0 Alaska: bittere
srmoe naast rijkdom
IB"Hj
Graag gedé
ian,
jongen
■mil
—ar alles 'groter en beter' is
VPTC
-j)AG 10 JULI 1978
VARIA
TROUW/KWARTET
7
kade S
irtscha
?0'Jhine van Gasteren
lur vliegen van Amster-
p weg naar Japan, ligt
Als enige uitstappen-
lagier laat ik de Jan-
loffelijkheid achter me
.op het vliegveld in de
^SHÜttaat van Amerika. Be-
s vanieb ik hier een stop ge-
rol nie' doorgejakkerd
luto'sfokio. Ik las erover, ik
sxciat het "anders" was, ik
irvereiet zien! En terecht! Di-
■52. Aji bij aankomst: tikje
__slig, bijzonder vriende-
1 ïensen, geen mooie kof-
__pensen met kartonnen
na 16 rugzakken, opvouwba-
i. wno's en vistuig, fikse
J20'3ten. sportief. Forse ke-
irry dst een Bonanzahoed en
'76'|zaloop. Alaska, dun be-
ra nog onbedorven, met
rervloed aan dieren in
Cu5embenemende natuur.
bandpor komt men.
;l. met
ak. Tfge: grootste stad van een
650ld dat in 1741 door de Russen
72, eltdekt, waar Russische Jagers
t'e afkopers zich neerlieten, Alas-
0-90#867 werd het voor 7.2Q0.Q00
door tsaar Alexander aan
verkocht. In 1897 begon de
in 1942 veroverden de Jap-
oeten om ze prompt te ver
in 1977 ging de kraan van de
iden oliepijplijn open. Land
■rush, gold-rush, defense-
oil-rush", zoals ze daar
•fige stonden 75 jaar geleden
ien, nu is het een bloeiende
cierirnad, leunend tegen de bergen,
ïeerd langs het water, vriende-
"*t laagbouw, 100.000 inwoners,
fader haast. Met het grootste
jprivévliegtuigjes ter wereld,
■voermlddel hier, want de af-
l zijn immens, het spoorweg-
r klein. Busvervoer en zeefer-
uitstekend, voortreffelijk
liddel om veel te zien voor
geld. Want Alaska is de duur-
Snei®1 van Alnerika Alles moet
W toe worden gebracht en dat
rPd-
cennwordt bewoond door Eskimo-
nen, blanken, negers, Russen.
jl I9tijn hier in de loop der tijd
met pokken om fortuin te zoeken,
kwamen, weinigen bleven.
aanleg van de pijplijn is
lijzonder in de belangstelling
staan. Onder barre omstan-
is die pijplijn aangelegd
erikanen, Denen, Hollan-
itsers. Engelsen, enz. En te-
•rme salarissen,
t geïnvesteerd, wolkenkrab-
verrijzen, de charme ver-
het land van de inheemse
ig wordt gegapt, we worden
id gemaakt, we hebben méér
welvaart en méér proble-
r. rotzooi en méér ongelukki-
n, die gespleten zijn door die
zegt een. truckchauffeur, die
in een winkeltje staat waar
camera laat repareren. De
van de shop heeft een Dafje
lagt me of ik hem uit Holland
idleiding in het Engels kan
SAIln. Hij is de zijne kwijt. Ancho-
edesiardige, onmodieuze mensen,
opeme winkels naast houten hui-
en 'ttere armoe naast opkomende
'72/ts verscholen rijkdom, pand-
Bedfen naast gok- en dranktenten.
'73h Trading Co., de oudste, gold,
300 tod diamonds". Alles kan be-
t/mfcn gekocht worden. Laveloze.
Jiv. lerde figuren, afgestompt door
enettog en intensief drankgebruik,
spedelen binnen, komen er een Jas-
r, rr*r, een dollar rijker uit en dui-
)t B/I
4I
Captain Cook Hotel. Neergezet na de
aardbeving van 1964, die de stad aar
dig plat walste. Als een uitdaging is
hij gebouwd, de natuur tartend.
Spoedig zullen hier nu talloze wol
kenkrabbers staan, biljoenen projec
ten, hotels, waar vliegmaatschappij
en investeren. Land wordt opge
kocht, spotgoedkoop, in plots ver
deeld en duur verkocht.
