n Joerdijkbrug moeder van twee 'dochters' ransport hinderpaal voor ontwikkeling IdooT 1de delen dienen nu overgangen bij Spijkenisse en Keizersveer mnnrosnn Huzarenstukje van technici Kindoe, TANZANIA BOEROENDI, 'Kariba Salisbury RHODESIË p medewerker recent rapport van de Verenigde Naties staat dat „de 41e ontwikkelingen van Alrika kan worden uitgedrukt Ttoord: transport". lat niet te absoluut moet ;evat: verbetering van de jelijkheden in een ont- Island is een vereiste voor van ontwikkeling dan riortproblemen in een ont- Bland zijn heel anders dan kennen. In de meeste i de derde wereld is maar Jbeperkt spoorwegennet en gaande wegen van slechte Zo is een asfaltweg een jondering. In de meeste lan- i al blij als de hoofdwegen 5 het regenseizoen begaan- ren. isies over de rol, die het ■"■4 speelt in de ontwikkeling and, stuit men vaak op het c «robleem. Aan de kipzijde vraag of een gebied al een 5.(>üveau van economische ont- 5# moet hebben bereikt, voor- •^nleg van een weg of spoor- shtvaardigd is. Aan de ei- i we dat de aanleg van een zorgt voor de gewenste ont- 91* Voorwaarde is dan wel. •Ontsloten gebied een aantal 5.Qlingsmogelijkheden heeft, »eeld doordat het rijk is aan ^ffen of mogelijkheden biedt ~^bouw of industrie. is behalve het geld voor de joorlijn ook nog geld nodig ïtwikkelingen te stimuleren, reldlanden hebben echter itie gebrek aan geld. zodat en worden afgewogen aan ject het geld zal worden be- e afweging wordt normaal door de regering gedaan, aee een taak in haar schoe- loven krijgt, die zij vaak ïk aan kennis nog niet naar kan vervullen. En juist bij beslissingen gaat het om tgen. ileem wordt nog groter als |om internationale verbindin- in twee Afrikaanse landen. politiek gezien vaak situatie valt moeilijk te len of het geld goed besteed flgt zo'n internationale route tal, dan zal er in veel gevallen biliserende werking vanuit iroorzaakt door de afhanke- die ontstaan is tussen de Iden. !hankelijkheid bestaat sinds in tussen Zambia en Tan- •r de aanleg van de Tan- nbia-spoorlijn. b !han Zambia is 's werelds tweede koper- producent Het heeft echter het na deel van zijn geografische ligging: aan alle kanten is het omringd door land, zodat het voor de afvoer van het koper afhankelijk is van zijn buurlan den. Niet aan zee liggende ontwikke lingslanden worden door de Verenig de Naties zelfs als een aparte groep gestempeld. Praktisch bezien had Zambia vier mogelijkheden om het koper af te voeren. Via Mozambique had het een uitweg naar de Indische Oceaan. De politieke situatie tussen Mozambique en Zambia is echter zo slecht dat het vervoer via Mozambique voorlopig geen haalbare mogelijkheid is. Zam bia kon z'n koper afvoeren via Angola naar de Atlantische Oceaan. Tijdens de strijd in Angola is het spoorwegnet zodanig beschadigd dat het nog wel enige tijd zal duren voordat dit weer optimaal kan worden gebhiikt. De derde mogelijke afvoer was naar het zuiden. Het koper zou dan vervoerd worden door Rhodesié (Zimbabwe), maar deze afvoerroute is voor Zam bia uiteraard een onmogelijkheid. De vierde en tevens laatste mogelijk heid om het koper af te voeren was via Tanzania. Omdat het gaat om vele duizenden tonnen koper, die over een afstand van meer aan 2000 kilometer ver voerd moeten worden, is de trein de goedkoopste oplossing. Echter, de be staande weg tussen Zambia en Tan zania was tot 1971 een smalle gravel- weg door bergachtig gebied, en noch Zambia noch Tanzania had genoeg geld om de bouw van een spoorlijn te financieren. Zodoende klopten de twee landen ge zamenlijk bij de Wereldbank aan voor een lening. Voordat de Wereld bank geld ter beschikking wilde stel len. werd een onderzoek vereist naar het rendement van de aan te leggen spoorlijn. Uitslag van dit onderzoek was, dat deze lijn, als vierde afvoer- mogelijkheid voor het koper, niet ren dabel zou kunnen zijn. Voor de We reldbank een goede reden om geen lening te verstrekken. Mede met het oog op de politieke situatie in de Zambia-omringende landen, geloofde China wel dat de