NSW: terug van weggeweest SDCP: gewend aan eerste klas Vroomshoopse Boys: routine Volendam: liever uit dan thuis VRIJDAG 1 SEPTEMBER 1978 TROUW/KWARTET P19-RH21-S18 NUMANSDORP Van het kwartet nieuwelingen hoeft NSW in feite niet meer geïntroduceerd te worden. Im mers, de Numansdorpers zijn slechts één seizoen weggeweest uit de top van het zaterdagvoetbal. Toch heeft NSW in ruim een jaar een face-lift ondergaan, die opmerkelijk parallel loopt met de prestaties van het eerste elftal. Die waren in de beginperiode van de tweede klas erg slecht. Freek Schut, die vorig jaar november een drietal functies (tweede voorzit ter, clubbladredacteur en verzorger) verruilde voor het voorzitterschap, herinnert zich: „Eind oktober was het dieptepunt bereikt. Met zes punten uit acht wedstrijden stonden we praktisch onderaan. Iedereen zag NSW rechtstreeks afzakken naar de derde klas. Er is toen een ideaal ge sprek geweest, vooral met trainer Dick Buitelaar. Prompt wonnen we met 1-0 bij Oranje Wit. Daarna is het elftal gaan groeien. Aan een kampi oenschap werd evenwel pas een wed strijd of vier vóór het einde gedacht." In de oplevingsperiode van het eerste elftal maakte NSW ook in organisa torisch opzicht een metamorforse door. Er werd een nieuw bestuur be noemd. dat een frisse wind door Nu- mansdorps enige voetbalvereniging liet waaien. „De opzet was," verduidelijkt Schut, „binnen de club een open en speelser structuur na te ijveren. Proberen om de basis gezond te krijgen dat is ge lukt. Kijk. NSW heeft het altijd van de werkzaamheid moeten hebben. Dan moet het tussen de mensen klik ken. Als er problemen zijn, dan moe ten de mensen naar ons toe kunnen komen. Maar niet zoals vroeger, toen men een bepaalde angst had om iets aan het hoofdbestuur te vragen. De afstand was te groot. We hebben hier een prachtige bestuurskamer. Die mocht niet gebruikt worden, moest nieuw blijven. Wanneer je de mensen hier laat komen, krijgen ze meer bin ding met de club." Andries Troost, eerst elftalleider en nu wedstrijdsecretaris: „Er is een stuk spanning weggevallen. Je moet gewoon iedereen de gelegenheid ge ven om te werken en fouten te ma ken. Iedereen doet het toch pro deo. Nou, geef ze dan de kans om zich uit te leven." NSW veranderde van een starre, ge sloten vereniging in een hartelijke, gemoedelijke vereniging, die meer ruimte biedt voor de leden om zich te ontplooien. Schut legt uit: „Natuur lijk zijn we een voetbalvereniging, maar het moet wel relaxed gaan. Ik ben niet van plan om door die voet ballerij knettergek te worden. Van daar dat we wat nieuwe elementen hebben ingebracht, zoals een mixed- toernooi. bowling-avond en een open avond voor alle leden. Vorig jaar met het kampioenschap was er een eten tje, open huis en een rondrit. Voor het gemeentehuis-leek het wel een kleine Coolsingel. Niemand had durven den ken dat dat ooit bij NSW mogelijk zou zijn. Je moet zorgen dat de men sen meeleven. Wanneer NSW ver liest, dan moet Numansdorp verlie zen. Laat ze maar chauvinistisch zijn. Dat is helemaal niet erg voor een dorp." Dat Numansdorp in een uithoek van het eiland de Hoekse Waard ligt, on dervond NSW opnieuw in de afgelo pen overschrijvingsperiode. Geen nieuwe spelers dienden zich aan, maar ook niemand vertrok. En dat is wellicht het enige probleem, waarmee NSW te maken heeft. Moest Dick Buitelaar de afgelopen twee jaar met een