Dorp tegen hoogspanningsmast jDver degelijke kostuums en een vreemde vakantie De super-chip komt over ons k Wetenschap en techniek n Bestrijd zeven jaar strijd? $599 $899 $1198 TATERDAG 5 AUGUSTUS 1978 BINNENLAND TROUW/KWARTET T1 t Vrees voor veel slachtoffers onder de vogels door Hans Schmit ROSSUM Aan de noordzij de van de Waal, ter hoogte van het vriendelijke dorp Rossum, rijst een bijna hon derd meter hoge mast voor een hoogspanningsleiding op. v Het gigantische gevaarte in ®'het vlakke rivierenland staat k er nutteloos en eenzaam bij: b aan de armen van de mast geen draden en aan '°de zuidzijde, in Rossum, ont- n8 breekt een eendere mast om vide draden voor de geplande elektriciteitsverbinding tus- 3® sen Tiel en Zaltbommel aan te bevestigen. 31 Als het aan de gemeente Rossum en nf een aantal natuur- en milieuorganisa ties ligt, zal die tweede mast er nooit komen. Zij hebben vanaf het begin van de Jaren zeventig zich heftig ver zet tegen de draden die op honderd meter hoogte de Waal zouden moeten kruisen. De strijd werd uitgevochten tot aan de Raad van State en nu ligt dan het advies op het bureau van minister Beelaerts van Blokland (volkshuisvesting en ruimtelijke or dening). Te verwachten is dat binnen kort een definitieve beslissing valt en na Zeven jaar strijd de knoop wordt doorgehakt: wel of geen hoógspan- ningsleiding over de Waal bij -—-Rossum. De oorzaak van het verzet en de daar uit voortgekomen (soms wat felle) strijd tussen de provinciale elektrici teitsmaatschappij (PGEM) en het Gelders provinciaal bestuur enerzijds en de gemeente Rossum en een aan tal milieuorganisaties anderzijds, ligt even ten westen van Rossum en heet de Kil van Hurwenen. In 1973 werd de Kil door CRM aangewezen als staats- natuurreservaat, onder meer omdat het gebied (een oude, afgesneden Waalbocht) zich ruim drie eeuwen ongestoord heeft ontwikkeld en in die tijd zowel nationaal als internatio naal „van uitzonderlijke waarde" is geworden. Hoewel de Kil van Hurwenen wat plantenrijkdom en waterleven de kwalificatie „van uitzonderlijke waarde" zonder meer verdient, is de Kil toch vooral befaamd om de vogel rijkdom. Er broeden meer dan hon derdvijftig verschillende soorten, waaronder (een kleine greep) kemp haan, tureluur, roerdomp, woudaap je, diverse rietzangers en de bruine kiekendief. Bedreiging Voor die grote aantallen vogels van zeer uiteenlopende pluimage zullen de zware kabels, die de Waal op hon derd meter moeten kruisen, een ern stige bedreiging vormen. Dagelijks, vooral in de ochtend- en avondsche mering, trekken de vogels van hun rustgebied naar hun voedselgebied en omgekeerd, waarbij dan de hoog spanningsleiding moet worden ge passeerd. Gevreesd wordt dat de dra den veel slachtoffers zullen eisen, vooral in de wintermaanden wanneer in de Kil van Hurwenen ook nog eens drieduizend ganzen slapen die zijn aangewezen op aan de andere kant van de leiding liggende voedselge- bieden. Buiten de dagelijkse trek is er nog de seizoentrek in het voor- en najaar. Die trek verloopt volgens vaste ba nen en, het laat zich raden, de gepro jecteerde hoogspanningsleiding kruist één van de belangrijkste trek- banen voor vogels in het rivierenge bied. De leiding zal er in verband met de stroomvoorziening in de Bommeler- waard moeten komen, dat trekt nie mand in twijfel, zodat de zaak zich toespitst op de vraag hoe de gevaren coor de vogels kunnen worden wegge nomen. De PGEM heeft een aantal suggesties gedaan, zoals het aanbren gen van gekleurde bollen of reflecte rende stippen, maar deze hebben in de schemering en in het