vorm van leven? Schrijven een aarde is ZO Roman onbewoon baar al* 4e maan ^hard Zwere^ Frankfort, of plaats des verderfs Wim Wenders' reizen zonder doel pe Poëziekroniek ZATERDAG 3 JUNI 1978 KUNST T rouw/Kwartet17 een portret om tijd tf bewaren en wat daarin plaatsvond natuurlijk liefst zonder veel woorden zc vertroebelen het beeld zo zeer gaat verborgen achter lachen naar hel vogeltje illusies overleven de twijfel niet van het wachten op hor dr foto zich ontwikkelt misschien dat eenmaal zwart op wit historie zich aflaat sluiten je verankertje beeld immers zonder woorden om tijd te hernemen door R. L. K. Fokkema De bundel waarmee Peter Zonderland debuteert, Belichtingstijd, be staat uit vier afdelingen, waarvan de titels, met uitzondering van de eerste afdelingtitel, verwijzen naar de relatie die er bestaat in de opvatting van deze dichter tussen poëzie enerzijds en fotografie en film anderzijds. Dat belooft niet veel goeds, zal iemand zeggen die van poëzie alleen maar verstrooiing eist. Genoemd relatie zal, zegt de amusement jager, wel weer het nodige aan hoofdbreken vergen. En ofschoon ik dat niet kan ontkennen, vind ik de bundel toch de moeite waard om hier aan te kondigen, al was het alleen maar om de lezer van plezier van zijn voorbarig ongelijk te overtuigen. De eerste afdeling roept met de titel „Eckelrade" een Limburgs landschap op. De vier gedichten beschrijven dat land schap echter nauwelijks („heuvels en da len" zijn de enige woorden die aan Lim burg doen denkenI. maar stellen voorna melijk de problematiek aan de orde die gemoeid is met schrijven over de werke lijkheid. Zo handelt een gedicht over de dialoog die merels voeren. Eén ervan is hoorbaar, niet zichtbaar. De ander ant woordt en is onzichtbaar. Aldus word je geconfronteerd met onzichtbare aanwe zigheid. Hoe moet de dichter nu wat hoorbaar is. zichtbaar maken, hoe moet hij een beleefde werkelijkheid op de bladspiegel realiseren? Vele mogelijkhe den liggen voorhanden, het valt zwaar eruit te kiezen. Het gedicht eindigt dan ook met de regel: „te veel woorden staan mij voor ogen". Verlegenheid De regel valt te lezen als uiting van de verlegenheid waarin de dichter zich be vindt welke woorden moet hij gebrui ken om iets zichtbaar te maken. Maar de regel valt óók te lezen als taalkritiek; dan staat er dat de dichter uit de mogelijkhe den niet te kiezen weet, omdat hij be zwaar heeft tegen de manier waarop taal als een verlengstuk van het oog gebruikt wordt: Te veel Woorden worden als ogen gebruikt. Ik sta hier zo uitvoerig bij stil omdat het gedicht exemplarisch is voor de poëzie van Zonderland. Wie eenmaal de onmo gelijkheid heeft ervaren de werkelijkheid in taal recht te doen wedervaren, kan om de problematiek van het schrijven niet heen. Aan de andere kant is de taal het enige middel, naast de fotografie, om iets van de werkelijkheid te laten zien. Daar om is de problematiek van het schrijven niet alleen maar een academisch pro bleem. Als ogen gebruikt worden om iets te leren zien en begrijpen van de werke lijkheid (zien is kennen!) dan is. wanneer ogen voor woorden staan en woorden voor ogen, de taal eveneens een middel om de werkelijkheid te leren kennen. Wanneer daarbij problemen opduiken dan is het probleem van het schrijven een' reëel en niet een academisch of theore tisch probleem. Dat wil zeggen, een pro bleem dat ons confronteert met de onmo gelijkheid de (eigen) werkelijkheid te kennen. Maar wie in de werkelijkheid staat, en wie zichzelf beleeft, heeft behoefte zich zelf en