Verzet van Frans-Canadezen is
ook een verzet tegen de kerk
Trouw
De tekening van een lezer
de kruisvaarders komen terug
i?
Commentaar
pifaus Paulus VI
té
IRozen verwelken,
/Anjers VER6AAN...
HET WEER door Hans de Jong
I
Weerrapporten
Regen of buien
portret
onvoorzichtig
moeite
DINSDAG 8 AUGUSTUS 1978
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
wat maa'(t het veel uit in
voor tijd zelfs de beste mens
•geert," staat te lezen op het graf
in de tragische paus Adriaan VI
it Utrecht in de kerk van Maria
ill'Anima in Rome. Het graf-
rhrift lijkt zonder meer ook van
Lbepassing op de zondagavond
Dch nog vrij onverwacht overle-
en paus Paulus VI.
i i'vi aigbiiivvu ujii vjfc pauMil
ooit afkerig geweest om gebruik
•li
maken van nieuwe verworven
heden, maar bij paus Paulus ging
iet allemaal nog eens in overtref-
nde trap, zodat zijn levensbe
lt in de verslagen van de inter-
itionale persbureau's iets kreeg
voortdurend record breken: de
irste paus die per vliegtuig reisde,
j—«e eerste die alle werelddelen be-
Lzpcht, de eerste die naar Jeruzalem
Igrimeerde, de eerste die de
'ereldraad van Kerken bezocht
ook nog eens de eerste, die
immunistische leiders in officiële
idiëntie ontvangt.
het algemeen zijn de pausen
n indrukwekkend lijstje ook
t wie even afstand neemt van
Ie anekdotische bijkleuring in
tze opsomming. De conclusie
oet wel zijn: een paus die voor
:t eerst in lange tijd ernst maakte
et de eretitel, waarmee de pau-
i zichzelf sedert de Middeleeu-
n sierden: „Dienaar der diena-
n Gods," door niet als zijn voor
vingers als een soeverein slechts in
ome anderen te ontvangen, maar
ook in dienstbaarheid zelf op uit
willen gaan.
ÏVg€
et 's tragisch van Paus Paulus, zo
t het dat hij ondanks dat alles
zijn leven zelden warme bijval
:?3 eft gekregen en het merendeel
lej.in de reacties op zijn optreden
r tich bewoog tussen onverschillig-
vtityid of afwijzende kritiek. Hij
heeft wel heel zwaar de last van
een uiterst populaire voorganger,
Joannes XXIII, moeten dragen.
Zelfs een van zijn eerste beleidsda-
den, de publikatie van de encycliek
„Populorum Progressio" (over de
vooruitgang der volken) uit 1967
heeft merkwaardig genoeg nooit
die aandacht en bijval gekregen
die het stuk zonder meer verdien
de, al was het alleen maar door het
voor een encycliek nogal ongebrui
kelijke felle en persoonlijke
woordgebruik, waarmee de on
rechtvaardige verdeling van de
rijkdommen in de wereld wordt
gehekeld.
Tegenover „Populorum Progres
sio" kwam één jaar later de ency
cliek „Humanae Vitae" (over het
menselijk leven) te staan, waarin
de traditionele opvattingen van de
r.k. kerk over seksualiteit en ge
boorteregeling nog eens werden
bevestigd, maar de van koel gere
serveerd tot uiterst kritisch varië
rende reacties op die zendbrief
staan in schril en onverklaarbaar
contrast tot de nogal laconieke en
lauwe ontvangst van „Populorum
Progressio".
Niet „Populorum Progressio",
maar „Humanae Vitae" was bepa
lend voor de beeldvorming van
deze paus. Toch zegt dat verschil
in reacties meer over ons en onze
tijd dan over de paus zelf en mis
schien is het ook het beste om paus
Paulus bij zijn heengaan nu in de
eerste plaats te herdenken als de
paus die over de houding van het
westen tegenover de derde wereld
schreef: „Spoed is noodzakelijk,
want te veel mensen lijden en de
afstand die de vooruitgang van
sommigen en de stilstand of de
achteruitgang van anderen scheidt,
wordt steeds groter."
zq Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent,
J postbus 589, Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor
lelt geplaatste prenten is er een boekenbon.