In de krant lees ik paginagrote oproe
pen van hen die zich verzetten. "Spe
ak up, Alaska"! "En dat doe ik", zegt
de ober in mijn hotel, een Eskimo.
"De bevolking heeft recht op dat
land, wij zaten er vóór die olieba
ronnen".
Gelezen: "Terwijl de inheemse bevol
king gedwongen wordt te wachten,
ondanks onze vlammende protesten
tegen de onrechtvaardigheid van de
voorgestelde regeling inzake landver-
deling, vechten de oliemaatschappij
en en de met ontzag voor de dollar
vervulde nieuwe miljonairs, over dat
land, dat wij opeisen en waar wij
recht op hebben, bewust en zonder
toestemming iemands bezit te nemen
is beroving, diefstal en verduistering.
Noem het wat Je wilt... het is gewoon
stelen". Eben Hopson, Vice-Presi
dent, Alaska Federatie van In
heemsen.
Gletsjer
ken meteen de Cattleman-s Inn, oud
ste saloon, binnen. Ontheemde men
sen hangen dronken tegen de deur
post, bieden een horloge voor vier
dollars aan. je zegt nee. drie dollars,
twee... uitgeteld liggen ze op het trot
toir, slapen op een stadsbank, ze kwa
men een vorkje meepikken van die
pijplijn, maar bleven hangen...
Hotel
Op 9th Avenue, nr. 100, staat een laag
bruin houten huls, grauwig en onver
zorgd, bijna onleesbaar boven de
deur: Hotel. Een oude stationcar
stopt, een dikke vrouw, pet op, enor
me boezem die nimmer een BH zag,
broek die om het zware lijf fladdert,
geruit jack, stapt uit. Vraagt me of ik
iets zoek. We komen in gesprek. Het
is haar hotel, twaalf dollars per nacht.
"Niks voor Jou, honey, voor kerels",
zegt ze.
Een kwartier hangen we tegen de
auto in de zon. De oliepijplijn? "Vóór-
en-nódelen. Heeft het land opgepept,
meer geld, meer werk, mensen hoe
ven niet meer VAN elkaar te leven,
zoals de gewoonte was, maar MET en
VOOR elkaar. Pure armoe was het
hier, maar de welvaart bracht ook
ellende. De "last frontier" mentali
teit, iets goeds, is verdwenen. Er is
iets veranderd. Er is goud verdiend en
goud verbrast; voor velen ook belof
ten van rijkdom die nimmer in ver
vulling zijn gegaan, en teleurgestelde
mensen achter liet. Het grootste deel
van de bevolking was er tegen, zeker
zij die geen interesse hebben of had
den om rijk te worden. Er is een
enorme rijkdom in deze stad. die
angstvallig verborgen wordt gehou
den. Men schaamt zich voor de nou-
veau-riche mentaliteit. Het leven is
veranderd en eigenlijk niet ten
goede".
De blikvanger van Anchorage is de
enige bescheiden wolkenkrabber, het
Anderhalf uur rijden van Anchorage
ligt de enige gletsjer in Zuidwest-
Alaska, die per auto berikbaar is.
Over een stille tweebaansweg, haast
geen tegenliggers, langs doodstil
spiegelglad, loodgrijs water rechts, en
links wouden van grijze dode dennen
stammen, plekig, eenzaam, als na
palmslachtoffers ontluisterd, stom
me getuigen van de aardbeving, nim
mer verwijderd, bewust laten staan
als natuurlijk nationaal monument,
kom Je in Portage Glacier. Warm en
vriendelijk in Anchorage, ijskoud en
onhergbaam bij de gletsjer. Grillige
beeldhouwwerken van ijs, drijvend
op zwart water, elkaar aanstotend.
Hoog in de lucht een adelaar. Vóór dit
meer gevormd was, was dit punt een
soort gletsjerhaven voor de Tanaina
Indianen, Chugach Eskimos en Rus
sische bonthandelaren.
De Amerikanen weten hoe ze een
natuurpark in stand moeten houden.
