et zijwind zeven fosfaat
talen in Antwerpen
Werk en
tussen
en water
JRDAG 22 JULI 1978
TROUW/KWARTET P 15 - RHS 17
paos
Is, na het zo rumoerige vorige jaar met de schlppers-boycot en alle daarbij
inde geruchten, rustiger geworden In de Rijn- en binnenvaart. Maar dat wil niet
en dat er aan alle vraagstukken en moeilijkheden, vooral voor de particuliere
een eind is gekomen.
►P«f.
A die
r entr
die particuliere schipper wil de Rijn- en binnenvaart zeggen: hard werken, de
Isntratie op geen ogenblik laten verslappen, lange dagen en ook nachten op
vaarwater, veel onzekerheden en spanningen, bange vragen voor de toe-
t, financiële zorgen om bedrijf en gezin. Maar ook warme menselijke
ludlngen, besloten, harmonische gezinnen, het besef dat elk mensenleven
isar Is.
Om onze lezer nader te laten kennis maken met deze heel oude vorm van
ondernemerschap In ons land waarschijnlijk het oudste, nog uit de steentijd
stammende, verkeers- en vervoersbedrijf heeft onze redacteur Hans W. Lede-
boer een reis gemaakt met het Rijnschip Llnquenda; hij deed dit als gewoon lid van
de bemanning. Verder had hij in een schippersinternaat gesprekken met jongelie
den die de school gaan verlaten. Hun wacht voor het merendeel een toekomst op
het water. Ook had hij gesprekken met vertegenwoordigers van organisaties,
waarin particuliere schippers zich hebben verenigd.
De daar opgedane indrukken legde onze redacteur neer in een serie artikelen,
geschreven "van binnen uit" de wereld van het particuliere watertransport. Van
deze serie hierbij het eerste artikel.
'ENDRECHT/ANT-
SPEN 1 „Welkom
boord", zei schipper
Visser (31 jaar) van
voor de wal in Papen-
ht gelegen Rijnmo-
chip Linquenda,
ton, meer dan tach-
meter lang, toen ik
laarzen uitschopte
et stuurhuis betrad.
Latak zijn hand uit ter be-
ïgting en nam me kritisch
I Inijn dikke wollen sokken,
awerblauwe geribde broek,
«fe wollen trui, jaren gele-
door een goede kermis
;id, blauw jack en zwarte
mi ie windbreker. Mijn zeil-
'l jjse tas met kooigoed,
„éftUn ondergoed, toiletspul-
gn lederen klompsokken bij
van pantoffels en werk
je schoenen.
zijn
insi >P de plecht stuurman A. Visser,
n miar) jongste broer van de schip-
de weer met het losnemen van
mefiylon meertros.
gaan direct varen", zei de
'"'toer. Met een dreun sloeg de mo-
achteruit haalde de stuur-
r vö de stalen draad los en we verlie-
'ce e Papcndrechtse wal, de Merwe
ru' ut de Dordtse Kil.
'bê* 'e regen
goe
kkli n sloeg de felle regen de ramen
en et stuurhuis dicht, de ruitenwis-
•ordtooesten bijgezet. „We zijn leeg
;ne/t is harde westenwind, kracht
vertelde de schipper, die het
hendeltje van de elektrische
nrichting bespeelde. Het grote
ad was vastgezet, buiten
PK-
wal zegt deze weeraanduiding
tel, hoogstens weet je dat je
ien paraplu moet uitkijken; die
1 kapot te waaien. Op het water
meer. De woorden van de
(er betekenden een hoog op het
liggend schip, dat vooral aan
brcijde naar verhouding weinig
pt had en dus weinig weerstand
«gen een heel harde wind, die
iet merendeel van de reis dwars
Daarbij slechtzichtdoor regen
gejaagd water. Onder deze om-
Ighedën niet gemakkelijk stu-
jolle concentratie vereist op het
ijzonder drukke water.