De lijnen van het verleden naar het heden, van het oude
Franse patriotisme met zijn religieuze, ja messiaanse klemto
nen naar het nieuwe progressieve nationalisme van thans, zijn
duidelijk herkenbaar, ook al zijn ze als het ware gebroken. De
huidige generatie van „Quebecois" staat ambivalent tegeno
ver de voorvaderen, is vaak even links als die rechts waren,
stelt hun bekrompenheid ombarmhartig in het licht. Ja, het
kan zeer wel beweerd worden dat wat er nu in Frans Canada
aan de gang is sinds de zogenaamde stille revolutie van de
jaren zestig niet alleen een verzet is tegen de Engels-spreken
den, tegen Ottawa, maar minstens zozeer een rebellie tegen de
eeuwenlange druk van de Kerk, tegen het bekrompen provin
cialisme dat nog in de jaren vijftig zo verstikkend heerste.
Er is bewondering voor het verleden,
er is ook weerstand. Moderne histori
ci van Frans-Canada zijn vanuit dit
gezichtspunt in staat nieuwe visies te
ontwerpen. Als ontnuchterde erfge
namen zien ze de fouten van het
voorgeslacht maar al te scherp. Zij
gebruiken hun geschiedenis in de
strijd voor de onafhankelijkheid. Wij
moeten onze eigen geschiedenis weer
in bezit nemen, schrijft een vurige
nationalist als Michel Brunet. En hij
richt zich dan tegen de lange druk
van de Kerk die weliswaar het Franse
Karakter van Canada heeft bewaard,
maar dan met de conservatieve my
then van de verheerlijking van het
landleven, de geestelijke afgesloten
heid van het eigene en de messiaanse
uitverkorenheid.
Geboortecijfer
Het nieuwe nationalisme is niet lan
ger godsdienstig, het vindt zijn aan
hang in de kringen van de intellectue
len, de jeugd, de arbeiders. De on
waarschijnlijke godvruchtige geboor
tecijfers van nog niet zo lang geleden
zijn plotseling omlaag gegaan, net als
trouwens het kerkbezoek. In 1921 was
het geboortecijfer onder de Frans-
Canadezen 37,6 per duizend tegen
29,3 in de rest van Canada, nu zijn die
cijfers 13,8 tegen 15,9 (1972). Maar
tegelijk is er een ware renaissance
aan de gang van de ideeën van de
priesters-nationalist Lionel Groulx.
Boeken van en over hem zijn overal
aanwezig, in conferenties worden ze
besproken, en Levesque zelf heeft er
kend hoezeer zijn ideeën onder in
vloed van Groulx ontstaan zijn. Hoe
geseculariseerd het nieuwe nationa
lisme ook zijn mag, het gelooft in
Quebec met een irrationele, diepe
kracht.
Een populaire dichter van Frans Ca
nada, Gaston Miron, belijdt zijn ge
loof in het vaderland Quebec:
Nous te ferons, terre de Quebec
Lit des résurrections
Les hommes entendront battre ton
pouls dans l'histoire
(Wij zullen van u, o land van Quebec,
een bed van opstandelingen maken.
De mensen zullen uw pols horen klop
pen in de geschiedenis). Nationalisme
is nooit alleen maar redelijk en pro
gressief, het is allereerst een geloof.
Twee problemen
Twee problemen doen zich bij de vor
ming van dat nieuwe bewustzijn
voor, namelijk allereerst: hoe groot is Armoede
de natie eigenlijk, en ten tweede: wie
horen erbij? De provincie Quebec is
een duidelijk begrensd, zeer groot ge
bied, om precies te zijn 523.860 vier
kante mijlen (Nederland is ruim
12.000), maar de Quebecois maken nu
al aanspraak op Labrador, dat in 1927
door de Britse overheid aan New
foundland werd toegewezen.
Op deze kaart staat het Franstalig gebied van de deelstaat Quebec aangegeven.
de liberEde regering Robert Bourassa
(die in 1976 ten val kwam), maar
vooral die van de regering Lévesque
sindsdien, hebben al tot grote moei-'
lijkheden geleid.