relatief kleine se lectie werken, zijn opvolger Joop Mo lendijk treft een soortgelijke situatie aan. De Schiedamse oefenmeester kan over zo'n 14 4 15 serieuze eerste- elftalspelers beschikken: „Graag had ik er nog een paar bij gehad, maar de aansluiting tussen het eerste en twee de elftal is nog te klein. Ik hoop niet dat er veel schorsingen en blessures komen." Toch is NSW met jeugdtrainer Jan Henzen bezig de doorstroming van het talent te bevorderen, want, zo stelt Schut: „Als geen andere vereni ging moeten we het van de jeugd hebben. Dat staat nummer één en is voor ons nog belangrijker dan de bouw van een tribune. Vooral de op vang op een leeftijd van 16/17 jaar is belangrijk. Je moet ze binden aan je vereniging, uitzicht geven op de a- selectie. Anders zitten ze zo in de kroeg." Verheugend voor trainer Molendijk en NSW is dan ook dat zich in de bijna afgeronde oefencampagne twee talentrijke Jeugdspelers hebben aan gediend: aanvaller Bertus Koekkoek en middenvelder Rini Huisman. Niet alleen voor dit jeugdige duo is de eerste klas een onbekend avontuur, maar ook voor trainer Molendijk. Voor de van derdeklasser Groote Lindt in Zwijndrecht afkomstige oefenmeester Is de sprong een grote overgang: „Maar ook een grote uitda ging. Wanneer we vooral in het begin punten weten te pakken, zie ik een plaats in de middenmoot wel zitten. Wat dat betreft hebben we het niet gemakkelijk, want in de eerste vier wedstrijden treffen we al clubs als Noordwijk, Spijkenisse en IJssel- meervogels. Maar dan weten we di rect waar we aan toe zijn met NSW." Oudere spelers als Ad Heemskerk, Jaap van Holten, Jan Gebuis, Jan van der Velde, Roel van Eekelen, Adrie Hoogvliet en niet te vergeten het gevaarlijkè aanvalsduo Peter Knoop-Hans Reedijk kunnen wel bo gen op ervaring in de eerste klas. Schut ten slotte: „De kennis die ze toen hebben opgedaan, komt goed van pas. Ze hebben vooral geleerd dat de conditie in de eerste klas honderd procent moet zijn, vooral om bepaal de tekortkomingen tegen te gaan. NSVV-trainer Joop Molendijk, geflankeerd door voorzitter Freek Schut (links) en wedstrijd secretaris Andries Troost, geeft het looptempo voor zijn pupillen aan. SPCP-voorzitter Van den Brink met rechts van hem trainer Henk Jonker. PUTTEN Precies tien jaar geleden werd de basis gelegd voor het debuut dat SDCP komend seizoen in de eer ste klas maakt. Dat de Veluwse for matie in 1968 Itèmauwernood degra datie naar de afdeling kon voorko men, gaf de doorslag om een andere koers te gaan varen. Er kwam een nieuw bestuur met onder andere voorzitter Van den Brink: „Andere mensen met ook andere, frisse ideeën over voetbal. Niet met de bedoeling het karakter 'van de vereniging te veranderen, want dat kan en mag je nooit doen. Maar bij SDC (de P is er om praktische redenen „aangeplakt", red.) leefde toch het streven om hoger te komen, dus meer gericht op de prestaties." I Het rendement van de nieuwe opzet bleef niet uit. SDCP promoveerde in 1971 naar de derde klas, in 1976 naar de tweede klas en op 27 mei van dit jaar werd de top van het zaterdag-" voetbal bereikt via een 3-0 zege in de beslissingswedstrijd tegen „buur man" SDVB. „Een dag om nooit te vergeten," herinnert Van den Brink zich, „met 5000 mensen langs de lijn. En toen we terugkwamen vloog een reclamevliegtuigje boven Putten met de tekst: Het CDA wenst SDCP ge luk. Zo iets maak