Dp de bres voor onze duinen
en overgeslagen vers en een oud logement
Academie zet
glas onder druk
Wetenschap en techniek
Schade door
vaterwinning
>n recreatie
zoveel
nogelijk
leperken
Verdere
bescherming
nodig en mogelijk
ERDAG 26 AUGUSTUS 197e
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
13
Gezicht op de Haagse
waterleidingduinen.
R^>or Hans Schmit
I JIDEN ,Wij zijn niet tegen waterwinning in de Nederlandse duinen, maar we willen
tedenken over de ontwikkelingen en helpen deze zo te sturen dat aan onze duingebieden zo
in mogelijk schade wordt toegebracht. Hetzelfde geldt voor de recreatie: voor intensieve
rmen van recreatie is in de duinen geen plaats, maar natuurvriendelijke recreatie met een
ede begeleiding is zeker mogelijk'.
ëdenken, bijsturen en altematie-
I aandragen: dat zijn volgens Al-
t Salman, student biologie In Lel-
t. de belangrijkste taken van de
:htlng Duinbehoud en waterwin-
tg, die anderhall Jaar geleden in
leven werd geroepen en die zich
op de milieumarkt presenteert
t een nieuw tijdschrift, .Duin', dat
h zal richten op de duinen als na-
irgebied en de invloed van het
nselijk handelen daarop. Het tijd-
xlft, waarvan Albert Salman een
de redacteuren is, wil niet alleen
i contactblad zijn voor degenen
zich inzetten voor het behoud van
duinen, maar wil ook de kennis
rdragen die is opgedaan in weten-
appelijk onderzoek in de duinen.
laatste ligt voor de hand, gezien
contacten met het Centrum voor
leukunde van de rijksuniversiteit
«eiden, dat zich de nodige bekend-
i heeft verworven met uiteenlo-
de milieuonderzoekingen.
ten het (overigens niet minder be-
frijke) feit dat de duinen een uit
rende zeekering vormen, zijn de
aen een relatief ongeschonden na-
ripfgebied dat een grote rijkdom aan
acien en planten herbergt. Boven-
i zijn zeeduinen uniek in de we-
i: in West-Europa komen ze
aaflhts voor tussen Noord-Frankrijk
Denemarken en op de Britse eilan-
En van de weinige zeeduinen die
j jrereld telt, is niet veel meer over:
bijvoorbeeld zijn de duinen
groot villapark geworden en is
en een strook van zo'n honderd
c per breed als kustbescherming
cren staan. In Nederland zijn de
>nc»en echter redelijk goed bewaard
neven: zij zijn niet op die schaal
(graven en bebouwd als ten zui-
van de Zeeuwse eilanden. De
strekken zich hier nog kilome-
landinwaarts uit.
winning: omdat de duinen van zo'n
groot belang zijn voor de drinkwater
voorziening voor de mensen in de
erachter gelegen Randstad, zijn aller
lei schadelijke activiteiten zorgvuldig
buiten de deur gehouden. Het winnen
van water uit de duinen is zo'n hon
derd jaar geleden begonnen. Onder
de duinen hebben zich in de loop der
eeuwen grote zoetwaterbekkens ge
vormd, die worden gevoed door re
genwater en die de duinen talloze
meren en vochtige valleien gaven:
rond 1800 bestond éénderde van de
duinen uit natuurlijke dulnmeren en
vochtige valleien. Tachtig jaar later
werd begonnen met het aanboren van
die zoetwaterbellen onder de duinen,
omdat deze uitstekend drinkwater
bieden. Het gevolg was echter dat,
naarmate er meer water werd ont
trokken dan door de regenval werd
aangevuld, de duinen langzaam ver
droogden en minder „blond" werden
dan Jac. P. Thijsse begin deze eeuw
verkondigde.
Onder de zoetwaterbei bevindt zich
zout-en brak water en op den duur
dreigde het gevaar van veretlting van
de duinen en de achterliggende pol
ders alsmede het risico het zoute wa
ter aan te boren. Daarom werd beslo
ten de duinen te infiltreren met rivier
water; als eerste werd in 1940 in het
Leidse gebied Berkheide rivierwater
ingebracht, waarna in de loop der
terleidingbedrijven tot infiltratie van
hun duingebieden overgingen.