Dat is niet zo'n belangrijke kwestie
voorlopig, maar de tweede vraag
klemt meer. De vorming van de pro
vincie Quebec zou inhouden dat de
Frans-sprekenden die buiten haar
grenzen leven, vooral in New Bruns
wick en Ontario, des te meer aan een
dan geheel Engels Canada zijn over
geleverd. Het zou omgekeerd ook be
tekenen dat aanzienlijke minderhe
den in Quebec, allereerst de oude
Engelse in Montreal, maar ook de
latere aanzienlijke groepen van Grie
ken, Italianen, Joden etc. zich zouden
moeten schikken in de Frans éénta
ligheid van de staat. De taalwetten
van de laatste jaren, eerst al die van
Een eventuele staatsvorming zou na
tuurlijk nog veel meer problemen
brengen. Zeer omstreden is het eco
nomische aspect. De tegenstanders
van de onafhankelijkheid, onder wie
vele van Lévesque's oude maar toeza-
digder vrienden, argumenteren dat
een afscheiding Quebec in diep ar
moede zou dompelen.
De wederzijdse economische bruiden
zijn, zeggen zij, te groot, die kan men
niet doorsnijden. Dan zoudeo de
machtige Engelse firma's, die vooral UTGIQGn
met Amerikaans kapitaal werken,
zich uit de staat terugtrekken, uitwij
ken naar Ottawa of Toronto. D an zou
de weldadige steun van de federale
overheid voor de provincie ophouden.
belastingen naar de federale overheid
dan omgekeerd van haar naar ons.
Economen kunnen minstens zo goed
met cijfers goochelen dan welke an
dere geleerden ook en men kan belde
argumentaties uitvoerig vinden in de
publicaties van de wederzijdse par
tijen. Wie er gelijk heeft is moeilijk te
zeggen. Hoogstens kan worden opge
merkt dat de druk, de dreiging van
afscheiding vanuit Quebec, reeds ge
leid heeft tot een wijziging van de
federale politiek ten opzichte van de
wederspannlge provincie. De finan
ciële bijdragen vanuit Ottawa zijn
verbeterd en in het algemeen is men
in Ottawa veel welwillender en tege
moetkomender tegenover de Fransen
dan vroeger.
Maar de nationalisten bestrijden dat:
de rijkdommen van Quebec (in water,
in hout) zullen buitenlandse beleg
gers blijven aantrekken, en de federa
le steun kunnen we missen, vrant er
ging ten slotte meer geld vari onze
Dat klopt dan precies met wat men in
Quebec zelf zo vaak kan horen: als
wij niet dreigen, gebeurt er niets. Wij
moeten vragen, overvragen, dan krij
gen we wat we willen, meer rechten,
meer gelijkheid. Maar zulke redena
ties impliceren dan dat de roep om
onafhankelijkheid meer een middel
in de strijd dan een doel op zichzelf
zou zijn. En het zou wel eens kunnen
zijn dat dat precies is wat er gaat
gebeuren. Dat als het er ten slotte op
aankomt de Quebecois toch in meer
derheid de grote stap niet zullen
doen.
Uit de paar gesprekken die ik. moei
zaam. hier en daar met allerlei men
sen voer. krijg ik diezelfde indruk.
Het was nodig, zegt de boekhande
laar in Rimouskl, dat wij vergaande
eisen stelden, anders hadden we niets
bereikt. Maar ik denk niet dat Cana
da zal worden verbroken. De eerste
keer, vertelt een Jonge taxi-chauffeur
in Montreal, heb ik voor Lévesque
gestemd en mijn vrouw ook. Iedereen
die Jong is, heeft op hem gestemd.
Maar de volgende keer doe ik het niet
meer want het zal economisch niet
haalbaar zijn, de onafhankelijkheid.
Dat had de kapper in Fredericton me
ook al verteld, maar dan meesmui
lend: de Fransen kunnen toch niet op
eigen benen staan, waar moeten ze
van leven als ze ons niet hebben.
1
Na zonneschijn volgt regen. Ja, u ziet
hetwe houden stug vol. Ook al
kon je dan gistermiddag hier en daar
in de tuin gaan zonnen bij een zeer
redelijke temperatuur (Gorredijk
ruim negentien graden, ook zo'n
kwikstand in oost-Brabant), zonder
buienstoring, toch is het verstandig
van de atmosfeer geen wonderen te
verwachten. De kans op regen of en
kele buien houdt aan en wie weet
krijgen vandaag en morgen Juist an
dere regio's een beurt als gisteren.