Cu}mstammen
vak
Sofdlen is door de kletsnatte voor-
het water op de Rijn heel hoog
heeft misschien zelfs meer gerief in
haar roef dan haar zuster aan wal in
haar huis. In ieder geval moet zij
meer op de techniek zijn ingesteld,
want in de keuken van een schippers
vrouw speelt die een heel grote rol,
groter dan aan de wal.
„Voor elektriciteit zorgt de motor, via
een eigen generator en een accu-bat
terij", legde mevrouw Visser uit, „en
de machinekamer zorgt natuurlijk
ook voor onze centrale verwarming".
Bij stilliggen moet uiteraard de zaak
worden overgeschakeld.
Op sokken
.Vtoq né&e*
Nog in juli 1978 haalden we op de rivier dit stukje historie in; een echte vracht-zeiltjalk. In
de zware wind waren de zeilen geborgen, het schip voer tuffend op de motor.
en dat wil zeggen, dat grote hoe
veelheden van allerlei rommel de
Rijn af komen drijven, tot hele boom
stammen toe. We zouden er later op m
een hoogst onaangename manier mee J\ 317 Paff Dgf
te maken krijgen. Als positief punt
een krachtige motor in de Linquenda,
welke in een zeeschip zeker geen gek
figuur zou slaan.
duwboot-convooien en schepen van
allerlei soort heel hard nodig.
De Linquenda de naam betekent
„Gij zult dit ééns moeten verlaten",
legde schipper Visser me uit geldt
op de Rijn als een van de snelle,
moderne schepen, al is er nog geen
radar aan boord.
„Misschien wel goed, sommige schip
pers met radar zijn vaak zorgeloos",
meende hij. „Met dit weer gebeuren
er hier ongelukken", zei de stuurman,
die aan dek alles had geklaard en nu
ook de stuurhut binnenkwam, „ik
heb je laarzen op hun kant gelegd,
anders lopen ze vol in de regen en
krijg je natte voeten".
Ik knikte dankbaar maar besefte té
vens dat hij misschien wel in de eer
ste plaats had gedacht aan het woon
verblijf in de roef: mevrouw R. Visser-
Smeding zou zeker niet zijn gesteld
op natte voeten op haar vloerkleed!
Op de Merwede werkt Rijkswater
staat hard aan het verbeteren van de
vaarweg en het rechttrekken van
bochten. Dat is bij deze drukte van
jhand gelopen situatie in de Kreekraksluis: een motorjacht was voor
Kirt binnengekomen, kwam daarna door de zuiging van de grote
Piepen dwars in het vaarwater te liggen. De bemanning slaagde er niet
I scheepje langs de slulswand te krijgen.
Bij de hoek van de Oude Maas een
ongeluk, waarop we attent werden
gemaakt door de flitsende lichten
van een poli tie-boot. De Zagri 13, een
schip voor vervoer van zand en grind,
was in aanvaring gekomen met een
duwbak.
In de bakboordsvoorsteven een gat
waar je zonder je hoofd te stoten door
kon. gelukkig helemaal boven water,
gevaar voor zinken van de Zagri 13
was er niet. Kennelijk was het schip
op een hoek van de voorste bak van
het konvooi terecht gekomen. Voor
wat extra-veiligheid had men het wat
slagzij gepompt over stuurboord.
„Hier gebeuren, vooral bij dit weer,
heel wat ongelukken", zei de schip
per. „Kijk maar eens, het is erg druk,
de schepen krijgen te maken met
verandering van windrichting,
stroom en wind gaan tegen elkaar
inwerken en bovendien heb je stro
men uit verschillende richtingen die
elkaar tegenwerken."
Het was te zien op het water: vreem
de, korte golven, die in allerlei rich
tingen liepen, witte stroomlijnen die
bij elkaar kwamen, samenvloeiden en
zelfs elkaar kruisten. Voorbij de Oude
Maas kregen we het, ondanks de nu
dwars staande harde wind. wat rusti
ger, omdat er wat minder verkeer
was.
