Dingen de baa
Maria Lagendijk kreeg er van
Albert Schweitzer een naam bij
J
n p i
^ei
„Het is zo nutteloos waarover de mensen
in Europa zich druk maken"
MAANDAG 7 AUGUSTUS 1978
VARIA
TROUW/KWARTET AA
VRAAG: Als Ik een Jampot of snljbo-
nenpot openmaak, Is het altijd goed
van smaak, geen schimmel of zoiets.
Hoe kan Ik nu zelf ook Jam of groen
ten. snijbonen of zo lets In potten
goed bewaren. Welke werkwijze moet
Ut dan volgen?
ANTWOORD: Het Voorlichtingsbu
reau van de Voeding. Laan Copes van
Cattenburg 44. Den Haag heeft een
stencil uitgegeven genaamd: Wat in
een goed vat zit, verzuurt niet (echt
Iets voor u want er staat heel veel in):
wecken van groenten, pasteuriseren
van vruchten en tomaten en groente-
sap. Inmaken ln azijn, in suiker, vol
gens de Indampmethode of met een
pectlnepreparaat. Inmaken ln zout en
Inmaken ln alcohol. Alles met recep
ten. die mits brandschoon uitge
voerd. lukken. Te bestellen bij boven
staand bureau, postbus 85.000 2508
CK. Den Haag. met een briefkaart
waarop u uw naam heel duidelijk met
adres (en postcode) schrijft, tevens
mededeelt: Voor het stencil: wat ln
een goed vatKosten 1.80 aan
postzegels. WU men echter diepvrie
zen en dat zijn tegenwoordig heel wat
van onze lezeressen, dan is er een
brochure uitgegeven ..Diepvriezen",
eveneens op het bovenstaande adres
op dezelfde manier bestellen, alleen
hiervoor 2.30 aan zegels bij plakken.
WUt u allebei deze publikatles. dan
kan dat samen op 1 briefkaart en dan
kost het maar 3.70 extra zegels
VRAAO: Waarom kan lk niet gewoon
een briefkaart naar u sturen, met een
paar zegels er bovenop Dat doen
andere bureaus ook. waarom al dat
bijzondere gedoe?
ANTWOORD: Het antwoord Is heel
eenvoudig: Als men regelmatig een
heel grote post heeft, kan er een af
het beste dat u dit probleem eens
bespreekt met de heren op het bu
reau Bouw en Woningtoezicht van uw
gemeente. Zij zijn op de hoogte van
alle omstandigheden en kunnen de
zaken verstandiger bekijken dan ik
op een afstand. Wij en dat is groot,
maar vooral klein, hebben geweldig
genoten van het postpapier van deze
vragenstelster: Een paard en een veu
lentje. vol belangstelling een bepaal
de richting uitkijkend en zowaar, aan
de achterkant van het papier zien we
het voorwerp van de belangstelling:
een even nieuwsgierige vos. Wij ge
nieten altijd van goed verzorgde en
zonder meer aardige brieven, al kun
nen we het heel goed begrijpen dat
een briefje in haast en noodzaak op
papier geworpen daar de sporen van
draagt: 't hoeft niet. maar 't Is wel erg
prettig.
VRAAG: Wat is de legende van het
bikkelspel. Waar en wanneer werd
het gespeeld.
ANTWOORD: Het bikkelspel. dat ge
speeld werd met „kooten" oftewel de
middenvoets beentjes van de
„slacht" is misschien een van de oud
ste kinderspelen ter wereld. Mis
schien wordt het nog overtroffen door
het „kuiltjesspel". Terwijl een ander
voorwerp, later was dat een stuite
rend balletje, op werd gegooid, moest
men trachten zo veel mogelijk bik
kels in een bepaald patroon te leggen
of om te draaien. Later werden het
tinnen bikkeltjes, of koperen. Een
legende weet ik er werkelijk niet van.
maar ik herinner me wel een speciale
blauwe stoepsteen, die ideaal was.
vlak bij de lagere school aan de Bake-
nessegracht te Haarlem. Bij die stoep
of liever bij het huls van die stoep
hoorde een dienstmeisje, met een
taartachtige muts op haar hoofd. Zij
verdreef ons met een koperen glazen-
spuit. Geen legende, maar echt!
