Palestijnen zijn bezetting beu
\m
rj
sr m
PT.
Uiteindelijk beslissen ze zelf over
toekomst westelijke Jordaanoever
4r»
3-
li
»s~
•*-
-»
'mlA^
ZATERDAG 1 JULI 1978
BUITENLAND
TROUW/KWARTET
13
door James Dorsey
„Het wordt tijd om voor de
vrede te werken! Begin en
Dajan misleiden het volk.
Menachem Begin geeft de
voorkeur aan gebied boven
vrede. Mosje Dajan leidt ons
naar een nieuwe nationale
blunder. De regering heeft
zich afgeschermd door muren
van apathie. Vrede verdient
de voorkeur boven een groter
Israil. De regering moet zich
inzetten voor de vrede."
Aldus oproepen van Sjalom
Achsjaw, de Vrede-Nu bewe
ging in de Israëlische kranten
van deze week.
Leek vrede in het Midden-
Oosten ruim een half jaar ge
leden binnen handbereik met
het bezoek van Egyptes presi
dent Sadat aan Jeruzalem, nu
lijkt het verder dan ooit ver
wijderd. Het Egyptisch-Israë-
lische vredesoverleg zit muur
vast. Cairo eist de teruggave
van de in 1967 bezette gebie
den als voorwaarde voor het
sluiten van vrede. Jeruzalem
stelt dat het waarborgen van
de veiligheid van de Joodse
staat militaire controle van
de westelijke Jordaanoever
vereist. Bovendien zou de ge
schiedenis de Joden het recht
geven om zich in geheel Eretz
Jisrael, dus ook in Jehoeda en
Sjomron, de Joodse betiteling
van de westelijke Jordaanoe
ver, te vestigen.
Op tafel ligt een 26 punten tellend
Israëlisch vredesplan. Israël blijft
verantwoordelijk voor de „veiligheid
en de openbare orde" in Jehoeda en
Sjomron. de Palestijnen krijgen be
perkt zelfbestuur. Premier Begins
vredesvoorstellen bleken voor de ge
matigde Arabieren en de Amerikanen
echter onaanvaardbaar. Voor de Pa
lestijnen op de westelijke Jordaanoe
ver bevat het vredesplan maar één
boodschap: Begin blijft trouw aan
zijn principes. Israëls aanspraak op
Jehoeda en Sjomron is „eeuwig", het
gebied dat in 1967 werd veroverd
werd in feite „bevrijd". Beperkt zelf
bestuur onder Israëlisch toezicht be
tekent voortzetting van de zo gehate
en als discriminerend ervaren bezet
ting.
Israëls oud-minister van buitenland
se zaken, Jigal Allon, meent zelfs dat
aanvaarding van het plan-Begin „In
zijn huidige vorm niets minder dan
een nationale catastrofe zou beteke
nen." SJimon Peres, leider van de
Israëlische Arbeiderspartij stelt dat
het beleid van de regering-Begin de
deur naar de stichting van een onaf
hankelijke Palestijnse staat opent.
Dat zo'n staat een levensgroot gevaar
voor de veiligheid van de staat Israël
zou vormen is echter juist het enige
waarover in Israël een nationale con
sensus bestaat.
Uiterste best
In het plan-Begin zijn geen maatrege
len opgenomen die de stichting van
een onafhankelijke Palestijnse staat
kunnen voorkomen, aldus de Arbei
derspartij. Volgens Allon lijdt het
geen twijfel dat de leden van de door
Begin voorgestelde raden van zelf
bestuur op aanbeveling van de Pales
tijnse Bevrijdingsbeweging (PLO) ge
kozen zullen worden „In Hebron en
Ramallah hebben zich onlangs poli
tieke moorden voorgedaan. Gematig
de leiders die een goede kans hebben
om in geheime verkiezingen gekozen
te worden (als leden van de raden van
zelfbestuur) zullen zodanig geterrori
seerd worden dat zij zich niet als
kandidaten op zullen stellen. Het re
sultaat zal zijn dat vreemd genoeg
onder Israëlisch militair bestuur een
raad van nationale autonomie geko
zen zal worden die z'n uiterste best
zal doen om volledige onafhankelijk
heid te bereiken. Omdat de raad ge
kozen zal zijn zal hij als de werkelijke
vertegenwoordiger van de Palestijns-
Arabische gemeenschap worden ge
zien."
