinkelijk maakt, voor menschen en beesten, dat komt er uit de fabri- ken!" Hij adviseert de mensen eens naar Brugge te gaan, „en haalt een keer uwen asem op of 't niet en is om omverre te vallen van de fa- brijksstank." Trouwe mannen Er was de afgelopen week nog een berichtje dat aanleiding gaf tot taal bespiegelingen. Op vrijdag 29 novem ber zal de koningin een bezoek bren gen aan de bekende grafische inrich ting van de firma Joh. Enschede en zonen te Haarlem, die eerder in dit jaar 275 jaar bestond. Een vorig ko ninklijk bezoek zal dan ruim 86 jaar geleden zijn: op 3 september 1892 bezochten koningin-regentes Emma en de jeugdige Wilhelmina de firma. Niet alleen is er sindsdien in Haarlem veel veranderd, ook zullen de woor den waarmee de directie zich nu tot het personeel richt wel van heel ander karakter zijn dan die zij toen bezigde. In een „oproep aan het personeel" uit 1892, die dit voorjaar op een tentoon stelling te lezen was. duldt de directie het eigen bedrijf aan als „Huis" (met hoofdletter!) en als „etablissement." Zij gaf de „kring van trouwe en be kwame mannen" een aantal aanwij zingen voor de dag van het bezoek, „opdat niets verstore de gunstige in druk dien wij hopen dat H.H.M M. van ons etablissement zullen ont vangen." Wat plechtig allemaal, maar toch wel leuk en.zonder fouten. Wat dat laatste betreft steekt het gunstig af bij de memoires van een hoogleraar, de door mij al eens genoemde prof. dr. N. Perquin s.j.: In dat boek vond Ik driemaal „geëikt" ln plaats van „geijkt." Die IJ of EI blijkt trouwens meer mensen last te bezorgen: PvdA- onderhandelaar tijdens de kabinets formatie Ed van Thijn heeft het in zijn dagboek over „hete brei" in plaats van de „hete brij". Maar we kunnen ons troosten met de weten schap dat de spelling ook in de vorige eeuw al veel te wensen overliet. Gui do Gezelle ln 1865: „In Holland en zijnder tegenwoordig geen drie taal geleerde die geheel en gansch gelijk spellen." door Rob Foppema CHIROPTERA OERMOPTERA INSECT1VORA MARSUPIAIIA ROOENTIA PRIMATES EDENTATA LAGOMORPHA „De evenwichten in de levensprocessen zijn zó sub tiel. Iets meer seleen, iets minder molybdeen, en de aarde was kaal gebleven. Het is een gevaarlijke rede nering om te zeggen: vulkanische as heeft altijd al gekund, dus waarom zou de uitwerp van onze hoogo vens ineens niet kunnen? De redenering faalt, omdat de vulkaan ouder is dan wij, maar wij zijn ouder dan de hoogovens." Deze parel van praktische filo sofie hield dr. J.C. Terlouw vori ge week het jubileumcongres van de Koninklijke Nederlandse chemische vereniging voor. Het is er één uit een kleine collectie die ik voor nu bewaard heb, om dat ze in de dagelijkse berichge- ving licht hun glans zouden ver liezen. Terlouws redenering is even on berispelijk als leerzaam. We we ten volstrekt zeker dat we kun nen leven met wat vulkanen diep uit de aarde het milieu in spuien, hoewel dat een che misch ongeregelde bende is. Want de vulkaan is ouder dan wij, dus als we er niet tegen konden, waren we er al geweest. Alleen mensen die pal naast een uitbarstende vulkaan woonden, zullen van deze gedachtengang minder gecharmeerd zijn. Maar zij vormen een kleine minder heid, en we dachten even op wereldschaal. En dezelfde logica van wie-was- er-eerder leert ons dat op de hoogoven, als nieuwkomer, juist wel de bewijslast rust dat zijn uitgeblazen as verenigbaar is met ons welzijn. Het voorbeeld is nog aardig actueel ook, nu we aan de vooravond staan van een periode waarin steenkool weer een belangrijke energiebron lijkt te worden. (Een grafiekje in de rubriek van vorige week illu streerde dat.) Van de problemen die dat gaat geven, krijgen de meest voor de hand liggende al wel enige aan dacht luchtverontreiniging door zwaveldioxide, transport problemen, waar we de as moe ten laten. Het respect waarmee vakmensen dat laatste pro bleem bezien, moet ons te den ken geven. Het is namelijk niet alleen de hoeveelheid as die hin derlijk is, het is geen kwestie van „gooi daar maar neer, maak desnoods een leuk heuvelland schapje. als je maar zorgt dat het niet gaat stuiven." In die as zitten kleine hoeveelheden van allerhande ongezonde verbin dingen, die in doorsijpelend re genwater oplossen en zo de kwa liteit van het grondwaster kun nen verpesten. Maar bij het verbranden van kolen vliegt ook een deel van de as mee de schoorsteen uit om zich ongedwongen in de omge ving te verspreiden. Dat is met extra afscheidingsapparaten grotendeels te voorkomen. Maar er zijn bestanddelen die elk stof- filter passeren. Waar we de nor men moeten leggen en welke maatregelen nodig zijn om de toestand gezond te houden, is in het algemeen nog onduidelijk. Wel weten we heel zeker, dat wij niet alleen ouder zijn dan de hoogovens, maar ouder dan ko- lenstook in het algemeen. Nachtmerrie Parel twee werd geoogst uit de mond van prof. dr. G Dijkstra, die een jeugdherinnering