de werkelijkheid te begrijpen. De poëzie van Zonderland is nu een voortdu rende poging kennis van de (eigen) wer kelijkheid op te doen met behulp van de taal. Het is een poëzie die dus niet be schrijft dat kan zij ook niet zijn, gelet op het bovenstaande maar naar be schrijving zoekt. Aldus is deze poëzie van een dubbele problematiek voorzien, of van één problematiek, wanneer je schrij ven als een vorm van leven, als een vorm van zingeving ziet. Problematiek De tweede reden hierbij zo uitvoerig stil te staan, is dat deze problematiek niet een particuliere aangelegenheid is van Zonderland, maar van talloze moderne Peter Zonderland dichters in binnen- en buitenland. De bundel voert een motto van de Franse dichter Guillevic, en staat wat inzet be treft in de lijn van de poëzie van Gerrit Kouwenaar. Wantrouwen ten opzichte van de taal als middel ter beschrijving correspondeert in dit soort poëzie met wantrouwen jegens een vast wereldbeeld, verzet tegen een slordige en "gemakzuch tige taaihantering is een verzet tegen oppervlakkig leven. Waar de dichter zo gedetailleerd en minitieus met de reali teit (van de taal) bezig is. daar wordt van de lezer eenzelfde aandacht gevraagd. Een slordig, onaandachtig lezer zal. het is in deze opvatting begrijpelijk, een opper vlakkig leven leiden. Dit laatste verwijt doet overigens geen dichter iemand. Hij vraagt wel om een geduldig lezer, om iemand die schrijf- endus ilevensproble matiek niet uit de weg gaat. Bij dit alles komt nog dit ongemakkelijk besef. Zodra de werkelijkheid In taal be trapt is. is er nog niet veel opgelost. Paniek ontstaat wanneer de werkelijk heid zich niet kennen en begrijpen laat. Maar eenmaal betrapt „weet een vacuum zich gegeven", is de werkelijkheid van tijd en ruimte ontdaan: het gedicht is een luchtledig geheel, het leeft niet met voor gevolg dat de dichter zich opnieuw voor het echte leven geplaatst ziet. wil hij blijven ademen. Een volgend probleem is dat wat Zonderland aanstipt met de vari atie op wat je zegt ben je zelf waarin taal en leven eveneens gelijk gesteld wor den. Hij varieert: „wat je ziet ben jezelf": dat is een frustrerend besef, de zinsnede geeft immers geen uitsluitsel over de mate van objectivieit van de waarne ming. De waarneming, het inzicht is sub jectief gekleurd. Het licht Het kan zijn dat dit alles „open deuren" zijn. die de dichter onnodig nog eens intrapt. Het kan bekend zijn wat Zonder land voorhoudt. De vraag is of de lezer ernaar handelt, en de vraag is dus ook of de lezer de werkelijkheid (van de litera tuur. van de poëzie) juist of objectief interpreteert. De lezer zit kortom in het- zelfde onzekere schuitje als de dichter. Zonderland noemt zich een weifelende Icarus, hij bevindt zich tussen de toppen der verbeelding en de valleien der reali teit, tussen fictie en werkelijkheid, tus sen! poëzie en leven. Hij laat een vlieger op als blijk van zijn ongeschokt vertrou wen in de mogelijkheid tdt ontvluchting aan deze tussenpositie, maar het middel is „een kunstgTeep/met cellofaanpapier touw en/zes latjes om onze positie te ver raden". Met het vliegeren begint de lente opnieuw, zegt hij. Dankzij de kunstgreep van het gedicht is het mogelijk het leven als nieuw te ervaren. In het kader van de schrijf-, leef-, en leesproblematiek staat ook Zonderlands poging herinneringen te bewaren in zijn gedichten, zoals foto's verleden momen ten fixeren. Poezie wordt, in het hier naast afgedrukte gedicht, gezien als een middel tot fixatie van stadia in een ont wikkeling; ze zal