je niet veel mee, vooral omdat de verhoudingen met SDVB erg gofed zijn. Had de ploeg uit Barneveld, dat zo'n 15 kilometer van Putten ligt, de titel gegrepen, dan was SDCP niet rouwig geweest. Opnieuw Van den Brink: „Dat kampioenschap ambieerden we niet zo erg. Spelen in de eerste klas brengt veel consequenties met zich mee. Je moet toch meer gaan doen. Maar door gesprekken met KNVB- mensen en bestuursleden van andere eersteklassers zijn we er naar toe ge groeid." Dat SDCP enigszins tegen de eerste klas opzag, heeft ook te maken met de accommodatie, waarin de Putten- se formatie momenteel huist. Van den Brink verduidelijkt: „Die is on dermaats voor een eersteklasser. In feite hadden we komend seizoen al op ons nieuwe complex, met vijf velden, kunnen spelen, maar dat wordt nu niet eerder dan mei. Daarom hebben we enkele noodverzieningen getrof fen, zoals een salonwagen voor scheidsrechters en grensrechters. Ook in kleedkamers en doucheruim ten zijn verbeteringen aangebracht. Daarom kan ik zeggen dat 8DCP organisatorisch rijp is voor de eerste klas. Natuurlijk blijven er wensen en verlangens. Er moet natuurlijk niet te veel veranderen, omdat je nu toeval lig in de eerste klas speelt. SDCP weet zich in elk geval gesteund door een enthousiaste aanhang. Met zo'n duizend man eigen publiek wordt wel duidelijk hoe voetbalmin- dend Putten is. „Zo'n aantal is wel uniek voor de regio. Iedereen kent elkaar, waardoor ze erg goed met de club meeleven. Vorig jaar speelden we in Zwolle tegen WVF. Daar waren zo'n 800 supporters. Dan is het toch leuk, wanneer je hoort dat WVF nog nooit zoveel publiek had gehad." SDCP, gewoon een vriendenclub, waar de saamhorigheid bijzonder groot is. Om eventuele problemen bespreekbaar te maken is enkele ja ren een spelersraad ingesteld. „Het is ook voor een trainer belangrijk," merkt oefenmeester Henk Jonker op, „wanneer het tussen bestuur en spe lers goed klikt. Als er problemen zijn, ga dan samen rond de tafel zitten. Wanneer Je bepaalde achtergronden weet, kan je wederzijds begrip op brengen. Het weten waarom is de bron van motivatie om verder te gaan. Onze naam geeft dat al aan (SDCP betekent Sterker Door Com binatie Putten, red). Het is een com binatie van mensen die hetzelfde doel nastreven." Voor het komende seizoen is dat doel hoe kan het voor een debutant anders handhaving. Henk Jonker aan de vooravond van zijn tweede seizoen: „Het resultaat is van zoveel factoren afhankelijk, waarvan Je er slechts een paar in de hand kan heb ben. Kijk, de eerste klas is voor ieder een nieuw. Ik kan wel zeggen: we gaan verdedigen of aanvallen. Dat zou waanzin zijn. Ik vind etiketten gevaarlijk. Hoe je speelt is afhanke lijk van het wedstrijdverloop en van je tegenstander." SDCP wacht rustig af. weet zich ge steund door de sterke onderlinge band. Wat ook in het speltype van het topteam is terug te vinden. Jonker: „We moeten 't van het collectief heb ben. Er loopt geen speler rond die een wedstrijd voor ons in z'n eentje kan winnen. Een mengsel van mentaliteit en techniek. Nee, het is geen elftal dat het van pure kracht moet hebben." Hoe SDCP zaterdag in het openings duel tegen het gerenommeerde DOVO ook voor de dag moge komen. Henk Jonker kan in elk geval rekenen op een ingespeeld elftal. Door de plaatsgebondenheid en het grote voetbalaanbod in de regio kent 8DCP geen im- en export. Met de