Dp de bres voor onze duinen en overgeslagen vers en een oud logement Academie zet glas onder druk Wetenschap en techniek Schade door vaterwinning >n recreatie zoveel nogelijk leperken Verdere bescherming nodig en mogelijk ERDAG 26 AUGUSTUS 197e BINNENLAND TROUW/KWARTET 13 Gezicht op de Haagse waterleidingduinen. R^>or Hans Schmit I JIDEN ,Wij zijn niet tegen waterwinning in de Nederlandse duinen, maar we willen tedenken over de ontwikkelingen en helpen deze zo te sturen dat aan onze duingebieden zo in mogelijk schade wordt toegebracht. Hetzelfde geldt voor de recreatie: voor intensieve rmen van recreatie is in de duinen geen plaats, maar natuurvriendelijke recreatie met een ede begeleiding is zeker mogelijk'. ëdenken, bijsturen en altematie- I aandragen: dat zijn volgens Al- t Salman, student biologie In Lel- t. de belangrijkste taken van de :htlng Duinbehoud en waterwin- tg, die anderhall Jaar geleden in leven werd geroepen en die zich op de milieumarkt presenteert t een nieuw tijdschrift, .Duin', dat h zal richten op de duinen als na- irgebied en de invloed van het nselijk handelen daarop. Het tijd- xlft, waarvan Albert Salman een de redacteuren is, wil niet alleen i contactblad zijn voor degenen zich inzetten voor het behoud van duinen, maar wil ook de kennis rdragen die is opgedaan in weten- appelijk onderzoek in de duinen. laatste ligt voor de hand, gezien contacten met het Centrum voor leukunde van de rijksuniversiteit «eiden, dat zich de nodige bekend- i heeft verworven met uiteenlo- de milieuonderzoekingen. ten het (overigens niet minder be- frijke) feit dat de duinen een uit rende zeekering vormen, zijn de aen een relatief ongeschonden na- ripfgebied dat een grote rijkdom aan acien en planten herbergt. Boven- i zijn zeeduinen uniek in de we- i: in West-Europa komen ze aaflhts voor tussen Noord-Frankrijk Denemarken en op de Britse eilan- En van de weinige zeeduinen die j jrereld telt, is niet veel meer over: bijvoorbeeld zijn de duinen groot villapark geworden en is en een strook van zo'n honderd c per breed als kustbescherming cren staan. In Nederland zijn de >nc»en echter redelijk goed bewaard neven: zij zijn niet op die schaal (graven en bebouwd als ten zui- van de Zeeuwse eilanden. De strekken zich hier nog kilome- landinwaarts uit. winning: omdat de duinen van zo'n groot belang zijn voor de drinkwater voorziening voor de mensen in de erachter gelegen Randstad, zijn aller lei schadelijke activiteiten zorgvuldig buiten de deur gehouden. Het winnen van water uit de duinen is zo'n hon derd jaar geleden begonnen. Onder de duinen hebben zich in de loop der eeuwen grote zoetwaterbekkens ge vormd, die worden gevoed door re genwater en die de duinen talloze meren en vochtige valleien gaven: rond 1800 bestond éénderde van de duinen uit natuurlijke dulnmeren en vochtige valleien. Tachtig jaar later werd begonnen met het aanboren van die zoetwaterbellen onder de duinen, omdat deze uitstekend drinkwater bieden. Het gevolg was echter dat, naarmate er meer water werd ont trokken dan door de regenval werd aangevuld, de duinen langzaam ver droogden en minder „blond" werden dan Jac. P. Thijsse begin deze eeuw verkondigde. Onder de zoetwaterbei bevindt zich zout-en brak water en op den duur dreigde het gevaar van veretlting van de duinen en de achterliggende pol ders alsmede het risico het zoute wa ter aan te boren. Daarom werd beslo ten de duinen te infiltreren met rivier water; als eerste werd in 1940 in het Leidse gebied Berkheide rivierwater ingebracht, waarna in de loop der terleidingbedrijven tot infiltratie van hun duingebieden overgingen. Vervuiling Qi(mnainwaarts uit. mgeurucni., waarna ui ae luup aer 01'vrij