eens leiden tot zicht baarheid. Zolang de dichter zich nog be vindt in zijn donkere kamer, zich aan het ontwikkelen is dient hij karig met woor den te zijn. sober met illusies Woorden vertroebelen vooralsnog het beeld meer dan ze ophelderen; achter het gebruik van woorden schuilt de werkelijkheid van het ..zeer". Intussen kan karigheid van woordge bruik ook een permanente ontsnappings clausule zijn, zoals Zonderland ..het on ingevuld blijven noemt Hier blijkt de zelfkritiek die het wantrouwen tegen (Zijn vorm van) poëzie op zichzelf richt. Als taal en werkelijkheid elkaar niet dek ken. dan is de vraag waar de ik voor staat, wat vertegenwoordigt hij. waar handelt het gedicht eigenlijk over. welke werkelijkheid vertegenwoordigt het ge dicht. Het is mogelijk te zeggen dat het antwoord „hij staat voor niks" is. maar dan wel genomen in zijn dubbele beteke nis van: de dichter is een mannet jesput ter, en hij staat voor de leegte. Hij beseft een doodlopende weg te gaan ,,in zijn kleine lettertjes". Maar opnieuw blijkt in deze zelfkritiek dat schrijven voor leven staat, in beide wordt gezocht de leegte te vullen. Leven als schrijven is een opgave „Een cirkel ademnood' is het gedichten Zonderlands vorm van leven Peter Zonderland. Belichtingstijd. Queri- do. Amsterdam 1978. 48 bl/. 12.50. door J. van Doorne De uit Saksen afkomstige Duitse auteur Gerhard Zwe ren heeft een roman geschre ven die hij „De aarde is zo onbewoonbaar als de maan'! genoemd heeft. Hij heeft de samenleving van Frankfort aan de Main tot onderwerp. Dat wil zeggen, dat deel van die samenleving, dat hij ken merkend acht voor het geheel. De roman is karikaturaal. De gelij kenis zal wel uitstekend zijn. Ik 'vermoed dat. Maar dat weet je bij een roman natuurlijk nooit. Het is onmogelijk om doormiddel van de taal een werkelijkheid te verbeel den op dusdanige wijze, dat men kan spreken van een waarheidsge trouw beeld, dus van identiek zijn. Niemand kan alles weten, iedereen kennen en doorgronden, alle facet ten overzien. De auteur kiest uit de veelheid van zijn gegevens wat hij kenmerkend acht. Zwerenz maakt daarbij gebruik van de overdrij ving. Zijn visie op Frankfort is vernieti gend. Hij schetst de stad als een poel van onrecht en smerigheid, van ongebreideld kapitalisme, een wereld van grondspec^ilanten. mis dadigers. prostituées. gauwdieven en moordenaars. Het is het stads bestuur uit de hand gelopen. Het welvaartswonder, tot stand geko men dank zij een volstrekt vrije markt-economie, heeft Frankfort gemaakt tot een kankergezwel in het lichaam dat West-Duitsland heet. De hoofdfiguur van de roman is ene Abraham Mauerstamm, een Jood die met zijn moeder en zuster vlak voor de grote catastrofe naar Israël is gevlucht. Na de oorlog keren zij naar Duitsland terug omdat ze het in het fel-nationalistische land der Vaderen niet uit kunnen houden. De moeder, een lerares, is een gese culariseerde Jodin, die zich Duits voelt. Maar zij vraagt aan haar zoon Abraham, in Duitsland zijn wraak te koelen op dat land dat zo schul dig is. En dat doet Abraham. Het gelukt hem, een van de grootste grond en bouwspeculanten van de stad te worden. Hij gaat daarbij tewerk met een verbitterde geest. Nie mand ontziet hij. Hij zal dat Frank fort wel eens leren. Hij heeft ook met de allerarmsten geen medelij. Hij koopt oude .woningen en huur kazernes op, J^afcAe-bewoners door handlangers eruit pesten en als de panden eenmaal leeg zijn, geeft het stadsbestuur steevast een vergun ning voor afbraak en nieuwbouw. Niet