spoorlijn een belangrijke functie zou vervullen, zowel politiek gezien als economisch. Niet alleen verstrekt China aan Tanzania en Zambia een zachte lening, deels in de vorm van een goederenkrediet, tevens maakten de Chinezen het ontwerp en zorgden samen met de Tanzanianen en Zam- bianen voor de aanleg van het 1860 ^Kalemie^-yQn9anyv^Q. Dodomai*^50/ ZAIRE Xè /r llakara Mbeja =^s"r" KaminaV/ Makoembako fl oenboema /P*\_ niloeboerobasii malawi£3— j S^'la Cabral Li KAP1RI MPOSJI .v v Lilorfgwe jU O Z A M >^1©^ Loesaka {-ÉiiilTZ IT J? Stuwdam Spoorweg kilometer lange traject van Dar es Salaam naar Kapiri Mposhi. Hoogstandje Op het hoogtepunt van de bouw wa ren, volgens schattingen, tienduizend Chinezen en twintigduizend Tanzani anen bij de bouw betrokken. Deze TAZARA (eerder: Tanzam) spoorlijn, die moerassen doorkruist om vervol gens meer zuidelijk door bergketens heen te breken, is ben technisch hoog standje geworden, waar men in het Westen met verbazing naar heeft zit ten kijken. Na vijf jaar bouwen kon de spoorlijn in gebruik genomen worden. Maar niet alleen leverden de Chine zen de technische kennis, ook het management van de spoorlijn namen ze in handen. In de afgelopen twee jaar is men hard bezig geweest om dit management langzaam in Tanzani- aanse en Zambiaanse handen te doen overgaan. Hoe goed de opzet ook is, het blijkt dat overdracht van kennis een heel langzaam lopend proces is. Ook in Tanzania gaat de overdracht met een groot aantal moeilijkheden gepaard. In april was in Dar es Salaam een vergadering tussen Zambia en Tanza nia over het functioneren van de Ta- zara-spoorlijn. In een klein kranten berichtje, weggestopt op een binnen- pagina stond het volgende te lezen: „de problemen, die de ooreaak zijn van het slechte functioneren van de Tanzania-Zambia-Railway (TAZA RA) worden veroorzaakt door techni sche problemen met de locomotie ven. onvoldoende faciliteiten bij laad- en losstations, ondeskundig management met betrekking tot voorraden en onderdelen, een te lan ge cyclustijd van de wagons, het gro te aantal wagons dat ip reparatie is, onvoldoende opgeleid personeel en gebrek aan coördinatie bij de opera ties in de haven van Dar es Salaam". Aldus minister Jamal (transport) in de Daily News van 5 april. Gevolg van deze problemen bij de spoorweg is onder andere dat goederen voor Zam bia niet uit de haven worden doorge voerd. Pakhuis Hierdoor is de haven van Dar es Sa laam, die eigenlijk een doorvoerfunk- tie heeft, veranderd in een pakhuis voor Zambia. Het normaal funktione- ren is totaal onmogelijk geworden. Zo lagen twee maanden geleden twintig schepen buitengaats te wachten op toestemming om de haven in te mo gen. De gemiddelde wachttijd was ongeveer drie weken. Een oplossing voor deze onhoudbare situatie lijkt voorlopig nog niet in zicht. De zwarte piet wordt doorgespeeld van de havenautoriteiten naar de impor teurs. die volgens eerstgenoemde ver antwoordelijk zijn voor de afvoer van hun goederen uit de haven. De impor teurs op hun beurt geven de schuld aan de spoorwegautoriteiten. Het Tanzaniaanse deel van de TAZARA- autoriteiten verwijt hun Zambiaanse collega's dat het te lang duurt voor de wagons uit Zambia terugkeren, om dat men in Zambia de wagons als opslagplaats gebruikt. Zambia, dat door de daling van de wereldmarkt prijs van koper in een economische crisis verkeert, heeft wel andere pro blemen aan z'n hoofd dan de efficien cy op de spoorwegstations. Hierdoor zal het nog wel enige tijd duren voor de vertragingen in de haven tot het verleden behoren. Het gevolg is dat de kans dat in de haven geloste goe deren op de Juiste bestemming aan komen met de dag kleiner wordt. Bij het lossen van een schip wordt ieder leeg plekje op het haventerrein be nut. Er is echter niemand die regis treert welke partij goederen op welke plek wordt neergezet. De gevolgen laten zich raden. Zo vertelde de direk- teur van het expeditiebedrijf AMI, dat momenteel 15 man in de haven rondlopen, die een dagtaak hebben aan het zoeken naar geloste goede