Harvey Cox in de bergen en weer thuis Agatha Christie en een preek 0 Johannes is heel lang .gebleven' VANDAAG VOORBUGANGEI nd< X ZATERDAG 5 AUGUSTUS 1978 KERK TROUW/KWARTET door dr. R. Kranenborg Het kon niet uitblijven dat er een theologische reactie zou komen op wat we zijn gaan noemen „de oosterse renaissance (de golf van oosterse invloeden en stromingen die over het westen spoelt). Het lag voor de hand dat een dergelijke theologische reactie het eerst uit Amerika zou komen, omdat de oosterse invloeden er langer en sterker aanwezig zijn dan in West Europa. Het was te verwachten dat Harvey Cox zich als één der eerste protestantse theologen er grondig aan zou wagen In vorige boeken als „De stad van mens" en „Het narrenfeest" liet hij al zien dat het actuele door hem voortref felijk verwoord kan worden, in zijn nieuwe boek „Oostwaarts" (Turning east) ontdekken we zijn kwaliteiten opnieuw. Het is een fascinerend en af en toe spannend boek. Cox is niet tevreden met een zorgvuldige bestudering van oude heilige boeken of van de ge schiedenis en de achtergronden van de bewegingen die hier optreden, nee. hem Interesseren vooral de mensen en de ontmoetingen met hen. En hij nodigt hen niet uit oni op zijn stu deerkamer eens te komen praten, maar hij zoekt hen op en doet met hen mee. Hij gaat naar de droge woes tijnachtige bergen van Mexico en neemt er de beroemde ..indianen- drug". de peyote. De beschrijving van dit gebeuren is magnifiek. Hij beoe fent xen, zit vele uren naar de kale muur te staren, levert een heftig ge vecht met zijn koan ..wat is het geluid van een klappende hand", en be zwijkt bijna in deze strijd. Hij wil zo ver mogelijk mee gaan en dat bete kent dat hij alles doet wat aanhan gers van de bewegingen ook doen. Door zo bezig te zijn wil hij voorko men dat hij als afstandelijke buiten staander de zaak gemakkelijk beoor deelt Hij wil proberen van binnenuit te zien wat goed is en niet goed is. Hij wil aan den lijve ervaren wat de men sen zo aantrekt in dit soort oosterse stromingen. Meditatie Wat zijn de resultaten van deze oost waarts gerichte reis? Te veel om op te noemen. Harvey Cox constateert dat de meeste volgelingen de uiteindelij ke bedoeling van hun goeroes niet wezenlijk begrijpen, maar dat ze op zoek zijn naar zaken als gemeen schap of vriendschap, naar directe ervaringen, naar autoriteit. Cox ziet dank zij een bezoek aan een Joodse gemeente vele punten van overeen komst tussen de sabbat-viering en de meditatie (waarbij ik me wel afvraag of de sabbat ooit zo beleefd werd als 'Cox dat afschildert). Erg boeiend vond ik het hoofdstuk ..De vijver van Narcissus", waarin hij zeer behartenswaardige dingen zegt over psychologie en meditatie, psy chologie en oosterse religies. De me ditatie wordt bijv. omgevormd tot een soort therapie, tot meditatie hele maal niet om deze dingen gaat (ze treden hoogstens als prettig bijver schijnsel op). Veel oosterse meditatie helpt, aldus Cox. een mens misschien wel om door de moeilijkheden heen te komen, maar het isoleert de mens innerlijk van zijn problemen en van het lijden en maakt het hem onmoge lijk om uit het lijden iets positiefs te maken of om door de moeilijkheden te groeien. De oosterse meditatie spiegelt de mens een zuiver pro bleemloos Zelf voor. maar bestaat dat wel? Maakt deze visie de mens niet afgesloten voor veel wat er om hen heen gebeurt en wordt de mens niet egocentrisch? Waar is de open heid? Waar de opoffering? Waar het verrassende dat van buiten af het menselijk bestaan openbreekt? Heeft