VRAAG: Is bijgevoegde figuur Ja
pans of Chinees schrift? Wat bete
kent het?
ANTWOORD: Jammer dat u niet
schreef, waar u dit karakteriteken)
vond. Het Is een gemoderniseerde ge
stileerde vorm van een teken dat zo
wel in het Chinees als in het Japans
voorkomt en ook op dezelfde manier
wordt uitgesproken: Tan en het bete
kent. poel. afgrond, diepte, diep. Die
drie puntjes aan de voorkant beteke
nen: Water en de rest is samengesteld
uit andere tekens met bijzondere be
tekenis. Nu is dit geen moeilijk
woord, maar de moeilijkheid zit vaak
in de uitspraak, die in verschillende
steden of provincies anders kan zijn.
Wij zagen dan wel hoe mensen uit
hetzelfde land. maar uit ver gelegen
streken, zaten te praten, terwijl ze
met hun rechter wijsvinger, de moei
lijke karakters op de palm van de
linkerhand tekenden ter verduidelij
king. Wie als wij westerlingen gewend
zijn woorden te lezen, die_.
steld zijn uit niet al te vlll
hebben grote moeite die
Japanse karakters met él
omvatten (u begrijpt hierif]
beslist zo ver niet ben). Als
veelheid heeft men in JapaL
karakters nodig, in China n"
paar duizend meer. P
VRAAG: van de redactie?*
rubriek: Wie kan ons helpr?
van de volgenede boekjes
te leen, want dan maken'"1
fotocopy van): a) Bunder
liedjes lichting 1916 (uit dF
tie dus) en de parodie O]
wijswet van 1878. U zou
groot genoegen mee doen.*'
VRAAG: Wat is het adresfc
Krol en Johnnie Rep
ANTWOORD: Je kunt
ven naar de KNVB. Woul
weg 56. 3707 HX Zeist.
helden die brief ooit zulk
iets anders. Er zijn een p—
die met die geweldige berg
zijn. jQ
VRAAG: In 1882 werd do<
deres Johanna Clara BruinfJ
derij gemaakt van een boe
een spinnende vrouw vooȣ
derdeur". Na afloop tekag
Bruins een zwartwit portrig
vrouw „uit dankbaarhei<ts
stilzitten". Dit portret is
bezit van haar achterklt,e
die heel erg benieuwd iss,
mogelijk het schilderij wtd(
zien heeft of het missci
(Joh. Clara Bruins, gehuwc
J. Buning. werkte te AsS
Grave en tenslotte te Hiltf*
1859-1922. In 1886 heeft P
seerd. Het zou heel leuk zi#a
reactie op deze vraag kw»di
1 i
i^
A M M J
F V V
IJ '1
Vragen uitsluitend in envelop sturen naar postbus 507,
Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in M
van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opfls
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde geWri
door Mink van Rijsdijk
De antiekzaak waar ik rondsnuffelde was precies
het type dat mij het meeste aanspreekt. Niet al te
groot, een paar mooie grote stukken met daarom
heen trefzeker gerangschikt kleinere artikelen.
Sympathiek was ook dat alles was geprijsd. De
repeterende vraag: ..Wat kost dat?" hoefde ik
zodoende niet steeds te stellen, terwijl mijn
hebzucht toch mooi werd afgekoeld door de
prijskaartjes.