donker geen ïffect. Een voorstel om in het donker de draden met schijnwerpers te ver achten, stuitte op bezwaren van de (Ui Roven: de uiterwaarden langs de Waal ter hoogte van Rossum. Op de foto onder hetzelfde plekje vanaf grotere afstand gefotografeerd, nadat de bijna honderd meter hoge mast gereed is gekomen. Foto Nederlandse Vereniging tot bescherming van vogels. scheepvaart. Er is eenter een aldoen- de oplossing voor handen: de gevaren ae oplossing voor handen: de gevaren kunnen worden weggenomen door de r\nOOP NU SP06UlQ kabels niet óver de Waal maar ónder de Waal te laten lopen. Alleen: dat QOOrQGnSKt PI3 kost extra geld. Vandaar de jarenlan- De kosten Over de kosten is veel te doen ge weest. waarbij de ramingen sterk uit eenliepen. Dat komt door een moge lijke verlegging van de Waalbocht, waardoor de PGEM uitgaat van on derkabeling over een langere afstand, zodat de kabel reeds onder de grond ligt waar in de toekomst mogelijk de afsnijding komt. De kosten kunnen dan oplopen tot vijftien miljoen ex tra. Die verlegging kan volgens de voorstanders van onderkabeling ech ter wel worden vergeten: volgens Rijkswaterstaat is er de eerste tien jaar geen uitvoering van dat plan te verwachten en gezien de bezuinigin gen die in het kader van Bestek '81 moeten worden toegepast op vooral de natte waterstaat, is die bochtver legging naar een wel heel verre toe komst geschoven. In de recente ruil verkaveling Avezaath-Ophemert wordt dan ook geen rekening meer met de verlegging gehouden. De ex tra kosten van de onderkabeling zijn, wanneer geen rekening wordt gehou den met de Waalbochtverlegging, on geveer vijf tot zeven miljoen gulden een gering aandeel in het totale investeringspakket van een elektrici teitsmaatschappij. Bezwaren De gemeente Rossum werd in 1973 met de zaak geconfronteerd, toen de PGEM een bouwvergunning aan vroeg voor de tweede honderd meter hoge mast. Burgemeester P. H. Pols van Rossum: „Wij vonden de zaak direct zo belangrijk dat we de bouw van de mast in het bestemmingsplan hebben opgenomen. Dat betekent dat iedereen zijn bezwaren kenbaar kan maken en dat de behandeling openbaar Is" Die bezwaren kwamen in grote aan tallen: veel van de bijna drieduizend inwoners van Rossum schaarden zich achter de bezwaren tegen de mast en de gemeenteraad van het dorp aan de Waal schrapte de mast uit het be stemmingsplan. Maar het provinciaal bestuur accepteerde dit niet en ont hield zijn goedkeuring aan het plan voor wat de mast betreft. Burgemees ter Pols tekent als Dikant detail hier bij aan dat de commissaris van de koningin in Gelderland, mr. Geertse- ma, ook president-commissaris van de PGEM is. Rossum en de actiegroe pen stapten daarop naar de Raad van State, die nu zijn (nog geheime) ad vies aan minister Beelaerts van Blok land heeft uitgebracht. Het verzet tegen de mast en de lei ding is Rossum niet door iedereen in dank afgenomen: Rossum werd een dwarsligger genoemd, die ook nog eens de stroomvoorziening van de Bommelerwaard in gevaar zou bren gen. Burgemeester Pols: „Wij hebben steeds in het achterhoofd gehad dat bij onze actie de stroomvoorziening niet in het geding mocht komen. De PGEM heeft beweerd dat er gevaar voor de stroomvoorziening' zou zijn, maar dat is stemmingmakerij ge weest, omdat bleek dat de elektrici teitslevering voorlopig niet op de tocht zal komen te staan. Inmiddels krijgt de gemeente Rossum wel wat meer begrip. Andere gemeenten die ja tegen de masten zeiden en Rossum een dwarsligger noemden, delen nu ons standpunt". Waarden Dat lange verzet tegen een schakel in een