ren. Vertragingen en het zoekraken van goederen zijn dan ook meer regel dan uitzondering geworden. Haven Maar het is niet alleen het vervoer van en naar Zambia, dat van de over volle haven te lijden heeft. Ook het verkeer van en naar de ZBR-staten, Zaire, Boeroendi en Roeanda, ver loopt via de haven van Dar es Sa laam. Vanuit de haven gaan de goe deren per spoor naar de westgrens van Tanzania, het Tanganyikameer. Deze spoorlijn, die stamt uit 1914, is een erfenis van de Duitse koloniale overheersing. Gebrekkig onderhoud is er de oorzaak van dat momenteel op grote stukken van de 1200 kilome ter lange spoorlijn niet harder gere den mag worden dan 20 kilometer per uur. Met Canadese hulp wil men bin nenkort gaan proberen om in deze situatie verbetering te brengen. Bij het Tanganyikameer aangekomen, moeten de wagons gelost worden, de goederen per schip worden overge bracht, om vervolgens in Zaire weer in treinwagons geladen te worden. Deze inefficiënte manier van bande len is het gevolg van de verschillende koloniale overheersers in het begin van deze eeuw. Hierdoor verschillen de spoorbreedtes in Zaïre en Tanza nia enkele centimeters, waardoor het niet mogelijk is de wagons van Tan zania en Zaire uit te wisselen. Het spoorwegnet van Tanzania heeft wel dezelfde spoorbreedte als de spoorwegen in Kenia en Oeganda. Om de voordelen hiervan zo veel mo gelijk uit te bouwen hadden Kenia, Oeganda en Tanzania besloten een gezamenlijk spoorwegbeleld te voeren. Een brug in de door de Chinezen aangelegde spoorlijn tussen Tanzania en Zambia wordt in gebruik genomen. Tanzaniaanse overheid moest opeens Omdat niet alleen van een gezamen lijk beleid op spoorweggebied, maar ook op andere gebieden zoals handel, posterijen, havenbeleld en lucht vaart. voordeel voor de drie deelne mende landen viel te verwachten, werd in 1967 de Oostafrikaanse ge meenschap opgericht. Een gezamen lijk beleid in bovengenoemde secto ren zou gunstig zijn voor de ontwik keling van zowel Kenia, Oeganda en Tanzania. Doordat de ontwikkelings strategieën van de drie landen zo ver uiteen lagen, het „kapitalistische" Kenia, het Oeganda van Idi Amin en het „socialistische" Tanzania, kon den strijdpunten niet uitblijven. Hoe langer het samenwerkingsver band duurde, hoe meer belangente genstellingen tussen de drie landen zichtbaar werden. Dit heeft er ten slotte toe geleid dat vorig Jaar de Oostafrikaanse Gemeenschap uit el kaar viel. Dit heeft voor de drie lidsta ten grote gevolgen gehad, misschien wel groter dan ze zelf konden over zien. Van de ene op de andere dag werden de grenzen gesloten, zodat onderling handelsverkeer onmogelijk werd. Maar dit was niet het enige, Kenia beschouwde de gebeurtenis als een zodanige breuk, dat het zich het recht toeëigende om de Tanzaniaanse spoorwegwagons, die zich op dat mo ment in Kenia bevonden, te houden. Even zo ging het met Keniase wagons in Tanzania. Hoewel hier geen officië le cijfers over bekend zijn, is Tanza nia na deze gedwongen ruil duidelijk als verliezer uit de bus gekomen, waardoor het toch al niet erg uitge breide wagonbestand nog verder ver minderde. Niet alleen dit verlies aan wagons was een verlies voor Tanza nia, ook het feit dat het gezamenlijk beleid wegviel kwam hard aan. De een eigen beleid gaan formuleren. Er was echter nog te weinig know how opgebouwd en de financiële mid delen waren te beperkt om in korte tijd een nationale transportpolltiek te ontwikkelen. Bovendien startte Tanzania vanuit een moeilijke posi tie: het wegen- en spoorwegnet zoals dat er op dat moment lag. Het wegen- en spoorwegnet bevindt zich in een alles behalve ideale situa tie. De meeste spoorlijnen stammen van voor de Eerste Wereldoorlog en zijn aan een grootscheepse onder houdsbeurt toe. Het wegennet ls al niet veel beter. Van de doorgaande wegen zijn er slechts vier van asfalt. De rest zijn gravelwegen of zandpa den. In de droge tijd vertonen deze wegen veel overeenkomst met een ouderwets wasbord. In de natte tijd zijn veel van deze wegen niet meer begaanbaar doordat