anti-semitisch De roman is beslist niet anti-semi tisch. Het handelen van Abraham wordt gezien vanuit diens situatie als Jood in een Duitsland dat hij zowel haat als lief heeft: hij hoort nergens bij en hij hoort overal bij. Het duidelijk maken van die om standigheid vormt voor mij de kern van het boek. Het einde van de roman beschrijft de catharsis, de reiniging. Abra ham vermoord in het buitenland een jonge Duitse ploert. De wraak is voltooid. De roman speelt zich af op wat de auteur het A-niveau noemt en het B-niveau, respectievelijk de boven grondse stad en de wereld van de ondergrondse doorgangen, spoor lijnen en perrons. Daar tiert de misdaad welig, vooral in de avond en nacht. Abraham vertoeft er graag. Hij haalt er zijn louche handlangers vandaan; sommige van hen worden een soort van vriendje. Het is daar een lugubere werelds Maar de schatrijke bouwleeuw Mauerstamm komt ook in aanra king met en vertoeft in de huizen van hoge ambtenaren en kunste naars. De rottenis van deze wereld wordt eveneens getekend. De res ten van een verleden waarmee nooit is afgerekend, zijn mede uit zaaiingen die het lichaam van Frankfort verzieken. In die machti ge. rijke stand vervagen de grenzen tussen sociale opstandigheid en criminaliteit. Alles mag op econo misch gebeid, en dus ook op moreel gebied. Abraham ziet dat en maakt er gebruik van. Hij komt ook in aanraking met een vanuit Israël geleide organisatie, die erop uit is. ondergrondse activiteiten te ont plooien ten bate van dat land. Die organisatie maakt op haar beurt weer gebruik van Abraham. Het legt hem geen windeieren. Geen verweer Van de kerk merkt men in dit boek niets. Toch is die er óók in Frank fort. En men merkt evenmin iets van socialistisch of christelijk ver weer en getuigenis in deze baaierd van legale en illegale misdaad. In hoeverre de auteur hier tekort schiet, weet ik uiteraard niet Ik vermoed overigens dat dat verweer en dat getuigenis te verwaarlozen zijn. Het is kennelijk niet de bedoe ling van de schrijver geweest, een alzijdig beeld van de stad te geven hij wilde haar laten zien als verdor ven stad. Ook in Duitsland zal het wel zo zijn. dat evangelisch-soctale bewo genheid hoogtij viert op politieke bijeenkomsten, maar niet tot enig resultaat van betekenis voert De structuren worden niet aangetast Het blijkt uiterst moeilijk om de excessen van de vrije markt-econo mie tegen te gaan en die economie als zodanig onaangetast te laten Ongetwijfeld heeft Zwerenz dit aangetoond. Geërgerd heb ik mij aan vulgair woordgebruik. Gerhard Zweren/: „De aarde is zo onbewoonbaar als de maan". Oor spronkelijke titel: „Die Erclc isl on- hewohnbar wie der Mond". Verta ling van n.v. Scriptoria te Antwer pen. Bij Standaard-uitgeverij en P. N. van Kampen Zoon te Amster dam. Paperback. Aantal pagina's 366. Prijs ƒ31,50. Filmkroniek door dr. H. S. Visscher De films van Wim Wenders hebben nooit uitgemunt door veel „verhaal", in de zin van verrassende wendingen, hevi ge gebeurtenissen en onver wachte ontknopingen en zijn stijl was daarmee in over eenstemming, d.w.z. zijn shots zijn dikwijls opvallend langdurig en naar het lijkt zelfs danig irrelevant. In dat opzicht vertoont zijn film ..Der amerikanische Freund" ogen schijnlijk een opmerkelijk verschil met het voorafgaande werk een breuk die dan te verklaren zou zijn door het feit dat dit zijn eerste Amerikaanse produktie is Er zit een mysterieus, spannend gang- ster-plot in. vol spanningsmomen ten. en er is een hevige ontknoping in de vorm van geweld en schiet partijen