Verzet van Frans-Canadezen is ook een verzet tegen de kerk Trouw De tekening van een lezer de kruisvaarders komen terug i? Commentaar pifaus Paulus VI té IRozen verwelken, /Anjers VER6AAN... HET WEER door Hans de Jong I Weerrapporten Regen of buien portret onvoorzichtig moeite DINSDAG 8 AUGUSTUS 1978 BINNENLAND TROUW/KWARTET wat maa'(t het veel uit in voor tijd zelfs de beste mens •geert," staat te lezen op het graf in de tragische paus Adriaan VI it Utrecht in de kerk van Maria ill'Anima in Rome. Het graf- rhrift lijkt zonder meer ook van Lbepassing op de zondagavond Dch nog vrij onverwacht overle- en paus Paulus VI. i i'vi aigbiiivvu ujii vjfc pauMil ooit afkerig geweest om gebruik •li maken van nieuwe verworven heden, maar bij paus Paulus ging iet allemaal nog eens in overtref- nde trap, zodat zijn levensbe lt in de verslagen van de inter- itionale persbureau's iets kreeg voortdurend record breken: de irste paus die per vliegtuig reisde, j—«e eerste die alle werelddelen be- Lzpcht, de eerste die naar Jeruzalem Igrimeerde, de eerste die de 'ereldraad van Kerken bezocht ook nog eens de eerste, die immunistische leiders in officiële idiëntie ontvangt. het algemeen zijn de pausen n indrukwekkend lijstje ook t wie even afstand neemt van Ie anekdotische bijkleuring in tze opsomming. De conclusie oet wel zijn: een paus die voor :t eerst in lange tijd ernst maakte et de eretitel, waarmee de pau- i zichzelf sedert de Middeleeu- n sierden: „Dienaar der diena- n Gods," door niet als zijn voor vingers als een soeverein slechts in ome anderen te ontvangen, maar ook in dienstbaarheid zelf op uit willen gaan. ÏVg€ et 's tragisch van Paus Paulus, zo t het dat hij ondanks dat alles zijn leven zelden warme bijval :?3 eft gekregen en het merendeel lej.in de reacties op zijn optreden r tich bewoog tussen onverschillig- vtityid of afwijzende kritiek. Hij heeft wel heel zwaar de last van een uiterst populaire voorganger, Joannes XXIII, moeten dragen. Zelfs een van zijn eerste beleidsda- den, de publikatie van de encycliek „Populorum Progressio" (over de vooruitgang der volken) uit 1967 heeft merkwaardig genoeg nooit die aandacht en bijval gekregen die het stuk zonder meer verdien de, al was het alleen maar door het voor een encycliek nogal ongebrui kelijke felle en persoonlijke woordgebruik, waarmee de on rechtvaardige verdeling van de rijkdommen in de wereld wordt gehekeld. Tegenover „Populorum Progres sio" kwam één jaar later de ency cliek „Humanae Vitae" (over het menselijk leven) te staan, waarin de traditionele opvattingen van de r.k. kerk over seksualiteit en ge boorteregeling nog eens werden bevestigd, maar de van koel gere serveerd tot uiterst kritisch varië rende reacties op die zendbrief staan in schril en onverklaarbaar contrast tot de nogal laconieke en lauwe ontvangst van „Populorum Progressio". Niet „Populorum Progressio", maar „Humanae Vitae" was bepa lend voor de beeldvorming van deze paus. Toch zegt dat verschil in reacties meer over ons en onze tijd dan over de paus zelf en mis schien is het ook het beste om paus Paulus bij zijn heengaan nu in de eerste plaats te herdenken als de paus die over de houding van het westen tegenover de derde wereld schreef: „Spoed is noodzakelijk, want te veel mensen lijden en de afstand die de vooruitgang van sommigen en de stilstand of de achteruitgang van anderen scheidt, wordt steeds groter." zq Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, J postbus 589, Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor lelt geplaatste prenten is er een boekenbon. De lijnen van het verleden naar het heden, van het oude