Vervuiling
Qi(mnainwaarts uit. mgeurucni., waarna ui ae luup aer
01'vrij ongeschonden staat danken jaren ook de Westlandse, Haagse,
lederlandse duinen aan de water- Haarlemse en Amsterdamse duinwa-
Het resultaat was aanvankelijk ver
rassend: inmiddels verdwenen plan
ten keerden terug, water- en oevervo
gels werden weer waargenomen.
Vreugde alom dus, maar deze bleek
uiteindelijk toch wat te voorbarig.
Want het water dat in de duinen werd
gebracht (met name uit de Rijn),
bleek in de loop der jaren steeds
sterker vervuild. De planten die wa
ren teruggekeerd na de infiltratie,
verdwenen weer: de zeldzame soorten
namen na 1960 af en werden verdron
gen door brede brandnetelzones en
wilgeroosjes; planten die niet in de
duinen thuishoren maar die een kans
kregen door de toenemende voedsel-
rijkdom ten gevolge van de vervui
ling.
De behoefte aan drinkwater zal de
komende jaren blijven stijgen en
daarom hebben de waterleidingbe
drijven een aantal ontwerpplannen
opgesteld voor de komende tien jaar.
Hoewel de prognoses niet meer zo
hoog zijn als enkele jaren terug werd
aangenomen, zal volgens de bereke
ningen toch heel wat meer water uit
de duinen moeten worden gehaald'
(nadat het er eerst is ingebracht) dan
momenteel: de toename bedraagt on
geveer 75 procent. Dat betekent: nog
meer vuil water in de duinen, nog
meer bezinking van giftige stoffen op
de bodem van de duinmeren die
steeds weer moeten worden schoon
„geschraapt", nog meer fosfaten die
doorslaan in de drainagebuizen zodat
het water moet worden nagezuiverd
en tenslotte nog meer vergravingen.
De stichting Duinbehoud en water
winning is weinig gelukkig met deze
plannen. Albert Salman: „Het herstel
bij vergravingen kan wel honderd
jaar duren. De bovenste laag van de
bodem is kalkarm; de kalk is er in de
Een schematische weergave
van de zoetwaterbei onder de
duinen. De diepte van de bel
is 95 tot 130 meter, de breedte
twee tot vier kilometer.
loop der eeuwen door de regen uitge
spoeld. Door de vergravingen komt
het onderliggende kalkrijke zand
weer boven, waardoor je een storirigs-
vegetatie krijgt. Doordat de vervan-
gingstijd van de buizen ongeveer vij
fentwintig jaar is, herstelt een vergra
ven plek zich nooit. In Meljendel bij
Wassenaar is bijvoorbeeld tien pro
cent van de duinen vergraven".
Maatregelen
Om dergelijke drastische uitbreidin
gen van de Infiltratie te voorkomen
en toch de drinkwatervoorziening
niet in gevaar te brengen, zijn vele
uiteenlopende maatregelen nodig èn
mogelijk. De overheid kan bijvoor
beeld maatregelen nemen om het ver
bruik te beperken, zoals het verbod
op warme dagen de auto te wassen of
de tuin te sproeien (waardoor de plek
wordt verlaagd) of het stellen van
normen aan allerlei apparaten die
water verbruiken (wasmachines,
stortbakken en dergelijke).
Volgens Wouter de Groot, civiel inge
nieur en werkzaam bij het Centrum
voor milieukunde van de rijksuniver
siteit in Leiden, is het mogelijk met
enkele ingrepen de drinkwatervoor
ziening zo te regelen dat tot 1990 geen
uitbreiding in de duinen nodig is. De
Groot: „Er zijn waterleidingbedrijven
die een overcapaciteit hebben. Door
de aanleg van leidingen naar en leve
ring aan bedrijven die aan de top van
hun produktie zitten, kunnen anders
noodzakelijke uitbreidingen worden
uitgesteld. Daarnaast wordt momen
teel veel goed drinkwater aan de in
dustrie geleverd, terwijl in veel geval
len kan worden volstaan met water
van mindere kwaliteit. In Rotterdam
gaat meer dan de helft van het drin
kwater naar de Industrie. Voor de
produktie van één liter bier is tien
liter water nodig, maar hiervan be
hoeft slechts tweeënhalve liter drin
kwater te zijn. Met de aanleg van een
tweede leidingnet voor halffabrikaat
naar grootverbruikers, kan de vraag
naar drinkwater sterk worden be
perkt".