overgang van vier jeugdspelers be schikt Jonker over een brede selectie: „Dat is altijd prettig werken. Ik ben vooral blij met het ruime aanbod van aanvallers, omdat spitsen nu een maal het meest kwetsbaar zijn." VROOMSHOOP Het zaterdag- voetbal in Twente zit duidelijk in de lift. Na DETO (1974) en ON (1977) is Vroomshoopse Boys dit jaar de derde Twentse ploeg die het „plafond" van het zaterdagvoetbal heeft bereikt. De scheiding tussen prestatie- en recrea tievoetbal, zes jaar geleden gemaakt, heeft uiteindelijk zijn vruchten afge worpen. Na een zevende, zesde en twee tweede plaatsen leverde het vijf de seizoen in de tweede klas het zo fel begeerde kampioenschap op. Dat het afgelopen seizoen riant kon worden afgesloten de voorsprong op Hollandscheveld bedroeg zes pun ten was vooral te danken aan trai ner Wim Sollart. Toch is de Amster damse oefenmeester al na één jaar verdwenen. Secretaris en elftalleider Harm de Lange motiveert: „8ollart is een echte prestatietralner. een uitste kend vakman. Hij kende evenwel al leen de veertien selectiespelers en verwaarloosde de rest van de vereni ging. Begrijpelijk dat er bestuursle den zich afvroegen: wat hebben de andere leden aan deze trainer? Daar om vond het bestuur 8ollart toch niet de geschikte man om verder te bou wen aan de toekomst van onze vere niging." Dat Vroomshoopse Boys de presta ties niet boven alles stelt, onder streept ook een ander voorbeeld. Toen drie Jaar geleden op het huidige complex de nieuwe kantine werd ge bouwd, besloot het bestuur voor twee jaar geen trainer in dienst te nemen. Met het geld dat men op deze manier bespaarde, werd mede de kantine ge financierd. Met Joop Elferink in de functie van speler/trainer werden toch ook op het sportieve vlak goede prestaties geleverd. Met Wim Bergmeester, afkomstig van de naburige vierdeklasser Den Ham, heeft Vroomshoopse Boys nu weer een trainer aangetrokken, die ook oog heeft voor andere facetten van de ruim vierhonderd leden tellen de club. Bergmeester legt uit: „In de afgelopen Jaren heb ik Vroomshoopse Boys gevolgd, dus ik sta er niet hele maal vreemd tegenover. De achter ban moet ik natuurlijk nog goed leren kennen, want ook op het recreatiege bied behoor je aanwezig te zijn. Moet ook in zo'n kleine dorpsgemeen schap, anders ga je af. Ik duld in spraak. uiteraard tot op zekere hoog te. Als trainer moet je dan het juiste moment uitkiezen om boven de groep te staan." De van oorsprong Drentse oefen meester heeft momenteel de beschik king over een grotere selectlegroep dan zijn voorganger. Tegenover het stoppen van doelman Wlcher Kolk man (gaat wegens werkzaamheden lager spelen) staat de terugkeer van Eric Mulder (Heracles), Johan Gerrits (uit vijfde elftal) en Jan Wltzand (Mi nerva). Laatstgenoemde speelde twaalf jaar geleden ook al voor de Boys. Berg meester. erg verguld met zijn terug keer: „Als routinier kan hij de rust brengen op het middenveld, die voor een debutant nodig is. Kijk, Je hebt weinig inzicht hoe in de eerste klas wordt gespeeld. Wanneer Je elftal te Jong is, heb je kans de boot in te gaan." Bergmeester wil met zijn nieuwe ploeg een positieve bijdrage leveren aan het voetbal in de eerste klas: „Ik hou niet van verdedigen. We moeten gewoon ons eigen spel proberen te spelen. Dus positief aanvallend voetbal." In de frontlinie neemt Joop Elferink een sleutelpositie in. Van de in het