Franse patriotisme met zijn religieuze, ja messiaanse klemto nen naar het nieuwe progressieve nationalisme van thans, zijn duidelijk herkenbaar, ook al zijn ze als het ware gebroken. De huidige generatie van „Quebecois" staat ambivalent tegeno ver de voorvaderen, is vaak even links als die rechts waren, stelt hun bekrompenheid ombarmhartig in het licht. Ja, het kan zeer wel beweerd worden dat wat er nu in Frans Canada aan de gang is sinds de zogenaamde stille revolutie van de jaren zestig niet alleen een verzet is tegen de Engels-spreken den, tegen Ottawa, maar minstens zozeer een rebellie tegen de eeuwenlange druk van de Kerk, tegen het bekrompen provin cialisme dat nog in de jaren vijftig zo verstikkend heerste. Er is bewondering voor het verleden, er is ook weerstand. Moderne histori ci van Frans-Canada zijn vanuit dit gezichtspunt in staat nieuwe visies te ontwerpen. Als ontnuchterde erfge namen zien ze de fouten van het voorgeslacht maar al te scherp. Zij gebruiken hun geschiedenis in de strijd voor de onafhankelijkheid. Wij moeten onze eigen geschiedenis weer in bezit nemen, schrijft een vurige nationalist als Michel Brunet. En hij richt zich dan tegen de lange druk van de Kerk die weliswaar het Franse Karakter van Canada heeft bewaard, maar dan met de conservatieve my then van de verheerlijking van het landleven, de geestelijke afgesloten heid van het eigene en de messiaanse uitverkorenheid. Geboortecijfer Het nieuwe nationalisme is niet lan ger godsdienstig, het vindt zijn aan hang in de kringen van de intellectue len, de jeugd, de arbeiders. De on waarschijnlijke godvruchtige geboor tecijfers van nog niet zo lang geleden zijn plotseling omlaag gegaan, net als trouwens het kerkbezoek. In 1921 was het geboortecijfer onder de Frans- Canadezen 37,6 per duizend tegen 29,3 in de rest van Canada, nu zijn die cijfers 13,8 tegen 15,9 (1972). Maar tegelijk is er een ware renaissance aan de gang van de ideeën van de priesters-nationalist Lionel Groulx. Boeken van en over hem zijn overal aanwezig, in conferenties worden ze besproken, en Levesque zelf heeft er kend hoezeer zijn ideeën onder in vloed van Groulx ontstaan zijn. Hoe geseculariseerd het nieuwe nationa lisme ook zijn mag, het gelooft in Quebec met een irrationele, diepe kracht. Een populaire dichter van Frans Ca nada, Gaston Miron, belijdt zijn ge loof in het vaderland Quebec: Nous te ferons, terre de Quebec Lit des résurrections Les hommes entendront battre ton pouls dans l'histoire (Wij zullen van u, o land van Quebec, een bed van opstandelingen maken. De mensen zullen uw pols horen klop pen in de geschiedenis). Nationalisme is nooit alleen maar redelijk en pro gressief, het is allereerst een geloof. Twee problemen Twee problemen doen zich bij de vor ming van dat nieuwe bewustzijn voor, namelijk allereerst: hoe groot is Armoede de natie eigenlijk, en ten tweede: wie horen erbij? De provincie Quebec is een duidelijk begrensd, zeer groot ge bied, om precies te zijn 523.860 vier kante mijlen (Nederland is ruim 12.000), maar de Quebecois maken nu al aanspraak op Labrador, dat in 1927 door de Britse overheid aan New foundland werd toegewezen. Op deze kaart staat het Franstalig gebied van de deelstaat Quebec aangegeven. de liberEde regering Robert Bourassa (die in 1976 ten val kwam), maar vooral die van de regering Lévesque sindsdien, hebben al tot grote moei-' lijkheden geleid. Dat is niet zo'n belangrijke kwestie voorlopig, maar de tweede vraag klemt meer. De vorming van de pro vincie Quebec zou inhouden dat de Frans-sprekenden die buiten haar grenzen leven, vooral in New Bruns wick en Ontario, des