lij de wereldraad mag ook
sen hippie-econoom praten
anser, man van overleg-model
Er staan vandaag weer 5 mini-pagina s vol huizen in uw eigen krant.
(oorzitter CNV stapt op na negen jaar beleid en bezinning
ET
JERDAG 10 JUNI 1978
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
1'i
sol
ild
PTIKON Het beraad dat de afdeling Kerk en Samenle-
g van de wereldraad van kerken samen met de commissie door Aldert Schipper
de kerken inzake ontwikkeling (CCPD) deze week in het
tserse Wittikon houdt, eindigt vanavond. Vandaag spre-
de ruim twintig economen en theologen in twee groepen
r gerechtigheid, participatie (het medebepalen door de
ïsen van hun eigen leven) en het huidige economische
ken en over de economie van de houdbare samenleving.
ssultaten van het beraad worden
'oerd in de voorbereiding van de
i conferentie volgend jaar in
rika er geloof, wetenschap en
komst Deze conferentie, in het
ichusetts Institute for Techno-
HIT), wordt nu verder regionaal
«reid. In de komende maanden
ilseert de afdeling Kerk en Sa-
«ving nog consultaties in de
en, als het geld het toelaat, nog
in de derde wereld, over de
dering van de wetenschap in de
listische landen en in de ontwik-
Wanden.
afgelopen dagen hebben de
[emers aan het beraad in Witti-
«unnen luisteren naar verhalen
de vraag naar gerechtigheid in
(,J>menleving en naar haar houd-
peid.
udbaarheid
Kt er houdbaarheid gaat en
de rol van de mens als rentmees-
fctnt men in een gezelschap van
economen al gauw het woord stabiele
economie of nul-groei-economie in de
mond. Een van de belangrijkste ver
tegenwoordigers van de „steady state
economie", prof. Herman E. Daly van
de universiteit van Louisiana vertel
de in het kort dat dit begrip inhoudt
dat over een langere periode een con
stant peil is van het aantal mensen en
goederen.
Je moet zorgen voor een laag geboor
teniveau en een lage sterfte, een be
scheiden produktleniveau en een
overeenkomstig laag afschrijvingsni
veau van de goederen. Je moet stre
ven naar duurzaamheid van de goe
deren en lage consumptie van onver
vangbare hulpbronnen en weinig ver
vuiling. Nul-groei is eigenlijk geer
goed woord, want het aantal mensen
en de hoeveelheid goederen blijven in
zo'n economie weliswaar constant,
maar er wordt niet gestreefd naar een
gelijkblijvende technologie, informa
tie, wijsheid, goedheid, verdeling van
welvaart en gelijkblijvende samen
stelling van de produktie.
De steady state economie is in de een
of andere vorm waarschijnlijk onver
mijdelijk, indien de mensen niet in
korte tijd hun hulpbronnen willen
uitputten en ten onder gaan. Mis
schien is het op de een of andere
manier nog wel mogelijk voor alle
vier miljard aardbewoners een wel
vaartsniveau tot stand te brengen
zoals de Amerikanen nu genieten,
maar dat zou dan onvermijdelijk
voor heel korte tijd zijn. Nog lastiger
zou het zijn zo'n welvaart te scheppen
voor een inmiddels weer gegroeide
bevolking. De aarde kan zoiets niet
dragen, meent Herman Daly. Er zijn
echter economen die wat optimisti
scher zijn, zoals de Amerikanen Les
ter Thow en Wassily Leontief. Thu-
row zegt: de wereld kan alleen maar
consumeren wat zij ook heeft gepro
duceerd; dus als je de produktie maar
weet op te voeren, dan kan de con
sumptie van goederen ook groeien.
Daly werpt tegen dat je om te kunnen
produceren hulpbronnen nodig hebt
en dat die schaars zijn.
Oude auto
Daly meent dat Leontief in de VN-
studie over de toekomst van de
wereldeconomie ondanks de optimis
tische toon en de voorspelde groei tot
het jaar 2000 bevestigt wat hij be
weert. Daly: De onmogelijkheidsthe
orie zegt: deze oude auto haalt het
niet van New York naar San Francis
co; het VN-rapport zegt: deze schitte
rend gepoetste, reeds eerder gebruik
te auto haalt het nog tot halverwege.