het evangelie wat dit betreft niet een duidelijk andere visie op de mens? Inderdaad, en dat toont Cox dan ook helder aan. ieder geval zullen we zo nooit het oosten echt verstaan of ontmoeten. Erg zwak Vraatzucht In een ander hoofdstuk „Verlichting per Ticketron" neemt Cox de Ameri kaanse (en dus westerse) consumptie maatschappij op de korrel. Tegen woordig ligt ons verlangen niet meer in het hebben van grote auto's en huizen. Tegenwoordig is de consump tie het zoeken naar ervaringen. Je moet alles geprobeerd hebben, stel je voor dat je iets mist! „Een vraatzucht naar ervaringen" leeft er. in de ooster se religie vinden we „een nieuw soort snoepjes". Deze consumptiedrang verminkt de oosterse religies, pakt ze in. en ver koopt ze op de spirituele supermarkt met pakkende reclameteksten (men denke aan TM. transcendente medi tatie). Het worden „zelfveredelings- secten" zegt Cox. We leven nu onder de druk van „de gulzigheid van de geest" en die is gevaarlijker dan de materiële hebzucht van vroeger. In Ik zou veel meer aan willen halen, want Cox zegt behartenswaardige en fascinerende dingen. Hij analyseert scherp en ontmaskert veel modieuze schijn. En die kritiek is duidelijk zijn sterkste punt. Want na het vele goede dat ik tien hoofdstukken lang gelezen had. viel het elfde en laatste mij erg tegen. Je zou in een laatste hoofdstuk mo gen verwachten dat hij na alle scher pe analyses duidelijk zou maken hoe de kerk met deze oosterse renaissan ce aan moet. Hij deed zoiets al steeds in de vorige hoofdstukken. Maar dat laatste gedeelte is zo zwak en zo wei nig geprononceerd en zo algemeen dat het het idee wekt eraan geplakt te zijn. Het zou best het slothoofdstuk van een heel ander boek kunnen zijn. Ja. hij spreekt over sangha in plaats van gemeente, en de leer van Christus noemt hij dharma, een goede vriend die ook een steun is in het geloven noemt hij kalyanimitra en iemand die veel voor je ontwikkeling bete kent heeft is een goeroe. Maar, het gebruik van deze boeddhistische ter men klinkt in dit hoofdstuk te gewild, te modieus Cox komt weer uit bij Bonhoeffer. Martin Luther King. Simone Weil en anderen en daar is niets op tegen, dat is goed gezelschap, daar niet van, maar heeft hij dan niets geleerd van het oosten? Is het dan toch een ego trip geweest en is ook in dit opzicht het spreekwoord waar dat oost west thuis het beste is? Na zijn reis komt Cox weer thuis, en er is niets veran derd. alles staat nog op zijn plaats en hij neemt de draad weer gewoon op als was er niets gebeurd. Ja. de reis was indrukwekkend en de ervaringen Harvey Cox waren enorm, maar is het niet enkel een leuke vakantie van de geest ge weest en dit boek niet meer dan een mooie diareportage? Maar nu moet je weer gewoon doen en verder gaan. Jammer dat dit laatste hoofdstuk voor mijn gevoel zo tekort doet aan het geheel van dit boek. Maar goed, die andere tien hoofd stukken waren bijzonder boeiend. Ze bevatten analyses en uitspraken die door dr. C. Rijnsdorp De onbevangen en aandachtige bijbellezer wordt bij het vierde evangelie getroffen door twee dingen. In de eerste plaats natuurlijk door het sterk geestelijke, spirituele karak ter van Johannes' verhaal. Woorden als waarheid, licht, leven, zijn niet van de lucht, evenmin als hun tegenstellingen leugen, duisternis, oordeel. Dit verleent aan het evangelie in kwestie een bijzonder colorlet, een Johannes Vermeer-achtige belich ting van een unieke sereniteit. Aan de andere kant wordt men ge troffen door een aantal kleine, opval lend concrete