te meer aan een dan geheel Engels Canada zijn over geleverd. Het zou omgekeerd ook be tekenen dat aanzienlijke minderhe den in Quebec, allereerst de oude Engelse in Montreal, maar ook de latere aanzienlijke groepen van Grie ken, Italianen, Joden etc. zich zouden moeten schikken in de Frans éénta ligheid van de staat. De taalwetten van de laatste jaren, eerst al die van Een eventuele staatsvorming zou na tuurlijk nog veel meer problemen brengen. Zeer omstreden is het eco nomische aspect. De tegenstanders van de onafhankelijkheid, onder wie vele van Lévesque's oude maar toeza- digder vrienden, argumenteren dat een afscheiding Quebec in diep ar moede zou dompelen. De wederzijdse economische bruiden zijn, zeggen zij, te groot, die kan men niet doorsnijden. Dan zoudeo de machtige Engelse firma's, die vooral UTGIQGn met Amerikaans kapitaal werken, zich uit de staat terugtrekken, uitwij ken naar Ottawa of Toronto. D an zou de weldadige steun van de federale overheid voor de provincie ophouden. belastingen naar de federale overheid dan omgekeerd van haar naar ons. Economen kunnen minstens zo goed met cijfers goochelen dan welke an dere geleerden ook en men kan belde argumentaties uitvoerig vinden in de publicaties van de wederzijdse par tijen. Wie er gelijk heeft is moeilijk te zeggen. Hoogstens kan worden opge merkt dat de druk, de dreiging van afscheiding vanuit Quebec, reeds ge leid heeft tot een wijziging van de federale politiek ten opzichte van de wederspannlge provincie. De finan ciële bijdragen vanuit Ottawa zijn verbeterd en in het algemeen is men in Ottawa veel welwillender en tege moetkomender tegenover de Fransen dan vroeger. Maar de nationalisten bestrijden dat: de rijkdommen van Quebec (in water, in hout) zullen buitenlandse beleg gers blijven aantrekken, en de federa le steun kunnen we missen, vrant er ging ten slotte meer geld vari onze Dat klopt dan precies met wat men in Quebec zelf zo vaak kan horen: als wij niet dreigen, gebeurt er niets. Wij moeten vragen, overvragen, dan krij gen we wat we willen, meer rechten, meer gelijkheid. Maar zulke redena ties impliceren dan dat de roep om onafhankelijkheid meer een middel in de strijd dan een doel op zichzelf zou zijn. En het zou wel eens kunnen zijn dat dat precies is wat er gaat gebeuren. Dat als het er ten slotte op aankomt de Quebecois toch in meer derheid de grote stap niet zullen doen. Uit de paar gesprekken die ik. moei zaam. hier en daar met allerlei men sen voer. krijg ik diezelfde indruk. Het was nodig, zegt de boekhande laar in Rimouskl, dat wij vergaande eisen stelden, anders hadden we niets bereikt. Maar ik denk niet dat Cana da zal worden verbroken. De eerste keer, vertelt een Jonge taxi-chauffeur in Montreal, heb ik voor Lévesque gestemd en mijn vrouw ook. Iedereen die Jong is, heeft op hem gestemd. Maar de volgende keer doe ik het niet meer want het zal economisch niet haalbaar zijn, de onafhankelijkheid. Dat had de kapper in Fredericton me ook al verteld, maar dan meesmui lend: de Fransen kunnen toch niet op eigen benen staan, waar moeten ze van leven als ze ons niet hebben. 