Harvey Cox in de
bergen en weer thuis
Agatha Christie en een preek
0
Johannes is heel lang .gebleven'
VANDAAG
VOORBUGANGEI
nd<
X
ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1978
KERK
TROUW/KWARTET
door dr. R. Kranenborg
Het kon niet uitblijven dat er een theologische reactie zou
komen op wat we zijn gaan noemen „de oosterse renaissance
(de golf van oosterse invloeden en stromingen die over het
westen spoelt). Het lag voor de hand dat een dergelijke
theologische reactie het eerst uit Amerika zou komen, omdat
de oosterse invloeden er langer en sterker aanwezig zijn dan in
West Europa. Het was te verwachten dat Harvey Cox zich als
één der eerste protestantse theologen er grondig aan zou
wagen In vorige boeken als „De stad van mens" en „Het
narrenfeest" liet hij al zien dat het actuele door hem voortref
felijk verwoord kan worden, in zijn nieuwe boek „Oostwaarts"
(Turning east) ontdekken we zijn kwaliteiten opnieuw.
Het is een fascinerend en af en toe
spannend boek. Cox is niet tevreden
met een zorgvuldige bestudering van
oude heilige boeken of van de ge
schiedenis en de achtergronden van
de bewegingen die hier optreden, nee.
hem Interesseren vooral de mensen
en de ontmoetingen met hen. En hij
nodigt hen niet uit oni op zijn stu
deerkamer eens te komen praten,
maar hij zoekt hen op en doet met
hen mee. Hij gaat naar de droge woes
tijnachtige bergen van Mexico en
neemt er de beroemde ..indianen-
drug". de peyote. De beschrijving van
dit gebeuren is magnifiek. Hij beoe
fent xen, zit vele uren naar de kale
muur te staren, levert een heftig ge
vecht met zijn koan ..wat is het geluid
van een klappende hand", en be
zwijkt bijna in deze strijd. Hij wil zo
ver mogelijk mee gaan en dat bete
kent dat hij alles doet wat aanhan
gers van de bewegingen ook doen.
Door zo bezig te zijn wil hij voorko
men dat hij als afstandelijke buiten
staander de zaak gemakkelijk beoor
deelt Hij wil proberen van binnenuit
te zien wat goed is en niet goed is. Hij
wil aan den lijve ervaren wat de men
sen zo aantrekt in dit soort oosterse
stromingen.
Meditatie
Wat zijn de resultaten van deze oost
waarts gerichte reis? Te veel om op te
noemen. Harvey Cox constateert dat
de meeste volgelingen de uiteindelij
ke bedoeling van hun goeroes niet
wezenlijk begrijpen, maar dat ze op
zoek zijn naar zaken als gemeen
schap of vriendschap, naar directe
ervaringen, naar autoriteit. Cox ziet
dank zij een bezoek aan een Joodse
gemeente vele punten van overeen
komst tussen de sabbat-viering en de
meditatie (waarbij ik me wel afvraag
of de sabbat ooit zo beleefd werd als
'Cox dat afschildert).
Erg boeiend vond ik het hoofdstuk
..De vijver van Narcissus", waarin hij
zeer behartenswaardige dingen zegt
over psychologie en meditatie, psy
chologie en oosterse religies. De me
ditatie wordt bijv. omgevormd tot
een soort therapie, tot meditatie hele
maal niet om deze dingen gaat (ze
treden hoogstens als prettig bijver
schijnsel op). Veel oosterse meditatie
helpt, aldus Cox. een mens misschien
wel om door de moeilijkheden heen te
komen, maar het isoleert de mens
innerlijk van zijn problemen en van
het lijden en maakt het hem onmoge
lijk om uit het lijden iets positiefs te
maken of om door de moeilijkheden
te groeien. De oosterse meditatie
spiegelt de mens een zuiver pro
bleemloos Zelf voor. maar bestaat
dat wel? Maakt deze visie de mens
niet afgesloten voor veel wat er om
hen heen gebeurt en wordt de mens
niet egocentrisch? Waar is de open
heid? Waar de opoffering? Waar het
verrassende dat van buiten af het
menselijk bestaan openbreekt? Heeft
het evangelie wat dit betreft niet een
duidelijk andere visie op de mens?