Zolang de raad van nationale autono
mie zich beperkt tot het hanteren van
politieke wapens zal hij volgens Allon
weerklank vinden bij de interna-
tionale publieke opinie. De door Be
gin voorgestelde overgangsperiode
van vijf jaar zal de raad de tijd gun
nen om geleidelijk in de richting te
werken van volledige onafhankelijk
heid. „De wolf zal schaapskleren dra
gen. De PLO-leiding van de raad zal
een gematigd aanzien krijgen. Na een
tijdje, wanneer het klimaat interna
tionaal gunstig lijkt te zijn, zal de
raad een vergadering in een openbaar
gebouw in de hoofdstad van het auto
nome gebied bijeen roepen en de on
afhankelijkheid van het Palestijns-
Arabische volk uitroepen, niet als een
protectoraat maar als een onafhanke
lijke staat."
Allons voorspellingen raken de kern
van de zaak. Uitvoering van het plan-
Begin betekent niet alleen een funda
mentele verandering in de situatie in
het Midden-Oosten, maar dwingt de
PLO van Jasser Arafat om principiële
beslissingen te nemen. De Israëlische
bezetting van de westelijke Jordaan
oever en de Gazastrook duurt al elf
jaar. Elf jaar lang wist de PLO geen
effectieve basis in het gebied op te
bouwen. Het kon zich met de vervul
ling van een symboolfunctie tevreden
stellen. Een symboolfunctie die het
ontleende aan het feit dat het de
internationale aandacht op het Pa
lestijnse vraagstuk vestigde en als
vertegenwoordiger van het Palestijn
se volk erkend werd.
Bezetting zat
De Palestijnen in de bezette gebieden
zijn de bezetting echter zat. De klach
ten zijn hetzelfde: familieleden die
zonder slag of stoot verbannen wer
den, huizen die werden opgeblazen,
arrestaties, beledigingen en vernede
ringen. Journalisten, werkzaam bij
Arabische bladen in Oost-Jeruzalem
weten van demonstraties te vertellen,
die dagelijks plaats zouden vinden.
In de gevangenis van Ramallah zou
zelfs gestaakt worden. Berichten over
deze gebeurtenissen verschijnen ech
ter niet in de Arabische pers. Ze zou
den door de militaire censuur verbo
den worden als „opruiend".
Er is vrijwel niets dat de Palestijnen
op de westelijke oever een grotere
doorn in het oog is dan de Joodse
nederzettingen in de bezette gebie
den. Sinds 1967 werden er 51 dergelij
ke nedeizettingen op de westelijke
Jordaanoever gesticht. Aanvankelijk
illegaal opgezet werden zij onder het
bewind van Menachem Begin gelega
liseerd. Minister van landbouw Arik
SJaron heeft laten weten dat de vesti
ging van twee miljoen Joden in het
bezette gebied bevorderd moet wor
den. Het ministerie van defensie
maakte plannen bekend die in de
stichting van zes Joodse steden op de
westelijke Jordaanoever voorzien.
Uitvoering van dit plan, aldus politie
ke waarnemers in Jeruzalem, bete
kent dat het gebied binnen enkele
jaren een geïntegreerd deel van Israël
zou gaan uitmaken.
Het overgaan van eigendom van
grond op de westelijke Jordaanoever
van Arabische naar Israëlische han
den baart de Palestijnen op de weste
lijke oever grote zorgen. „Het is daar
om dat wij geen tijd hebben om nog
langer te wachten." De inwoners van
Ramallah en Bethlehem werden woe
dend toen de militaire beheerder van
grond, die behoort aan in het buiten
land woonachtige Palestijnen. mee
deelde dat de eigendomsrechten van
deze Arabieren niet meer erkend zou
den worden.