hoogspanningsleiding van een kleine gemeente als Rossum is op merkelijk: er gaat veel tijd in zitten voor een niet zo grote ambtelijke staf; zo'n gemeente haalt zich nogal wat op de hals. Burgemeester Pols over het waarom van het verzet tegen de mast: „In 1973 heeft de toenmalige staatssecre taris van CRM de Kil van Hurwenen als staatsnatuurreservaat aangewe zen. Dat gebied is van een dergelijke waarde dat het behouden moet blij ven. En omdat de Kil vari Hiirwenen binnen de gemeentegrenzen van Ros sum ligt. heb je als gemeente een verantwoordelijkheid voor dat ge bied. Wij. de raad en het college, nemen die verantwoordelijkheid zwaar en vinden dat het staatsna tuurreservaat ons de verplichting geeft te zorgen dat het behouden blijft. Eén van de belangrijkste waar den van het gebied is de vogelstand en wij kunnen niet toestaan dat hon derden van die vogels zich zullen doodvliegen. Daar was iedereen in het college en in de raad het mee eens. We staan nog steeds vol overtui ging achter die beslissing. Natuurlijk beseffen we dat de aanleg van onder grondse kabels meer geld kost. Maar zou CRM daar geen bijdrage aan kun nen leveren?" In december vorig jaar, toen de zaak voor de Raad van State werd behan deld, hield burgemeester Pols na mens zijn gemeente de Raad voor dat de extra kosten voor een ondergrond se leiding het niet kunnen rechtvaar digen dat het regeringsbeleid ten aanzien van natuurbescherming wordt doorkruist. Niet de kosten, maar de politieke wil zal uiteindelijk bepalen welke beslissing zal worden genomen, aldus burgemeester Pols tegen de Raad van State. Of die poli tieke wil sterk genoeg zal zijn om de hoogspanningsleiding naar de bodem te verwijzen, weet de burgemeester van Rossum niet. De heer Pols heeft „een zeker optimisme, maar meer ook niet". A. Thijs door J. G. E 3^en warme zomeravond aan de buis. Acht uur: de nieuwslezer van het Journaal heeft vandaag weinig op- -pekkends mee te delen maar hij zit er opvallend luchtig bij: open hemd, korte mouwen. Stropdas en colbertjasje zijn zover het scherm de plik doet reiken, nergens te be- ennen. ;elfde warme zomeravond, een uurtje later, wee Brandpunt-redacteuren, afwisselend in iet beeld, zien er uit om door een ringetje te alen. Overhemden zijn tot en met de bovenste noopjes keurig gesloten, stropdassen en col- lertjes zitten precies zoals het betaamt. Hoe edden ze dat bij deze temperatuur, vraag Je je (erbaasd af en vervolgens bepeins je hoe ferrassend de wereld in elkaar kan zitten, pant eerder had je het andersom verwacht: de man van het Journaal keurig in het pak, de reel beweeglijker jongens die achter de actua liteiten aanjagen losjes en alternatief gekleed. "Itesnoods in de korte broek. Maar Je kunt Je ilijkbaar vergissen, het kan in deze komkom mertijd ook in Hilversum en Bussum verkeren. Een etmaal later is de warmte allerminst gewe ken, maar de man van het Journaal biedt vreemd genoeg weer de lang vertrouwde aan blik: hij is in een compleet, goed zittend kos tuum gehuld met alles erop en eraan. Je zoekt naar een verklaring, maar voordat Je iets wat daarop lijkt hebt kunnen verzinnen is er nieuw leven op het inmiddels door de TROS beheer de scherm: Wiegel is in het beeld. De man die in deze komkommertijd over meer dan tien de partementen moet waken komt, zoals meestal, wat plechtig en gewichtig over. En jawel hoor, ook hij trotseert de warmte in een aan alle voorschriften voldoend kostuum. 