We voeren naar Antwerpen, fosfaat
halen bij de BASF. Die was bestemd
voor de BASF in Ludwigshafen. „We
varen heen en weer, geladen de rivier
op en leeg de rivier af. Als je boft, heb
je een vracht voor de terugweg, maar
daarop kun je natuurlijk niet
rekenen.
Onder contract
Met deze woorden haalde schipper
Visser me midden in de Rijnvaartpro
blemen. De Linquenda vaart onder
contract, via de Nederlandse Particu
liere Rijnvaart-Centrale. De NPRC is
een coöperatieve stichting van een
groot aantal particuliere schippers.
Zij kan als een soort „rederij" opere
ren en contracten aangaan, waarbij
de aangesloten schippers hun onaf
hankelijkheid behouden. „Onze enige
manier om te kunnen concurreren
tegen de grote Rijnrederijen", con
stateerde schipper Visser.
De Linquenda is eigendom van een
vader en twee broers. Van hen woont
de vader, de heer J. Visser, 62 Jaar, in
Papendrecht aan de wal. De tweede
eigenaar is de schipper, getrouwd,
een zoon Gert-Jan, zes jaar, en een
dochtertje Anna-Marie, anderhalf
jaar. De derde eigenaar is de
stuurman.
„Mijn vrouw is matroos", grapte de
schipper. Dat kan natuurlijk niet offi
cieel, een vrouw mag volgens de Duit
se Rijnvaartbepalingen geen stuur
man of matroos zijn. Wèl kapitein en
er zijn schippers, die hun vrouw tot
kapitein benoemen en als stuurman
bij hun eigen vtouw varen. „Dat geeft
weer vreemde situaties", constateer
de schipper Visser, „want als er iets
aan de hand is, haalt de Duitse politie
de vrouw en de man mag er niet eens
bij zijn!"
Aan boord van de Linquenda hebben
alle drie een kapiteinspatent voor de
Rijnvaart. Ieder van hen kan de volle
verantwoordelijkheid aanvaarden
voor schip en lading. De Linquenda
heeft behalve de roef nog een beman-
ningsverblijf voorin, waar de stuur
man huist. Stuurman Visser stond
ten tijde van onze tocht op trouwen;
zijn verloofde Tinie maakte de reis
mee.
De roef heeft afmetingen en inrich
ting als een flinke vier-kamerflatwo-
ning op de wal. Het enige wat aan een
schip herinnert, zijn de ramen met
hun afgeronde hoeken. Er is een rui
me open keuken met eethoek, er is
een genoeglijke zitkamer met behoor
lijke vloerruimte.
Wat opvalt is, dat meubels niet zijn
vastgeschroefd op de vloer, dat ser
viesgoed niet in zeevaste rekken is
opgeborgen, maar gewoon, net als in
een keuken aan de wal, op stapeltjes
in de kast staat. Wel met servetjes
tussen de borden van een stapel, an
ders gaat de zaak rinkelen door de
trillingen van de motor.
„Dat hoeft ook niet bij een Rijn
schip", zei mevrouw Visser, „als het
zo rumoerig wordt, dat meubels gaan
bewegen, heb ik maar één ding te
doen: maken dat ik zo snel mogelijk
aan dek kom. Dan is er iets héél ergs
aan de hand. Maar mijn vader heeft
nog met zeilschepen gevaren en later
met motorschepen op het IJsselmeer
en in de Zeeuwse wateren. Nou, daar
stond alles wel degelijk goed vast. We
hebben nog plezier gehad, toen hij
een groter schip kreeg en daarmee op
het binnenwater zou blijven. Onmid
dellijk schroefde hij grote ogen in de
wand naast de kasten, om als het
nodig zou zijn de kasten met lijnen
stormvast te zetten. Hij heeft die
ogen nooit nodig gehad."
Een huisvrouw op een Rijnschip
In roef en stuurhuis draagt nooit ie
mand schoenen. Er ligt een kleed, de
mannen lopen op hun dikke, wollen
sokken, de vrouwen hebben lichte
schoentjes, waarmee ze niet aan dek
komen. Of ook pantoffels of gewoon,
blote voeten. Vlak bij de roefdeur aan
dek of in het gangetje een bont stille
ven van klompen, klompschoenen en
laarzen, die men aan dek gebruikt.