Deze aankondiging betekende een
fundamentele wijziging van het Is
raëlische beleid. Tot dan toe was er
wél erkenning van de eigendomsrech
ten van Palestijnse landeigenaren die
niet in de Arabische wereld wonen.
Slechts degenen, die zich in de loop
der jaren in een Arabisch land had
den gevestigd dreigden op basis van
een uit 1967 daterende Israëlische be
paling hun rechten te verliezen. Vol
gens deze bepaling kwam grond, die
behoorde aan Palestijnen, die in de
Arabische wereld woonden onder het
beheer van de militaire beheerder.
Die gaf het vaak voor Joodse neder
zettingen vrij.
„Op elke inwoner van Bethlehem,"
aldus burgemeester Elias Freij heb
ben wij er tien anderen in Latijns-
Amerika. Wanneer deze nu ook nog
hun eigendomsrechten zouden verlie
zen zouden wij het grootste deel van
ons land, onze bedrijven en onze hui
zen aan Goesj Emoeniem kwijtraken.
Dit is al gebeurd met die Arabieren
van wie familieleden in de Arabische
landen wonen." De Bethlehemse ad
vocaat Aziz Schehadeh daarentegen
vertelt dat „ongeveer tachtig procent
van de landeigenaren van deze stad
in de Verenigde Staten wonen." Vol
gens Schehadeh hadden de inwoners
van Bethlehem geen andere keuze
dan krachtig via de plaatselijke en de
internationale pers te protesteren. De
Israëlische regering werd gedwongen
om de mededeling weer in te trekken.
Minister van defensie Ezer Weizman
repte in de Knesseth, het Israëlische
parlement, van „een misverstand".
Onteigening
t t
l
d PHA
('i
i
Ook in het Palestijns dorpje Nabi
Saleh leed de Israëlische regering een
nederlaag. Het militaire bestuur
maakte de onteigening van negentig
duizend vierkante kilometer grond in
de buurt van het dorpje bekend. Be
nadrukt werd het feit dat het land
geen privébezit was en niet onteigend
maar in beslag was genomen. Inwo
ners van het dorp stelden echter dat
het land wél privé-eigendom was en
door boeren werd bewerkt. Boven
dien zou het om ruim twee keer zo
veel land gaan als werd gezegd. Ge
daagd voor de rechter werd het mili
taire bestuur gedwongen om de om
heiningen rond het in beslag geno
men gebied weg te halen.
Niettemin blijft grond, die behoort
aan in het buitenland woonachtige
Palestijnen in Israëlische handen
overgaan. Volgens de Jordaanse wet.
die van toepassing is op de westelijke
Jordaanoever, is de verkoop van land
aan Israëli's verboden. Overtreding
van de wet wordt met de dood be
straft. Palestijnen in de bezette ge
bieden beweren dat deze landeigena
ren niettemin hun grond aan Israël
verkopen. Officieel wordt het land in
beslag genomen. Via tussenpersonen
ontvangen de in Noord- en Zuid-Ame-
rika woonachtige landeigenaren ech
ter een onderhandse betaling van de
Israëli's.
De Palestijnen in de bezette gebieden
willen maar één ding, aldus Nafez
Nazzal. een Palestijnse professor aan
de universiteit van Bir Zeit. die in het
bezit is van een Amerikaans pas
poort: de Israëlische bezetting kwijt
raken. „Uitvoering van het plan voor
beperkt zelfbestuur zou de dood van
de PLO betekenen. De PLO moet nu
beslissingen nemen of zij zal aan het
kortste eind trekken. Wanneer zij niet
meewerkt aan de beëindiging van de
militaire bezetting zal de PLO eruit
liggen. In dat geval zal zelfs de duivel
als bevrijder worden beschouwd.