1 Na zonneschijn volgt regen. Ja, u ziet hetwe houden stug vol. Ook al kon je dan gistermiddag hier en daar in de tuin gaan zonnen bij een zeer redelijke temperatuur (Gorredijk ruim negentien graden, ook zo'n kwikstand in oost-Brabant), zonder buienstoring, toch is het verstandig van de atmosfeer geen wonderen te verwachten. De kans op regen of en kele buien houdt aan en wie weet krijgen vandaag en morgen Juist an dere regio's een beurt als gisteren. Een meneer uit Leeuwarden was door het onverwacht mooie weer in ver warring geraakt, 's Morgens had „De Bilt" hem verteld over regen- en on weersbuien, en bestond de NCRV- weerman het zelfs over „een puin hoop" te spreken, en ziedaarver scheen desondanks de zomerzon. De Leeuwarders hadden het plan opge vat, het water op te gaan, maar aan gezien, als ik het telefonisch goed heb begrepen, vooral de vrolijke aanhang als de dood voor onweer is, bleef men twijfelen en knopen tellen. Een colle ga-watersporter had hem tijdens de magnifieke zonneshow van maandag middag ingefluisterd, dat de weerpro- feten toch „maar wat aankletsten" en spoorde hem aan, toch maar te gaan, maar 's mans vertrouwen was kenne lijk nog niet zo geschokt, dat hij mij om „een nadere verklaring" vroeg. Ik heb hem gezegd, zelf ook verrast te zijn geweest door de opklaringen, maar voor de rest de gedachte aan regen en buien nog steeds niet over boord te hebben gegooid. De beslissing over het al of niet gaan liet ik graag aan de persoon in kwes tie over. Deze mompelde iets over krakers op de radio (misschien wel vanuit de Provence, de Alpen of de Pyreneeën) en verdween toen schie lijk van de lijn. na eerst nog meege deeld te hebben, wèl het water op te zullen gaan, maar zonnodig rechts omkeert te maken bij slecht weer: een besluit dat van grote wijsheid getuigt. Kom er eens op En hoe ontwikkelt het weer zich van daag? Met dat doel heb ik de compu- terkaarten voor vrijdag en zaterdag aanstaande geraadpleegd. Daarop is te zien, dat zich een Atlantische rug van hoge druk geleidelijk aan via de Britse eilanden naar onze omgeving zal uitbreiden. Dit geeft zonnige peri oden en een overgang naar een vrien delijker weertype. De temperatuur blijft eerst nog wel wat onder de maat: achttien tot twintig graden Celsius 's middags tegen normaal cir ca tweeëntwintig graden, maar tij dens het komende weekeinde zullen de maxima vermoedelijk nog wel een paar graden hoger worden. Dan zal. wanneer alles verloopt volgens de kaarten, de wind uit zuidelijke rich tingen gaan waaien en iets warmere lucht aanvoeren. Dat de wind naar zuid draait houdt verband met de verwachte ontwikke ling van een trog van lagedruk over Ierland in de richting van de Golf van Biskaje. De aanwij2,ingen hiervoor zijn te vinden op nlve.-aus tussen 1000 en 5000 meter hoogte. Boven dit ni veau verlopen de stromingslijnen over het algemeen nog vrij vlak van west naar oost. Amsterdam De Bilt Deelen Eelde Eindhoven Den Helder Rotterdam Twente Vllsstngen Zd. Limburg Aberdeen Athene Barcelona Berlijn Bordeaux Brussel Frankfort OenCve Innsbrück Klagenfurt Lissabon Locarno Londen Luxemburg Madrid Malaga Mallorca Mllnchen Nice Oslo Parijs Rome 8pllt Wenen ZQrlch Casablanca Istanbul Tunis weer regenbul zwaar bew. zwaar bew. half bew. half bew half bew. zwaar bew. zwaar bew. licht bew. zwaar bew. geh bew. onbewolkt licht bewolkt zwaar bew. regenbul half bew. regen regen regenbul regenbui licht bew. onweer regenbui zwaar bew. half bew. onbewolkt onbewolkt zwaar bew. geheel bew. licht bew. zwaar bew. regen licht bew. regenbul regen licht bew. onbewolkt half bew. HOOOWATER, woensdag 9 augustus. VUsslngen 5 59-18 12. Kartngvlletalulzen 6.06-18.27, Rotterdam 8 03-20.04. 