Nieuw soort filters
Maar niet alleen op korte termijn kan
door ingrepen in de distributie en
maatregelen om het gebruik te beper
ken, uitbreiding van de waterwinning
in de duinen worden voorkomen
ook in de verdere toekomst zijn alter
natieven mogelijk. Wouter de Groot:
„Het is mogelijk met een nieuw soort
filters, die alleen de watermoleculen
doorlaten, het water te zuiveren. In
de VS wordt een fabriek voor deze
hyperfiltratie gebouwd, terwijl in
Arabische landen het systeem wordt
gebruikt voor de ontzouting van zee
water. Het is ook mogelijk het water
diep in de zoetwaterbei onder de dui
nen te brengen, maar deze diepte-
infiltratie, waarvoor overigens nog
wel vergravingen nodig zijn, verkeert
nog in een experimenteel stadium".
Een verdere bescherming van de dui
nen is volgens Wouter de Groot en
Albert Salman niet alleen noodzake
lijk, maar ook mogelijk. Wouter de
Groot: „Er zijn alternatieven voor de
waterwinning en ook de recreatie kan
gemakkelijk worden gestuurd. Daar
bij komt dat de duinen een groot
voordeel hebben boven andere na
tuurgebieden die men wil bescher
men. Er wonen namelijk geen men
sen, zodat alle sociale verwikkelingen
die elders ontstaan en waarvoor
moeilijk regelingen zijn te vinden,
achterwege zullen blijven. De rege
ring denkt echter nogal tegenstrijdig
over de duinen. In de plannen voor de
waterwinning worden de duinen aan
gewezen als waterwingebied. Maar in
de Nota lEuidelijke gebieden worden
de duinen als een natuurgebied be
schouwd, dat ,moet worden be
schermd".
)on-
we,
va)
zaii>r J. G. A. Thijs
eer
ii, ir
- i jraag komt pas op als de kerkdienst voorbij
'"■"Haarom zou de predikant bijna alle verzen
Vl/rihet mooie, in het Nederlands grotendeels
Ad den Besten herdichte, lied 313 hebben
i zingen, uitgezonderd echter het derde
De kerkganger, zojuist thuisgekomen uit
als „gezamenlijk hervormd-gereformeer-
aangekondigde dienst, leest er de woorden
het lied nog eens goed op na, van „Zonne
gerechtigheid, ga ons voor in deze tijd" tot
net in de drieklank van uw naam.
irm U, Heer". Van het derde couplet krij-
•zijn bijzondere aandacht de beginregels:
Heer. de verdeeldheid aan./dle geen mens
helen kan./Breng, o Herder, in Gods naam/
Verstrooide kudde saam".
cerkganger meent, nu hij het aandachtig
f, te verstaan waarom de dominee dit vers
passend vond voor de dienst van die
\en: nu hervormden en gereformeerden na
el Jaren van gescheiden optrekken einde-
veer samen bijeen zijn (al gebeurt dat dan
1 af en toe en opvallend veel in de
ïrmaanden als er moeilijk vervangers voor
vakantievierende predikanten te vinden
mstt nu ga je de gescheidenheid en de ver-
Jhetd toch niet extra in de aandacht
Maar al meent de kerkganger nu te weten
waarom de voorganger zo handelde als hij
handelde, tevreden gesteld is hij niet. Heeft
iemand eigenlijk wel het recht, vraagt hij zich
af, om een duidelijk als een geheel ontstaan
lied zózeer aangepast aan de behoefte of de
sfeer van het ogenblik ten dele te laten zingen
en ten dele ongezongen te laten? Herinnerin
gen aan vroeger dringen zich op, toen psalm
versjes zonder veel consideratie vaak in
tweeën geknipt werden en zelfs wel eens, als
dat zo uitkwam, in de omgekeerde volgorde
gezongen, eerst deel „b" en dan pas deel „a".