De PLO is net zo dom als Israël. Israël
zit in het nauw. Je moet Israël nu niet
de kans geven. De PLO moet begin
nen de mensen op de westelijke Jor
daanoever te vertrouwen. Wanneer
een hond hier „PLO" blaft, klapt de
PLO, zelfs wanneer de hond meer
kwaad dan goed aanricht." Nazzal
vreest een situatie vergelijkbaar met
die van de Zesdaagse oorlog. Toen
kwamen Israëlische Arabieren voor
het eerst na bijna twintig jaar in
contact met Palestijnen in de Arabi
sche wereld. Maar de Israëlische Ara
bieren werden gewantrouwd. „De be-
Arabische jongeren demon
streren op de bezette weste
lijke Jordaanoever.
zetting duurt nu al elf jaar. Nog eens
negen jaar en wij zullen evenzeer wor
den gewantrouwd." aldus Nazzal.
In de ogen van Nazzal is de tijd voor
de PLO gekomen om een gematigd
leiderschap op de westelijke Jordaan
oever te stichten. De Palestijnen op
de westelijke Jordaanoever kunnen
dat zelf niet doen want „de PLO heeft
de geweren". De burgemeesters, ge
kozen tijdens gemeenteraadsverkie
zingen in 1976 en bijna allen aanhan
gers van de PLO, onthouden zich van
politieke activiteiten. Voor zaken die
de Palestijnen als volk aangaan ver
wijzen zij naar de PLO. „De burge
meesters ruziën voortdurend met el
kaar. Zij hebben geen idee wat er aan
de hand is. Sommigen lezen niet eens
de kranten."
Gematigde aanhangers van de PLO
op de westelijke Jordaanoever vrezen
een niet te stuiten radicalisering in de
bezette gebieden. „Dit is het bijna
onvermijdelijke gevolg van de onver
zoenlijke houding van Israël. Het ge
voel dat het toch allemaal geen zin
heeft neemt toe. Wij moeten het prin
cipe leren van: „Als je je vijand niet
kunt verslaan dan moet je met hem
samenwerken." Het zijn de Arabieren
en niet de Israëli's, die ons ervan
overtuigd hebben dat Israël niet te
verslaan is. De conclusie van sommi
gen is dan dat eerst de conservatieve
en reactionaire Arabieren verslagen
moeten worden voordat er een over
winning op Israël behaald kan
worden."
Dit gevoel werd met name versterkt
door het feit dat de Arabische landen
zich afzijdig hielden tijdens de Israë
lische invasie van Zuid-Libanon.
Daar moesten de Palestijnen het al
leen klaren. „Mogelijkerwijs hadden
de Arabische landen hun eigen be
weegredenen om de Palestijnse een
heden in Libanon te hulp te snellen,"
zegt de burgemeester van Nabloes
Bassam Schaka'a. „Maar wat deze
redenen ook geweest mogen zijn, er
blijft bij de Palestijnen het gevoel
achter dat zij in de steek werden
gelaten."
De aanvankelijke hoop van vele Pa
lestijnen in de bezette gebieden, dat
het vredesinitiatief van president Sa-
dat hun problemen zou oplossen om
dat voor het eerst het Israëlische be
staansrecht werd erkend, is vervlo
gen. „Volgens de normen van onze
cultuur," aldus een Palestijns Intel
lectueel „wordt verwacht dat een der
gelijke geste op grootse manier wordt
beantwoord. Jammer genoeg is dat
niet gebeurd. Sadat heeft zijn leven
op het spel gezet. HIJ gaf Israël heel
veel maar kreeg nauwelijks iets te
rug. Dit laat een bittere smaak bij
mensen achter. Sadat had beter ver
diend."
Mogelijk heeft het initiatief van Sa
dat de wereld laten zien dat de Ara
bieren bereid zijn met Israël samen te
leven, maar de feitelijke situatie van
de Palestijnen in de bezette gebieden
is weinig veranderd. Naar hun me
ning hangen de kansen van vrede af
van het opdoeken van de Joodse ne
derzettingen in de bezette gebieden
en de erkenning van het Palestijnse
recht op zelfbeschikking.