Het rook lekker naar verf en boenwas in het
vertrek. Een magnifieke schoenpoetskist van
diep glanzend mahoniehout bracht me nogal van
de wijs. Erg van de wijs zelfs, maar ik voelde me
wel tegen de verleiding bestand, niet zozeer door
een vastberaden sterk karakter, als wel door het
feit dat ik sou noch chèque bij me had. Met de
eigenares van de winkel praatte ik over de kist.
Het was duidelijk dat we allebei een beetje
behekst werden door de roodbruine gloed van het
hout. Voor het oog vertoonde ik nog wat belang
stelling voor de overige uitstalling, maar al gauw
zat ik toch weer op mijn hurken bij de kist.
Tenslotte nam ik afscheid met de afgezaagde
belofte van veel niet-kopende kijkers gauw eens
terug te komen.
Op weg naar huis bleef de kist me bezig houden.
Ik probeerde mijn verstand te gebruiken, herin
nerde mezelf aan het volstrekt overbodige van
het ding. Nou ja, overbodig? Ik zou hem willen
gebruiken voor het doel waarvoor hij eens door
vaardige handen was gemaakt, hij zou pronken
en tegelijkertijd zijn oorspronkelijke bestemming
herkrijgen. Eigenlijk was de prijs niet eens hoog
voor zo'n uniek geval. Nonsens, ik moest aan iets
anders denken, aan iets reëlers. De tweestrijd
tussen begeerte en mijn betere ik siepelde nog
een poosje door. Eerlijkheidshalve zij vermeld
i tl
en
dat begeerte een hele poos met een
koplengte voor lag. z
Ineens wist ik dat er iets fout was. Een onbefrig
signaal van onbehagen schoot door me tt
zonder precieze duidelijkheid van hoe of walg
verandering van stemming had niets met di
te maken, zo eenvoudig lag het helemaal
jtei
In het vreemde potje van de menselijke gee^iai
soms van alles tegelijk koken. De schoeners
kist pruttelde er nog vredig, maar plotPJJ
borrelde ook een heel oude herinnering^,,
boven. Ik was nog jong en onze oudste zoq w
als een eerste prijs baby in de box. Hij w# G
absolute einde van liefheid. Geheel terecht ii
dan ook apetrots, te meer daar mijn spruit n ai
was op aandacht van mijn bezoek en mij i h>
gelegenheid gaf een zakelijk gesprek te vd^u
Toen de relatie was vertrokken, besefte ik Fe
van mijn kind totaal geen notitie was gen^e
Men had mijn unieke zoon gewoon nietd.
zitten, hij was domweg het bekijken niet
geweest. Dat de hibiscus er zo prachtig bij
was wel te berde gebracht, maar over de^g
geen woord. Wat was ik giftig geworden. Zérc
na zoveel jaren herinner ik me scherp hoe spor
dig en gekwetst ik me voelde.
Wat had die ervaring van vroeger nou tock
die schoenpoetskist te maken? Waar kwaF
gekke herinnering zo plotseling vandaan"*^
was me volstrekt duister. Uren later schov^n
alle plaatjes op de juiste plekken. In mijn geyei
ten drentelde ik weer in het antiekzaakje, pf11
met de eigenares over de mahoniehoutei^
terwijl zij ondertussen haar baby de fles gje
had het kind niet bekeken, er zelfs geen opn
king over gemaakt. Was het een jongen'
meisje? Geen idee, ik had alleen dingen gH(
Wat zal die moeder me een afschuwelijk^,
vinden. i a
»af
en nacht heo ik er voor gebeden. Als
ik niet kon slapen omdat ik aan de
toekomst dacht zei ik voor mezelf dat
oude psalmvers op: Maar de Heer zal
uitkomst geven - Hij die 's daags Zijn
gunst gebiedt."
De uitkomst is gekomen. De regering
van Gabon, waaronder Lambarene
nu valt. stelde geld beschikbaar en
via de ontwikkelingssamenwerking
kwam er ook een flink bedrag. Dat
maakte het mogelijk de noodzakelij
ke vernieuwingen uit te voeren, een
werk dat nu in volle gang is."
