elft van alle
fatersporters
onbekwaam
laren naar Staveren met een zeeslag(je) als slot
t dag
25 AUGUSTUS 1978
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
3ert de Jong
ste uren varen gaven de indruk, dat mensen met vakantie op het
lief en aardig zijn. Ze doen vrolijk en zwaaien uitbundig naar
zoals ze hun beste kennissen en buren na lange afwezigheid niet
^)uden begroeten.
Eindenheid en saamhorigheid als
n dezelfde belevenis van het varen
eet. toen we afmeerden voor de
an de Nieuwemeer bij Amsterdam
jide de korte wachttijd voor de slui-
9e ik uit de spontane gesprekken al
er bij voorbeeld de prettige, lange
ijcop het IJsselmeer. Ook begreep ik.
3^>cht door de Amstel naar Amster-
^ier is dan via de Ringvaart van de
"mermeer. hoewel de laag overgie-
kings bij Schiphol toch ook wel een
ui z'jn-
ierders op het water hebben el-
te vertellen en doen dat dan ook
2, dan de automobilisten, die half
uj,door rijden er) elkaar eindelijk op
tmpings ontmoeten. De verhalen
ileziervaarders zijn ook boeiender
'an de plezierrijders.
ïn in Aalsmeer gestart en hadden
zoveel gezien en beleefd. Dat was
de reden, waarom de tocht door
•am en over het IJ mij veel zei
üe Schinkel en de Kostverlorenka-
Bfgaande op mijn herinnering, be-
'lelling te verdedigen, dat het Canal
In Venetië niet indrukwekkender
a|e ik zeker van het IJ beweren, met
Wet van het centrum van Amster-
Jdat het tot me doordrong, dat het
totaal van Amsterdams haven wat doods
was geworden. Vroeger lagen achter het
Centraal Station de Lemmerboot, de Kam
perboot. de boot naar Harderwijk en. om
nog wat te noemen, de Meppelerboot. De
drukte en de chaos op de kade wanneer we
aan boord gingen, zijn me altijd bijgebleven
en hebben in mijn geheugen grote vormen
aangenomen. Nu was alles onwerkelijk rus
tig. Zeeboten zie je ook nauwelijks meer op
en aan het IJ.
Paniek
Voor en in de Oranjesluizen kreeg mijn
vertrouwen in de vredige verhoudingen te
water een kleine deuk. Achter twee grote
vrachtschepen was er nog plaats voor een
paar pleziervaartuigen. Een vakantiekrui
ser probeerde voor te gaan. De onzichtbare,
maar alles ziende sluiswachter wees de
voortvarende vakantie-kapitein via de
speakers luid en publiekelijk terecht.
Wij vonden een plaatsje achter één van de
aken. Moeder zat met baby op schoot ach
ter op de grote schuit heerlijk te genieten in
de avondzon. Zij zag er erg tevreden uit. Pa
achter het stuurrad had minder stemmige
gevoelens. Bij het verlaten van de sluis
hield hij nog even rekening met de zeiljach-
tjes achter hem. Maar na enkele meters
varen gaf hij gas en sloegen de schroeven
snel door het water, in het stukje sluis
achter hem een wilde en onberekenbare
zuiging met draaikolken veroorzakend. We
zijn er heel uit gekomen. Ik had het niet
verwacht. Later hoorde ik, dat de verhou
ding tussen de pleziervaarders en de be-
roepsvaarders niet altijd even fijn is en dat
er meer van dergelijke grappen worden uit
gehaald. Met als gevolg niet alleen paniek,
maar ook grote schade aan het vakantiebe-
zit, waarvoor soms lang gespaard is.
Anders
Het doel van de tocht was Friesland. Even
buiten de jachthaven van Durgerdam werd
de volgende dag de motor afgezet en was
het pof-pof. dat ons steeds had begeleid, er
niet meer. Er werd gezeild. Je had de sensa
tie in een andere wereld te zijn terecht
gekomen. Die indruk werd sterker naarma
te er minder van de wal was te zien en je je
meer en meer afhankelijk ging voelen van
water en wind. boot en zeil. De auto's, die
we uren later in de verte over de dijk van en
naar Lelystad zagen rijden, leken nare ge
drochtjes. De vogels, die in V-formatie over
vlogen. waren vertrouwder.