8chevenln- gen 6.56-19.19. Umulden 736-19.59, Den Helder 11 46- - -. Harllngen 2.11-13.58. Delf zijl 4.02-16.06. Emoties Maar het zou zeer gevaarlijk zijn nu maar rustig te concluderen dat het allemaal zo'n vaart niet zal lopen, dat Canada de crisis wel te boven zal komen. Niet met redelijke argumen ten. maar emotioneel wordt ten slotte deze grote strijd beslist. Het ls moge lijk dat de Quebecois zich ten slotte bij Canada neerleggen, maar het ls niet zeker. Het hangt niet alleen af van de meer of minder welwillende houding van de federale regering in Ottawa, of van de stuurkunst van Trudeau, maar vooral ook van de houding van de Engels-sprekenden in de rest van het land. Hoeveel begrip zuilen zij opbrengen voor hun Frans sprekende landgenoten. Alle voorzichtigheid van Trudeau en welgezindheid van zijn regering kan nauwelijks op tegen de animositeit over en weer, tegen de sentimenten en emoties die telkens blijken. Wat een koren op de molen van de Franse nationalisten is het onverstand van Engelse Canadezen her en der. Hoe diep kwetst heji de vijandigheid die blijkt uit zulke Incidenten als In To ronto waar bij een hockeywedstrijd „boe" werd geroepen toen het volks lied in het Frans ten gehore werd gebracht. Het is zeer de vraag of Trudeau er in zal slagen de Engels-sprekende Cana dezen mee te krijgen om bijzondere rechten aan Quebec toe te staan of zelfs maar een echte tweetaligheid door te voeren. Dat betekent dat in eventuele onderhandelingen met Lé vesque de handelingsvrijheid van de regering reeds van te voren ernstig beperkt is. Dit is het vierde van een serie artike len over Canada en zijn problemen. De drie voorgaande beschouwingen stonden in onxe krant van 1, 4, 5 en 7 augustus. I tw „Hebt u wel eens flagellanten dat zijn zelfgeselaars gezien? Of een middeleeuws circus, of een rondtrekkende beul met hak bijl ontmoet? Zag u wel eens kruisvaarder terugkomen, of Spaanse soldaten brandschaten en plunderen?" Die vragen, waarop uiteraard maar één antwoord mogelijk is, stelt de stem achter de telefoon aan ieder die de „brabofoon" in het Noordbrabantse Heeze belt. Maar wie, net als iedereen, „nee" op al die vragen moet antwoor den dat heeft overigens geen enkele zin, want het is een bandje dat draait en niemand zal dus iets terugzeggen kan binnen kort het gemis aan persoonlijke historische beleving ruimschoots inhalen. Al die engerds, de kruis vaarders en plunderende Spaan se soldaten incluis, zijn in dat zelfde Heeze springlevend en van dichtbij te zien. Ze lopen en rij den allemaal mee ln de grote his torische optocht op zondag 27 augustus. In Heeze (bij Eindho ven) hebben de inwoners al eer der allerlei wonderlijke wezens uit het verre verleden tot leven doen komen; vorig jaar waren het bijvoorbeeld de reuzen, die de tienduizenden bezoekers een fraai schouwspel boden. Die optochten vormen het hoog tepunt van de Jaarlijks in Heeze terugkerende „Brabantse Dag", een dag die veel langer duurt dan de langste dag die de zomer in luidt. De „dag" van Heeze duurt wel tien dagen achter elkaar en als Je daar de langdurige voorbe reidingen bij optelt, kom je wel tot een dag van een jaar. Dit jaar vieren ze er hun 21ste Dag, die ditmaal van 19 tot 28 augustus duurt. Het motto „vreemd volk in Brabant" slaat op de vele vreem delingen en vreemde Invloeden die in vroeger tijden voor een belangrijk deel het wel en wee van Brabant bepaalden. Tijdens een van de etmalen van deze lan ge Brabantse Dag wordt een boek (onder redactie van Anton van Oirschot) gepresenteerd dat dezelfde titel „Vreemd volk in Brabant" draagt. Voorafgaand aan de vreemde op tocht is er al erg veel in Heeze te doen. Op het kasteel Heeze is een tentoonstelling over het leven van de Brabantse boeren vroeger en nu. er treden folkloristische dansgroepen op. ook van over de grenzen, het Radio Philharmo- nisch Orkest geeft (de 23ste) een concert, er is een kunstmarkt, een groot edelambachtendorp, Gerard Dekker bespeelt het cla- vecimbel, er komt een Vlaamse poëzlegroep en er is een toneel festival voor amateurs georgani seerd met