Die uitbreiding gebeurt volgens de
ideeën waarmee Schweitzer al rond
liep." Het nieuwe ziekenhuis wordt zo
gebouwd dat het mogelijk blijft dat
de patiënten die wij er verplegen een
of meer familieleden meenemen.
„Evenals in het verleden is daar veel
kritiek op. Vaak wordt dat niet begre
pen. maar je kunt mensen die een
ziek familielid op de meestal dagen
lange reis uit het oerwoud hebben
begeleid toch niet terugsturen. Dege
nen die meekomen maken zich trou
wens heel verdienstelijk. Ze helpen
met allerlei zaken, koken ook het
potje voor de zieke met de ingrediën
ten die wij beschikbaar stellen. De
zieke neemt op die manier een stukje
van thuis mee en dat helpt dat de
patiënte zich in ons ziekenhuis niet zo
verlaten voelt." Er komen echter ook
mensen naar Lambarene die geen fa
milie meer hebben. De zorg voor hen
is momenteel een van de belangrijk
ste taken van zuster Maria.
Combineren
Al is Albert Schweitzer al dertien jaar
dood. toch blijft hij voor Maria La
gendijk het lichtende voorbeeld. „Ik
had ongelooflijk veel respect voor
hem omdat hij het onmogelijke kon
combineren. Het is vaak voorgeko
men dat hij naar me toekwam omdat
hij vond dat ik aan een paar uur rust
toe was. Dan ging hij op mijn plaatsje
bij de ernstig zieke zitten. Intussen
werkte hij rustig verder aan een van
zijn filosofische boeken. Van hem heb
ik geleerd wat opoffering inhoudt.
Ook dat je altijd klaar moet staan
voor degenen die je nodig hebben,
dag en nacht, en dat je nooit over
haast een oordeel over iets moet vel
len omdat er altijd twee kanten aan
een zaak zitten.
„Als je Schweitzer iets vroeg gaf hij je
in negen van de tien gevallen geen
antwoord. Later, toen ik hem beter
kende, heb ik naar de reden daarvan
gevraagd. Zijn reactie was: „Maria, je
moet alles heel goed overwegen, na
denken over wat er gebeurt als je ja
zegt maar ook wat de gevolgen zijn
als je nee zegt".
„In Lambarene zijn het beslist geen
engelen, ook dr Schweitzer was dat
niet. Hij leerde ons echter wel als er
iets was voorgevallen naar de oor
zaak te zoeken, het waarom. Een van
zijn adviezen onder dergelijke om
standigheden was aan iets leuks te
denken. Zelf ging hij dan meestal
achter zijn orgel of Diano zitten."
Zuster Maria Lagendijk heeft ook
haar moeilijke perioden gehad in
Lambarene. „Toch zeg ik na veertig
jaar dat mijn leven is geworden zoals
ik altijd heb gehoopt dat het eens
worden zou. Wat ik vooral heb erva
ren is dat God een mensenleven leidt.
Veel mensen willen dat niet niet aan
vaarden. Maar het is toch zo! Als je
dat hebt ondervonden, kun je ook
alle moeilijkheden in het leven aan.
voel je ie gesteund ze te verwerken
omdat je weet dat je alles uLn
aan God kunt overlaten." z
De laatste jaren laat de
van zuster Maria te wensea
heb een hartinfarct gehaq
voorzichtig doen. Toen ik vf
Afrika heb ik gezegd: Ikl
gekke dingen doen. maar ilf
of ik jullie terugzie. Maar
ook. als God mij tijdens"^
roept zal ik toch bij jullj'
begraven Dat heb ik gerei
plaats is al gereserveerd on i
hofje van Lambarene. schik
dr Schweitzer. Ik hoop eclt\^
in Afrika temidden van m 1
den kan sterven. De dood is
veel vanzelfsprekender zas
Europa. Heel waardig ne<
scheid van het leven. lede M
bij, vrouwen zingen in de sM
geestelijke liederen. heelT
Men is ervan overtuigd d
God is die alles regeert en-
geen drame van hoeft te
Hij je roept."
