Canada, altijd levend in de schaduw van een grote buurman I PI IRJ Wintermode vraagt om wespentaille f pm het behoud van de eigen identiteit 8INSDAG 1 AUGUSTUS 1978 TROUW/KWARTET 9 •ver de brug is Canada. „Het is een vreemde overgang als je van de Verenigde Staten naar anada gaat. Je hebt het gevoel alsof je weer in Europa bent", schreef Friedrich Engels in 988. [isschien was dat toen wel zo, misschien was het oude Canada wel zo Engels, zo Frans, dat je at zo beleefde als je uit het toen al enerverende energieke Amerika (in engere zin) oordwaarts reisde. laar wij zagen de tegenstellingen let zo scherp, zelfs al kwamen we anada binnen bij één van de oude rensovergangen in het oosten, van laine naar New-Brunswick. a. er is wel verschil en er wordt idelijk verschil gevoeld door de insen zelf. Ze reageren wat scherp alles wat „Amerika" heet. Ze wil- tn anders zijn. Maar is alles wel zo iders? Niet alles, er zijn plaatsen in lanada waar je je in de Verenigde aten waant, vooral in sommige gro- steden en ook wel op het platte- ^And. 3B)e boerderijen in Ontario lijken veel p die in Michigan, de vissersplaat- en in New Brunswick verschillen liet zoveel van die in Maine. Het zijn. Ie kleinere steden die een ander, ei- en karakter hebben, vooral in de tostelijke zee-provincies, de zoge- iaamde Maritimes (New Brunswick, fova Scotia, Prince Edward Island, dfew Foundland). Een stadje als Fre- lericton, de hoofdstad van New Jrunswick, de eerste stad van Cana- la waar wij bleven en rondkijken, is neer Engels dan Amerikaans, zeer rriendelijk provinciaal met een fleur r-Jan de negentiende eeuw. En dat zien rij weer in andere stadjes, een oud- t!ngels cachet dat aangenaam idoet. Is Canada anders dan de Verenigde taten?. Wat een moeilijke vraag, laarmee zitten we midden in een idloze discussie. Over de brug is er n vraag zo dringend als naar de igen identiteit. Wat is Canada? En houdt het zich staande naast en nover zijn overmachtige lurman? tig „In tien jaren", zo schrijft Engels verder, „zal dit slaperige Canada rijp zijn voor annexatie. En ze mogen zich daartegen verzetten zoveel als ze wil len, de economische noodzaak van een injectie met Yankee-bloed zal toch doorgaan en deze belachelijke grens uitwissen. En als het zover is, zal John Buil allen maar ja en amen zeggen". Overwicht Zoals met zoveel van de profetieën van Marx en Engels, ze komen niet precies uit, maar zo gek zijn ze nu ook weer niet. Negentig jaar later is Cana da nog altijd niet geannexeerd, maar de injectie met Yankee-bloed is wel zo sterk geworden dat er over het dreigende overwicht van Amerika voortdurend gesproken wordt. En ei genlijk is dat een thema van de hele Canadese geschiedenis van het begin af: er is maar één buurman en die is zo groot dat zijn schaduw altijd en overal gevoeld wordt, als een perma nente kilte. Wat zijn 25 miljoen Canadezen tegen over 200 en meer miljoen Amerika nen? Hoe kunnen ze zich de glanzen de, verleidelijke, gemakkelijke Ame rikaanse cultuur van het lijf houden? „Wij hebben", schreef een vooraan staande Canadese denker, Qeorge Grant, „een alternatief voor ons Ca nadees zijn, wij kunnen Amerikanen worden. Als wij onze eigen nationale weg niet vinden, dan zullen wij de Amerikaanse weg moeten gaan". En hij somt dan op, wat dat voor hem betekent: Hollywood, progressief on derwijs, burgerlijkheid, grenzeloos in dividualisme, Frank Sinatra, materi alisme, kortom een afschuwelijke" plastic wereld. Iets anders Zo zou Canada zijn identiteit verlie zen en een deel worden van de Levia than, de vormloze supermacht, waar schuwt Grant. En zoals hij zijn er velen. De Canadese politieke litera tuur is vol met zulke Europees aan doende, scherp anti-Amerikaanse uit latingen. Canada zou iets anderszijn, ten minste moeten zijn dan zijn machtige buurman. Maar hoe anders, waarin anders, dat is dan de klemmende vraag. Daaro ver bestaat een eindeloze literatuur, maar uiteraard geen sluitend ant woord. Want wat is in hemelsnaam de identiteit van een natie in de nieuwe wereld? In