Niet onschuldig
In de ogen van gematigden op de
westelijke Jordaanoever is de PLO
niet geheel onschuldig aan de huidige
gang van zaken. „Tot twee keer toe
heeft de PLO verleden jaar kansen
voorbij laten gaan." Vorig jaar voor
jaar en zomer kreeg de PLO de kans
om resolutie 242 van de Veiligheids
raad van de Verenigde Naties voor
waardelijk te aanvaarden. Deze uit
1967 daterende resolutie roept op tot
een vreedzame regeling van het con
flict in het Midden-Oosten, gebaseerd
op een Israëlische terugtrekking uit
de bezette gebieden en erkenning van
de veilige grenzen van alle staten in
het gebied. De PLO weigerde deze
resolutie te accepteren omdat die het
Palestijnse vraagstuk slechts als hu
manitair en niet als politiek probleem
erkent.
Verleden jaar liet de Amerikaanse
president Carter echter weten bereid
te zijn met de PLO in gesprek te
treden wanneer het Palestijnse verzet
resolutie 242 voorwaardelijk zou aan
vaarden, dat wil zeggen met de aante
kening dat het Palestijnse vraagstuk
als politiek probleem behandeld
diend te worden. De PLO bleef weige
ren de resolutie te accepteren.
„Bovendien heeft de PLO volgen
vele gematigden het groene licht ge
geven voor de Egyptisch-Israëlische
onderhandelingen. De PLO had vol
gens deze opvatting haar vredeswil
kunnen tonen door in december ver
leden Jaar de vredesgesprekken in
het Mena House in Caïro niet te boy
cotten. De aanwezigheid van de PLO
in Caïro zou voldoende geweest zijn
om de besprekingen te dwarsbomen
aangezien Israël weigerde aan een
tafel met het verzet te zitten.
Het is dan ook aan de PLO. aldus de
gematigden op de westelijke Jor-
daanover, om de radicalisering op de
oever tegen te gaan. In sommige krin
gen van de PLO wordt dit begrepen
Uitvoering van het plan-Begin stelt
de PLO voor de keuze: zich afzijdig
houden onder de dekmantel van een
verwerping met de mond van het
beperkte zelfbestuur, handelen vol
gens de voorspellingen van Jigal Al
lon of het creëren van een politiek
alternatief.
„Het enige dat de radicalisering in de
richting van het Verwerpingsfront
kan tegengaan," aldus een nauwe me
dewerker van Jasser Arafat, „is de
vorming van een politiek platform op
de westelijke Jordaanoever. Een der
gelijk platform zou zich enerzijds on
voorwaardelijk achter de PLO moe
ten opstellen, anderzijds zich eendui
dig moeten uitspreken voor een
vreedzame oplossing van het conflict
in het Midden-Oosten waarbij er een
Palestijnse staat naast de staat Israël
wordt gesticht. Dit platform moet
nauw met de Israëlische vredesbewe
ging samenwerken."
Federatie
Volgens velen op de westelijke Jor
daanoever is de tijd voor Arafat gako-
men „om het volk te vertellen dat zij
niet thuis horen in Libanon, waar zij
aan de willekeur van Syrië zijn over
geleverd. Libanon is gewoon door Sy
rië bezet. En die hebben het over de
bezetting van de westelijke Jordaan
oever. Wie naar Jaffa of Haifa terug
wil keren moet maar in Libanon blij
ven. Wanneer wij de militaire bezet
ting van Israël kunnen kwijtraken
door een federatie met Jordanië aan
te gaan zullen wij dat doen. De keuze
tussen Jordanië of Israël in plaats
van een onafhankelijke Palestijnse
staat zal grote verdeeldheid zaaien
Maar als de Palestijnen op de weste
lijke Jordaanoever ais Palestijnen
autonomie binnen een federatie met
het Jordanië van koning Hoessein
gegarandeerd krijgen zullen wij daar
voor kiezen."