de regen grote delen heeft weggespoeld. Omdat voor het onderhoud en repa raties veel geld nodig is. is daar de afgelopen Jaren weinig van gekomen. Hierdoor verslechterde de toestand van het wegennet met het jaar. Dank zij een lening van de Wereldbank kan Tanzania nu een onderhoudspro- gramma aan de hoofdwegen uit voeren. Langzamerhand gaat men er nu aan werken om alle gebieden van Tanza nia bereikbaar te maken en zodoende iedereen mee te laten genieten van de zij het geringe economische vooruitgang. De nieuwe TAZARA- lijn zal op den duur ook steeds meer gebruikt moeten worden voor de in dustriële ontwikkeling van het zuid westen van het land, waar Tanzania een industriële groeipool heeft gedacht. B arend Mensen •RECHT De Moer ig, de Spijkenissebrug brug bij Keizersveer ilie van elkaar gewor- bij de opening in 1936 ;te brug van Europa uwde en „een nationa le van den eersten genoemde oeververbin- ver het Hollands Diep lamelijk wel haar ver- ;e silhouet verloren laat haar tien nieuwe anningen rusten op ude pijlers. De van de afgekomen vakwerk- den dienen nu de rivier- ngen bij Spijkenisse en sveer. |en over de Oude Maas. Ze Qfcn de oorspronkelijk voor de wim van Rotterdam naar n Putten gebouwde hefbrug. zes liggen in twee rijen van de Bergse Maas. Zij vormen ilingbrug, in de plaats geko- I de oude brug bij Keizersveer schakel in de weg Vianen- 2 Breda (rijksweg 27) niet deed en bovendien in beden- staat verkeerde. De „doch- li de Moerdijkbrug zijn eerder ekomen dan moeder zelf. Die n ook wel een zeer ingrijpen- mgingskuur moeten onder- arbij rust haar niet werd ge- Jrt wonderlijke van de giganti- erdijkbrug-operatie is name- het verkeer op de van oudsher noord-zuid-verbinding van t met it.it meer stagnatie dan fcet geval zou zijn geweest Het Diep kon blijven overste- sn in de tien weekends waar- een oude overspanning »st maken voor een nieuw werd de rijksweg 16 tussen at en Moerdijk afgesloten. andere, reeds uitgevoerde •bereiding zijnde werken van leek nauwelijks te bevatten het aan de Moerdijkbrug toe- predikaat „nationale presta- mg doen verbleken, haar ver- g is een technisch huzaren- zelfs bij de huidige mogelijk- root respect afdwingt. De ver- van de „opstaande staalcon- met tweemaal twee rijstro In dezelfde montagehal op het Krabbegors te Dordrecht als waarin de nieuwe overspanningen van de Moerdijkbrug zijn gebouwd zijn nu in aanbouw twintig brugdelen voor de hulpbrug die van de kop van het eiland Schouwen-Duiveland naar het werkeiland Neeltje Jans in de Oosterschelde gaat lopen. De stalen pijlers voor deze bijna drie kilometer lange brug zijn al geslagen. Op deze pijlers komen zgn. „hamerstukken" te rusten die op hun beurt de twintig overspanningen gaan dragen. Deze hulpbrug, die na de bouw vak vakantie wordt gelegd, is bedoeld voor de aan- en afvoer van arbeidskrachten en materiaal voor de stormvloedkering. De kosten er van bedragen 85 miljoen maar de bedoeling is de gemakkelijk te monteren en weer uit elkaar te halen brug later voor andere doeleinden te gebruiken. De brugdelen komen als zij in de montagehal zijn gemonteerd op rollenbanen naar buiten. Er liggen er nu 14 gereed om naar de Oosterschelde te wordoen getransporteerd. ken van elk 2.80 meter en aan weeszij den daarvan een fietspad van 2.50 meter door een 42.90 meter brede en zes rijstroken, een vluchtstrook en een baan voor langzaam verkeer tel lende brug vergde om te beginnen het opvijzelen van de oude brugdelen. De afstand tussen de onderkant daarvan en het wegdek bedroeg namelijk 1.90 meter. De nieuwe overspanningen, gemaakt als doosconstructie, hebben echter een „dikte" van 3.50 meter. Om nu het verkeer gaande te kunnen houden moest het hoogteverschil van 1.60 meter worden weggewerkt. Dit geschiedde door de oude brugdelen met enorme hydraulische vijzels om hoog te brengen en vervolgens te on derstoppen met stapels tropisch hardhout. Ook dit gebeurde terwijl de brug in vol bedrijf was. Computer Het wisselen van de overspanningen gebeurde eveneens met een pijnlijke, door