Daly vindt de huidige stagnerende
economie niet hetzelfde als zijn
steady state economie Een niet-
groeiende groei-economie veroor
zaakt werkloosheid en ellende. De
reden om te pleiten voor de steady
state economie is juist die ellende te
voorkomen, omdat wij weten dat de
groei-economie op een gegeven ogen
blik onmogelijk verder zal kunnen
groeien, dat de bijkomende maat
schappelijke kosten van de groei gro
ter zullen worden dan de maatschap
pelijke winst of, om het nog anders te
zeggen: dat de groei meer zal kosten
dan hij opbrengt.
Derde weg
De steady state economie is socialis
tisch noch kapitalistisch, meent
Daly. Het kapitalisme en het socialis
me zijn het over één ding roerend
eens: dat groei belangrijk is en dat
het systeem dat zorgt voor de meeste
groei het beste is. Geen van beide is
erg rechtvaardig, houdbaar en ge
richt op inspraak van de mensen. In
de steady state economie zou wel
privé-eigenaom bestaan, maar het
zou evenals het inkomen een mini
mum en een maximum
begrenzing hebben. Daarom kan het
niet een kapitalistisch systeem ge
noemd worden. Het is een derde weg.
Toch verzekert de steady state econo
mie, zo waarschuwde Daly, geen eeu
wig leven. De natuurkundige wetten
zeggen dat elk proces dat ergens be
gon ook ergens zal eindigen. Herman
Daly vergelijkt de economie met een
kaars. Je kan hem zo laten branden
dat er voor weinig mensen veel licht
is. Dat is onrechtvaardig. Hij kan ook
zo branden dat er voor veel mensen
veel licht is. Dan is hij gauw op. Het
beste is hem zo te laten branden dat
er voor zoveel mogelijk mensen vol
doende licht beschikbaar komt. Dat
is rechtvaardig en houdbaar.
In de discussie, die het verhaal van
prof. Daly opriep, werden kritische
vragen gesteld. Een van de deelne
mers noemde hem een „hippie-eco
noom" en de Britse econoom Regi
nald H. Green vroeg zich af, hoe je de
geboorten kunt beperken, wanneer je
niet eerst een bepaald welvaartsni
veau tot stand hebt gebracht. De
Nederlandse econoom Jan Pronk
miste in Daly's gedachten de Derde
Wereld en een ander dacht weer dat
je de politici niet zover kan krijgen,
voor de steady state economie te kie
zen. omdat zij dan meteen hun kie
zers zouden verliezen.
Herman E. Daly
lijk
lilde.
w ior Chris van Leeuwen
heb er wel eens over na zitten denken: zijn er nu In die negen jaar
ictaculaire dingen gebeurd. Eigenlijk moet ik dan zeggen, nee, ik kan
niet bedenken".
n het woord Jan Lanser, die op maandag 12 juni het voorzitterschap
het CNV neerlegt. „Natuurlijk zijn er wel fijne momenten geweest,
ils de totstandkoming van ons nieuwe gebouw. Er zijn ook vergaderin-
i geweest, die ik mij nog levendig kan herinneren. Een voorbeeld is de
JR, waar wij de steun kregen van de linkse Kroonleden voor onze
pster egn over medezeggenschap en vermogensaanwasdeling. Dat vond ik
i overwinning voor de filosofie van het CNV. Het ging toen inderdaad
de medeverantwoordelijkheid, het bereid zijn vuile handen te
rne ken. Dat je niet moet opereren vanuit de tegenstelling, maar vanuit
antwoordelijkheid".
door
leverantwoordelijkheid en overleg. Dit
de twee sleutelwoorden, die in veel
praken en interviews gedurende die ne-
voorzittersjaren terugkeren. Het is niet
vaard ronderlijk, dat Wim Aantjes, de voorzit-
van de CDA-fractie in de Tweede Kamer
1 „Jan Lanser wordt voor mij het m.'est
IDT peerd als de vleesgeworden representa-
an overleg en samenwerking". Ook de
zltter van de SER, dr J. W. de Pous
fcerde de scheidende voorzitter van het
als „de exponent van het overleg-
lel".
en via zijn beleid en bezinning daarop, de
identiteit van het CNV sterker, geloofwaar
diger te onderbouwen. Lanser heeft ge
toond, dat het mogelijk is een toch veelei
sende functie te vervullen als voorzitter van
het CNV en tegelijkertijd een rol te spelen
bij de bezinning. Dat is nodig voor een
goede vervulling van de functie".