trekjes; aanduidingen van plaats maar vooral van tijd. De volgende dag. de derde dag. niet vele dagen, na twee dagen, na acht dagen, zes dagen voor het Pascha, het was nacht, genezen op het zevende uur en dan vooral Johannes 1 vers 40: ..het was omstreeks het tiende uur". Johannes schreef dit evangelie als een bejaard man. Voor mijzelf, buiten de kerkelijke sfeer, durf ik zijn ge schrift wel eens te karakteriseren als blijk gevend van een gesublimeerde seniliteit. Het is volstrekt niet met elkaar in tegenspraak, wanneer de oude man duidelijke herinneringen heeft aan plaats en uur van wat hij zo lang geleden heeft meegemaakt, ter wijl aan de ander kant door de grote tijdsafstand de herinnering een soort droomkarakter verkrijgt. Het verle den is transparant geworden. De eeu wigheidsbetekenis van wat Jezus heeft gezegd en gedaan schemert door al het concrete en historische heen. Het ls half vanuit de hemel geschreven. In de hemel De proloog begint dan ook in de he mel. En dan bespeurt men allereerst op de hele aarde maar één man. de grootste van de uit vrouwen gebore nen: ..Er trad een mens op. van God gezonden, wiens naam was Johan nes" (1:6). Rondom deze man gaat het beginnen. Alles van heel ver gezien, zowel vanuit de hemel als vanuit de tijd. Maar bijna onnatuurlijk helder en schero van contouren, voorts ook geplaatst in de aardse tijd en geogra fisch bepaald: te Bethanië en de eer ste ontmoeting van de twee discipe len geschiedt op het tiende uur. De onbevangen lezer, die ik hier heb geïntroduceerd, mag zich verrijkt we ten met een studie van het vierde evangelie, bestemd voor niet-theolo- gen. maar geheel gebaseerd op theo- logisch-wetenschappelijke studie. Niet over het evangelie in kwestie. De auteurs, respectievelijk M. de Jonge en H. M. J. van Duyne, zijn er in gekropen. Ze hebben een deur achter zich gesloten en bepalen zich tot wat' zij in het evangelie aantreffen. Hun boek, getiteld Taal en Taken, Ont moetingen met Jezus in het evangelie van Johannes (Uitgeverij G. F. Cal- lenbach bv, Nijkerk, 152 blz. 24.50) brengt van hun „close reading" (scru puleus-nauwkeurig lezen) verslag uit. Na een Voorwoord houden de auteurs zich in acht hoofdstukken bezig met „Een bijzondere belichting van Je zus", vervolgens in zeven hoofdstuk ken met „Typische ontmoetingen met Jezus", waarop nog een Naschrift en een Register volgen. Geen noten Het notenapparaat, voorkomend in het oorspronkelijke werk van prof. De Jonge, „Jesus, Stranger from Hea ven and Son of God", is in de Neder landse bewerking achterwege gela ten. In een wetenschappelijk werk vormen de noten de in het verlengde van de eetzaal aangebouwde keuken, waar men de toebereiding kan mee maken. Zij het dan van de afstand. die de officiële tekst van het betoog van de kleine lettertjes der Aanteke ningen scheidt. Dat de noten in deze uitgave ontbreken, lijkt me geen en kel bezwaar voor studiekringen en zelfs niet voor predikanten. Er be hoeft geen wetenschappelijkheid be wezen te worden, nu het boek zich streng tot het evangelie zelf bepaalt en verwijzingen naar elders schaars zijn. Brieven De auteurs betrekken ook de herder lijke (pastorale) brieven van Johan nes in hun onderzoek. Dit ligt voor de hand, omdat in de eerste plaats Jo hannes "zijn evangelie voor hem be kende gemeenten schreef, en de brie ven, op latere tijdstippen verzonden, ingaan op reacties en misverstanden die in de gemeenten naar aanleiding van Johannes' prediking en evange- lièschrijving zijn onstaan. Stijl en woordkeus van de brieven