Vergissing
Zo bont heeft weliswaar de overigens met veel
aandacht beluisterde prediker het die morgen
niet gemaakt, maar voor onze kerkganger
houdt de zaak iets onbevredigends: wat je voor
de omstandigheden van een bepaald ogenblik
geschikt acht, neem je uit een gedicht of een
vers over, de rest laat je zwemmen. Maar zo
eenvoudig ligt de zaak toch ook weer niet,
werpt hij zichzelf tegen. Zal er in ons kleine
land één weldenkend mens te vinden zijn die
het iemand kwalijk neemt als hij op het juiste
ogenblik de fraaie regel „Hier houdt de spreker
stil, hij snikt, hij kan niet meer" of „En rekent
d'uitslag niet, maar telt het doel alleen" weet
uit te spreken zonder zijn medemensen met
het hele, nu erg gezwollen aandoende, gedicht
„Overwintering op Nova Zembla" van de in
1856 overleden Hendrik Tollens om de oren te
slaan?
De kerkganger komt er niet uit. Laten we het
houden op een minder gelukkige greep of een
vergissing, stelt hij vast. En misgrepen en
vergissingen komen op alle niveaus en in alle
Sferen voor, heeft hij onlangs nog vastgesteld.
Blijkt niet uit de geschiedenis van een eeuw
rooms-katholiek Nederland, die professor L. J.
Rogier in 1953 publiceerde onder de titel „Ka
tholieke Herleving", dat deze historicus kenne
lijk niet wist waar een bekend logement zich
bevond? Rogier vertelde dat een groep libe-
raalgezinde katholieken, die in het begin van
het woelige jaar 1848 actief was, bijeenkwam in
„De geleerde man, het Hillegomse logement
met het beroemde uithangbord van de man,
wiens hoofd in een trapleer gevangen is."
Rogier had kunnen weten dat het logement
zich niet in Hillegom maar inBennebroek
bevond (het stond vlakbij het kruispunt waar
nu het bijna gelijknamige „De oude geleerde
man" staat). Een van Nederlandse bekendste
dichters, „De Schoolmeester", heeft namelijk
in zijn gedicht „De koet" de Juiste plaats
genoemd. Nadat dat vers begonnen is met de
onsterfelijke regels „Een koei is iemand met
twee ooren/En aan weerszijden een horen"
volgt een paar regels verder: „En wat men van
haar huid niet maken kan/Ga dat maar eens te
Bennebroek vragen aan 'den Geleerden Man".
En op de schoolmeester alias de in de vorige
eeuw na allerlei verwikkelingen naar Londen
gevluchte Gerrit van de Linde, kon Je op dit
punt afgaan. Uit zijn brieven blijkt dat hij de
buurt kende: hij heeft eens in Bennebroek
gepreekt („ik hoop het kuddeke fameus te
stichten", schreef hij vooraf) en hij heeft op het
Manpad gelopen, vlakbij het buiten „Woest-
duin" van Jacob van Lennep.
A.R.
Om tot onze kerkganger terug te keren: nog
een vergissing heeft Indruk op hem gemaakt,
wederom van een roomse medechristen. In de
herinneringen die de tot de orde van de jezuïe
ten behorende professor N. Perquin in 1969
uitgaf vond hij „de a.r. Gerretson" vermeld.
Gelukkig dat de christelijk-historische hoogle
raar F. C. Gerretson, in de literatuur bekend
als de dichter Geerten Gossaert, dat zelf niet
meer heeft kunnen horen. Hij stierf in 1958.
Eén uitspraak weet onze kerkganger die mor
gen te bedenken waarvan hij hoopt dat zij op
een misvatting berust. Het is wat de in 1921
overleden professor Herman Bavinck in zijn
laatste jaren (waarin hij, aldus professor V.
Hepp, niet meer de oude was: zijn „diepe
denken" was „eenigermate in tobben overge
gaan") meermalen tot studenten gezegd moet
hebben: „Gewone politiek heeft meestal een
vuile kant. maar kerkelijke politiek heeft er
altijd een". Zo vlak voor het begin van een
nieuw Kamerseizoen kun Je alleen maar hopen
dat de geleerde Bavinck er met deze woorden-
een flink eind naast zat.
door Rob Foppema
Altijd aardig, natuurlijk, wanneer je een voorspelling
binnen een week ziet uitkomen. Inderdaad. Rustum
Roy Is terug in het nieuws. De professor uit Pennsyl
vania die het niet verstandig vindt om sterk radioac
tief afval in glas in te smelten, heeft zijn voor veel
betrokkenen pijnlijke Inzichten nu pijnlijk zichtbaar
uitgestald.
Vorige week zagen we hem noe
uitleggen dat zijn onderzoek
naar een betere oplossing wat in
de schaduw was gehouden. Aan
de glas-techniek, met een voor
geschiedenis van twintig Jaar.
juist op het punt om op grotere
schaal te worden toegepast, zijn
immers een paar wetenschappe
lijke en bestuurlijke reputaties
verbonden.