afgelopen seizoen 47 gemaakte doel punten nam de bebaarde spits er liefst 27 voor zijn rekening. Een echte kansenbenutter, die soms lange tijd „onzichtbaar" is om vervolgens in eens zijn slag te slaan. Zo besliste hij in de vorige competitie tweemaal in de laatste minuut een wedstrijd. Elftalleider Harm de Lange. „Straks als de clubs hem in de gaten krijgen, zal het moeilijk worden. Daarom moeten we er voor zorgen dat ook andere spelers voor de doelpunten kunnen zorgen. Wanneer Elferink door twee man gedekt wordt, moeten de andere ervan profiteren." Bergmeester heeft zo zijn gedachten over de veranderingen die hij geleide lijk in het speltype van Vroomshoop se Boys wil aanbrengen: „Er moet meer samenhang tussen de linies ko men. Gegroepeerder met een betere taakverdeling. Bijvoorbeeld: een spits moet zich op het Juiste moment laten terugvallen om zodoende ruim te te geven aan een opkomende me despeler. Dat moet nog verbeteren. Daarom betwijfel ik of we technisch en taktisch al kunnen beantwoorden aan het niveau van een eerste klasser." Morgen begint de zater dagvoetbalcompetitie. Op deze pagina presen teert onze krant de vier verenigingen, die debu teren in de eerste klas: NSW, SDCP, Volen- dam en Vroomshoopse Boys. Aan deze pagina werken mee: Haro Hielkema en Leo Hoogerwerf (tekst); Joop Groeneveld, Rob Josselet en Ben Wind (foto's). Wim Keizer kraait het uit van plezier, nadat Volendam heeft gescoord in de kampioenswed strijd tegen Ter Leede. VOLENDAM De zaterdagvoetbal lers uit Volendam spelen eigenlijk het liefst uit. In de vissersgemeenschap is er zo weinig interesse voor de ploeg, die dit jaar eindelijk doorstootte naar de hoogste zaterdagafdeling en vorig jaar de zaterdagbeker in de wacht sleepte, dat uitwedstrijden bij de spe lers de voorkeur genieten. In Volen dam Immers is er voor hen onge acht hun prestaties toch maar een plaatsje in de schaduw van de semi- profs weggelegd. Ter illustratie: toen de pupillen van trainer Wim Keizer in 1977 de halve finale van het bekertoernooi bereik ten, kozen de Volendammers voor een confrontatie met WHC in Har derwijk. De entourage op het WOG- terrein werd door de zegevierende tweedeklasser zo gewaardeerd dat de finale tegen OWIOS (2-0 winst) ook in Harderwijk werd afgewerkt. „Juist buiten Volendam krijgen wij de meeste erkenning," zegt de 36-jarige Keizer, broer van de scheidsrechter in het betaalde voetbal. „Ik geloof niet dat er één club ooit aan gedacht heeft om een bekerfinale ergens anders te spelen. Maar we werden in Harder- toegejuicht tot en met." voetbal is in Volendam de „Ze bekijken ons op afstand," zegt Keizer. „Toen wij seizoen tegen Ter Leede werden, waren er tien sup- mee. Toen we 's avonds thuis kwamen, ging alles ongemerkt voor bij. Er was geen gemeentebestuur om- ons te feliciteren. Maar eerlijk ge zegd, zijn we daar niet eens zo rouwig om. Het team voetbalt voornamelijk voor z'n plezier. De spelers hebben geen zin in agressief spel: als het zo niet lukt, dan maar niet. Die instel ling heeft geleid tot resultaten." Volendam was vier maanden voor het einde van de competitie zeker niet de meest kansrijke ploeg voor de titel. „ZCFC stond toen zeven punten op ons vóór. Maar wij hebben uit de laatste vijftien wedstrijden 29 punten gehaald, terwijl de andere ploegen diverse punten verloren. En dan te bedenken dat ik in de loop van het jaar