zijn dan ook zo duidelijk en uniek Johan- neïsch van karakter, dat ze als aan hangsels kunnen worden opgevat. Het komt erop neer, dat het bovenwe relds karakter van Jezus' persoon en prediking door sommigen werd over- In mijn vakantie heb ik gelezen en ben ik ter kerke geweest Ik zal niet bf weren dat dit opzienbarende yerrichtingen zijn. maar ze leveren de stof voor mijn overdenking van hedenmorgen. Mijn lectuur bestond uit een zending van uitgeverij Sljthoff te Alphen aan den Rijn. waarbij zich twee herdrukken van Agatha Christie bevonden- ..Dood van een huistiran" en „Moord op de Nijl". Twee verhalen met Poirot als speurder, veertig Jaar geleden geschreven en nog altijd heerlijk om te lezen en opnieuw te lezen Aangezien ik al meermalen gemeld heb dat Agatha Christie mij veel vreugde bereidt en de firm3 8ljthoff ook. door elke nieuwe druk in een fraaier ogend omslag te steken, ga (k daar nu niet verder op door. Wat met bij 't lezen ditmaal trof. was door A. J. Klei Onze adressen: AMSTERDAM: Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM. DORDRECHT: Postbus 948 Westblaak 4. Rotterdam Tel. 010-115588 MRed.) Schiedamsevest 52 Tel 010-115700 (adv.) DEN HAAODEIDEN Postbus 101 Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE ORONINGEN Postbus 3 Melkmarkt 56 Zwolle Tel. 05200-17030. de volstrekt koloniale sfeer in deze boeken. Het is verrukkelijk die sfeer te proeven op veilige afstand, maar Intussen kon je destijds toch maar straffeloos sjieke Nijl-reizigers als attractie het bezichtigen van tnbóoriingendorpen aanbieden, en de galante Poirot verjaagt ten gerieve van een sympathieke dame een aantal bedelende kindertjes, die in de conversatie beschouwd worden als hinderlijke insecten: zitje net rustig en daar heb je ze weer.. Met grote vanzelfsprekendheid lieten bevoorrechte lieden zich hun voorrechten aanleunen Dat was heus niet typisch Engels, dat vond Je overal in de vooroorlogse wereld, ook bi) gelovige mensen. Trouwens, onze Poirot heeft het nogal eens over: ie bon Dieu. Een kenmerkend voorbeeld van de vanzelfsprekendheid, waarmee bestaande verhoudingen genomen werden, trof ik aan in wat ml) door bevriende hand eveneens ais vakantieiectuur werd aangereikt: de ingebonden jaargang 1936 van het eens in „onze" kring zo roemruchte tijdschrift ..Moeder", waarin professor Waterink onze ouders leerde, hoe zij handelen moesten. Deze Jaargang doorbladerend, stuitte ik op de tekening, die hierbij wordt afgedrukt Hé. dacht ik. deden ze toen al aan milieubescherming? Nee. dat deden zij bij nadere beschouwing niet. die fabriek op het plaatje moest de lezer er attent op maken dat het oppassen was bij de aanschaf van een buitenhuis (waarmee zesduizend gulden gemoeid was!) Bekijk eerst goed het uitbreidingsplan van de betrokken gemeente, luidde het advies van „Moeder", want behalve een aan je achtertuin grenzend industrieterrein zijn nog andere narigheden denkbaar, bijvoorbeeld dat je terecht komt „naast een arbeidersbuurt of wat dan ook". Heel vanzelfsprekend werd dit laatste als mogelijke ellende aangewezen. En nu kom ik tot mijn kerkgang, want tenslotte zitten we hier niet voor niks op pagina twee. Mijn wijkdominee gaf in zijn preek te kennen dat hij de toekomst van kerk en christendom niet somber inzag, want. zei hij. er zijn „tekenen van hoop". Als zo'n teken noemde hij. dat allerlei vanzelfsprekendheden wegvallen. Hij werkte dit niet uit. maar ik weet wel zeker dat deze eerwaarde onder meer hieraan dacht, dat het voor de kerk niet vanzelfsprekend is