Ik had niet vermoed, dat er nog een wereld
was. waarin je je kon voortbewegen zonder
motor, olie en benzine Zelfs tijdens eenza
me wandelingen en fietstochten denk je dat
niet. want altijd komt er een ogenblik, dat
de stank van de brandstof weer in je neus
doordringt.
De prijs van al die afhankelijkheid was dat
we door de zwakke wind pas laat in Enkhui
zen waren. Twee jachthavens waren „vol".
We waren weer in de wereld van de kam
peerder, die na een dag rijden in Frankrijk
het bordje „complet" voor zijn auto ziet. Als
je zo'n aankondiging negeert, blijkt er vaak
nog plaats te zijn. Ook dat bleek voor de
pleziervaarders op te gaan.
Donderslag
Plezierrijders zijn ook agressief en schelden
niet minder op elkaar. Het verschil met
pleziervaarders is. dat je in de auto elkaar
niet kunt horen. Op het water echter doet
de hele familie mee en blijft het geluid niet
binnen het blik. Gedragen door het water
komt het veel beter over.
Aan het niet meer leven met blik en een
motor is je denken en voelen niet meer
gewend. Wat vroeger gewoon moet zijn ge
weest. doet vreemd en onlogisch aan. De
vorige dag. toen het nauwelijks waaide,
dacht ik dat de overtocht dagen zou duren.
Nu was de tocht naar Staveren door de
stevige wind slechts een kwestie van een
paar uur. De vrede en rust op het water
waren hetzelfde en de pleziervaarders wa
ren. als ze elkaar konden beschreeuwen
weer alleraardigst.
Het kan echter snel verkeren op het IJssel
meer. Toen we de Friese kust dicht waren
genaderd rolde er een harde vloek als een
donderslag over het water. Bij het afmeren SchOUWSDel
voor de sluizen dreigde er iets mis te gaan
tussen twee boten.
De ruzie had een achtergrond. Men was
geïrriteerd geraakt door het lange wachten
voor de sluizen. Er lag een armada van
vakantieboten op de rede van Staveren. Het
was zaak een gunstige positie te kiezen,
zodat je bij het opengaan van de sluizen
snel Friesland kon binnenvaren. Je lag in
slagorde. Dan, in zo'n situatie veranderen
lieve pleziervaarders, in hyena's. Onbegrij
pelijk. Een verklaring zou kunnen zijn dat.
wanneer de ruimte er niet meer is en men in
het nauw komt. het dierlijke in de mens
weer de boventoon gaat voeren. Althans op
de Friese rede.
Mijn tochtgenoten vertelden me ter gerust
stelling dat een pittige woordenwisseling op
het water niet ongebruikelijk was. Integen
deel.
Het gevecht met woorden werd voortgezet,
want het antwoord van de andere boot bleef
niet uit en in niet minder krasse bewoordin
gen. Van de eerste boot kwam de repliek,
dat extra reliëf kreeg, doordat moeders zich
ermee ging bemoeien, waarop moeders van
de andere boot het nog eens dunnetjes
overdeed.
In zo'n slag voor de sluizen hebben de
Duitse pleziervaarders het in dit land het
moeilijkst. Zij krijgen bij het afmeren min
der makkelijk een lijntje vast op een andere
boot.
Over de enkele meters varen naar de sluizen
is veel te vertellen. Ik laat het bij de mede
deling, dat een grote plezierkruiser omdat
hij er ook nog in wilde, ons midscheeps
dreigde te rammen. De stuurman had niet
de minste notie van het motorvermogen dat
hij onder zijn handen had.
De bewoners van de camping in de buurt en
van Staveren waren deze middag bij hon
derden getuigen van het spectakel, waar
voor de pleziervaarders zorgden. Onze tocht
eindigde in de Jachthaven. Een uurtje later
zaten we ook op de „tribune" om te kijken
naar het boeiend gebeuren van het binnen
varen van Friesland. Als je zelf buiten schot
bent. is dat een groot vermaak.
De lijnboot van Staveren naar Enkhuizen
bracht ons weer terug. Halverwege voeren
we pal langs een baken. Het was de ton
waarnaar ik op de heenweg lang gespannen
had uitgezien Mijn tochtgenoten hadden
me gezegd, dat wanneer ik zo koerste, dat
we deze ton niet zouden missen en konden
waarnemen, ik redelijk had gevaren. Het
lukte nét. Maar het had niet iets meer
heiïger moeten zijn. Heel in de verte was het
baken te ontwaren geweest. Ik keek er op de
terugweg met respect naar.