Zo ook in Alaska. Er zijn er velen. Je
hoeft niet ver van Anchorage te rij
den om langs doodstille, slordige slin-
gerpaardjes in het Chugachbos, tus
sen vuurrood onkruid (fireweed) en
het gezoem van duizend muggen die
van steken weten, plots oog in oog te
staan met een schichtige eland; of
een Ptarmigan, DE vogel van Alaska,
spierwit in de winter, bruin in de
zomer, te zien aanvliegen. Varens, on
bekende planten, bloemen, eindeloos
hoge bomen, de Wildernis. Stilte, die
af en toe verbroken wordt door het
geluld van onzichtbare dieren. Even
buiten Anchorage ligt Potter Marsh,
je rijdt er op de fiets heen (te hum-
voor een krats en ideaal voor Ancho
rage) om naar vogels te kijken. Val
ken, meeuwen, ganzen, adelaars,
strandlopers, prachtig getekende
eenden... het krioelt. Je tuurt, de na
tuur aan Je voeten... dat broedt, dat
leeft en vliegt.
Dierentuin
Anchorage bezit een dierentuin (waar
ook gewonde dieren uit wildernis en
toendra opgelapt worden en terugge
zet in eigen omgeving) en een Wildli-
femuseum, beide de moeite waard. In
het laatste staat een immense ijsbeer,
door een vrouw geschoten. Het Fine
Art museum herbergt een prachtige
collectie Eskimo handwerk, oud en
nieuw, van ivoor, hout en been. Alas
ka is een paradijs voor vissers, be
rgbeklimmers, watersport- en natuur
liefhebbers.
De voorlichting is voortreffelijk, le
zingen, films, je loopt maar binnen.
Je moet een keuze doen of een half
WÈ
door Mink van Rijsdijk
Hans woonde al drie jaar op kamers en hoewel hij
financieel nog afhankelijk was van zijn ouders,
leefde hij aardig zelfstandig. Nou ja, wat heet
zelfstandig. Zijn moeder was om de paar weken
altijd goed voor een dikke vuilgoedzak en zijn
vader ontfermde zich regelmatig over formulieren,
die ingevuld moesten worden. Ik ben typisch dat
stomme knulletje uit de stereotiepe verhalen,
placht hij te zeggen, pienter genoeg om te stude
ren, maar met een blinde vlek voor officiële
stukken. Maar waarom moeilijk gedaan als het zo
gemakkelijk ging? En zo verhuisden ziekenfonds
papieren, periodieke aanvragen voor studietoela
gen en wat dies meer zij prompt naar het vaderlijk
bureau. Daar werden de zaken accuraat en graag
voor hem geregeld. Dankuwel pa. Graag gedaan
jongen, en dat was het dan weer.
Op een regenachtige dag echter bracht de post hem
een dienstenvefop met inhoud, verstuurd door de
inspecteur der directe belastingen. Toen besloot
Hans plotseling dat hij een grote jongen was
geworden en in staat moest zijn zelf zijn fiscale
boontjes te doppen.
Het vooruitzicht om het volgend weekend thuis te
gloriëren als zelfstandig burger lokte hem buiten
sporig.
„Meneer de inspecteur," zei hij plechtig tegen de
envelop, „als u een momentje wacht, zal ik me met
uw schrijven occuperen. Als u me toestaat, zet ik
eerst koffie". Dat deed hij, langzaam en vol zorg,
heimelijk uitstel zoekend voor het karwei. Bij zijn
ouders triomferen was natuurlijk heel leuk, maar
hij besefte opperbest dat er eerst nog enkele
hachelijke slagen geleverd moesten worden. Dat
vereiste een ontspannen begin, meende hij.
Tenslotte installeerde hij zich en deed een poging
de ontboezemingen van de inspecteur te doorgron
den. Tevergeefs. De ingewikkelde ambtelijke ge
heimtaal, doorspekt met getallen, was hem we
zensvreemd en leek niets te maken te hebben met
zijn moedertaal. Hij concentreerde zich nogeens
op het formulier, dat handelde over lang geleden
verrichte werkzaamheden en destijds genoten in
komsten. Zijn gedachten versprongen, wat een
afschuwelijke tijd was dat geweest. Hij had in een
cafetaria gewerkt om zijn vakantie te kunnen
betalen. Het was jakkeren en sjouwen geweest en
hoeveel had hij er „schoon" aan over gehouden?
Een grijpstuiver. Hij had toen gezworen nooit
meer vakantiewerk te doen. Hij zou een beetje
voor de belasting werken, mooi niet.