ongeschonden staat danken jaren ook de Westlandse, Haagse, lederlandse duinen aan de water- Haarlemse en Amsterdamse duinwa- Het resultaat was aanvankelijk ver rassend: inmiddels verdwenen plan ten keerden terug, water- en oevervo gels werden weer waargenomen. Vreugde alom dus, maar deze bleek uiteindelijk toch wat te voorbarig. Want het water dat in de duinen werd gebracht (met name uit de Rijn), bleek in de loop der jaren steeds sterker vervuild. De planten die wa ren teruggekeerd na de infiltratie, verdwenen weer: de zeldzame soorten namen na 1960 af en werden verdron gen door brede brandnetelzones en wilgeroosjes; planten die niet in de duinen thuishoren maar die een kans kregen door de toenemende voedsel- rijkdom ten gevolge van de vervui ling. De behoefte aan drinkwater zal de komende jaren blijven stijgen en daarom hebben de waterleidingbe drijven een aantal ontwerpplannen opgesteld voor de komende tien jaar. Hoewel de prognoses niet meer zo hoog zijn als enkele jaren terug werd aangenomen, zal volgens de bereke ningen toch heel wat meer water uit de duinen moeten worden gehaald' (nadat het er eerst is ingebracht) dan momenteel: de toename bedraagt on geveer 75 procent. Dat betekent: nog meer vuil water in de duinen, nog meer bezinking van giftige stoffen op de bodem van de duinmeren die steeds weer moeten worden schoon „geschraapt", nog meer fosfaten die doorslaan in de drainagebuizen zodat het water moet worden nagezuiverd en tenslotte nog meer vergravingen. De stichting Duinbehoud en water winning is weinig gelukkig met deze plannen. Albert Salman: „Het herstel bij vergravingen kan wel honderd jaar duren. De bovenste laag van de bodem is kalkarm; de kalk is er in de Een schematische weergave van de zoetwaterbei onder de duinen. De diepte van de bel is 95 tot 130 meter, de breedte twee tot vier kilometer. loop der eeuwen door de regen uitge spoeld. Door de vergravingen komt het onderliggende kalkrijke zand weer boven, waardoor je een storirigs- vegetatie krijgt. Doordat de vervan- gingstijd van de buizen ongeveer vij fentwintig jaar is, herstelt een vergra ven plek zich nooit. In Meljendel bij Wassenaar is bijvoorbeeld tien pro cent van de duinen vergraven". Maatregelen Om dergelijke drastische uitbreidin gen van de Infiltratie te voorkomen en toch de drinkwatervoorziening niet in gevaar te brengen, zijn vele uiteenlopende maatregelen nodig èn mogelijk. De overheid kan bijvoor beeld maatregelen nemen om het ver bruik te beperken, zoals het verbod op warme dagen de auto te wassen of de tuin te sproeien (waardoor de plek wordt verlaagd) of het stellen van normen aan allerlei apparaten die water verbruiken (wasmachines, stortbakken en dergelijke). Volgens Wouter de Groot, civiel inge nieur en werkzaam bij het Centrum voor milieukunde van de rijksuniver siteit in Leiden, is het mogelijk met enkele ingrepen de drinkwatervoor ziening zo te regelen dat tot 1990 geen uitbreiding in de duinen nodig is. De Groot: „Er zijn waterleidingbedrijven die een overcapaciteit hebben. Door de aanleg van leidingen naar en leve ring aan bedrijven die aan de top van hun produktie zitten, kunnen anders noodzakelijke uitbreidingen worden uitgesteld. Daarnaast wordt momen teel veel goed drinkwater aan de in dustrie geleverd, terwijl in veel geval len kan worden volstaan met water van mindere kwaliteit. In Rotterdam gaat meer dan de helft van het drin kwater naar de Industrie. Voor de produktie van één liter bier is tien liter water nodig, maar hiervan be hoeft slechts tweeënhalve liter drin kwater te zijn. Met de aanleg van een tweede leidingnet voor halffabrikaat naar grootverbruikers, kan de vraag naar drinkwater sterk worden