Hoogtepunt
Lanser zelf heeft in afscheidstoespra-
dit thema meerdere malen aangeroerd,
toont zich zorgelijk over de ontwikke-
van het overleg in de SER en in de
hting van de Arbeid. „Ik vind het wen-
k, dat de overlegstructuren een funda-
h'ahoi1616 ondergaan, omdat daar-
aiaDel|en voorwaarde ligt voor een goede ont-
teling van de arbeidsverhoudingen. Dit
1st tenminste, dat de strategie van con-
en distantie wordt verlaten en conse-
wordt gekozen voor een strategie van
lpatle".
it in dank
keuze voor het overlegmodel is hem in
arin lère sectoren van de vakbeweging niet
ii Is in dank afgenomen. Wim Kok, de
b ütter van de FNV spreekt van „een
appel 0 van redelijkheid. Zijn (te) nadrukke-
tprpri' voorkeur van het harmoniemodel
pet hem ook wel eens op".
>er was ook een voorzitter die zeer
nadruk legde op de verdieping van de
ig. Hij vond het zijn taak om steeds
de praktijk van alle dag te toetsen aan
christelijk sociaal denken, of zoals Slo
kker de Bruine het leerde: De toestan-
al tijd weer afmeten aan de normen van
koninkrijk Gods en alles bestrijden wat
mee in strijd is. Daarom is Jan Lanser
ilrijke interviews ook afgeschilderd als
denker". Als zodanig werd hij ook door
ren herkend. Minister Albeda schreef
iver: „Lanser zag kans ook persoonlijk
Lanser beschouwt het verschijnen van zijn
boek „Menswaardig bestaan" voor zichzelf
als een hoogtepunt. „Van groot belang is
namelijk, dat je met overtuiging kunt bren
gen wat je beweegt. Voor het CNV is het ook
een bestaansvoorwaarde dat de ideeën le
ven in de harten van de mensen. Dat ze ook
in die zin weerbaar zijn. Onze mensen wor
den nog steeds aangevallen, tot de dag van
vandaag toe. Ze moeten steeds horen, dat ze
niet solidair zijn, dat de eenheid niet wordt
gediend, omdat het CNV geen deel uit
maakt van de federatie. Onze mensen moe
ten in staat zijn om de leugen van de
solidariteit te ontmaskeren. Solidariteit is
niet, dat alle werknemers eenzelfde stand
punt innemen. Nee, solidariteit is dat je met
elkaar het belang dient overeenkomstig
datgene wat je ten diepste beweegt. Wat
dikwijls als solidariteit wordt aangeduid
komt voort uit een houding van onver
draagzaamheid. Die houding drukt mensen
in een hoek, omdat ze de eenheid niet
zouden willen".
Jan Lanser mag in dit verband ook graag
het woord pluriformiteit gebruiken. Pluri
formiteit, zegt hij, is een groot goed. „Daar
waar deze verdwijnt, sterft de democratie".
Die pluriforme samenwerking was uiteinde
lijk ook de oorzaak van het mislukken van
de zware federatie NW-NKV en CNV, één
van de belangrijkste momenten uit het
voorzitterschap van Jan Lanser. die zich in
die tijd zeer heeft ingespannen om de fede
ratie tot stand te brengen. „Dat het uitein
delijk niet lukte, komt omdat men ons geen Gezond CNV
ruimte gaf om zelf als christelijke vakcen
trale een standpunt te bepalen. Nu zeg ik.
dat de federatie zoals die het CNV voor ogen
stond een goede zaak was, maar achteraf
gezien constateer ik ook, dat we geen spijt
hoeven te hebben dat het gegaan is, zoals
het is gegaan. Bovendien ben ik blij, dat we
ook binnen het CNV die ontwikkeling heb
ben meegemaakt".
Jan Lanser laat een gezond CNV achter, dat
door de toetreding van duizenden katholie
ke leden de 300.000 dicht is genaderd. Die
verbreding van het karakter van de christe
lijke vakbeweging wordt over het algemeen
als zeer positief ervaren. Bij de oprichting al
kende het CNV immers geen enkel onder
scheid naar confessie of kerkelijke richting.