Een meneer uit Leeuwarden was door
het onverwacht mooie weer in ver
warring geraakt, 's Morgens had „De
Bilt" hem verteld over regen- en on
weersbuien, en bestond de NCRV-
weerman het zelfs over „een puin
hoop" te spreken, en ziedaarver
scheen desondanks de zomerzon. De
Leeuwarders hadden het plan opge
vat, het water op te gaan, maar aan
gezien, als ik het telefonisch goed heb
begrepen, vooral de vrolijke aanhang
als de dood voor onweer is, bleef men
twijfelen en knopen tellen. Een colle
ga-watersporter had hem tijdens de
magnifieke zonneshow van maandag
middag ingefluisterd, dat de weerpro-
feten toch „maar wat aankletsten" en
spoorde hem aan, toch maar te gaan,
maar 's mans vertrouwen was kenne
lijk nog niet zo geschokt, dat hij mij
om „een nadere verklaring" vroeg. Ik
heb hem gezegd, zelf ook verrast te
zijn geweest door de opklaringen,
maar voor de rest de gedachte aan
regen en buien nog steeds niet over
boord te hebben gegooid.
De beslissing over het al of niet gaan
liet ik graag aan de persoon in kwes
tie over. Deze mompelde iets over
krakers op de radio (misschien wel
vanuit de Provence, de Alpen of de
Pyreneeën) en verdween toen schie
lijk van de lijn. na eerst nog meege
deeld te hebben, wèl het water op te
zullen gaan, maar zonnodig rechts
omkeert te maken bij slecht weer:
een besluit dat van grote wijsheid
getuigt. Kom er eens op
En hoe ontwikkelt het weer zich van
daag? Met dat doel heb ik de compu-
terkaarten voor vrijdag en zaterdag
aanstaande geraadpleegd. Daarop is
te zien, dat zich een Atlantische rug
van hoge druk geleidelijk aan via de
Britse eilanden naar onze omgeving
zal uitbreiden. Dit geeft zonnige peri
oden en een overgang naar een vrien
delijker weertype. De temperatuur
blijft eerst nog wel wat onder de
maat: achttien tot twintig graden
Celsius 's middags tegen normaal cir
ca tweeëntwintig graden, maar tij
dens het komende weekeinde zullen
de maxima vermoedelijk nog wel een
paar graden hoger worden. Dan zal.
wanneer alles verloopt volgens de
kaarten, de wind uit zuidelijke rich
tingen gaan waaien en iets warmere
lucht aanvoeren.
Dat de wind naar zuid draait houdt
verband met de verwachte ontwikke
ling van een trog van lagedruk over
Ierland in de richting van de Golf van
Biskaje. De aanwij2,ingen hiervoor
zijn te vinden op nlve.-aus tussen 1000
en 5000 meter hoogte. Boven dit ni
veau verlopen de stromingslijnen
over het algemeen nog vrij vlak van
west naar oost.
Amsterdam
De Bilt
Deelen
Eelde
Eindhoven
Den Helder
Rotterdam
Twente
Vllsstngen
Zd. Limburg
Aberdeen
Athene
Barcelona
Berlijn
Bordeaux
Brussel
Frankfort
OenCve
Innsbrück
Klagenfurt
Lissabon
Locarno
Londen
Luxemburg
Madrid
Malaga
Mallorca
Mllnchen
Nice
Oslo
Parijs
Rome
8pllt
Wenen
ZQrlch
Casablanca
Istanbul
Tunis
weer
regenbul
zwaar bew.
zwaar bew.
half bew.
half bew
half bew.
zwaar bew.
zwaar bew.
licht bew.
zwaar bew.
geh bew.
onbewolkt
licht bewolkt
zwaar bew.
regenbul
half bew.
regen
regen
regenbul
regenbui
licht bew.
onweer
regenbui
zwaar bew.
half bew.
onbewolkt
onbewolkt
zwaar bew.
geheel bew.
licht bew.
zwaar bew.
regen
licht bew.
regenbul
regen
licht bew.
onbewolkt
half bew.
HOOOWATER, woensdag 9 augustus.
VUsslngen 5 59-18 12. Kartngvlletalulzen
6.06-18.27, Rotterdam 8 03-20.04. 8chevenln-
gen 6.56-19.19. Umulden 736-19.59, Den
Helder 11 46- - -. Harllngen 2.11-13.58. Delf
zijl 4.02-16.06.