be perkt". Nieuw soort filters Maar niet alleen op korte termijn kan door ingrepen in de distributie en maatregelen om het gebruik te beper ken, uitbreiding van de waterwinning in de duinen worden voorkomen ook in de verdere toekomst zijn alter natieven mogelijk. Wouter de Groot: „Het is mogelijk met een nieuw soort filters, die alleen de watermoleculen doorlaten, het water te zuiveren. In de VS wordt een fabriek voor deze hyperfiltratie gebouwd, terwijl in Arabische landen het systeem wordt gebruikt voor de ontzouting van zee water. Het is ook mogelijk het water diep in de zoetwaterbei onder de dui nen te brengen, maar deze diepte- infiltratie, waarvoor overigens nog wel vergravingen nodig zijn, verkeert nog in een experimenteel stadium". Een verdere bescherming van de dui nen is volgens Wouter de Groot en Albert Salman niet alleen noodzake lijk, maar ook mogelijk. Wouter de Groot: „Er zijn alternatieven voor de waterwinning en ook de recreatie kan gemakkelijk worden gestuurd. Daar bij komt dat de duinen een groot voordeel hebben boven andere na tuurgebieden die men wil bescher men. Er wonen namelijk geen men sen, zodat alle sociale verwikkelingen die elders ontstaan en waarvoor moeilijk regelingen zijn te vinden, achterwege zullen blijven. De rege ring denkt echter nogal tegenstrijdig over de duinen. In de plannen voor de waterwinning worden de duinen aan gewezen als waterwingebied. Maar in de Nota lEuidelijke gebieden worden de duinen als een natuurgebied be schouwd, dat ,moet worden be schermd". )on- we, va) zaii>r J. G. A. Thijs eer ii, ir - i jraag komt pas op als de kerkdienst voorbij '"■"Haarom zou de predikant bijna alle verzen Vl/rihet mooie, in het Nederlands grotendeels Ad den Besten herdichte, lied 313 hebben i zingen, uitgezonderd echter het derde De kerkganger, zojuist thuisgekomen uit als „gezamenlijk hervormd-gereformeer- aangekondigde dienst, leest er de woorden het lied nog eens goed op na, van „Zonne gerechtigheid, ga ons voor in deze tijd" tot net in de drieklank van uw naam. irm U, Heer". Van het derde couplet krij- •zijn bijzondere aandacht de beginregels: Heer. de verdeeldheid aan./dle geen mens helen kan./Breng, o Herder, in Gods naam/ Verstrooide kudde saam". cerkganger meent, nu hij het aandachtig f, te verstaan waarom de dominee dit vers passend vond voor de dienst van die \en: nu hervormden en gereformeerden na el Jaren van gescheiden optrekken einde- veer samen bijeen zijn (al gebeurt dat dan 1 af en toe en opvallend veel in de ïrmaanden als er moeilijk vervangers voor vakantievierende predikanten te vinden mstt nu ga je de gescheidenheid en de ver- Jhetd toch niet extra in de aandacht Maar al meent de kerkganger nu te weten waarom de voorganger zo handelde als hij handelde, tevreden gesteld is hij niet. Heeft iemand eigenlijk wel het recht, vraagt hij zich af, om een duidelijk als een geheel ontstaan lied zózeer aangepast aan de behoefte of de sfeer van het ogenblik ten dele te laten zingen en ten dele ongezongen te laten? Herinnerin gen aan vroeger dringen zich op, toen psalm versjes zonder veel consideratie vaak in tweeën geknipt werden en zelfs wel eens, als dat zo uitkwam, in de omgekeerde volgorde gezongen, eerst deel „b" en dan pas deel „a". Vergissing Zo bont heeft weliswaar de overigens met veel aandacht beluisterde prediker het die morgen niet gemaakt, maar voor onze kerkganger houdt de zaak iets onbevredigends: wat je voor de omstandigheden van een bepaald ogenblik geschikt acht, neem je uit een gedicht of een vers over, de rest laat je zwemmen. Maar zo eenvoudig ligt de zaak toch ook weer niet, werpt hij zichzelf tegen. Zal er in ons kleine land één weldenkend mens te