dat de huiseigenaar deugt en de kraker niet. Kijk maar naar 't rapport over het kraken van de raad van kerken. Het is ook niet (meer) vanzelfsprekend dat blanken de baas zijn over „inlanders", dat arbeidersbuurten een ellende betekenen, dat calvinisten lieverds en marxisten booswichten zijnom maar het een en ander op te sommen. Het aardige, en daarom een teken van hoop, is dat de kerk bij het neerhalen van vanzelfsprekendheden niet bedremmeld achteraan sjokt, maar vaak voorop gaat. Wat dit betreft is het geen wonder dat er veel gefoeterd wordt op de wereldraad van kerken en dat er schampere opmerkingen te vernemen zijn over rapporten van de raad van kerken. Een mens klemt zich gauw vast aan vertrouwde vanzelfsprekendheden en dan is 't niet leuk als de kerk je niet dékt. Het evangelie is niet naar de mens. akkoord, maar we hebben toch wel gTaag dat de kerkelijke bedrijvigheid een beetje in ons straatje past. Intussen maak ik me bewust dat ze me van Sljthoff geen speurderremans sturen om die te laten fungeren als kapstok voor een stichtelijke overpeinzing. Ik haast me derhalve te berichten, dat ik behalve de twee genoemde (en geprezen) Christies ook ontving: „Onschuldig veroordeeld?" van Patricia Wentworth. Deze schrijfster, van wie onze krant een verhaal als feuilleton heeft gehad, was een tijdgenote van Christie. Haar miss Silver is wat in de schaduw gebleven van Christies miss Marple. de plots van Wentworth zijn dan ook minder spitsvondig dan die van Christie, maar de boeken van Patricia Wentworth bergen toch meer dan voldoende elementen in zich van zo'n onvervalste detective, zoals die bij voorkeur in het brein van Engelse dames ontstaan, om blij te^ijn dat' naast de steeds herdrukte Christies nu ook Wentworths te krijgen zijn voor 12.50 per stuk. Droef is echter, dat op het omslag elk gegeven omtrent de auteur ontbreekt en nóg droever is dat ze bij Sijthoff zich geen zier aantrekken van mijn aanmerkingen daarop. je lang bezighouden. En een boek dat je regelmatig aan het denken zet en dat bovendien geweldig vlot geschre ven (en vertaald!) is. zodat je je geen moment verveelt, wel. zulke boeken zijn er niet veel. Een ervaring om het te lezen! En dus een echt westers boek. Maar wel goed. Dr. R. Kranenborg, gereformeerd predikant te Amsterdam, bespreekt: „Oostwaarts" door Harvey Cox, uitg. Ambo, Baarn; prijs 24,50. DE KOE VAN DONS In de vakantie houd ik me graag bezig met dorpsverhalen. Ik dommel dan werkelijk onder in de kleine plaatselijke problematiek van hai en hof. Even zijn de steden ver weg alleen om toeristisch te bezoeken. buitenman is het. Met zijn kleine drama's en zijn gebe-irlijkheden die zich binnen de straal van hoogstens een kilometer afspelen. Ik trek mij terug in de zandbak van het dorp. Ei daarin heb ik me door Cyriel Buysse het verhaal van de koe van Dons laten vertellen. Hij ls me anders een verteller! Hij passeert telkens opnieuw de kalveren op de deel niet zonder opgemerkt te hebben dat ze zich opgewekt ontlasten. Maar goed, waar gaat het om? In alle vroegte rj constateert boer Dons datz'n enige (f, melkkoe weg ls. Het touw is doorgesneden en er ls dus sprake vaa diefstal. Iedereen komt zich van de >E situatie op de hoogte stelllen. Onder» hen ook de burgemeester en de J wethouder. De eerste ls een snel 'e aangedaan man en hij belooft Dons ar. een „omhaling" in het dorp te zullen jm houden voor een nieuwe koe, als de _0 oude niet binnen drie dagen terugkeert. Dons gaat zelfs nog op d< beestenmarkt kijken, maar de koe en blijft weg. Totdat ze 's avonds geschuur tegen de luiken horen. En J°r ja, Blesse is terug. Wat nu? Dons en 'n zijn vrouw waren al met het verlies m van Blesse verzoend in de hoop dat ^a, de „omhaling" van de burgemeester- meer dan de waarde van een koe bijeen zou brengen. Snel werd een e besluit genomen en bij een familieli<rr° werd Blesse schuil gehouden. Om heRf verhaal kort te maken: de burgemeester haalt niets op en steltr1^ in persoonlijke bewogenheid Dons r".