Emoties
Maar het zou zeer gevaarlijk zijn nu
maar rustig te concluderen dat het
allemaal zo'n vaart niet zal lopen, dat
Canada de crisis wel te boven zal
komen. Niet met redelijke argumen
ten. maar emotioneel wordt ten slotte
deze grote strijd beslist. Het ls moge
lijk dat de Quebecois zich ten slotte
bij Canada neerleggen, maar het ls
niet zeker. Het hangt niet alleen af
van de meer of minder welwillende
houding van de federale regering in
Ottawa, of van de stuurkunst van
Trudeau, maar vooral ook van de
houding van de Engels-sprekenden in
de rest van het land. Hoeveel begrip
zuilen zij opbrengen voor hun Frans
sprekende landgenoten.
Alle voorzichtigheid van Trudeau en
welgezindheid van zijn regering kan
nauwelijks op tegen de animositeit
over en weer, tegen de sentimenten
en emoties die telkens blijken. Wat
een koren op de molen van de Franse
nationalisten is het onverstand van
Engelse Canadezen her en der. Hoe
diep kwetst heji de vijandigheid die
blijkt uit zulke Incidenten als In To
ronto waar bij een hockeywedstrijd
„boe" werd geroepen toen het volks
lied in het Frans ten gehore werd
gebracht.
Het is zeer de vraag of Trudeau er in
zal slagen de Engels-sprekende Cana
dezen mee te krijgen om bijzondere
rechten aan Quebec toe te staan of
zelfs maar een echte tweetaligheid
door te voeren. Dat betekent dat in
eventuele onderhandelingen met Lé
vesque de handelingsvrijheid van de
regering reeds van te voren ernstig
beperkt is.
Dit is het vierde van een serie artike
len over Canada en zijn problemen.
De drie voorgaande beschouwingen
stonden in onxe krant van 1, 4, 5 en 7
augustus.
I tw
„Hebt u wel eens flagellanten
dat zijn zelfgeselaars gezien?
Of een middeleeuws circus, of
een rondtrekkende beul met hak
bijl ontmoet? Zag u wel eens
kruisvaarder terugkomen, of
Spaanse soldaten brandschaten
en plunderen?"
Die vragen, waarop uiteraard
maar één antwoord mogelijk is,
stelt de stem achter de telefoon
aan ieder die de „brabofoon" in
het Noordbrabantse Heeze belt.
Maar wie, net als iedereen, „nee"
op al die vragen moet antwoor
den dat heeft overigens geen
enkele zin, want het is een bandje
dat draait en niemand zal dus
iets terugzeggen kan binnen
kort het gemis aan persoonlijke
historische beleving ruimschoots
inhalen. Al die engerds, de kruis
vaarders en plunderende Spaan
se soldaten incluis, zijn in dat
zelfde Heeze springlevend en van
dichtbij te zien. Ze lopen en rij
den allemaal mee ln de grote his
torische optocht op zondag 27
augustus. In Heeze (bij Eindho
ven) hebben de inwoners al eer
der allerlei wonderlijke wezens
uit het verre verleden tot leven
doen komen; vorig jaar waren het
bijvoorbeeld de reuzen, die de
tienduizenden bezoekers een
fraai schouwspel boden.
Die optochten vormen het hoog
tepunt van de Jaarlijks in Heeze
terugkerende „Brabantse Dag",
een dag die veel langer duurt dan
de langste dag die de zomer in
luidt. De „dag" van Heeze duurt
wel tien dagen achter elkaar en
als Je daar de langdurige voorbe
reidingen bij optelt, kom je wel
tot een dag van een jaar. Dit jaar
vieren ze er hun 21ste Dag, die
ditmaal van 19 tot 28 augustus
duurt. Het motto „vreemd volk in
Brabant" slaat op de vele vreem
delingen en vreemde Invloeden
die in vroeger tijden voor een
belangrijk deel het wel en wee
van Brabant bepaalden. Tijdens
een van de etmalen van deze lan
ge Brabantse Dag wordt een
boek (onder redactie van Anton
van Oirschot) gepresenteerd dat
dezelfde titel „Vreemd volk in
Brabant" draagt.
Voorafgaand aan de vreemde op
tocht is er al erg veel in Heeze te
doen. Op het kasteel Heeze is een
tentoonstelling over het leven
van de Brabantse boeren vroeger
en nu. er treden folkloristische
dansgroepen op. ook van over de
grenzen, het Radio Philharmo-
nisch Orkest geeft (de 23ste) een
concert, er is een kunstmarkt,
een groot edelambachtendorp,
Gerard Dekker bespeelt het cla-
vecimbel, er komt een Vlaamse
poëzlegroep en er is een toneel
festival voor amateurs georgani
seerd met straat- en kindervoor
stellingen. Dat alles speelt zich af
voor de zeker vijftigduizend be
zoekers die in Heeze verwacht
worden. Op de 25ste wordt er in
het kasteel gesproken over de
Brabantse cultuur. Minister Til
Gardeniers van CRM zal, als ze
tenminste ingaat op het verzoek
van de organisatoren van de Bra
bantse Dag, daar bij zijn.