vinden zijn die het iemand kwalijk neemt als hij op het juiste ogenblik de fraaie regel „Hier houdt de spreker stil, hij snikt, hij kan niet meer" of „En rekent d'uitslag niet, maar telt het doel alleen" weet uit te spreken zonder zijn medemensen met het hele, nu erg gezwollen aandoende, gedicht „Overwintering op Nova Zembla" van de in 1856 overleden Hendrik Tollens om de oren te slaan? De kerkganger komt er niet uit. Laten we het houden op een minder gelukkige greep of een vergissing, stelt hij vast. En misgrepen en vergissingen komen op alle niveaus en in alle Sferen voor, heeft hij onlangs nog vastgesteld. Blijkt niet uit de geschiedenis van een eeuw rooms-katholiek Nederland, die professor L. J. Rogier in 1953 publiceerde onder de titel „Ka tholieke Herleving", dat deze historicus kenne lijk niet wist waar een bekend logement zich bevond? Rogier vertelde dat een groep libe- raalgezinde katholieken, die in het begin van het woelige jaar 1848 actief was, bijeenkwam in „De geleerde man, het Hillegomse logement met het beroemde uithangbord van de man, wiens hoofd in een trapleer gevangen is." Rogier had kunnen weten dat het logement zich niet in Hillegom maar inBennebroek bevond (het stond vlakbij het kruispunt waar nu het bijna gelijknamige „De oude geleerde man" staat). Een van Nederlandse bekendste dichters, „De Schoolmeester", heeft namelijk in zijn gedicht „De koet" de Juiste plaats genoemd. Nadat dat vers begonnen is met de onsterfelijke regels „Een koei is iemand met twee ooren/En aan weerszijden een horen" volgt een paar regels verder: „En wat men van haar huid niet maken kan/Ga dat maar eens te Bennebroek vragen aan 'den Geleerden Man". En op de schoolmeester alias de in de vorige eeuw na allerlei verwikkelingen naar Londen gevluchte Gerrit van de Linde, kon Je op dit punt afgaan. Uit zijn brieven blijkt dat hij de buurt kende: hij heeft eens in Bennebroek gepreekt („ik hoop het kuddeke fameus te stichten", schreef hij vooraf) en hij heeft op het Manpad gelopen, vlakbij het buiten „Woest- duin" van Jacob van Lennep. A.R. Om tot onze kerkganger terug te keren: nog een vergissing heeft Indruk op hem gemaakt, wederom van een roomse medechristen. In de herinneringen die de tot de orde van de jezuïe ten behorende professor N. Perquin in 1969 uitgaf vond hij „de a.r. Gerretson" vermeld. Gelukkig dat de christelijk-historische hoogle raar F. C. Gerretson, in de literatuur bekend als de dichter Geerten Gossaert, dat zelf niet meer heeft kunnen horen. Hij stierf in 1958. Eén uitspraak weet onze kerkganger die mor gen te bedenken waarvan hij hoopt dat zij op een misvatting berust. Het is wat de in 1921 overleden professor Herman Bavinck in zijn laatste jaren (waarin hij, aldus professor V. Hepp, niet meer de oude was: zijn „diepe denken" was „eenigermate in tobben overge gaan") meermalen tot studenten gezegd moet hebben: „Gewone politiek heeft meestal een vuile kant. maar kerkelijke politiek heeft er altijd een". Zo vlak voor het begin van een nieuw Kamerseizoen kun Je alleen maar hopen dat de geleerde Bavinck er met deze woorden- een flink eind naast zat. door Rob Foppema Altijd aardig, natuurlijk, wanneer je een voorspelling binnen een week ziet uitkomen. Inderdaad. Rustum Roy Is terug in het nieuws. De professor uit Pennsyl vania die het niet verstandig vindt om sterk radioac tief afval in glas in te smelten, heeft zijn voor veel betrokkenen pijnlijke Inzichten nu pijnlijk zichtbaar uitgestald. Vorige week zagen we hem noe uitleggen dat zijn onderzoek naar een betere oplossing wat in de schaduw was gehouden. Aan de glas-techniek, met een voor geschiedenis van twintig Jaar. juist op het punt om op grotere schaal