® vijftig franks ter hand. Ja, en dan jp€ moet de koe natuurlijk terug komedp* Er blijft een spreekwoord van over. Als iets hopeloos lij kt wijst men elkaar op de koe van Dons die zo ineens en onder verdachte Fe omstandigheden te'tug was. Soms hds denk ik ook bij heel wat tragisch pst» voorgedragen verhalen aan de koe van Dons. Alleen, sommigen zijn ba hardnekkiger dan Dons en houden dr koe ook na de gift ergens verscholen 0i Tekening van Mart Kempers bij Johannes 6 vers 23 (uit de zgn. Mart Kempers-bijbel van het Nederlands bijbelge- nootschap). trokken ten nadele van zijn echte menselijkheid. Men moet de aandui dingen van tijd en plaats in het vierde evangelie dan ook zien als liggend in het verlengde van het even sterke accent dat op Jezus' waarachtig menszijn wordt gelegd. Gesublimeerde seniliteit, ja, maar dat sublieme komt van de Geest van daan. En de misvatting dat Johannes niet zou sterven, neemt niet weg dat hij heel lang „gebleven" is en mede daardoor ook ook gekregen heeft voor „het blijvende", waarover hij herhaaldelijk spreekt. Ook hiervoor hebben de auteurs volledig oog. Beroepingswerk NED. HERV. KERK iht Beroepen te Ossendrecht-HoogerlL 1 de (toez.): H. Hoekstra (geestelijk zorger Den Ooiman) te Doetinchei jt vc Iciei Aangenomen naar Barchem: dr emd Bloemendaal te Apeldoorn. ti di gels GEREF. KERKEN de - ge Bedankt voor Sassenheim: H. M. Ure f ksen te Ede. ilt g rstor Dee GEREF. KERKEN VRIJG. rinck te Dordrecht. Pedro Arrupe Beroepen te Enschede Noord (twei, beroep): M. J. C. Blok te Waqjnji huizen. nt< GEREF. GEMEENTEN Beroepen^ te Randburg (ZA): C. in Bedankt voor Kruinlngen: J. Haaren te Amersfoort: voor Em loord: D. Rietdijk te Vlaardingei^ rden 1 geli vrou derw l var. De generaal der jezuïeten, pater dro Arrupe. heeft alle religieuzenfzJJ* geroepen tot een sober leven spaarzaamheid en tevredeneheld. B is de grootste dienst die zij de raL heid op het ogenblik kunnen J?ar.r wijzen. fc* >rd. 1 Volgens Arrupe kan het voorbe stel van een sober leven de voorwaar gerei brengen voor de totstandkoming turen de vrede In de wereld. Want daan is nodig, zo zegt hij, dat eerst hon af vlo ondervoeding en onderdrukking Wijs dwijnen. trefl ogei ast b Om deze nieuwe levensstijl te kur^t kt ontwikkelen is het volgens An^t I noodzakelijk het gevoel voor solid- 0ök teit onder de mensen te verster) te n sorgai Hij wijst er op dat rond het len de tweeduizend de wereldbevolkirft va miljard zielen zal tellen. Wanne<^™" huidige verhoudingen niet wijzflfl dan zullen van die 6 miljard me?l!W er 5 miljard niet volwaardig als ri i kunnen leven. Integendeel de i4Um tussen arm en rijk zal steeds t worden. Barbara Ward De Britse wetenschapsfilosofe B^ ra Ward heeft in de Lambethci rentie, die op 13 augustus eir gezegd dat er een volstrekte orr nodig is in-het economisch dei om een chaos te verhinderen.^ economische vooruitgangsgelc ten einde. De mensheid streeft fl gelijke rechten en gerechtigheid dus mevrouw Ward. Haar gehot .stond uit 450 anglicaanse j schoppen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 2