en doden, dat alles dyna misch gerponteerd in korte, felle shots, die meer geweld als zodanig dan de precieze gang van zaken duidelijk maken Typerend voorde matige verhaler die Wenders zich tot nog toe getoond heeft' zou dan weer het feit zijn. dat die ontkno ping dan toch maar erg rommelig, verward en hoogst ongeloofwaar dig is Maar wie zich op deze film 'a\s gangstergeschiedenis verkijkt. pakt er toch de essentie niet van en die essentie wordt gevormd door een thematiek die weer heel dicht bij die van de voorafgaande films ligt. Die thematiek draait altijd om het reizen; een man gaat op reis, d.w.z. hij breekt uit zijn levenspa troon, zijn gewende kader, en het doel van zijn reis isiets, ie mand, hijzelfAan het slot ver dwijnt hij even onopvallend uit ons beeldveld als hij erin is binnenge komen. Niets Veelal ontmoet hij op een toevalli ge manier een „ander", meestal ie mand van een heel andere geaard heid. met wie dan een wat vaag soort van vriendschapsrelatie ont staat (vrouwen spelen een rol van ondergeschikt belang), die even wazig als kortstondig is. In feite gebeurt er niets. Aan het eind stroomt de werkelijkheid met on aandoenlijke geiijkmatigheid ver der en vertoont juist daarin een aspect van werkelijkheid. Want hoe documentair herkenbaar Wen ders' beelden ook zijn, zij roepen een zachtzinnige vervreemding op. die indringender werkt dan welke exp' 'ssionistische "ervormingen ook De werkelijkheid is een myste rie. bestaande bij de gratie van de onmiddellijke en momentane waarneming de mens beweegt zich door dat mysterie als een vreemdeling, een eenzame vreem deling zonder veel binding of houvast. Die thematiek vormt het basisver- haal ook van „Der amerikanische Freund". De Hamburgse lijstenma ker Jonathan raakt verwikkeld in een wonderlijke relatie met Ripley, een zeer louche handelaar in schil derijen of vervalsingen daarvan, en bovendien een zeer nadrukkelijke Amerikaan, zoals hij met een grote cowboyhoed in Hamburg rond loopt. Ripley, die toevallig hoort dat Jonathan aan een ongeneeslij ke ziekte lijdt, maakt een Franse ganstervriend van hem, die enkele criminele rivalen uit de weg wil ruimen op een onopvallende ma nier. op Jonathan attent. Jonathan maakt zich zorg over de toekomst van zijn vrouw en kind als hij een maal overleden zal zijn. en hij zal dus gemakkelijk voor veel geld te tonnen zijn voor de opdrachten. Jonathan moet voor de opdrachten op reis, naar Parijs en naar Mün- chen. Beide opd.achten worden uitgevoerd, maar er gaat iets mis. en nu wordt Jonathan nog meer in de raadselen van een gangsteroor log betrokken, waardoor hij. iro nisch genoeg, steeds meer van zijn vrouw vervreemdt. Tenslotte maakt hij zich dan toch van Ripley los, maar direct daarop slaat zijn kwaal definitief toe en hij sterft De gangstergeschiedenis heeft fan tastische momenten, vooral tijdens de twee aanslagen: de eerste in de Parijse metro, waar Jonathan aar zelend en onhandig zó lang zijn object in de treinen en op de per rons achtervolgt, dat de spanning tot een adembenemend hoogte punt stijgt. Vooral het moment waarop, in de metrotrein, het toe komstige slachtoffer een bruut met een meedogenloze „killers"-ge- zicht en de toekomstige moorde naar elkaar recht in het gezicht kijken. Het herinnert sterk aan Hitchcock, en dat is niet toevallig; ook het gedeelte van de tweede aanslag, in de T E E van München naar Hamburg, heeft, zowel door locatie als door het spel van ogen schijnlijk toevallige blikken tussen moordenaar en slachtoffer de kwa liteiten