te worden toegepast, zijn immers een paar wetenschappe lijke en bestuurlijke reputaties verbonden. Maar nu is de kogel door de kerk, in de vorm van een rap port van een door de Ameri kaanse Nationale Academie van Wetenschappen (NAS) ingestel de commissie die door Roy werd voorgezeten. En daar kan nie mand meer omheen, want dat is de meest gezaghebbende vorm van onafhankelijk wetenschap pelijk advies waarvan de Ameri kaanse regering zich kan voor zien. Het rapport is wat genuanceer der dan Roy zich privé uitdrukt, blijkt uit het bericht in Science van 18 augustus (vol. 201, pag. 599). Het keurt de eenzijdige toespitsing van onderzoek en ontwikkelingswerk op glas af. In feite, aldus het rapport, kunnen ceramische materialen in som mige gevallen de voorkeur ver dienen. De NAS-commissie komt niet tot een aanbeveling om met dat glas maar op te houden. De boodschap is. dat het onverstandig en onnodig is om in dit stadium onherroepelijk ke dingen te doen. Er moet nog eens rustig worden uitgezocht, welke techniek om het afval vast te leggen nu de beste is. Orde Het verschil tussen de twee ma teriaalsoorten is dat tussen orde en chaos. Glas is een bijna structuurloos materiaal, in feite een vloeistof die zo ver is onder koeld dat zij niet meer beweegt. In het kristallijne materiaal dat Roy voor ogen staat, heeft elk atoom zijn „aangewezen" plaats, waar het door de wissel werking met zijn ordelijk opges telde buren wordt vastge houden. Volgens de algemene opvatting van de materiaalkundigen. zegt Roy. is glas verhoudingsgewijs onstabiel en thermodynamisch slecht. Met de vraag waarom destijds nu uitgerekend voor de glas-oplossing is gekozen, heeft de commissie de hele wereld af- geleurd zonder een bevredigend antwoord te krijgen. „De com missie zegt dat iedereen die bij zijn verstand is. het in kristallen zou begraven", aldus Roy tegen over Science. Politiek vallen de Inzichten van de NAS-commissie in weinig welkome aarde. Dat geldt voor de Amerikaanse binnenlandse situatie, zowel als internatio naal. In Amerika wordt het af valprobleem zoals het er nu ligt, gedomineerd door de geweldige tanks met vloeibaar, sterk radioactief afval die van de plutoniumproduktie voor kern wapens zijn overgebleven. Hoe wel er door verregaande non chalance ooit wel eens een half leeg gelekt is, levert dat tech nisch geen directe moeilijkhe den op, maar moreel wel. Druk „Het afval van defensie is door deze generatie gemaakt ver-v klaart een woordvoerder van het ministerie, „en deze genera tie hoort ook voor het opruimen te zorgen. Er bestaat een zekere druk om het karwei te klaren". Deze druk is dus meer politiek dan technisch. Het begrip „ge neratie" wordt in de redenering trouwens toch al stevig opge rekt de verantwoordelijke mensen voor het oudste afval uit de jaren veertig raken al aardig pensioengerechtigd. Maar de discussie over het afval speelt zich nu eenmaal af in het politieke landschap waar gevoe lens harde feiten zijn die zich niet laten negeren. Niet alleen in Amerika maar ook in veel andere landen, speelt een meer actuele overweging een politiek belangrijke rol. Het is moreel ontoelaatbaar, luidt deze redenering, om nog meer sterk radioactief afval te ma ken, zolang niet hier en nu bewe zen of gedemonstreerd is dat het veilig kan worden verwerkt en opgeborgen. In situaties waarin kerncentrales als wenselijk werktuig in een energiebeleid worden gezien, leidt ook deze norm tot een zekere druk om beslissingen te nemen. Dat is heilzaam voor zover het afvalprobleem jarenlang is vooruitgeschoven en op een zacht pitje gehouden. Maar het kan een haast in de hand wer ken die een oproep tot bezin ning en nader onderzoek weinig populair