'Overleg' Even heb Je met de zwaar geklede minister te doen. maar al spoedig stel je vast dat het toch niet onbillijk is dat ook op dit punt de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. En bo vendien heb Je iets tegen Wiegel. Heeft die niet twee dagen tevoren in een radiogesprek (waar in hij luchtigjes meedeelde dat hij het redelijk vond dat ook de ambtenaren met „een pietsje minder" genoegen moeten nemen) herhaalde lijk de woorden „open overleg" gebruikt, een term die hij zelf omschreef als „overleg waar van de uitkomst niet van te voren vaststaat"? Alsof er ooit een overleg zou kunnen bestaan dat niet „open" is, waarvan de uitkomst wél van te voren vast zou liggen. Wie zoiets de naam „overleg" waardig keurt, zit er vies naast! Deze overpeinzingen komen tot stand in een komkommertijd die, dat is wel zeker, in om vang en intensiteit veel van zijn voorgangers al geslagen heeft. Hoe ver je je gedachten ook terug laat dwalen, een stilte en een leegte als er deze zomerweken heersten kun je je niet voor de geest halen. Bij dit klein historisch onder zoek kunnen de gedachten belanden bij wat wellicht de merkwaardigste komkommertijd van deze eeuw geweest is: de zomer van 1940. De meidagen waren net goed en wel achter de rug, maar waarschijnlijk niemand had de ver bijsterende gebeurtenissen nog echt verwerkt. Het was de tijd waarover het illegale Trouw in een van zijn eerste nummers schreef dat „ie dereen het zowat had over de correctheid van de Duitschers". Dr H. M. Hirschfeld (de toen malige secretaris-generaal van economische zaken) schreef over die zomer: „Een sfeer van wantrouwen omtrent de bedoelingen van de bezetter kwam alras tot ontwikkeling. Dit wan trouwen zouden we weldra op elk gebied te zien krijgen." Maar voorlopig zaten heel wat mensen nog met onzekerheden en vragen. Bij voorbeeld deze: hoe moet onze houding zijn tegenover de nieu we heersers? De kroniekschrijver van een van de gereformeerde kerkbodes mijmerde in een stukje, dat in de zomer van 1940 afgedrukt werd (wat Jammer dat veel knipsels bewaard worden zonder dat er de Juiste datum op staat) over de vakantie, die voor veel kinderen en ook voor veel ouderen na alle doorstane angsten, spanningen en zelfs bombardementen nodiger was dan ooit. Diep Maar het is een vreemde vacantie. stelde de schrijver vast. want steeds is er die verduiste rende wolk van onvrijheid aan de horizon. „En als we 't een ogenblik zouden vergeten dan zorgt de bezettende macht er wel voor dat we 't in herinnering houden. De verordeningen waarmee men ons dagelijks overstort, doen ons de teugel gevoelen waarmee men ons brei delt. En daar zijn er die diep in ons leven ingrijpen. Waarvan het ons moeite kost ze in acht te nemen," aldus de kroniekschrijver, die toen nog ver af stond van iets wat op een verzetshouding lijkt: we kunnen en mo gen er ons niet tegen verzetten. We hebben de strijd verloren en moeten ons gedragen naar de wil van den overheerser We moeten ons hart soms het zwijgen opleggen, maar tevens bedenken dat we ook de nu over ons gestelde macht hebben te gehoorzamen." Er zou in sommige gereformeerde kringen nog heel wat af-gediscussleerd moeten worden voordat het Inzicht dat de bezettende macht weinig van doen had met wat men in bijbelse zin als „de overheid" zag wat ruimer zou door breken. De wonderlijke komkommertijd 1940 zou dan al lang voorbij zijn. door Rob Foppema „Voorlopig heeft het er alle schijn van dat Nederland behalve Philips nog slaapt, terwijl men in de landen om ons heen de revolutionaire mogelijkheden van de chips heeft onderkend en al hard aan de bel trekt." De man die zich met deze zin als wekker opwerpt is dr J. J. G. M. van Boeckel. En de „chips" zijn geen schijfjes aardappel