Maar nu is de kogel door de
kerk, in de vorm van een rap
port van een door de Ameri
kaanse Nationale Academie van
Wetenschappen (NAS) ingestel
de commissie die door Roy werd
voorgezeten. En daar kan nie
mand meer omheen, want dat is
de meest gezaghebbende vorm
van onafhankelijk wetenschap
pelijk advies waarvan de Ameri
kaanse regering zich kan voor
zien.
Het rapport is wat genuanceer
der dan Roy zich privé uitdrukt,
blijkt uit het bericht in Science
van 18 augustus (vol. 201, pag.
599). Het keurt de eenzijdige
toespitsing van onderzoek en
ontwikkelingswerk op glas af. In
feite, aldus het rapport, kunnen
ceramische materialen in som
mige gevallen de voorkeur ver
dienen. De NAS-commissie
komt niet tot een aanbeveling
om met dat glas maar op te
houden. De boodschap is. dat
het onverstandig en onnodig is
om in dit stadium onherroepelijk
ke dingen te doen. Er moet nog
eens rustig worden uitgezocht,
welke techniek om het afval
vast te leggen nu de beste is.
Orde
Het verschil tussen de twee ma
teriaalsoorten is dat tussen orde
en chaos. Glas is een bijna
structuurloos materiaal, in feite
een vloeistof die zo ver is onder
koeld dat zij niet meer beweegt.
In het kristallijne materiaal dat
Roy voor ogen staat, heeft elk
atoom zijn „aangewezen"
plaats, waar het door de wissel
werking met zijn ordelijk opges
telde buren wordt vastge
houden.
Volgens de algemene opvatting
van de materiaalkundigen. zegt
Roy. is glas verhoudingsgewijs
onstabiel en thermodynamisch
slecht. Met de vraag waarom
destijds nu uitgerekend voor de
glas-oplossing is gekozen, heeft
de commissie de hele wereld af-
geleurd zonder een bevredigend
antwoord te krijgen. „De com
missie zegt dat iedereen die bij
zijn verstand is. het in kristallen
zou begraven", aldus Roy tegen
over Science.
Politiek vallen de Inzichten van
de NAS-commissie in weinig
welkome aarde. Dat geldt voor
de Amerikaanse binnenlandse
situatie, zowel als internatio
naal. In Amerika wordt het af
valprobleem zoals het er nu ligt,
gedomineerd door de geweldige
tanks met vloeibaar, sterk
radioactief afval die van de
plutoniumproduktie voor kern
wapens zijn overgebleven. Hoe
wel er door verregaande non
chalance ooit wel eens een half
leeg gelekt is, levert dat tech
nisch geen directe moeilijkhe
den op, maar moreel wel.
Druk
„Het afval van defensie is door
deze generatie gemaakt ver-v
klaart een woordvoerder van
het ministerie, „en deze genera
tie hoort ook voor het opruimen
te zorgen. Er bestaat een zekere
druk om het karwei te klaren".
Deze druk is dus meer politiek
dan technisch. Het begrip „ge
neratie" wordt in de redenering
trouwens toch al stevig opge
rekt de verantwoordelijke
mensen voor het oudste afval
uit de jaren veertig raken al
aardig pensioengerechtigd.
Maar de discussie over het afval
speelt zich nu eenmaal af in het
politieke landschap waar gevoe
lens harde feiten zijn die zich
niet laten negeren.
Niet alleen in Amerika maar ook
in veel andere landen, speelt een
meer actuele overweging een
politiek belangrijke rol. Het is
moreel ontoelaatbaar, luidt
deze redenering, om nog meer
sterk radioactief afval te ma
ken, zolang niet hier en nu bewe
zen of gedemonstreerd is dat het
veilig kan worden verwerkt en
opgeborgen. In situaties waarin
kerncentrales als wenselijk
werktuig in een energiebeleid
worden gezien, leidt ook deze
norm tot een zekere druk om
beslissingen te nemen.