Inderdaad, en dat toont Cox dan ook
helder aan.
ieder geval zullen we zo nooit het
oosten echt verstaan of ontmoeten.
Erg zwak
Vraatzucht
In een ander hoofdstuk „Verlichting
per Ticketron" neemt Cox de Ameri
kaanse (en dus westerse) consumptie
maatschappij op de korrel. Tegen
woordig ligt ons verlangen niet meer
in het hebben van grote auto's en
huizen. Tegenwoordig is de consump
tie het zoeken naar ervaringen. Je
moet alles geprobeerd hebben, stel je
voor dat je iets mist! „Een vraatzucht
naar ervaringen" leeft er. in de ooster
se religie vinden we „een nieuw soort
snoepjes".
Deze consumptiedrang verminkt de
oosterse religies, pakt ze in. en ver
koopt ze op de spirituele supermarkt
met pakkende reclameteksten (men
denke aan TM. transcendente medi
tatie). Het worden „zelfveredelings-
secten" zegt Cox. We leven nu onder
de druk van „de gulzigheid van de
geest" en die is gevaarlijker dan de
materiële hebzucht van vroeger. In
Ik zou veel meer aan willen halen,
want Cox zegt behartenswaardige en
fascinerende dingen. Hij analyseert
scherp en ontmaskert veel modieuze
schijn. En die kritiek is duidelijk zijn
sterkste punt. Want na het vele goede
dat ik tien hoofdstukken lang gelezen
had. viel het elfde en laatste mij erg
tegen.
Je zou in een laatste hoofdstuk mo
gen verwachten dat hij na alle scher
pe analyses duidelijk zou maken hoe
de kerk met deze oosterse renaissan
ce aan moet. Hij deed zoiets al steeds
in de vorige hoofdstukken. Maar dat
laatste gedeelte is zo zwak en zo wei
nig geprononceerd en zo algemeen
dat het het idee wekt eraan geplakt te
zijn. Het zou best het slothoofdstuk
van een heel ander boek kunnen zijn.
Ja. hij spreekt over sangha in plaats
van gemeente, en de leer van Christus
noemt hij dharma, een goede vriend
die ook een steun is in het geloven
noemt hij kalyanimitra en iemand
die veel voor je ontwikkeling bete
kent heeft is een goeroe. Maar, het
gebruik van deze boeddhistische ter
men klinkt in dit hoofdstuk te gewild,
te modieus
Cox komt weer uit bij Bonhoeffer.
Martin Luther King. Simone Weil en
anderen en daar is niets op tegen, dat
is goed gezelschap, daar niet van,
maar heeft hij dan niets geleerd van
het oosten? Is het dan toch een ego
trip geweest en is ook in dit opzicht
het spreekwoord waar dat oost west
thuis het beste is? Na zijn reis komt
Cox weer thuis, en er is niets veran
derd. alles staat nog op zijn plaats en
hij neemt de draad weer gewoon op
als was er niets gebeurd. Ja. de reis
was indrukwekkend en de ervaringen
Harvey Cox
waren enorm, maar is het niet enkel
een leuke vakantie van de geest ge
weest en dit boek niet meer dan een
mooie diareportage? Maar nu moet je
weer gewoon doen en verder gaan.
Jammer dat dit laatste hoofdstuk
voor mijn gevoel zo tekort doet aan
het geheel van dit boek.
Maar goed, die andere tien hoofd
stukken waren bijzonder boeiend. Ze
bevatten analyses en uitspraken die
door dr. C. Rijnsdorp
De onbevangen en aandachtige bijbellezer wordt bij het
vierde evangelie getroffen door twee dingen. In de eerste
plaats natuurlijk door het sterk geestelijke, spirituele karak
ter van Johannes' verhaal. Woorden als waarheid, licht, leven,
zijn niet van de lucht, evenmin als hun tegenstellingen leugen,
duisternis, oordeel. Dit verleent aan het evangelie in kwestie
een bijzonder colorlet, een Johannes Vermeer-achtige belich
ting van een unieke sereniteit.
Aan de andere kant wordt men ge
troffen door een aantal kleine, opval
lend concrete trekjes; aanduidingen
van plaats maar vooral van tijd. De
volgende dag. de derde dag. niet vele
dagen, na twee dagen, na acht dagen,
zes dagen voor het Pascha, het was
nacht, genezen op het zevende uur en
dan vooral Johannes 1 vers 40: ..het
was omstreeks het tiende uur".