maakt. Gegeven de wat belabberde voorgeschiede nis kan zo'n oproep zelfs ver dacht worden (,ze schuiven het zeker weer op de lange baan", of „ze weten er kennelijk nog prak tisch niets van"). Ook dat zijn politieke feiten waarmee reke ning gehouden moet worden. Diep Maar laten we terugkeren naar de technische kant van de zaak. De opgaaf was om er voor te zorgen dat kemsplijtingsafval de komende paar honderddui zend jaar niet in contact met levende wezens komt. Een enke ling zou het bij voorkeur per raket naar de zon schieten, maar de algemene opvatting is dat Je het diep in de aarde moet opbergen, in een geologisch sta biele omgeving. Dat kan een dikke zoutlaag zijn, of een mooie gave rotsformatie, of on der bepaalde voorwaarden een kleilaag. Elk heeft zijn argu menten vóór en tegen, maar het gaat ons hier om een meer alge mene tegenwerping. Geologen kunnen best waar maken dat een bepaalde omgeving de laat ste tijd (en dan bedoelen zij vele miljoenen jaren) stabiel is ge wéést. Zij kunnen ook anneme- lijk maken dat er het komende half miljoen jaar wel niet veel zal veranderen, maar zekerheid daaromtrent is niet te verschaf fen. Daarom moet er extra ze kerheid in de opslagmethode worden ingebouwd. De meest kwade kans bij geolo gische verrassingen lijkt dat het radioactieve afval onverhoopt in contact komt met grondwa ter. daarin oplost en meege voerd wordt naar de bewoonde wereld. Vandaar de wens om het spul in een onoplosbaar mate riaal in te bouwen, zodat het zelfs in dat geval op zijn plaats zou worden vastgehouden. Dat zou dus leuk kunnen door het tot glas te verwerken, be dacht ooit iemand. En bij ge brek aan tegenspraak is dat idee tot en met het stadium van proeffabriekjes uitgewerkt. Glas lost wel een heel klein bee tje op in\ water, maar dat kan beperkt worden tot een paar duizendste millimeter per Jaar, en dat is nog wel te overzien. Dramatisch Hier grijpt het hoofdbezwaar van Roy aan. Hoe snel glas op lost. pleegt te worden beoor deeld door een proefstuk in een bakje water te leggen, en dat vindt hij weinig realistisch. Dat glas heeft de eerste jaren dat het opgeslagen ligt een hoge tempe ratuur, veroorzaakt door de dan nog zeer sterke radioactiviteit. En éls er op grote diepte water bij komt. zal dat water onder hoge druk zijn. De combinatie van die omstandigheden ver hoogt de snelheid waarmee het glas wordt aangetast drama tisch. Roy heeft dat met colle ga's ook experimenteel aange toond. Vandaar zijn voorkeur voor goed gedefinieerde kristal structuren om de radioactieve stof in op te nemen. Mits de juiste materialen worden geko zen. kan daarvan worden waar gemaakt dat ze ook in moeilijke omstandigheden hun integriteit veel beter behouden. Hoewel de. bedenkingen van Roy en zijn commissie zeker van betekenis zijn, moeten we bij de beoordeling wel de tijdschaal in de gaten houden. Het argument van de verhoogde temperatuur speelt namelijk maar een rol van naar verhouding korte duur. Wat ons tot de eis van onoplosbaarheid bracht, was het onvermogen van de geoloog om een half miljoen Jaar toe komst te voorspellen. De perio de waarin het kemsplijtingsaf val door eigen straling warm blijft, laat zich in honderden ja ren uitdrukken. Op een mensen leven geprojecteerd, is dat óók lang, maar geologisch gespro ken is het net niks. De integri teit van een geologische forma tie is over een dergelijke periode aanmerkelijk betrouwbaarder te voorspellen. Het risico dat de opgeslagen zaken tegelijk warm en nat worden, kan dus zeer klein worden gehouden. Maar het kan. net als elk ander risico niet tot nul worden terug gebracht. Er valt dus nog het een en ander uit te zoeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13