maar plakjes elektro nica. De micro-computer komt over ons. en hij zal de structuur van de samenleving veranderen. Over het sturen van dat proces, moeten we met spoed gaan na denken betoogt Van Boeckel in het TNO-tijdschrift Project. Hoe zoiets uit de hand kan lo pen. illustreert in een andere bijdrage mr F. Kuitenbrou wer met een historisch voor beeld: het technische huwelijk tussen rijtuig en verbrandings motor. „Ook toen een minimum aan beleidsvorming. Henry Ford verkocht zijn auto's de energieverspilling, de slaapste den, de verloedering van de bin nenstad, milieu-aantasting en verkeersslachtoffers werden pas later een zorg." En dat laat zich naderhand vrij lastig corrigeren, inderdaad. De computer is bepaald niet nieuw meer. maar er is nu wel iets fundamenteels aan de hand. De ontwikkeling is voortdurend gegaan in de richting van klei nere apparaten die meer gege vens konden verwerken voor minder geld. Het begin met elektronische schakelingen die een stuk of tien onderdelen op een plakje van een paar vierkan te millimeter bevatten. Van daar ging het naar geïntegreer de circuits met duizenden on derdelen op een chip ter grootte van een flinke boordeknoop. Het kunnen er nu honderddui zenden zijn. Dat betekent méér dan het uitsparen van een hele- boer soldeerwerk en materiaal: het opent nieuwe mogelijk heden. In de vorm van rekenapparaat- Jes, horloges en laatstelijk tele- visie-spelletjes. is dat wel vrij massaal doorgedrongen. Maar intussen zijn we zo ver dat een paar van zulke chips samen een computer kunnen vormen. Geen geweldig grote natuurlijk, maar toch: zet er een toetsen bord voor, een geheugen naast en een schrijfmachine achter, en Je hebt een computer De be reikbaarheid van automatise ring wordt radicaal vergroot. En de technische ontwikkeling stuift verder. Zo hard, schrijft Van Boeckel. „dat men zich af vraagt of men op dit gebied ei genlijk nog wel vooruit kan kij ken. Het probleem waar overhe den voor gesteld worden, is: of en hoe wij de gevolgen van de micro-elektronische revolutie enigszins kunnen beheersen." Veel Die geweldige vaart hangt voor al ook samen met de economie van de super-chip. Wanneer het produktle-apparaat eenmaal goed loopt, zijn de chips niet erg duur om te maken, of er nu tien- of honderdduizend onderdelen op zitten. De grote kosten zitten in de opbouw van dat produk- tiesysteem (en de kwaliteitscon trole) en in het ontwerp van die onvoorstelbaar complexe scha keling. Die kosten moeten over een grote produktie worden uit gesmeerd om de prijs per stuk prettig te houden. Vandaar dat de opkomst van rekenapparaat- jes en digitale horloges zo snel ging en dat de concurrentie zo hard was dat maar enkele grote producenten op de been bleven. Ook voor de micro-computer chips wordt dus naar massale afzetmogelijkheden gezocht. Van Boeckel: „Er zijn bereke ningen gemaakt die zouden uit wijzen dat, wil de beschikbare produktlecapaciteit echt tot zijn recht komen, iedere wereld burger zich in 1985 het equiva lent van een bescheiden mini- computer zal moeten hebben aangeschaft." Het is inderdaad nu al mogelijk om je eigen „per soonlijke computersysteem" te kopen voor prijzen die beginnen bij die van een kleuren-tv. Maar dat zal niet gauw een massa markt worden: de meeste be langstelling komt van vakmen sen. die er kleine klusjes mee doen, hoewel er ook een hobby sector is. Maar voor de grote aantallen wordt gedacht aan nieuwighe den als de slimme wasmachine, waarin een chip de programma- schakelaar vervangt. Aan het maatschappelijk nut daarvan kan met vrucht getwijfeld wor- You