Johannes schreef dit evangelie als
een bejaard man. Voor mijzelf, buiten
de kerkelijke sfeer, durf ik zijn ge
schrift wel eens te karakteriseren als
blijk gevend van een gesublimeerde
seniliteit. Het is volstrekt niet met
elkaar in tegenspraak, wanneer de
oude man duidelijke herinneringen
heeft aan plaats en uur van wat hij zo
lang geleden heeft meegemaakt, ter
wijl aan de ander kant door de grote
tijdsafstand de herinnering een soort
droomkarakter verkrijgt. Het verle
den is transparant geworden. De eeu
wigheidsbetekenis van wat Jezus
heeft gezegd en gedaan schemert
door al het concrete en historische
heen. Het ls half vanuit de hemel
geschreven.
In de hemel
De proloog begint dan ook in de he
mel. En dan bespeurt men allereerst
op de hele aarde maar één man. de
grootste van de uit vrouwen gebore
nen: ..Er trad een mens op. van God
gezonden, wiens naam was Johan
nes" (1:6). Rondom deze man gaat het
beginnen. Alles van heel ver gezien,
zowel vanuit de hemel als vanuit de
tijd. Maar bijna onnatuurlijk helder
en schero van contouren, voorts ook
geplaatst in de aardse tijd en geogra
fisch bepaald: te Bethanië en de eer
ste ontmoeting van de twee discipe
len geschiedt op het tiende uur.
De onbevangen lezer, die ik hier heb
geïntroduceerd, mag zich verrijkt we
ten met een studie van het vierde
evangelie, bestemd voor niet-theolo-
gen. maar geheel gebaseerd op theo-
logisch-wetenschappelijke studie.
Niet over het evangelie in kwestie. De
auteurs, respectievelijk M. de Jonge
en H. M. J. van Duyne, zijn er in
gekropen. Ze hebben een deur achter
zich gesloten en bepalen zich tot wat'
zij in het evangelie aantreffen. Hun
boek, getiteld Taal en Taken, Ont
moetingen met Jezus in het evangelie
van Johannes (Uitgeverij G. F. Cal-
lenbach bv, Nijkerk, 152 blz. 24.50)
brengt van hun „close reading" (scru
puleus-nauwkeurig lezen) verslag uit.
Na een Voorwoord houden de auteurs
zich in acht hoofdstukken bezig met
„Een bijzondere belichting van Je
zus", vervolgens in zeven hoofdstuk
ken met „Typische ontmoetingen
met Jezus", waarop nog een Naschrift
en een Register volgen.
Geen noten
Het notenapparaat, voorkomend in
het oorspronkelijke werk van prof.
De Jonge, „Jesus, Stranger from Hea
ven and Son of God", is in de Neder
landse bewerking achterwege gela
ten. In een wetenschappelijk werk
vormen de noten de in het verlengde
van de eetzaal aangebouwde keuken,
waar men de toebereiding kan mee
maken. Zij het dan van de afstand.
die de officiële tekst van het betoog
van de kleine lettertjes der Aanteke
ningen scheidt. Dat de noten in deze
uitgave ontbreken, lijkt me geen en
kel bezwaar voor studiekringen en
zelfs niet voor predikanten. Er be
hoeft geen wetenschappelijkheid be
wezen te worden, nu het boek zich
streng tot het evangelie zelf bepaalt
en verwijzingen naar elders schaars
zijn.
Brieven
De auteurs betrekken ook de herder
lijke (pastorale) brieven van Johan
nes in hun onderzoek. Dit ligt voor de
hand, omdat in de eerste plaats Jo
hannes "zijn evangelie voor hem be
kende gemeenten schreef, en de brie
ven, op latere tijdstippen verzonden,
ingaan op reacties en misverstanden
die in de gemeenten naar aanleiding
van Johannes' prediking en evange-
lièschrijving zijn onstaan. Stijl en
woordkeus van de brieven zijn dan
ook zo duidelijk en uniek Johan-
neïsch van karakter, dat ze als aan
hangsels kunnen worden opgevat.