Hij nam het papier weer ter hand en werd subiet
razend. Alsof dat hele gedoe van vorige zomer al
niet financieel teleurstellend genoeg was, werd hij
geacht nog 200,over te maken. Tweehonderd
gulden, waar moest hij die vandaan halen? Vanwe
ge het besluit de eigen fiscale boontjes te doppen,
greep hij pen en papier en koelde heel zijn woede
in een scheldbrief. Wat meneer wel dacht. Kon hij
wel, veren plukken van een kale kikker. Werd niet
elk initiatief van jongeren gedood door zulke
onrechtvaardige maatregelen. Was lanterfanten en
flierefluiten zoveel maatschappelijker. Of de in
specteur soms de pik had op arme studenten en of
hij wel besefte dat hij met deze uitbuiting zwart
werk en belastingontduiking in de hand werkte.
Hij voelde zich prima na alle onstuimigheid en
eindigde zijn brief met de mededeling dat de
Nederlandse staat op geen stuiver zijnerzijds be
hoefde te rekenen. Hij was een gesjochte jongen.
Hoogachtend. Bij een vrindje die een schrijfmachi
ne had, typte hij de brief met doorslag, want je
wist tenslotte maar nooit.
Met ingehouden trots aanloop naar de glorie
overhandigde hij later de correspondentie aan zijn
vader. Deze keek hem over zijn bril aan. Alle
liefde voor, maar ook alle twijfel aan zijn zoon
spoelde over het doublé randje. Zelfstandig bur
gerschap werd die avond niet gevierd, wel de
meevaller dat hij tweehonderd gulden van de
belasting tegoed bleek te hebben. Zijn vader
dicteerde hem een excuusbrief aan de inspecteur.
Dankuwel pa. Graag gedaan jongen.
Jaar blijven. Ik kies voor Manatush-
kavallei, een korte trip. Een vrucht
bare streek, riviertjes barstend van
zalm en forel, een Indiaans dorpje
Eklutna, kinderen met beeldige
smoeltjes. Eklutna heeft een wonder
lijke begraafplaats: grafhuisjes waar
in de bezittingen van de dode liggen,
daarnaast een houten kruis, en een
Russlsch-orthodox kerkje. Per trein
naar Fairbanks, tien uur rijden, zeer
comfortabel, koe petramen, schitte
rend uitzicht. Dwars door dat land
van contrasten met het 'IJzeren
Paard", trein die sinds 1923 een be
perkt traject rijdt: Fairbanks, Valdez
en Whittler. Onderweg stapt een forse
vent in, vijftiger, een Jager. Moet naar
Fairbanks voor medische keuring.
"God's eigen land", zegt hij, "maar
die pijplijn heeft veel kwaad ge
daan". Als ik hem zeg dat ik die bij
Fairbanks ga zien, vraagt hij ver
baasd: "Waarom? Ga schoonheid
zien, mens, geen verdérf".
Fairbanks, vriendelijk plaatsje, zie ik
's morgens per taxi. "Hier is 2nd Ave
nue", zegt de chauffeur". DE straat
der zonden! Bordelen, gok- en drarik-
hulzen, hier werd gespeeld, gevoch
ten, gedood, gehaat, recht van de
sterkste gold. Hier kwamen de pijp
werken hun geld opmaken, ook mijn
zwager, ook jullie Hollanders. Een
BOOMtime was het, heil..." Hij lacht.
Stalen slang
En dan sta Je eindelijk voor die stalen
slang van 800 mijl dwars door de
toendra, permafrost, ijs, rivieren, van
Prudhoe aan de Pooizee naar Valdez.
die pijp waardoor zoveel olie stroomt
dat er 600.000 vaten per dag mee
gevuld kunnen worden! Het verzet is
begrijpelijk, het zal niet bij die olie
blijven, men heeft de smaak te pak- BGtCr
ken, ze kunnen niet meer terug van
die expansiedrift. Ontwikkelen en te
vens natuur behouden? Het één gaat
Josephine van Gasteren
ten koste van het ander. "Tja", zegt
de chauffeur laconiek, "de één vecht
voor geld, de ander voor een boomp
je". En als de pijp scheurt, lekt, de
sabotage, die al enige malen plaats
vond? Dan stroomt de olie de toendra
in, veroorzaakt onherstelbare schade.