Weer thuis zag ik op de televisie een pro
gramma over de veiligheid van het varen op
het IJsselmeer. Het geheim is het bezit van
een goed kompas en een recente kaart van
het vaargebied.
Het kompas was er. Alleen was de kaart van
1972. Vandaar dat we verrast werden door
een ton die niet op de kaart stond.
De uitzending gaf me de geruststelling ach
teraf, dat onze tocht veilig was geweest
Véiliger dan een rit per auto, afgezien dan
van de „zeeslag", die nodig was om Fries
land binnen te kunnen varen
oral op rivieren nogal
s gevaarlijke situaties
'iL
Dick Ringlever
.terdam Ons land
'"zo'n 160.000 pleziervaar-
m. Voegt men daarbij het
goed, de jolletjes, de ka-
n en de opblaasscheepjes,
komt men op het dubbe-
d elk jaar groeit die vloot
;rteker acht procent.
an het gevolg is, laat zich
zomer weer kleurrijk schil-
Mudvolle meren, opstoppin-
ji scheldpartijen bij de sluizen,
van autochtonen in de recrea-
Heden. die zich niet langer meer
n te laten overspoelen door het
énlegioen, aanvaringen en er
bij hen. die juist het water
er de rust te zoeken.
otiepe imago van ons water,
inde zeilen, de ruimte, de verre
is verschraald tot dat van
achtig pretcentrum.
losieve groei van de plezier-
r fgenvloot vertoont overeen-
met die van ons autopark.
I lijkt op het water meer van
te moeten worden ge-
n. Waar het wegverkeer nog
4, grlei regelende voorschriften is
krijgt iedereen die plas of
op gaat, vrijwel geheel vrij
_e,c
luwl
ruisi
De politiecommandant schat, dat zé
ker de helft van alle schippers van
pleziervaartuigen niet bekwaam is
om zich op het water te begeven." Ze
onderkennen vaak de ervaren niet
eens. Zoals die twee jongens, die een
zware 120 pk motor op een keuter-
bootje hadden gezet en daarmee de
Westerschelde op wilden. De boot
zonk al bijna door het gewicht van de
motor."
Die ondeskundigheid weerspiegelt
zich in het elk jaar groeiend aantal
id
ïwbakken eigenaar van een
;er kan zó, zonder ook maar
lardigheid in het besturen er-
iebben getoond, het water op.
>er van een speedboot wordt
jjks gehinderd door snelheids-
Waar op de weg zelfs de
£tser is geharnast door helm
.stratienummer, hoeft geen wa
iter zich te laten kennen. Hij
^ergens geregistreerd, is zelfs
rplicht zijn schip een naam te
^Dat aantal van 160.000 kan
ift meer zijn dan een grove
,ng, uitsluitend gebaseerd op
pcijfers van importeurs en fa-
te^chters en rijkspolitie te water
d.li in deze maanden dagelijks de
va^n. Paniek in de sluizen als
ierreuwbakken watersporter niet
teft blijkt met zijn schip te ma
rren, agressief wordt en zijn
-schipper soms zelfs met de
k te lijf gaat, mensen die zelfs
t verschil tussen bak- en stuur-
tennen en schippers, die door
undigheid de beroepsvaart én
in groot gevaar brengen door-
Ie regels niet kennen. Ook niet
te kennen, omdat de wet al-
aar verplicht het vaarregle-
iin boord te hebben. Over het
'°Tvan wordt niet gerept.
<em
!nd*ar'ijk
as<5 op de rivieren leidt dat nogal
t werkelijk gevaarlijke situa-
igt mr. A. P. Mensert Spaan-
'9. districtscommandant van
jpolitie te water in Dordrecht,
it heel zuidwest-Nederland
:werkt. „Een hoop waterspor-
jken er geen benul van te
hoe ze de beroepsschippers
wanhoop brengen door niet
te wijken. Zelfs in druk door
ipsvaart bevaren kanalen
ijskoud in het midden koer-
flaats van stuurboordswal te
Dat is natuurlijk vragen om
ten."
Nederlands drukste jachthaven Drimmelen: 2300 ligplaatsen en helemaal vol.
samen met het Koninklijk Onder
wijsfonds voor de Scheepvaart een
belangrijke stem zullen hebben bij
het inrichten van de nieuwe wet en
bij de administratieve uitvoering
daarvan.