Het komt erop neer, dat het bovenwe
relds karakter van Jezus' persoon en
prediking door sommigen werd over-
In mijn vakantie heb ik gelezen en
ben ik ter kerke geweest Ik zal niet
bf weren dat dit opzienbarende
yerrichtingen zijn. maar ze leveren de
stof voor mijn overdenking van
hedenmorgen.
Mijn lectuur bestond uit een zending
van uitgeverij Sljthoff te Alphen aan
den Rijn. waarbij zich twee
herdrukken van Agatha Christie
bevonden- ..Dood van een huistiran"
en „Moord op de Nijl". Twee verhalen
met Poirot als speurder, veertig Jaar
geleden geschreven en nog altijd
heerlijk om te lezen en opnieuw te
lezen Aangezien ik al meermalen
gemeld heb dat Agatha Christie mij
veel vreugde bereidt en de firm3
8ljthoff ook. door elke nieuwe druk in
een fraaier ogend omslag te steken,
ga (k daar nu niet verder op door.
Wat met bij 't lezen ditmaal trof. was
door A. J. Klei
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM.
DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 4. Rotterdam
Tel. 010-115588
MRed.)
Schiedamsevest 52
Tel 010-115700 (adv.)
DEN HAAODEIDEN
Postbus 101
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE ORONINGEN
Postbus 3
Melkmarkt 56 Zwolle
Tel. 05200-17030.
de volstrekt koloniale sfeer in deze
boeken. Het is verrukkelijk die sfeer
te proeven op veilige afstand, maar
Intussen kon je destijds toch maar
straffeloos sjieke Nijl-reizigers als
attractie het bezichtigen van
tnbóoriingendorpen aanbieden, en de
galante Poirot verjaagt ten gerieve
van een sympathieke dame een
aantal bedelende kindertjes, die in de
conversatie beschouwd worden als
hinderlijke insecten: zitje net rustig
en daar heb je ze weer..
Met grote vanzelfsprekendheid lieten
bevoorrechte lieden zich hun
voorrechten aanleunen Dat was heus
niet typisch Engels, dat vond Je
overal in de vooroorlogse wereld, ook
bi) gelovige mensen. Trouwens, onze
Poirot heeft het nogal eens over: ie
bon Dieu. Een kenmerkend
voorbeeld van de
vanzelfsprekendheid, waarmee
bestaande verhoudingen genomen
werden, trof ik aan in wat ml) door
bevriende hand eveneens ais
vakantieiectuur werd aangereikt: de
ingebonden jaargang 1936 van het
eens in „onze" kring zo roemruchte
tijdschrift ..Moeder", waarin
professor Waterink onze ouders
leerde, hoe zij handelen moesten.
Deze Jaargang doorbladerend, stuitte
ik op de tekening, die hierbij wordt
afgedrukt Hé. dacht ik. deden ze
toen al aan milieubescherming? Nee.
dat deden zij bij nadere beschouwing
niet. die fabriek op het plaatje moest
de lezer er attent op maken dat het
oppassen was bij de aanschaf van een
buitenhuis (waarmee zesduizend
gulden gemoeid was!) Bekijk eerst
goed het uitbreidingsplan van de
betrokken gemeente, luidde het
advies van „Moeder", want behalve
een aan je achtertuin grenzend
industrieterrein zijn nog andere
narigheden denkbaar, bijvoorbeeld
dat je terecht komt „naast een
arbeidersbuurt of wat dan ook". Heel
vanzelfsprekend werd dit laatste als
mogelijke ellende aangewezen.
En nu kom ik tot mijn kerkgang,
want tenslotte zitten we hier niet
voor niks op pagina twee. Mijn
wijkdominee gaf in zijn preek te
kennen dat hij de toekomst van kerk
en christendom niet somber inzag,
want. zei hij. er zijn „tekenen van
hoop". Als zo'n teken noemde hij. dat
allerlei vanzelfsprekendheden
wegvallen. Hij werkte dit niet uit.
maar ik weet wel zeker dat deze
eerwaarde onder meer hieraan dacht,
dat het voor de kerk niet
vanzelfsprekend is dat de
huiseigenaar deugt en de kraker niet.
Kijk maar naar 't rapport over het
kraken van de raad van kerken. Het
is ook niet (meer) vanzelfsprekend
dat blanken de baas zijn over
„inlanders", dat arbeidersbuurten
een ellende betekenen, dat
calvinisten lieverds en marxisten
booswichten zijnom maar het een
en ander op te sommen.