De „brabofoon" wordt steeds
met verse informatie aangevuld.
Wie er dus meer van wil weten,
moet dat speciale nummer draai
en. 04907-3333.
Op een keer stapte een Düssel-
dorfse dame naar de fotograaf.
Ze wilde een goed portret laten
maken en afdrukjes als verras
sing met de Kerst naar haar fami
lie sturen. De fotograaf maakte
er echt iets moois van. Het werd
een leuke foto die hij meteen in
de etalage zette. Daar wist de
geportretteerde zelf niets van,
maar haar moeder ontdekte
dochters foto daar en bestelde
meteen een paar afdrukken, die
ze ook naar de familie stuurde.
Weg verrassing. Boos ging de
dochter naar de fotograaf en eis
te dat die de foto onmiddellijk uit
de etalage zou verwijderen. „Doe
ik niet," zei die. „Na de Kerst,
dan kunt u 'm krijgen. En dan
betaalt u geen vijftien gulden,
maar een tientje. Mooi geregeld,
nietwaar?" Dat vond de vrouw
niet en dus wendde ze zich tot de
vakbond van de fotograaf, die
bevestigde wat de man al gezegd
had: geslaagde foto's werden al
tijd in de etalage geplaatst, be
halve als de klant bij voorbaat
weigerde. Toch kregen fotograaf
en vakbond ongelijk, meldt het
Westduitse Handeisblatt: de Ju
risten van de consumentenbond
wisten het slachtoffer te vertellen
dat een fotograaf alleen dan een
foto mag etaleren als de klant
daar uitdrukkelijk toestemming
voor geeft. Houdt hij zich daar
niet aan, dan riskeert hij een
(maximum-) gevangenisstraf van
een Jaar. De fotograaf heeft daar
op de foto bliksemsnel verwij
derd, maar voor zijn klant was er
toen toch al geen aardigheid
meer aan.
Wat doet die. man daar zo familiair met de Egyptische president
Sadat? Hij borstelt hem nog even af, zodat hij netjes tevoorschijn
komt als het publiek een oogje aan hem en de Jordaanse koning
Hoessein aan de andere kant komt wagen. De man met de borstel
middenin is beeldhouwer Ian Hanson en de enige mens van vlees en
bloed in het gezelschap. Hij heeft Sadat en Hoessein zelf gemaakt,
van was, en daarna keurig aangekleed voor het wassenbeeldenmu
seum van Madame Tussaud in Londen.
„Daar trappen we mooi niet ln",
dachten spoorwegarbeiders, toen
ze op een Pools station een
doodshoofd op een tankwagon
zagen. Uit de tank druppelde na
melijk een vocht dat veelbelo
vend rook en de arbeiders, die
wel trek ln een borrel hadden,
meenden stellig dat het doods
hoofd er op gezet was als een
soort afleidingsmanoeuvre. Ze
waarschuwden hun collega's en
al gauw verdrongen de mannen
zich om hun bekertjes en flessen
met het vocht te vullen. Maar het
was echt levensgevaarlijk spul,
methylalcohol, dat pas uren later
ging werken. Drie arbeiders zijn
Inmiddels aan de gevolgen van
hun onvoorzichtigheid overleden
en volgens een Pools dagblad lig
gen er zeker dertig met ernstige
verglftigingsverschijnelen ln het
ziekenhuis.
De diefstal moet goed voorbereid
zijn: de mensen die uit een kwe
kerij in het Beierse plaatsje Un-
tallgflu zestigduizend pootkar-
pers ter wa;arde van een dikke
dertigduizend gulden gestolen
hebben, moeten volgens de poli
tie zelfs een tank met zuurstof
voorzieningen bij zich gehad heb
ben om met een levende buit
thuis te kunnen komen. Om nog
maar niet te spreken van de
moeite die ze gedaan moeten
hebben om zestigduizend glibbe
rige vissen uit een bassin te
wippen.