de Verenigde Staten zelf worstelt men eindeloos met het pro bleem. in Canada heeft het zijn eigen aspecten, maar ook een zekere analo gie met het Amerikaanse vraagstuk. Want ook de Canadezen zijn een na tie van immigranten met de bijbeho rende ambivalentie tegenover de oude wereld en onzekerheid in de nieuwe wereld. Het verschil is dan dat in Canada niet één natie, de Engelse, zijn stempel heeft gedrukt op de nieu we maatschappij, (waar alle anderen zich dan aan moeten aanpassen) maar dat er twee Europese volken naast elkaar zijn blijven bestaan, elk met zijn eigen cultuur, een Engelse en een Franse. Maar het verschil is daar dan ook dat die Engelse cultuur zich nooit van het vaderland heeft los gemaakt in een revolutie, zoals in Amerika, en daardoor Engelser is ge bleven. Bereden politie En wat betekent dat Engels-zijn dan als we de Franse component van Ca nada even laten rusten? Meer ge hechtheid aan tradities, aan Europe se vormen, aan Engelse parlementai re instellingen? Meer orde, oude ze kerheden, vormelijkheid? De helden van de Canadese maatschappij, heeft een historicus geschreven, zijn niet de cowboys, maar de bereden politie. Het zouden de banden met het moe derland zijn die Canada bepalen, al tijd bepaald hebben. De .Laurentian thesis" heet dat on der historici en daarmee wordt een geografische uitleg gegeven aan de Canadese geschiedenis. Canada, zo heet het dan, heeft niet, zoals de Verenigde Staten, tientallen rivieren en binnenwaartse waterwegen, het mist de verscheidenheid, de veelvul digheid die in Amerika zo'n rijke ont wikkeling in zo veel staten mogelijk maakte. Het is één groot gesloten gebied (af gezien dan van een paar eilanden en kustprovincies, die door hun arme grond en barre klimaat altijd achter zijn gebleven) door één grote rivier met de Atlantische Oceaan, met Eu ropa, verbonden. De St. Laurens be paalt zo de hele ontwikkeling, hij is de navelstreng die Canada aan Enge land bindt en die nooit door een revo lutie is afgesneden. Maar zoiets is natuurlijk wel een be trekkelijk, een eenzijdig gezichts punt. Wat er achter die rivier aan binnenland te vinden is, is zo groot, zo eindeloos en overweldigend, van zee tot zee. „De mart usque ad mare", staat er in het Canadese wapen. En dat houdt dan in de prairies en de bergen in het westen, de toendra's en de ijsvelden in het noorden, een we relddeel op zichzelf, groter dan de Verenigde Staten. De Engelse invloed verliest zich in de ruimte. Wat daar bepalend is, is het land zelf, in zijn simpele, overweldi gende oer-aanwezigheid. Er zijn ook zoekers naar Identiteit, die daar het werkelijke Canadese menen te ont dekken. Een Canadees is een mens in de natuur. Toen in de jaren twintig, na de Eerste Wereldoorlog, de vraag naar een Ca nadees nationalisme dwingend ge steld werd, werd de eigenheid onder anderen beleden door een groep land schapsschilders (de zogenaamde „Group of seven") die probeerden los te komen van de Europese traditie. Zij trokken de wildernis in (maar wat een Europese romantische bezigheid was dat nog altijd) om inspiratie te vinden in plaats van voorbeelden te volgen van de Fransen in Barbizon of de Haagse school. Eén van hen, die diep in het barre noorden was doorgedrongen, beleed: „Dat is niet het land van Corot of Jacob Maris. Voor hen zou dat hope- door Annemarie Lücker De folkloremode en de „laagjesmode" hebben hun tijd gehad. Dat hebben tenminste bijna alle mode-ontwerpers op de grote Parijse shows, die nu gehouden werden om de nieuwe wintermode te tonen, getracht te bewijzen. Ze waren daar zeer eensgezind in. De vrouw anno 1978-'79 wordt geacht een flinke stap terug te doen naar de jaren 40. Toen waren wespentaille, brede schouders en heel hoge hakken zeer elegant. En elke keer wéér na afloop van dit modespektakel rijst de vraag: doen wij vrouwen daar nu echt allemaal aan mee? Gooien we nu echt al die lekker wijde kleren, die dik en dun zo fijn zaten, in de vuilniszak? Geven we onze vrij heid van lijf en leden op terwille van een adembenemende wes pentaille? De keuze is aan u, me vrouw. Gewoon doorgaan met ademhalen in de kleren, die lek ker zitten en de rest negeren, is natuurlijk ook mogelijk. Roklengte Een ding is zeker, de rokken heb ben bijna alle mode-ontwerpers tot op de kuit laten hangen. Dus wat dat aangaat verandert er niet veel. Wel waren de meeste rokken vrij sluik. Ze hebben vaak een lange spilt om het lopen op die hoge hakjes mogelijk te maken. Ook de laarzen kunnen opgebor gen worden. 