Het aardige, en daarom een teken
van hoop, is dat de kerk bij het
neerhalen van vanzelfsprekendheden
niet bedremmeld achteraan sjokt,
maar vaak voorop gaat. Wat dit
betreft is het geen wonder dat er veel
gefoeterd wordt op de wereldraad
van kerken en dat er schampere
opmerkingen te vernemen zijn over
rapporten van de raad van kerken.
Een mens klemt zich gauw vast aan
vertrouwde vanzelfsprekendheden en
dan is 't niet leuk als de kerk je niet
dékt. Het evangelie is niet naar de
mens. akkoord, maar we hebben toch
wel gTaag dat de kerkelijke
bedrijvigheid een beetje in ons
straatje past.
Intussen maak ik me bewust dat ze
me van Sljthoff geen speurderremans
sturen om die te laten fungeren als
kapstok voor een stichtelijke
overpeinzing. Ik haast me derhalve te
berichten, dat ik behalve de twee
genoemde (en geprezen) Christies ook
ontving: „Onschuldig veroordeeld?"
van Patricia Wentworth. Deze
schrijfster, van wie onze krant een
verhaal als feuilleton heeft gehad,
was een tijdgenote van Christie. Haar
miss Silver is wat in de schaduw
gebleven van Christies miss Marple.
de plots van Wentworth zijn dan ook
minder spitsvondig dan die van
Christie, maar de boeken van
Patricia Wentworth bergen toch meer
dan voldoende elementen in zich van
zo'n onvervalste detective, zoals die
bij voorkeur in het brein van Engelse
dames ontstaan, om blij te^ijn dat'
naast de steeds herdrukte Christies
nu ook Wentworths te krijgen zijn
voor 12.50 per stuk. Droef is echter,
dat op het omslag elk gegeven
omtrent de auteur ontbreekt en nóg
droever is dat ze bij Sijthoff zich geen
zier aantrekken van mijn
aanmerkingen daarop.
je lang bezighouden. En een boek dat
je regelmatig aan het denken zet en
dat bovendien geweldig vlot geschre
ven (en vertaald!) is. zodat je je geen
moment verveelt, wel. zulke boeken
zijn er niet veel. Een ervaring om het
te lezen! En dus een echt westers
boek. Maar wel goed.
Dr. R. Kranenborg, gereformeerd
predikant te Amsterdam, bespreekt:
„Oostwaarts" door Harvey Cox, uitg.
Ambo, Baarn; prijs 24,50.
DE KOE VAN DONS
In de vakantie houd ik me graag
bezig met dorpsverhalen. Ik dommel
dan werkelijk onder in de kleine
plaatselijke problematiek van hai
en hof. Even zijn de steden ver weg
alleen om toeristisch te bezoeken.
buitenman is het. Met zijn kleine
drama's en zijn gebe-irlijkheden die
zich binnen de straal van hoogstens
een kilometer afspelen. Ik trek mij
terug in de zandbak van het dorp. Ei
daarin heb ik me door Cyriel Buysse
het verhaal van de koe van Dons
laten vertellen. Hij ls me anders een
verteller! Hij passeert telkens
opnieuw de kalveren op de deel niet
zonder opgemerkt te hebben dat ze
zich opgewekt ontlasten. Maar goed,
waar gaat het om? In alle vroegte rj
constateert boer Dons datz'n enige (f,
melkkoe weg ls. Het touw is
doorgesneden en er ls dus sprake vaa
diefstal. Iedereen komt zich van de >E
situatie op de hoogte stelllen. Onder»
hen ook de burgemeester en de J
wethouder. De eerste ls een snel 'e
aangedaan man en hij belooft Dons ar.
een „omhaling" in het dorp te zullen jm
houden voor een nieuwe koe, als de _0
oude niet binnen drie dagen
terugkeert. Dons gaat zelfs nog op d<
beestenmarkt kijken, maar de koe
en blijft weg. Totdat ze 's avonds
geschuur tegen de luiken horen. En J°r
ja, Blesse is terug. Wat nu? Dons en 'n
zijn vrouw waren al met het verlies m
van Blesse verzoend in de hoop dat ^a,
de „omhaling" van de burgemeester-
meer dan de waarde van een koe
bijeen zou brengen. Snel werd een e
besluit genomen en bij een familieli<rr°
werd Blesse schuil gehouden. Om heRf
verhaal kort te maken: de
burgemeester haalt niets op en steltr1^
in persoonlijke bewogenheid Dons r".®
vijftig franks ter hand. Ja, en dan jp€
moet de koe natuurlijk terug komedp*
Er blijft een spreekwoord van over.