Wel, dat is in menig huis aan wal
evenmin vreemd.
De Linquenda heeft een beweegbaar
stuurhuis, waar in de hoogste stand
de wind onder vrij spel heeft. De
stalen vloer onder het kleed is bar
koud, in het stuurhuis gebruik ik
mijn klompsokken, die kan ik rustig
boven laten liggen.
Op het Hollands Diep was het goed
raak: veel wind en fikse golven, net
als op Volkerak en Krammer. Het
was bar koud, zelfs kregen we sneeuw
tussen de regendruppels door. Niet te
geloven, sneeuw in Juli! Maar ik heb
echt nog nooit regendruppels gezien,
die troebel-wit zijn, naar boven darte
len en op ruiten blijven kleven.
In die warrelige wind-en-waterrom-
mel schijnt het te zijn gebeurd: er
kwam een seintje uit de roef, dat daar
alles hevig ging trillen. Mevrouw Vis
ser moest samen met Tinie zelfs de
lamp demonteren, die dreigde om
laag te komen.
Halve kracht verder. Later, in Ant
werpen, zou blijken dat de Linquenda
hier waarschijnlijk een groot stuk
drijfhout in de schroef heeft gekre
gen. De schroefbladen bleken alle be
schadigd en twee dagen wachten op
lading gaf gelegenheid voor repara
tie. We hebben er in dat weer niets
van gemerkt.
Eén voor je schip!
Bij Tholen in de nieuwe Rijn-Schel-
de-kanaalverbinding rustig water. Bij
de Volkeraksluis ga ik het dek op met sprake. "Dat is een moeilijke zaak'
De stuurman kijkt, zwijgt en gaat
naar voren. Het losgooien laat hij
verder maar achter aan mij over.
Wrijfhout wegnemen, tros netjes aan
dek opschieten, meld me in het stuur
huis met „achter klaar, schipper".
Goedkeurende knik.
In de nieuwe Kreekraksluis moeilijk
heden: we mogen niet, zoals schipper
Visser zo graag zou willen, aan de
bakboordswal komen, hoewel de sluis
zo te zien op twee schepen na leeg is.
Bij het binnenvaren zien we waarom:
aan de bakboordswal ligt een motor
jacht dwars in de sluis, drie mensen
aan boord zijn hard aan het werk om
te proberen hun scheepje langs de
sluiswand te krijgen, wat niet lukt
„Daar heb je het, als onbevaren lie
den met een jachtje het water op
gaan". moppert de schipper. „Alle
reerst moeten ze wachten tot de grote
schepen de sluis in zijn. En verder,
kunnen drie volwassen kerels zo'n
scheepje van nog geen tien meter niet
eens behoorlijk langs de kant krij
gen? Weet je meteen wat wij hebben
tegen de pleziervaart!"
Ik werp tegen, dat we in de Dordtse
Kil een zeiljacht hebben opgelopen,
dat in heel goede koers langs de boei-
enlijh voer, met de motor bij en een
gereefd grootzeil om wat steun op het
roer te geven, de fok omlaag. Er was
maar één man zichtbaar aan het roer.
Hij kon zo te zien goed met zijn schip
overweg. De schipper is het met me
eens, maar: "Je kunt aan zo'n jachtje
niet direkt zien of er iemand op zit.
die varen kan! Moet Je altijd maar
afwachten".
klein tikje en Je roer loopt meteen een
eind weg.
Ik vraag om handstuur. „Kun Je krij
gen". zegt de schipper, „maar denk er
om, dat is hard werken!". Alles goed
en wel. maar dan heb ik tenminste
tijd om te denken wat ik precies moet
doen. Een punt vóór Je in het oog
houden, langs de mast op het voor
dek, stuurboordwal aanhouden.