een aantal jonge spelers heb in gepast ten koste van ouderen. Daar gingen aanvankelijk wel punten mee de mist in." Wim Keizer, in het dagelijks leven onderwijzer in zijn geboorteplaats, noemt het Volendams zaterdagvoet bal „recreatie-voetbal". „Als het C- team ook thuis speelt, hebben wij zelfs bij topwedstrijden maar een man of tien langs de lijn. Onze voet ballers zijn voor een deel jongens, die ooit eens in het betaalde voetbal heb ben meegedaan en toen vier, vijf keer in de week moesten trainen voor een paar honderd gulden. Dat waren van die zaterdagavondkluizenaars, die nooit eens naar een feestje konden en nooit eens een biertje konden drin gen. Neem Ab Sier, die van het be taalde C-team overgekomen is; die wil ook wel 'ns wat aan zijn zaterdag avond hebben. Je bent anders de slaaf van Je zelf." Er is weinig vergelijkingsmateriaal in de eerste klasse met de Volendamse selectie die tweemaal vijf kwartier in de week traint, meestal op vrijdag avond zaalvoetbal speelt en sommige spelers bevat die op zaterdagmorgen een baantje hebben. „En dat met de slechtste accommodatie van West- Europa, zonder goede douches en met kleedkamers waarin je met twee elftallen tegelijk zit. Gelukkig krijgen we nu een supercomplex naast ons eigen veld. Dat is verplicht, als je in de top van het zaterdagvoetbal speelt. Voor die tijd werd er door het Volendam-bestuur steeds gezegd: we hebben met 59 elftallen te maken. De meeste telgen uit de Volendam- mer voetbalclan kent Wim Keizer wel: velen van school, van het school- voetbaltoernooi in de paasvakantie (dat hij al zeventien jaar organiseert) en van zijn eigen voetbalperiode: hij bereikte het eerste juniorenteam, speelde zelfs in het derde, maar raak te toen hij na zijn diensttijd zijn pols brak verknocht aan het trai nen. Hij begon bij de jeugd, vertoefde een tijd bij Wervershoof. twee jaar bij het Edamse EVC en staat nu voor het derde Jaar aan het roer van Volen- dam-zaterdag. In zijn vrije tijd stu deerde hij massage: hij behandelt nu zijn eigen spelers (en velen van el ders) bij hem thuis op zolder. „Ik gebruik erg veel uit de natuurgenees kunde. Klaas Plat bij voorbeeld, had al zo'n zes Jaar last van z'n lies. Hij kreeg er grote pillen van de dokter voor, die slecht voor Je maag zijn. Ik heb hem sap van notenboomblad ge geven: binnen een week was hij eraf. Ik werk volgens m'n eigen methode met kruiden, ijs, koolbladeren (ge kneusde ribben zijn binnen een week weer hersteld) en andere middelen." Daarnaast is de overijverige Volen- dammer ook animator van het Volen dams museum en stapt hij in septem ber als lid van de vijf man sterke Volendammer Partij in de gemeente raad van Edam-Volendam: samen met het hoofd van zijn school, mees ter Plat, en de voorzitter van de voet balvereniging Volendam, mr Guyt: „Wij komen op voor de belangen van Volendam. We zijn eigenlijk allemaal CDA'ers, maar niet zoals het CDA in de gemeenteraad." Vooruitblikkend op het komende sei zoen zegt Wim Keizer blij te zijn, wanneer zijn ploeg zich weet te hand haven. Steunpilaren voor hem zijn onder meer de voormalige semi-profs Klaas Plat, Jac Jonk. Jan Jonk de Kip, Hans Jonk en spltsspeler Jan Leeflang. 3e dug-out van Vroomshoopse Boys, waar trainer Wim Bergmeester (links) en elftalleider _iHarm de Lange de verrichtingen van hun club volgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 21