Afrika is voor zuster M?ï
„stekkie" geworden. „Als ji f
in de greep zit van het oei^Q
mystiek die er van uitgaat. L
geweldigs. De geluiden vaf1*
woud als de avond valt: dlc
die met elkaar in gesprek
nijlpaarden die je in de vene
het is zo totaal anders dan d-.
digheden waaronder de n.j!
het rijke westen leven." Zui
voegt er haastig aan toe-
niets tegen Europa. Het zij„:
mensen die er wonen, maai
nutteloos waarover zij zich,,
ken. En als je de verkwistr'
ziet. Dan moet ik steeds de
hoeveel moeite wij geld biL*
ten schrapen om de mensi
ons komen hun dagelijkse
en blikje sardientjes te
geven."
spraak met de Posterijen gemaakt
worden. Alles wat er dan te veel op
zit. geven de Posterijen terug. Hoewel
wij een grote stroom brieven ontvan
gen. is die stroom voor een dergelijke
afspraak toch nog te klein. Als men
dan toch gaat beginnen met extra
zegels op brieven of kaarten is het erg
jammer, want dan is dat weggegooid
geld. waar niemand iets mee kan
doen. Die briefkaarten raken ook al
tijd kwijt tussen kranten en allerlei
paperassen, zodat we gezegd hebben:
geen briefkaarten.
VRAAG: Er stond een artikel in
Trouw over het maken van poppen
zoals grootmoeder dat deed. Wilt u
dat nog eens herhalen?
sche kleedjes zijn, hoeft u daar niet zo
bang voor te zijn. Als u ze in één grote
teil met zout water legt, trekt er heel
wat vuil uit. Wel heel goed spoelen,
recht op-en-neer en niet wringen of
kreuken. Drogen in de wind op een
vrij dikke klopstok met de pluiskant
naar buiten. Durft u dat niet. dan kan
men schuim van Biotex gebruiken,
dat men zo droog mogelijk er over
verspreidt en als het goed ingetrok
ken is. er uitborstelt. U kan ook de
kleedjes diep schoon laten maken.
Een goede pers heeft al een heel leven
achter de rug. voor u hem koopt: in
allerlei weer liggen de kleden eerst
een hele tijd buiten en alles stapt er
overheen, kamelen incluis. Daardoor
hebben die kleden zulke prachtige
kleuren, maar vies zijn ze wel.
VRAAG: Daar heb ik toch zo'n mooie
ets gered uit de asemmer. Ophaal
brug. Edam, W. J. Nieuwenkamp. Met
een nieuwe lijst er om hangt mijn
vondst aan de muur en ieder vindt
het een groot succes. Maar wie was
die Nieuwenkamp?
VRAAG Ik heb een paar kleine Per
zische kleedjes, die erg vies zijn Hoe
maak ik ze schoon, zonder dat de
kleuren doorlopen of vaal worden.
ANTWOORD: Als het echte Perzl-
Even voor de eerste wereldoorlog
werkte hij ook in Brits-Indië. Al deze
indrukken verwerkte hij in Oosterse
landschappen. N. was een veelzijdig
kunstenaar-schilder, etser, tekenaar,
maar ook graiisch werkzaam, met
bekendheid als schrijver en architect.
In het Haagse Gemeentemuseum is
een schilderij Amalfi. Volgens de aan
tekeningen heeft hij uw ets zelf afge
drukt. als nummer 5. Als het een
muziekstuk was zou er opstaan: Opus
176. Je vraagt je af: Wie gooit zoiets in
een vuilnisbak? Onze lezeres heeft
geboft.