Houwen zo
Goed, een brugpijler in de verte, mooi
punt om op aan te sturen. Het gaat
niet: „meer stuurboord", waarschuwt
de schipper, de wind waait de kop
van de Linquenda weg. Ik zie dat ik te
ver van de wal verleler, stuur op naar
een punt, dat voor mijn gevoel veel te
ver aan stuurboord ligt, een kerkto
ren wat voorlijker dan dwars. De
brugpijler ligt helemaal aan bak
boord. „Houwen zo, recht-zo-die-
gaat", zegt de schipper.
Schuin gaat de Linquenda het kanaal
door, de kop naar de wind. Maar de
vaarlijn blijft recht, netjes langs de
voorgeschreven stuurboordwal. Dan
twee bochten. De Linquenda met
haar tachtig meter lengte luistert
goed naar het roer.
Warempel, als na een kilometer of
twintig de schipper in /Uitwerpen het
roer overneemt om af te meren, heb
ik het idee. dat de Linquenda doet
wat fk wil, en niet andersom. „Als Je
eenmaal varen hebt geleerd, vergeet
je het nooit meer", zegt de schipper
bemoedigend.
Het bekende „vaarbewijs" komt ter WflC/lf 6fï
de stuurman mee, tijd dat ik óók eens
een hand uitsteek. „Denk er om: één
hand voor jezelf en één hand voor je
schip", waarschuwt de stuurman.
Droge voeten in m'n laarzen, kou en
regen dringen niet door Jack en wind
breker. -Ik bemoei me met de achter-
tros, leg een wrijfhout uit. Noem zo'n
hout met een zeilersterm een „stoot-
wil", wat me een correctie van de
stuurman oplevert.
Bij het oplopen van het water in de
sluis haal ik de achtertros wat in. „Je
doet dat secuur", zegt de stuurman,
„wij kijken hier niet zó nauw". Maar
ik zag die tros liever niet tussen schip
en sluiswand beklemd geraken, vat
de woorden van de stuurman op als
een compliment. De'lijn van het wrijf
hout gaat met een mastworp om de
pen van een van de betlngs.
meent de schipper, „varen kun je niet
uit theorie leren. Varen is een kwestie
van langdurige praktijk, Je moet de
omstandigheden waarop je schip rea
geert hebben meegemaakt. Wat moet
je doen om een vaarbewijs te krijgen?
Varen is ervaring. Natuurlijk heb je
theorie en lessen nodig, de opleiding
voor schippersdiploma en Rijnvaart
patent Is een zware opleiding. Maar
daarbij moet Je vooral veel doen. veel
meemaken. Hoe moet Je iemand tes
ten voor een vaarbewijs? Wat weet je
van iemand na een paar uurtjes varen
met mooi weer?"
Na de oversteek van de Oosterschei-
de, de laatste twintig kilometers voor
Antwerpen in het kanaal, heeft de
schipper er genoeg van: „Neem het
roer over". Ik sta gek te kijken, de
elektrische stuurinrichting staat in
geschakeld. Die werkt versneld: een
Ondanks de verbogen schroef en dus
halve-kracht varen, ondanks harde
wind. regen en even zelfs sneeuw,
hebben we zes en een half uur gedaan
over de vaart van Papendrecht naar
Antwerpen.
We moeten onze beurt afwachten: het
voor ons bestemde fosfaat zit in een
Noors zeeschip en er liggen nogal wat
schepen op hun laadbeurt wachten.
Als het een beetje wil, kunnen we
vanavond laden en dan kunnen we
vannacht of morgenochtend met een
vol schip weg.
Het zou heel anders lopen. Het lossen
van de Noor en het laden van de
Rijnschepen ging lang niet zo vlot als
wij ons hadden voorgesteld. Pas twee
dagen later zou de beurt aan de Lin
quenda zijn. Er was zelfs tijd om in
Antwerpen de schroef te repareren.
Rijkswaterstaat werkt hard aan het verbeteren van de Merwede bij Papendrecht ert Dordrecht. Dat is dringend nodig:
hier is een van de drukste vaarwaters van Europa en er gebeuren bij zwaar weer nogal wat ongelukken.