8choenen met hoge hakjes behoren ook bij winterjas sen, jurken voor overdag en avondjurken. Kousen met naden worden ook weer gedragen en bij voorkeur zwart. Tulbandach tige hoeden en kapsels uit de jaren veertig de tijd dat Joan Crawford een van de schoonheidsidolen van het witte doek was wil men ons deze winter weer laten dragen. Brede, gewatteerde schouders van jur ken en jassen veranderen het hele modesilhouet. Militaire jas sen zelfs met epauletten of jassen met brede ceintuurs, die het ademhalen moeilijk maken en niet bepaald elegant staan als Je er een dikke trui onder draagt, werden geshowd door hyperdun ne mannequins, die er meestal niets onder droegen en dus dat middeltje goed konden in snoeren. Broeken Alles wat wijd is wordt deze win ter totaal verbannen. Bij de broe ken was deze tendens al een beet je aanwezig. Deze zomer al wer den de wijde broekspijpen bij de enkel met een touwtje dichtge- Kleuren bonden. Maar deze winter wor den de broeken om de enkels nog nauwer, om de heupen vrij wijd en ze worden ook een stuk korter. Geen lange broek slobbert meer over de schoenen. Lang, dun en slank, Saint Laurent het. to tiet Yves De nieuwe wintermode doet wat hard en militaristisch aan. Wat strak. Maar gezien de wespentail le, de boezem, die er ook weer volop mag zijn, evenals de wat brede heupen, is het allemaal toch wel zeer vrouwelijk. Wat droevig zijn de kleuren: in hoofd zaak zwart. Dat mag wel met roze of rood opgeluisterd worden, maar zwart moet de boventoon voeren. Een enkele ontwerper ge bruikte even als een flits er tussen door felrood. Jean Louis Scherrer vond dat hij met zijn collectie de vrouw „heront dekt" had. Elke lijn van het li chaam is duidelijk geaccentu eerd en er valt niets te verbergen. Pakjes Mantelpakjes met brede schou ders en een ragfijne taille moeten als gegoten zitten. De jasjes zijn meestal kort. Er werd veel ribflu weel, mohair, wol en tweed ge bruikt. Voor avondjurken: kant, tule, satijn en fluweel. Ook de avondjurken zijn zw^rt. Maar het schijnt, dat een zwarte jurk een vrouw juist aantrekkelijk maakt. De filmvamps uit de jaren 40 hebben er tenminste buitenge woon succes mee gehad. Dertig modehuizen hebben hun nieuwe wintershows laten zien. waaron der Guy Laroche, Pierre Cardin, Christian Dior en andere konin gen uit het moderijk. Alleen Emanuel Ungaro vond de jaren 40 niet leuk. Hij bracht antieke kleren met als voorbeeld de rom melmarkt. Het stond nog leuk ook. Al met al wordt het een honger winter voor degene, die zo'n wes pentaille wil aankweken. De beroemde bereden politie van Canada „de helden van de Canadese maatschappij" zoals een historicus heeft geschreven. loos zijn. Maar de Canadees die niet houdt van heldere scherpe lucht, van zonlicht dat schaduwen maakt, diep als de hemel zelf, van beboste heuvels en bevroren meren wel, dat is eea armzalige patriot." Wat maakt Canada Canada? Dat het zich afzet tegen Amerika? Dat het de Engelse erfenis heeft bewaard? De eindeloosheid van het land? De grote rivier? Een combinatie van al die factoren? En dan daarbij nog die éne bepalende factor, de dubbelheid van het land, de tweedeling in Engels en Frans. Want Canada was Frans voor het Engels was. Het waren de Franse woudlopers (de „coureurs de bois") die als eersten diep het land in trok ken. En de St Laurens is een Franse rivier. Dit is het eerste van aeveo artikelen ever Canada. Jlantel met wespentaille en cape met verbrede schouders van Jean Louis Scherrer. Een ontwerp van Schiaparelli.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 9