can't beat the 4K system at den. Boeiender zijn misschien de contacten tussen chip- en au tofabrikanten. Het zo goed mo gelijk laten werken van een ben zinemotor is een meet- en regel probleem waar een micro-com puter goed werk aan moet kun nen doen (en bezine besparen en luchtvervuiling tegengaan^ Werk Intussen moeten we van hét zij pad van het afzetprobleem te rug naar de hoofdvraag: wat gaat er maatschappelijk gebeu ren wanneer de bereikbaarheid van automatisering radicaal wordt vergroot. Over één effect is Van Boeckel tegelijk duide lijk en onzeker. Er komen ver nieuwingen van industriële pro- duktieprocessen en dat zal min der werk betekenen. Maar „hoe groot die gevolgen zullen zijn, valt nog niet bij benaderihg te schatten". In de administratieve sector zul len omslachtige en tijdrovende kantoorwerkzaamheden wor den vereenvoudigd en ten dele geautomatiseerd. Ook dat gaat werkgelegenheid kosten. De eer ste in Frankrijk en Duitsland uitgevoerde berekeningen ko men uit op 30 tot 40 procent In deze sector voor 1990. En, o Ironie, zelfs het computer wezen zou wel eens klappen kunnen krijgen: het werk van de programmeur lijkt voor een deel door chips vervangep te gaan worden. Anderzijds zou. aldus Van Boeckel. bij een explosieve groei van het gebruik van.com- puters de ontwikkeürtg ert pro duktie van speciale program ma's „wel eens het knelpunt kunnen worden". Ik heb het gevoel dat de auteur hier de woorden „wel eens" best zou hebben mogen weglaten. Nu al is ons vermogen om compu ters te bouwen aanmerkelijk be ter ontwikkeld dan ons vermo gen, programma's te schrijven waarmee ze ook doen wat we bedoelden. Prof. Herschberg hield daar dit voorjaar iri Delft nog een klemmend betoog over („In de ban van de fout"). En zolang menselijke organisaties voor een niet onbelangrijk deel bestaan uit uitzonderingen op regels die toch al niet zo logisch in elkaar steken, is het nog maar de vraag hoe snel computers in de praktijk zullen kunnen op rukken. En het is zeker de vraag, in hoeverre zij daarin -zullen sla gen wanneer ze slechts met fris se standaardprogramma's zijn toegerust. Die menselijke factor ziet Van Boeckel overigens wel degelijk. „De noodzaak van economische groei, die leidt tot te ver doorge voerde efficiëntie, tot techno cratie en andere negatieVè soci ale gevolgen, komt in potsing met onze drang naar behoud van menselijk werk voor ieder een; menselijk werk dat maxi male ruimte laat voor persoon lijke vrijheid en eigen verbeel dingskracht. Het antwoord op deze veelomvattende probleem stelling is een zeer eerbaar ob ject voor wetenschappelijke analyse, waarin Nederlandse na tuurtalenten wel degelijk baan brekend werk zouden kunnen verrichten. Het gaat uiteindelijk otn een politieke keuze, aldus Van Boec kei. „Al verloopt de technische ontwikkeling in hoge mate ,van zelf', het zijn toch de algemene politieke overwegingen en voor oordelen, die ten grondslag lig gen aan het systeem dat deze ontwikkelingen financiert stuurt en de ruimte geeft." In dat samenspel van besluit vorming zou de overheid er vooi moeten zorgen dat „als mogelijk correctief op de technologische Innovatie die van bulten af op ons afkomt, ook de sociale inno vatie van binnenuit gestimu leerd wordt." En dat lijkt een heel boelende gedachte. Met die rol van de overheid is dr Van Boeckel misschien zo in de weer omdat hij als adviseur (ruimte vaartzaken) werkt op het direc toraat-generaal wetenschapsbe leid. ..or the step-up 16K system at ...or the tast 4K/prlnter system at

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 11