Als iets hopeloos lij kt wijst men
elkaar op de koe van Dons die zo
ineens en onder verdachte Fe
omstandigheden te'tug was. Soms hds
denk ik ook bij heel wat tragisch pst»
voorgedragen verhalen aan de koe
van Dons. Alleen, sommigen zijn ba
hardnekkiger dan Dons en houden dr
koe ook na de gift ergens verscholen 0i
Tekening van Mart Kempers
bij Johannes 6 vers 23 (uit de
zgn. Mart Kempers-bijbel
van het Nederlands bijbelge-
nootschap).
trokken ten nadele van zijn echte
menselijkheid. Men moet de aandui
dingen van tijd en plaats in het vierde
evangelie dan ook zien als liggend in
het verlengde van het even sterke
accent dat op Jezus' waarachtig
menszijn wordt gelegd.
Gesublimeerde seniliteit, ja, maar
dat sublieme komt van de Geest van
daan. En de misvatting dat Johannes
niet zou sterven, neemt niet weg dat
hij heel lang „gebleven" is en mede
daardoor ook ook gekregen heeft
voor „het blijvende", waarover hij
herhaaldelijk spreekt. Ook hiervoor
hebben de auteurs volledig oog.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK iht
Beroepen te Ossendrecht-HoogerlL 1
de (toez.): H. Hoekstra (geestelijk
zorger Den Ooiman) te Doetinchei
jt vc
Iciei
Aangenomen naar Barchem: dr emd
Bloemendaal te Apeldoorn. ti di
gels
GEREF. KERKEN de
- ge
Bedankt voor Sassenheim: H. M. Ure f
ksen te Ede. ilt g
rstor
Dee
GEREF. KERKEN VRIJG.
rinck te Dordrecht.
Pedro Arrupe
Beroepen te Enschede Noord (twei,
beroep): M. J. C. Blok te Waqjnji
huizen.
nt<
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen^ te Randburg (ZA): C. in
Bedankt voor Kruinlngen: J.
Haaren te Amersfoort: voor Em
loord: D. Rietdijk te Vlaardingei^
rden
1 geli
vrou
derw
l var.
De generaal der jezuïeten, pater
dro Arrupe. heeft alle religieuzenfzJJ*
geroepen tot een sober leven
spaarzaamheid en tevredeneheld. B
is de grootste dienst die zij de raL
heid op het ogenblik kunnen J?ar.r
wijzen. fc*
>rd. 1
Volgens Arrupe kan het voorbe stel
van een sober leven de voorwaar gerei
brengen voor de totstandkoming turen
de vrede In de wereld. Want daan
is nodig, zo zegt hij, dat eerst hon af vlo
ondervoeding en onderdrukking Wijs
dwijnen. trefl
ogei
ast b
Om deze nieuwe levensstijl te kur^t kt
ontwikkelen is het volgens An^t I
noodzakelijk het gevoel voor solid- 0ök
teit onder de mensen te verster) te n
sorgai
Hij wijst er op dat rond het
len de
tweeduizend de wereldbevolkirft va
miljard zielen zal tellen. Wanne<^™"
huidige verhoudingen niet wijzflfl
dan zullen van die 6 miljard me?l!W
er 5 miljard niet volwaardig als ri i
kunnen leven. Integendeel de i4Um
tussen arm en rijk zal steeds t
worden.
Barbara Ward
De Britse wetenschapsfilosofe B^
ra Ward heeft in de Lambethci
rentie, die op 13 augustus eir
gezegd dat er een volstrekte orr
nodig is in-het economisch dei
om een chaos te verhinderen.^
economische vooruitgangsgelc
ten einde. De mensheid streeft fl
gelijke rechten en gerechtigheid
dus mevrouw Ward. Haar gehot
.stond uit 450 anglicaanse j
schoppen.