VRAAG: Ik heb een verschrikkelijk
oud boekje van Hieronymus van Alp
hen. Bij elk gedichtje een plaatje. 24
aug. 1880 kreeg mijn kleine zusje dat
van mijn ouders. Ik ben al erg oud,
maar ik heb het nog steeds. Zou er
een museum zijn, waar men dat leuk
zou vinden?
ANTWOORD: Het museum van het
Onderwijs (Schoolmuseum noemt
men het in Den Haag) zal uw gave
met blijdschap ontvangen!
VRAAG: We hebben toch zo'n last
van herrie in onze flat. Nooit is het er
helemaal stil. Wat doe je daar nu
aan?
ANTWOORD: Ja dat is wel een be
langrijke vraag, maar helaas, wij ken
nen die flat niet. weten niets van
bouwjaar, bewoners, etc. Het lijkt mij
ANTWOORD: Uw vondst is zeker een
felicitatie waard. Wijnand Otto Nieu
wenkamp (1874-1932) woonde en
werkte geruime tijd in Italië. Te
Haarlem woonde hij in het schip de
Zwerver en exposeerde daar ook wel.
Daarna woonde hij te Edam, waar hij
het museum Nieuwenkamp gesticht
heeft. Niet alleen in Italië, maar ook
in het toenmalige Nederlands-Indië
heeft Nieuwenkamp gereisd en ge
werkt, Java, Bali.
door Fred Lemmers
ANTWOORD: Inderdaad werd een
boekje, ongeveer van die naam op 13
Juni '78 besproken Jenny Schotman
Poppen zoals oma maakte. Cante-
cleer De Bilt. Serie Werken en Spelen
72 blad Prijs 12.-
AMSTERDAM „Voortaan
zal lk Je niet meer Maria Jaco-
ba maar Maria Martha noe
men, omdat in jouw persoon
de kwaliteiten van beide
vrouwen uit het bijbelverhaal
zijn verenigd." Het is bijna
twintig jaar geleden dat de
zendingsarts dr Albert
Schweitzer deze woorden
richtte tot de uit Rotterdam
afkomstige verpleegster Ma
ria Lagendijk. Dat gebeurde
op de dag waarop zij twintig
jaar Schweitzers assistente
was.
We zijn nu weer twintig jaar verder.
In november is het veertig jaar gele
den dat zuster Maria voet aan wal
zette in Lambarene. dat sindsdien
haar thuis is geworden. „Ik tel de
dagen al die me nog scheiden van 3
augustus. Dan hoop ik terug te zijn in
Afrika. Ik vind het heel fijn mijn
familie en vrienden in Nederland
weer te hebben ontmoet, maar als ik
hier ben. sta ik met mijn ene been
toch ln Afrika", vertelde ze me ln het
oecumenisch hotel aan de Amster
damse Waldeck Pyrmontlaan waar
zij niet onopgemerkt tijdelijk
haar bivak had.
Zuster Maria: een vriendelijke vrouw
van 71. gekleed in een sobere blauwe
ribfluwelen japon met wit kanten
kraagje getekend door het leven in de
tropen met handen die er de sporen
van dragen dat ze heel wat werk
hebben verzet.
Eenendertig was ze toen ze naar het
onebekende Afrika vertrok. „Op 9
november 1938 stapte ik in Lambare
ne uit de boot, wel een beetje zenuw
achtig. Het doel waar lk jaren naar
toe had gewerkt was bereikt. Die dag
had ik ook mijn eerste ontmoeting
met Schweitzer. Hij begroette me
buitengewoon vriendelijk."
Maria Lagendijk had vele barrières
moeten nemen eer het zover was. Als
dochter van een scheepsbouwkundig
ingenieur, leek zij als enig meisje
naast drie jongens, bestemd voor een
beschermd leven, waarin het haar
materieel aan niets zou ontbreken.