de computer voorgeschreven precisie. En telkens als een nieuw brugdeel op va ars tellingen naar de brug werd gesleept was men in een reusachtige montagehal op het Krab begors in Dordrecht al weer een eind op weg met een volgende overspan ning. In deze hal werd op ingenieuze wijze en volgens een weinig tolerantie biedend tijdschema gewerkt aan de assemblage van door zes verschillen de constructiebedrijven gemaakte onderdelen. Een in aanbouw zijnd brugdeel werd met een soort lopende bandsysteem steeds een eindje opge schoven waardoor Juist de benodigde ruimte ontstond voor de werkzaam heden aan de volgende overspanning. Op het laatst schoof dan de al goed deels buiten liggende „doosligger" helemaal de hal uit om vervolgens van een asfaltdek. vangrails en lan taarnpalen te worden voorzien. De Moerdijkbrug in haar nieuwe ge daante ligt er nu maar er moet nog veel gebeuren voor zij op 11 oktober waarschijnlijk door de Koningin officieel in gebruik kan worden ge steld. Op het ogenblik worden vooral werkzaamheden aan de toeleidende wegen verricht Dit gebeurt niet al leen om die aan de ruimere brug aan te passen maar in het kader van de reconstructie van de tegenwoordig A 16 geheten rijksweg 16. De verbreding van de oeververbinding over het Hol lands Diep (kosten 120 miljoen gul den) namelijk is in feite „slechts" een onderdeel van een groot complex van werkzaamheden ter verbetering van de verkeersader Rotterdam Breda. Daarvan maakte ook de vorig jaar november in gebruik genomen Drechttunnel onder de Oude Maas tussen Zwijndrecht en Dordrecht deel uit. De toenemende verkeersin tensiteit heeft deze kostbare werken noodzakelijk gemaakt. Drukte Om daarvan een indruk te geven: in 1950 passeerden per etmaal 5200 ge- motorisserde voertuigen de Moer dijkbrug, in 1960 was dit aantal met 12.430 royaal verdubbeld, in 1970 lag het op 30.650 en in 1973 op bijna 38.000. In 1980 verwacht men per et maal 50.000 passages. De voor het niet geringe bedrag van 120 miljoen gulden vernieuwde Moerdijkbrug is berekend op 80.000 wagens per 24 uur zodat geen halve maatregelen zijn genomen. In een andere orde van grootte gelden voor de brug bij Keizersveer, welker capaciteit voor 20 miljoen gulder- meer dan verdubbeld is. vergelijkba re cijfers. De brug bij 8pijkenisse is met haar slechts t5.40 meter brede rijdek de wanhoop van velen geweest Niet alleen voor het wegverkeer vormde zij een gevaarlijk obstakel, ook voor de scheepvaart Met name de aanzienlijk toegenomen duwvaart heeft bij het passeren van de oude, nu zo spoedig mogelijk te onttakelen hefbrug angstig weinig speling. De nieuwe hefbrug, waarvan twee van de vier overspanningen beweegbaar zijn, heeft aparte doorvaarten voor het opgaand en afkomend scheep vaartverkeer. Zij heeft zestig miljoen gulden gekost. Drie bruggen dus, die „lijfelijk" met elkaar te maken hebben. Om er aan te herinneren dat de oude Moerdijk brug zich opgeofferd heeft voor twee andere oeververbindingen komt er De oude Moerdijkbrug zoals zij veertig jaar over het Hollands Diep heeft gelegen.- De nieuwe Moerdijkbrug komt op de automobilist meer over als een voortzetting van de weg dan als een brug. Toch ligt er onder dit stuk „weg" een kilometer breed water. Men is op het ogenblik op alle fronten bezig met de afwerking van de brug en met de aanpassing van de toeleidende wegen. naast de zuidelijke oprit aan de Brabantse kant dus een monu ment te staan. Het zal zijn samenge steld uit vier eindstukken van twee bij Keizersveer gebruikte overspan ningen die ingekort moesten worden. Het zal gesierd zijn door de bronzen vrouwenfiguur die midden op de oude brug de provinciegrens tussen Holland en Noord-Brabant markeer de. Bij de nieuwe Spijkenissebrug komt een dergelijk monument. Daar zullen de eindportalen van de oude brug met hun voor de jaren rond 1900 typerende versieringen voor worden gebruikt. En dat zijn dan opmerkelij ke vleugjes nostalgie van rijkswater staat! - DAG 19 JULI 1978 TROUW/KWARTET

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 11