Dat is heilzaam voor zover het
afvalprobleem jarenlang is
vooruitgeschoven en op een
zacht pitje gehouden. Maar het
kan een haast in de hand wer
ken die een oproep tot bezin
ning en nader onderzoek weinig
populair maakt. Gegeven de
wat belabberde voorgeschiede
nis kan zo'n oproep zelfs ver
dacht worden (,ze schuiven het
zeker weer op de lange baan", of
„ze weten er kennelijk nog prak
tisch niets van"). Ook dat zijn
politieke feiten waarmee reke
ning gehouden moet worden.
Diep
Maar laten we terugkeren naar
de technische kant van de zaak.
De opgaaf was om er voor te
zorgen dat kemsplijtingsafval
de komende paar honderddui
zend jaar niet in contact met
levende wezens komt. Een enke
ling zou het bij voorkeur per
raket naar de zon schieten,
maar de algemene opvatting is
dat Je het diep in de aarde moet
opbergen, in een geologisch sta
biele omgeving. Dat kan een
dikke zoutlaag zijn, of een
mooie gave rotsformatie, of on
der bepaalde voorwaarden een
kleilaag. Elk heeft zijn argu
menten vóór en tegen, maar het
gaat ons hier om een meer alge
mene tegenwerping. Geologen
kunnen best waar maken dat
een bepaalde omgeving de laat
ste tijd (en dan bedoelen zij vele
miljoenen jaren) stabiel is ge
wéést. Zij kunnen ook anneme-
lijk maken dat er het komende
half miljoen jaar wel niet veel
zal veranderen, maar zekerheid
daaromtrent is niet te verschaf
fen. Daarom moet er extra ze
kerheid in de opslagmethode
worden ingebouwd.
De meest kwade kans bij geolo
gische verrassingen lijkt dat het
radioactieve afval onverhoopt
in contact komt met grondwa
ter. daarin oplost en meege
voerd wordt naar de bewoonde
wereld. Vandaar de wens om het
spul in een onoplosbaar mate
riaal in te bouwen, zodat het
zelfs in dat geval op zijn plaats
zou worden vastgehouden.
Dat zou dus leuk kunnen door
het tot glas te verwerken, be
dacht ooit iemand. En bij ge
brek aan tegenspraak is dat idee
tot en met het stadium van
proeffabriekjes uitgewerkt.
Glas lost wel een heel klein bee
tje op in\ water, maar dat kan
beperkt worden tot een paar
duizendste millimeter per Jaar,
en dat is nog wel te overzien.
Dramatisch
Hier grijpt het hoofdbezwaar
van Roy aan. Hoe snel glas op
lost. pleegt te worden beoor
deeld door een proefstuk in een
bakje water te leggen, en dat
vindt hij weinig realistisch. Dat
glas heeft de eerste jaren dat het
opgeslagen ligt een hoge tempe
ratuur, veroorzaakt door de dan
nog zeer sterke radioactiviteit.
En éls er op grote diepte water
bij komt. zal dat water onder
hoge druk zijn. De combinatie
van die omstandigheden ver
hoogt de snelheid waarmee het
glas wordt aangetast drama
tisch. Roy heeft dat met colle
ga's ook experimenteel aange
toond. Vandaar zijn voorkeur
voor goed gedefinieerde kristal
structuren om de radioactieve
stof in op te nemen. Mits de
juiste materialen worden geko
zen. kan daarvan worden waar
gemaakt dat ze ook in moeilijke
omstandigheden hun integriteit
veel beter behouden.
Hoewel de. bedenkingen van
Roy en zijn commissie zeker van
betekenis zijn, moeten we bij de
beoordeling wel de tijdschaal in
de gaten houden. Het argument
van de verhoogde temperatuur
speelt namelijk maar een rol
van naar verhouding korte
duur. Wat ons tot de eis van
onoplosbaarheid bracht, was
het onvermogen van de geoloog
om een half miljoen Jaar toe
komst te voorspellen. De perio
de waarin het kemsplijtingsaf
val door eigen straling warm
blijft, laat zich in honderden ja
ren uitdrukken. Op een mensen
leven geprojecteerd, is dat óók
lang, maar geologisch gespro
ken is het net niks. De integri
teit van een geologische forma
tie is over een dergelijke periode
aanmerkelijk betrouwbaarder
te voorspellen. Het risico dat de
opgeslagen zaken tegelijk warm
en nat worden, kan dus zeer
klein worden gehouden.
Maar het kan. net als elk ander
risico niet tot nul worden terug
gebracht. Er valt dus nog het
een en ander uit te zoeken.