Gelezen: Rapporten van arbeiders en
opzichters geven duidelijk aan dat.
als het om het rapporteren van olie
morsen gaat, er een enorme kloof is
tussen principe en praktijk. Veel ar
beiders zeggen dat veel morspartijen
nooit zijn gerapporteerd en er zijn
zelfs beschuldigingen dat diegenen,
die het morsen wilden aangeven, met
ontslag werden bedreigd. Richards
Fineberg. All Alaska Weekly.
Ik bedoel maar...
In Amerika is alles "bigger and bet
ter". Zo ook Mount Mc. Kinley, de
trekker waar geen mens aan ont
komt. Het schitterende natuurreser
vaat Park Mc. Kinley biedt alles wat
de mens aan schoonheid maar wen
sen kan. Honderdtwintig mijl per bus
vanuit Fairbanks, drie uur langs den
nen-, berken- en espenbossen, langs
rivieren die zich als vlechten strenge
len en door het grandioze landschap
vloeien. De toendra, gletsjers, een zin
gende natuur, een symfonie van kleu
ren. Je bent midden in het domein
der dieren. Door de verrekijker (on
misbaar to dit land) zie je ze. de aan
zalm volgevreten bruine, zwarte, en
grijze beren, berggeiten, bergscha-
pen, machtig van lijf met elegante
horens. Bevers, stekelvarkens, we
zels, een schat aan vogelleven, en dan
de twee majesteiten van Alaska: de
caribou en de eland. Hele kudden zie
Je, want het is de trekmaand. Zeve
nendertig soorten dieren, honderd
tweeëndertig soorten vogels hulzen
hier temidden van vierhonderd soor
ten wilde bloemen. Een paradijs,
waarin Je uren kunt lopen, steeds iets
nieuws ontdekkend. En hoog boven
dit alles de berg Mc. Kinley. Onver
biddelijk, spierwit, allesbeheersend,
ontzag inboezemend, weerspiegelt hij
in het water van dat stille meer.
Een berg is een berg, zou Je denken.
Die hebben wij in Europa ook. Toch
is het anders hier. Je zit aan de Pool.
het wordt nooit helemaal donker, je
zit aan het einde der aarde. Het IS
gewoon anders. Het is al heel laat en
nog heel licht als ik op een bemoste
rots, vlakbij de blokhut, zit te kijken.
De hemel is rose, met hier en daar
azuren vegen. Die kleuren blijven
hangen, vervagen dan langzaam tot
de zon opkomt. Ver weg linkt de roep
van een uil. Sneeuwwit zijn die hier.
Vlakbij wordt de stilte doorkliefd
door de schelle kreet van een vogel,
die ik niet kan zien.
"Gods Own Country", zei die Jager.
En zo is dat.
Vragen uitsluitend in envelop sturen naar postbus 507, 2270 AM
Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels, het liefst in waarden
van 55 en 45 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken.
Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd.
ut: Wij verwachten onze eerste
GlGbn we dénken veel over de
Het is nl. de bedoeling dat het
toaar grootvader Krijn zal wor-
pnoemd; als het een meisje is
|;het Kriena. Nu vinden we
der een schat, maar z'n naam,
vinden we niet zo geslaagd.
»eten we dat nu doen!
heiOORD: Krijn is echter ook een
^ng en waarom zoudt u uw
dan niet de oorspronkelijke
even, die in Nederland niet
d is: Quirinus of Quirijn; de
inaam valt daar gemakkelijk
te leiden: Quirina of Quirij-
gewoon Quirien? De beteke-
Noiiirinus is de naam van de oor-
Mars bij de Sabijnen en te-
e bijnaam van Romulus, een
twee legendarische stichters
ome. dat in oude geschriften
1 urbs Quirini, de stad van
s heet. De naam betekent:
Ctrijdbare held met een speer
ostr I, Vroeger meende men met het
van een bepaalde naam het
ide«er te ^unnen beïnvloeden, of
i pd daarmee onder de bescher-
an een bepaalde heilige te stel-
BElfcardoor werden de onschuldige
Tigen vaak opgezadeld met een
Is, waarmee ze hun hele verdere
ïtreiterd konden worden.
1: Wij lazen een poos geleden
blad over een energieprijs-
Kgj die uitging van het Kon. Inst.