van een Hitchcockiaanse ..suspense". Zoals het gangster-mo tief voor Wenders een filmisch ex periment lijkt te zijn men zou dat kunnen afleiden uit het non chalante en welhaast parodische slot zo lijkt zijn hele film. bij wijze van experiment, vol te zitten met „citaten". Ik heb bij herhaling aan andere, zeer verschillende films moeten denken. De scène aan het slot»waai Ripley de ambulance-auto die bi; de gangsteroverval gebruikt werd ergens op een verlaten stuk strand in brand steekt, deed me opeens denken aan het slot van Godards „Pierrot de fou"; de vervallen hui zen aan de Elbe, die uitzicht bieden op het Hamburgse havenkwartier, herinnerden aan „Quai des bru mes"; de achtervolging in de metro aan Meivilles „Le samourai"; de passage van het slotgevecht lever de shots op die. vooral in timing hier en daar ook aan „slap stick" doen denken en het einde, waarin Jonathans vrouw, bij typische film muziek en pathetisch tegenlicht in de langs de zee geparkeerde auto de ogen van de net gestorven Jo nathan sluit, herinnert aan ettelij ke Amerikaanse films. De aanwe zigheid van maar liefst zes regis seurs als acteur waaronder Ni cholas Ray en Samuel Fuller naast Dennis Hopper de opvallendste zijn demonstreert nog eens extra hoe sterk Wenders' film doortrok ken is van filmcultuur. Tragisch Maar het wezenlijkste van de film blijft toch de reis van Jonathan door de werkelijkheid. Een tragi sche. zeer eenzame reis door een uiterst kille en onaandoenlijke wer kelijkheid. waarin de dood voort durend aanwezig is. Uiteraard in het thema van zijn ziekte. Misleid door vervalste berichten over zijn ziekte rept hij zich keer op keer door de lange voetgangerstunnel onder de Elbe door naar de specia list die hem behandelt: een mens in doodsnood. De film wordt trou wens meteen al op een merkwaar dige manier in het teken van de dood gesteld door het begindeel: da?r wordt duidelijk dat Ripley in Europa telkens „een van de laatste schilderijen" verkoopt van een Amerikaanse schilder die officieel al dood heet te zijn Op een inge wikkelde manier imiteert en ver valst hij dus zichzelf, en dat wordt nog gecompliceerder als blijkt dat hi) niet meer zó goed zijn eigen kleuren kan onderscheiden. Voeg Beeld uit 'Der amerikanische Freund'. daarbij de tweede scène waaruit blijkt dat Ripley het schilderij in Hamburg verkoopt voor het twee- honderdvoudige van wat hij aan de „dode" kunstenaar opgeeft, en de schijn, de mystificatie, de verval sing is compleet. Aan het slot wacht de schilder weer op zijn con tactman. maar Ripley is er niet meer en de schilder loopt alleen weg Typerend is ook de locatie van de ontmoetingsplaats een ca mera-beweging onthult verrassend dat het precies op de grens van twee op zeer verschillende hoogte gelegen niveaus is En zoals de schilder a h.w vanuit doodsgebied zijn signalen in een twijfelachtige, vervalste werkelijkheid stuurt, zo beweegt Jonathan zich vlak bij doodsgebiedaan het slot stuurt hij één keer uit bravoure zijn Volkswa gen tegen de schuine betonnen dij kwand op. een minuut later is de Volkswagen daar wéér. maar nu doordat hij onbestuurbaar is ge worden. want Jonathan is ge storven Het fascinerendst blijft wat Wen ders' film aan werkelijkheid ont hult: avondlijke stadsgezichten in Parijs, een gigantische bouwplaats, een ultramoderne vlieghaven. grimmige havenkaden en een oude. nostalgische havenbuurt, die in het afbreekstadium is en kenne lijk steeds meer door sloperswerk wordt aangetast

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 17