op haalde over de chemisch on waarschijnlijke samenstelling van lucht: 21 procent zuurstof, 78 procent stikstof en één pro cent diversen. Merkwaardig, omdat de theorie leert dat zuur stof en stikstof een chemisch onstabiel mengsel vormen, „ei genlijk" zouden beide gassen een chemische reactie moeten aangaan en samen stikstofoxide Vormen. Gelukkig voor ons, ver loopt die reactie niet met merk bare snelheid, zodat de zuurstof voor onze ademhaling beschik baar blijft. Dijkstra'6 jeugdherinnering had betrekking op de ontwikkeling van katalysatoren, dat zijn pre paraten die een bepaalde chemi sche reactie die „eigenlijk" zou moeten lopen maar niet vlot gaat. aanmerkelijk kunnen ver snellen. „Als Je nou eens," had iemand destijds peinzend ge zegd, „per ongeluk een katalysa tor zou maken bij de reactie tussen stikstof en zuurstof?" In derdaad een aardige gedachte. In theorie heeft een katalysator het eeuwige leven, hij kan een onbeperkte hoeveelheid materi aal omzetten. (In de praktijk valt dat min of meer tegen). Maar het gedachte-experiment prikkelt de verbeelding. We blij ven uiteindelijk zitten met een atmosfeer die bestaat uit 57 pro cent stikstof. 42 procent stik stofoxide en één procent diver sen. Maar tegen die tijd zit nie mand meer. Een catastrofe dus En niemand kan ons garande ren dat de volgende nieuwe ka talysator die ontwikkeld wordt, het niet zal doen. Het ontwikke len van katalysatoren is dus'Wat wij tegenwoordig geleerd héb ben een macro-risico te noemen. De verdere parallellen met kern centrales, genetische manipula tie en wat dies meer zij, liggen voor de hand. Men heeft destijds het ontwik kelen van nieuwe katalysatoren niet uit voorzorg gestaakt. Later bleek dat bepaalde bacteriën wel degelijk de katalysator in huis hebben om stikstof te oxi deren. Zij doen dat overigens met mate, en de aldus gebonden zuurstof komt op den duur wel weer terug ook. Dit verhaal heeft eigenlijk geen moraal, maar het was te aardig om niet door te vertellen. Grove methoden En het voert ons terug naar Ter louw. die de chemici voorhield dat de natuur eleganter pleegt te werken dan zij. Kijk bijvoor beeld eens hoe wij zelf koolstof- verbindingen verbranden. „Het menselijk lichaam werkt als een chemische fabriek bij een tem peratuur van 310 Keivin. (Dat is 37 graden Celcius; Terlouw ge bruikt voor zijn wetenschappe lijke gehoor de absolute tempe ra tuurschaal, die begint bij - 273 graden Celsius - rf.) Soms gaat er iets mis met de fabriek. Dan is de temperatuur opgelo pen tot 311. 312 of ln ernstige gevallen zelfs 313 Keivin. Dan gaat de fabriek plat. Dan neemt de fabriek maatregelen om deze temperatuurstijging van enkele graden teniet te doen. „In Seveso was een chemische fabriek die werkte bij, wat zal het geweest zijn, 500 Keivin? Toen ging er iets mis. De tempe ratuur liep niet op tot 501 of 502 Keivin, maar tot 1000 Keivin. Een klep ging open en het in middels gevormde dioxine ver spreidde zich. Het was niet de bedoeling dat het dioxine zou ontstaan, en zeker niet in weeg bare hoeveelheden maar wat wil je. bij zulke hoge temperatu ren kan Alles ontstaan. „Onbedoelde nevenprodukten zijn het gevolg van de harde technologie, de grove metho den, die weer het gevolg zijn van onze tekortschietende kennis Willen stof A en stof B niet met elkaar reageren? Dat zullen we dan nog wel eens zien. Druk omhoog. Temperatuur omhoog. En het proces zet zich ln wer king. Tegelijkertijd gaan tien tallen niet bedoelde processen ook een beetje werken." Aldus Terlouw. Hij bedoelde geen ongenuanceerde aanval op de chemische technologie, zei hij. Het was wel een stuk van zijn antwoord op het congrest hema „Chemie en nu?". Hij gaf daarmee een duidelijke steun in de rug aan de al waar te nemen tendens om enzymen (biologi sche katalysatoren) of complete micro-organismen voor indu striële omzettingen te gebrui ken. Waar dat lukt, slaat men twee vliegen in één klap: ze wer ken selectief en zonder dat er vuren hoeven te worden opges tookt. Er ontstaan dus minder afvalstoffen en er wordt minder energie gebruikt. Als verschijn sel is het overigens niet nieuw; het zal ongeveer zo oud zijn als het eerste bier dat de mensheid ooit gebrouwen heeft. Maar ge steund door moderne Inzichten lijkt de biochemische industrie zeker voor uitbreiding vatbaar, hoewel zij zeker niet alles zal kunnen. Overigens kan ook op dit terrein niet blindelings ge ïdealiseerd worden; de microbi ologische bereiding van citroen zuur is berucht om haar afval- produkten, meen ik mij té herin neren. Evolutie Binnenkort verschijnt in de kiosken het septembeninmmer van de Scientific American. Dat is per traditie een dik themanummer met de kwaliteit van een beknopt handboek, ditmaal over de evolutie. En nog zeer leesbaar ook, voor wie met Engels wat uit de voeten kan. Aanbevolen dua. 7.25)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13