-UI inieurs. Echter zonder adres.
rui c
atQu-
'OORD: We vonden het artikel,
over deze prijsvraag geschre
ven werd, niet (zonder de naam van
het artikel, de redacteur, die het
schreef en de datum van de publica
tie gaat dat moeilijk), maar het adres
van het Instituut staat gewoon in uw
telefoonboek of in Pyttersen: Prinses-
segracht 23, Den Haag, 070-646800.
VRAAG: Ik ben in het bezit van een
merklap, geborduurd in 1810. Deze
merklap is in de loop van de jaren
heel vuil geworden. Hoe kan ik deze
schoonmaken?
ANTWOORD: Uit droeve ervaring
wijzer geworden, kan ik u slechts
aanraden, niet met dit kostbare bezit
te experimenteren. Neem uw lap eens
mee naar een spreekuur van een
groot museum of steek uw licht eens
op bij het Ned. Openluchtmuseum te
Arnhem. Bij gelegenheid hoop ik uw
voorbeeld eens te volgen: Een nog
oudere merklap (1798), die in verval
geraakt was (het zelf vervaardigde
linnen begaf het) werd door een enca-
dreur met het een of andere spul op
karton geplakt en Ingelijst. Na enige
jaren is het plakmiddel sterk ver
kleurd en dringt zich steeds sterker
naar voren. Zoiets moet met uw lap
niet gebeuren.
VRAAG: Hoe bewaar ik mijn bontjas
in de zomermaanden?
ANTWOORD: Als het een heel
mooie, kostbare jas is, verdient het de
voorkeur de jas bij een bontwerker te
laten bewaren. Men heeft mij altijd
op 't hart gedrukt bont niet in een
luchtdichte zak op te bergen, want
don stikt het bont". Beter is het nu en
'H
■<0
dan de kleerkasten even leeg te ha
len, uit te zuigen met de stofzuiger en
de winterjassen even stevig uitge
schud en zo nodig geborsteld weer te
voorzien van de nodige voorzorg
smaatregelen: in de zakken een stuk
gewone toiletzeep of een „mooi" pa
piertje. dat om cadeauzeep zat. Op de
plaats waar de jas van achter tegen
de klerenhanger aankomst, een oud
servet of iets dergelijks er tussen leg
gen en onder in de kast in de hoeken
een in elkaar gefrommeld stuk kran
tepapier met een paar druppels pe
troleum erop. Het laatste geldt ook
voor uw dekenkist. Het spreekt van
zelf dat dekens schoon moeten zijn,
voor men ze een paar maanden gaat
opbergen. Als men dekens gelucht
heeft en ze een paar uur buiten heb
ben gehangen, moeten ze stevig uit
geklopt worden, aan belde kanten.
VRAAG: Is er iets bekend over de
schilder G J. Delf gauw? Hebben zijn
schilderijen enige waard?
ANTWOORD: Gerard (G.J.) Delf-
gauw, geboren te Monster in 1884,
;eefde en werkte in en rondom Den
Haag, waar hij in 1947 is overleden.
Hij schilderde in naturalistische en
impressionistische trant. Hij was
leermeester van zijn zoon J. G. Delf-
gauw. Al had hij geen grote bekend
heid, toch zijn zijn schilderijen waar
devol. Lange tijd woonde hij te Rijs
wijk (ZH). Wij vermoeden dat men in
het Tollenshuis aldaar u nog wel
meer over Delfgauw, vader en zoon
zal kunnen vertellen.
VRAAG: Wij zijn een oud. kinderloos
echtpaar, in gemeenschap van goede
ren getrouwd, hebben een paar spaar
duitjes op één boekje. Hoe gaat dat
nu, als een van ons beiden zal sterven.
Moeten we een testament maken?
ANTWOORD: In gevallen, zoals dat
van u, erft de overblijvende van het
echtpaar alles, zonder dat de familie
van de overledene daarbij een vinger
in de pap heeft. Sterft de weduwe of
weduwnaar daarna, dan is de familie
van de overgeblevene, tenzij iets an
ders overeengekomen is. de enige die
aanspraak kan en mag maken. Nu
kan men samen daar wel eens over
praten en als de verhouding goed is.
zoudt u dan per codicil bepaalde
meubelstukken of voorwerpen kun
nen bestemmen voor de familieleden
van de eerstoverledene. Eigenhandig
geschreven, ondertekend en geda
teerd. Geld kan men op die manier
niet bestemmen. Dat moet Vja de
notaris gebeuren. Wat nu die geza
menlijke spaarboekjes betreft: Bij
overlijden vervalt de machtiging en
wordt het geld geblokkeerd, tot men
met een acte van erfrecht het overlij
den bewijzen kan en tevens het recht
over het geld te beschikken. Dat gaat
zonder veel gedoe, maar men kan
moeilijk verwachten, dat het hoofd
van een weduwe of weduwnaar de
eerste dagen er naar staat om daar
achterheen te gaan. Om niet zonder
geld te zitten, zoudt u het beste een
tweede boekje kunnen nemen, waar
op u de helft van uw tegoed vastzet.