Deze ontwikkeling is voor Jan Lanser Let
bewijs, dat het niet onmogelijk is, dat orga
nisaties als het CNV weer een zwaarder
accent zullen krijgen. „Het motief en de
kracht van het CNV bestaan in de verbin
ding tussen geloof en samenleving". In een
afscheidsstukje schreef minister Albeda
dan ook, dat Lanser nooit schroomde uit te
komen voor zijn laatste motief: het in prak
tijk brengen van het evangelie. In laatste
instantie ligt daar het geheim van de waar
dering, die Lanser ver buiten onze beweging
ondervindt. Men herkent de christen, die
staat voor zijn taak, en kan er iets mooiers
over een mens gezegd worden". Die mede
verantwoordelijkheid en overleg gaven voor
Jan Lanser ook de doorslag toen hij besloot
in te gaan op aanbiedingen om als commis
saris toe te treden tot een aantal grote
ondernemingen. „Wij hebben er als CNV
altijd voor gepleit om ook op dat niveau
mee te praten. In ons visieprogram staat
dat we zelfs willen, dat de helft van de raad
van commissarissen rechtstreeks wordt ge
kozen door de werknemers. Dan moeten we
ook niet „nee" zeggen, als de kans zich
voordoet om inderdaad binnen de raad van
commissarissen aan het werk te gaan met
de ideeën van het CNV", daarmee de kritiek
op die benoemingen wegwuivend „Ik kan
hopelijk in die functie onze doelstellingen
extra accent geven, de werknemers als
mondige mensten medeverantwoordelijk la
ten zijn voor de gang van zaken binnen de
onderneming".
Zo opereerde Jan Lanser als voorzitter van
het CNV. Zoals ir J. de Wit, voorzitter van de
christelijke werkgevers het zei: Niet revolu
tionair, wel radicaal, maar steeds realistisch
heeft hij het CNV een zelfstandige plaats
doen innemen in het systeem van de Neder
landse arbeidsverhoudingen" en. zoals Chr.
van Veen van het VNO opmerkte: „In het
overleg was hij de man, die conflicten
trachtte te vermijden en in vastgelopen
situaties naar oplossingen zocht"
Grove aanvallen
Ook zwarte momenten zijn Jan Lanser niet
bespaard gebleven. Herhaaldelijk zijn gro
ve aanvallen gedaan, die hem als mens niet
onberoerd lieten. Zelf vermeed hij aanval
len op personen zorgvuldig. Daarom kon hij
niet begrijpen, dat anderen hem zo hard
aanpakten. Arie Hordijk, de algemeen se
cretaris van het CNV schrijft daarover in
een afscheidsbrief: „Dat het CNV als bewe
ging werd aangevallen is nog tot daar aan
toe. Dat echter personen buiten de bewe
ging niet schroomden je als mens herhaal
delijk te treffen, heb je nooit kunnen begrij
pen. Er werd twijfel gezaaid over je integri
teit. Jouw oprechtheid werd in twijfel ge
trokken. Ook al stond de beweging als één
man achter je, dit heeft wonden en littekens
achter gelaten".
Jan Lanser erkent ook. dat pogingen om
hem verdacht te maken, hem niet koud
hebben gelaten. Hij heeft er veel last van
gehad, vooral ook omdat die aanvallen kwa
men van mensen, die net als hij in de
vakbeweging streden voor de belangen van
de werknemers. Een steun voor hem was
echter, dat het vertrouwen zowel binnen als
buiten de beweging, gebleven is.
Na negen jaar dag en nacht met de christe
lijke vakbeweging bezig te zijn geweest,
trekt Jan Lanser zich nu terug Hij laat
ideeën achter over medezeggenschap bij
voorbeeld waarmee het CNV nog volop
aan de gang kan en in de stijl die hem eigen
was: „Een voorwaardevoor de toekomst
van het CNV is, dat visie en beleid het
kenmerk van fundamentele bezinning blij
ven dragen".
Chris van Leeuwen is voorlichter van
het CNV
n on
l/eve
9d
d wi
C.R
staf
et we
Kijkopdepaginas 43-44-45-46-47