straat- en kindervoor stellingen. Dat alles speelt zich af voor de zeker vijftigduizend be zoekers die in Heeze verwacht worden. Op de 25ste wordt er in het kasteel gesproken over de Brabantse cultuur. Minister Til Gardeniers van CRM zal, als ze tenminste ingaat op het verzoek van de organisatoren van de Bra bantse Dag, daar bij zijn. De „brabofoon" wordt steeds met verse informatie aangevuld. Wie er dus meer van wil weten, moet dat speciale nummer draai en. 04907-3333. Op een keer stapte een Düssel- dorfse dame naar de fotograaf. Ze wilde een goed portret laten maken en afdrukjes als verras sing met de Kerst naar haar fami lie sturen. De fotograaf maakte er echt iets moois van. Het werd een leuke foto die hij meteen in de etalage zette. Daar wist de geportretteerde zelf niets van, maar haar moeder ontdekte dochters foto daar en bestelde meteen een paar afdrukken, die ze ook naar de familie stuurde. Weg verrassing. Boos ging de dochter naar de fotograaf en eis te dat die de foto onmiddellijk uit de etalage zou verwijderen. „Doe ik niet," zei die. „Na de Kerst, dan kunt u 'm krijgen. En dan betaalt u geen vijftien gulden, maar een tientje. Mooi geregeld, nietwaar?" Dat vond de vrouw niet en dus wendde ze zich tot de vakbond van de fotograaf, die bevestigde wat de man al gezegd had: geslaagde foto's werden al tijd in de etalage geplaatst, be halve als de klant bij voorbaat weigerde. Toch kregen fotograaf en vakbond ongelijk, meldt het Westduitse Handeisblatt: de Ju risten van de consumentenbond wisten het slachtoffer te vertellen dat een fotograaf alleen dan een foto mag etaleren als de klant daar uitdrukkelijk toestemming voor geeft. Houdt hij zich daar niet aan, dan riskeert hij een (maximum-) gevangenisstraf van een Jaar. De fotograaf heeft daar op de foto bliksemsnel verwij derd, maar voor zijn klant was er toen toch al geen aardigheid meer aan. Wat doet die. man daar zo familiair met de Egyptische president Sadat? Hij borstelt hem nog even af, zodat hij netjes tevoorschijn komt als het publiek een oogje aan hem en de Jordaanse koning Hoessein aan de andere kant komt wagen. De man met de borstel middenin is beeldhouwer Ian Hanson en de enige mens van vlees en bloed in het gezelschap. Hij heeft Sadat en Hoessein zelf gemaakt, van was, en daarna keurig aangekleed voor het wassenbeeldenmu seum van Madame Tussaud in Londen. „Daar trappen we mooi niet ln", dachten spoorwegarbeiders, toen ze op een Pools station een doodshoofd op een tankwagon zagen. Uit de tank druppelde na melijk een vocht dat veelbelo vend rook en de arbeiders, die wel trek ln een borrel hadden, meenden stellig dat het doods hoofd er op gezet was als een soort afleidingsmanoeuvre. Ze waarschuwden hun collega's en al gauw verdrongen de mannen zich om hun bekertjes en flessen met het vocht te vullen. Maar het was echt levensgevaarlijk spul, methylalcohol, dat pas uren later ging werken. Drie arbeiders zijn Inmiddels aan de gevolgen van hun onvoorzichtigheid overleden en volgens een Pools dagblad lig gen er zeker dertig met ernstige verglftigingsverschijnelen ln het ziekenhuis. De diefstal moet goed voorbereid zijn: de mensen die uit een kwe kerij in het Beierse plaatsje Un- tallgflu zestigduizend pootkar- pers ter wa;arde van een dikke dertigduizend gulden gestolen hebben, moeten volgens de poli tie zelfs een tank met zuurstof voorzieningen bij zich gehad heb ben om met een levende buit thuis te kunnen komen. Om nog maar niet te spreken van de moeite die ze gedaan moeten hebben om zestigduizend glibbe rige vissen uit een bassin te wippen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 5