En op dit boekje geeft u ook elkaar
volmacht tijdens het leven. Na het
overlijden van een van beide partijen
heeft de andere geen moeite. Het is
nu eenmaal zo. dat men op oudere
leeftijd z'n vrienden kiest, soms in.
soms buiten de familiekring. En dat
zijn meestal juist degenen, aan wie
men een gedachtenis zou willen nala
ten. Dat kan volgens een bovenbe
schreven codicil, geld echter via een
testamentaire beschikking.
VRAAG: Wij hebben een reproductie
van een houtskooltekening van Jan
Toorop „de gelovige". Waar is het
origineel? Waar vinden we een volle
dige lijst van zijn werken en andere
gegevens van deze kunstenaar?
ANTWOORD: Ook wij zochten (te
vergeefs) naar een volledige lijst. Ten
slotte kwamen we op Walcheren te
recht, waar J. T. zolang woonde en
zoveel modellen vond. Te Domburg
heeft hij verschillende tentoonstellin
gen gehouden en wij vonden daar vrij
veel persoonlijke herinneringen, he
laas geen opwekkende. Wij adviseren
u voor inlichtingen contact op te ne
men met het Documentatiecentrum,
Abdij 9 te Middelburg t.a.v. dhr. De
Bruin. Wellicht kan hij u verder hel
pen met uw reproductie.
VRAAG: Ik ben in het bezit van een
klokje, zoals dit, waarvan ik een af
beelding in een advertentie vond. Het
is van mahoniehout met koper en op
de wijzerplaat een kransje van roos
jes. Is het oud of ouderwets en heeft
het waarde?
de de naam Dilovardus. Deze naam is
een verlatijnsing van een zeer Neder-
landsesnaam, nl. Dielof. in Duitsland
en Denemarken is dat Detlev. De
betekenis is ..man „man van het
volk". Vermoedelijk werd de verla-
tijnste vorm in de 19de eeuw mooier
gevonden dan de eenvoudige naam
Dielof. Wij geven deze mededeling
graag door aan de instanties, die het
ook niet wisten.
ANTWOORD: Dit klokje werd ver
vaardigd door de HAU, de Hamburg
Amerikanlsche Uhrenfabriek. later
opgenomen in het Junghansconcern.
De modelnaam is Josefientje en
stamt ongeveer uit 1910. Dat een
klokje dat bijna 70 Jaar oud is. goed
loopt en er nog aardig uitziet, een
waardevol bezit is, spreekt vanzelf
HULP VAN LEZER: 22 Juni hadden
we een vraag doorgegeven betreffen-
VRAAG: Naar aanleiding van het
'gezegde: Een bende van kardoess
staat dit misschien in verband met
Louis Dominique Cartouche (zie prof.
Bouman: Vrijheidshelden en terro
risten?).
ANTWOORD: De grote misdadiger
Cartouche, geb 1693 te Parijs, bleef
dank zij z'n relaties met hogere krin
gen in leven tot 1721, maar toen hij
zich in het openbaar in de Opera
vertoonde, werd hij gegrepen en ge
radbraakt. Kardoes (Cartouche bete
kent een huls. maar ook iets pleui-
zigs, harigs, zodat het een goede
naam was voor een hond. die haren
en pluizen kwijtraakt. Ook de slkaan-
wassen in de monding van de IJssel,
die zeer ruig xegroeld zijn, worden
kardoezen genoemd. De bende van
Kardoes, kan dus slaan zowel op het
ruige leven rond om en van Cartou
che, als op de rommel, die een speelse
hond in een nette kamer kan make-
Als aanvulling op de bovengenoemde
uitdrukking werd ook gezegd: van
kardoes, t lijkt wel of Mop (of de
Duvel) gejongd heeft