„Vader en moeder hadden mijn leven
in grote lijnen al uitgestippeld. Zij
verwachtten van me dat ik een goed
huwelijk zo doen om vervolgens als
moeder van een gezin mijn jaren te
slijten. Maar dat wilde ik nu juist
niet. Al heel vroeg stond voor mij vast
dat lk in de verpleging wilde gaan en
niet zo maar ln een ziekenhuis. Ik
wilde ver weg gaan. al klinkt dat erg
plechtig mijn leven in dienst stellen
van het koninkrijk Gods. De woorden
van Jezus „Volg Mij" wilde ik ln prak
tijk brengen door mensen te gaan
helpen die van alle medische hulp
verstoken waren. Daarom voelde ik
er niets voor naar Indonesië te gaan.
Daar was het me niet primitief
genoeg.
MARIA LAGENDIJK Indonesië was niet primitief genoeg
(foto: Dirk Ketting)
Levenstaak
„Waar ik dan wel naar toe wilde wist
ik lange tijd niet. todat ik het boek
„Aan de zoom van het oerwoud" las.
dat mijn broer had gekregen. Daarin
maakte ik kennis met het werk van
dr. Schweitzer en vanaf dat moment
stond voor mij vast dat daar mijn
levenstaak lag. Omdat Schweitzer al
leen geschoolde verpleegsters kon ge
bruiken. ben ik een kraamopleiding
gaan volgen na. mijn gewone ver
pleegstersopleiding en een tijdje naar
België gegaan om goed Frans te leren
SDreken.
„Mijn ouders vonden het niet leuk
toen ze van mijn plannen hoorden. In
het begin hebben ze me zelfs tegenge
werkt. Achteraf kan ik dat best be
grijpen. Later veranderde hun hou
ding. Moeder zei al gauw tegen me
dat zij er verkeerd aan had gedaan
door zich zo op te stellen. Vader had
het er wat moeilijker mee. Maar toen
ik na de oorlog met verlof naar Neder
land kwam was het vader inmid
dels met pensioen gegaan die het
regelde dat ik overal in het land lezin
gen kon houden over het werk van
Schweitzer om op die manier geld in
te zamelen voor Lambarene. Alleen
had ik dat nooit voor elkaar gekre
gen. Vader en moeder leefden in een
andere tijd. Daar moet je begrip voor
tonen. Dat deed dr Schweitzer ook
altijd. Nooit kwaad worden, steeds
weer trachten je te verplaatsen in het
leven en het idee van een ander."
Kritiek
Toen Maria hoorde dat zij was aange
nomen bij Schweitzer, lokte dat op
nieuw bij sommigen kritiek uit. Dat
een gereformeerd meisje bij die vrij
zinnige man ging werken begreep
men niet in het vooroorlogse Neder
land. „Thuis leverde dat geen proble
men op. Mijn ouders waren erg oecu
menisch ingesteld. Als we zomers in
Valkenburg op vakantie waren zaten
we dikwijls bij de pastoor en die
kwam als hij in het westen moest zijn
op zijn beurt bij ons over de vloer."
Bij haar komst in Lambarene had
Albert öenweitzer zijn eerste moeilij
ke periode juist achter de rug. Het
ziekenhuis was in volle glorie aan de
vooravond van een nieuwe zwarte
bladzijde. In 1939 brak de oorlog uit,
die Lambarene niet onberoerd liet.
De gebouwen van het ziekenhuiscom
plex werden vernield en aan medicij
nen was nauwelijks meer te komen.
Na 1945 kwam de kentering totdat na
een nieuwe bloeiperiode met de dood
van Schweitzer in 1965 in Lambarene
alles snel bergafwaarts ging.
„Het zag er zelfs naar uit dat het werk
in 1975 moest worden beëindigd. Het
was een droeve periode. Alles werd
ons letterlijk bij de handen afgebro
ken. Toch ben ik steeds optimist ge
bleven. Ik was er van overtuigd dat
het voor elkaar zou komen. Ik wist:
God 'laat dit werk niet schieten. Dag