Foto's Arie Legerstee
Districtscommandant van de Rijkspolitie te water mr. A. P.
Mensert Spaanderman: de helft onbekwaam.
Geen waarborg
Allemaal zijn ze het erover eens dat er
wat moet gebeuren, al verwacht nie
mand van de wet de waterdichte
waarborg, dat de verschijnselen van
de massificatie op het water zullen
worden uitgebannen.
Dat veel water
sporters zich door de drukte steeds
agressiever gaan gedragen, is een
kwestie van mentaliteit: „Die veran
der je niet met het stellen van regels,"
zegt Mensert Spaanderman, „dat
vraagt een andere aanpak, bij voor
beeld in de vorm van meer voorlich
tingscampagnes."
Betere voorlichting vindt hij ook no
dig ten aanzien van de techniek van
het varen. Het vaarreglement noemt
hij te onduidelijk, te academisch.
„Het zou goed zijn als er eens wat
ervaren schippers en watersporters
om de tafel gingen zitten en in begrij
pelijke taal een aantal vuistregels op
papier zouden zetten. In een taal die
iedereen verstaat. Voor mijn part laat
je dan ook al het vakjargon vallen.
Waarom mag stuurboord en bak-,
boord niet gewoon rechts en links
worden genoemd?"
ongelukken. De politie schat het tota
le aantal aanvaringen op zo'n dui
zend. Een kleine 150 daarvan komt
voor rekening van de recreatievaart.
Mensert Spaanderman: „Dat lijkt
niet veel in verhouding tot de be
roepsvaart, maar je moet je dan wel
realiseren dat het met die recreatie-
vaart in feite gaat om maar een luttel
aantal weken van het jaar".
„Overigens," zegt Mensert Spaander
man, „hoef je, lijkt me, niet zo star
vast te houden aan een vaarbewijs KGUNnQ
voor bepaalde categorieën. Je zou y
ook kunnen zeggen: we stellen voor
bepaalde wateren een vaarbewijs ver
plicht. Met een zeilbootje de Reeu-
wijkse plassen opgaan stelt nu een
maal andere eisen aan de schipper
dan het varen op open wateren als
het IJsselmeer of de Westerschelde.
Een andere wens: typekeuring van
alle pleziervaartuigen. „Waarom zou
die van auto's wel en van vaartuigen
niet kunnen worden geëist?
Vaarbewijs
Het is met het oog op die ontwikke
ling, dat al geruime tijd van verschil
lende zijden wordt aangedrongen op
het instellen van een vaarbewijs. In
het ontwerp binnenschepenwet
wordt daarin ook voorzien. Net als
beroepsschippers zullen straks ook
de eigenaren van speedboten en de
grotere pleziervaartuigen een vaarbe
wijs moeten hebben. Maar over de
vraag waar de grenzen moeten wor
den gelegd (wat is een groter plezier
vaartuig?) heeft men nog steeds geen
beslissing genomen.
Ook op deze vraag wordt nog gestu
deerd."
Dat de grote bonden die zich met de
pleziervaart bezig houden positief
staan tegenover het treffen van maat
regelen, lijkt gunstig. Het is wel eens
anders geweest. Van huis uit is een
watersporter nu eenmaal niet iemand
die zich aan banden wenst te laten
leggen.
Het zijn ook die bonden (de ANWB,
het Koninklijk Verbond van Water
sportverenigingen, de Koninklijke
Nederlandse Motorboot Club en de
Nederlandse Waterski Club), die
Op het
ogenblik kan iedereen met de meest
vreemde bouwsels zomaar het water
op. Dan krijg je ook de zotte situatie,
dat er processen moeten worden ge
voerd om een uitspraak te krijgen
over de vraag of een surfplank nu een
zeilvaartuig is of gewoon een plank
en of een met een motortje uitgeruste
skiplank nu echt wel een motorbóótje
is. Daarnaast zal duidelijk moeten
worden vastgesteld welke vaartuigen
wel op onze wateren kunnen worden
toegelaten en welke niet. Als ik hoor
dat een importeur een Amerikaanse
speedboot in de handel brengt met
een top van 140 kilometer per uur,
dan vraag ik me af: moeten we die
hier zomaar laten varen, is dat niet
levensgevaarlijk?"
Volle wateren, die veel manoeuvreerkunst vragen