Een wilde orchidee bij de tuinvijver Bent u op zoek naar een auto? Ze staan in uw eigen krant. Stoflicht zaad zweeft kilometers ver weg U Kerft hrt gezien: m uw e»gtn Dat grote aantal mini-advert«n- krant «taan m Set week-end pagina's ties is in uw voordeel. U vindt nu in vol auto-mmi's. Méér dan ooit te voren. En geen «vonder, want die pagina's worden gelezen door 1-3 mihoen! uw eigen krant een volledig aanbod krant open. Als u graag op de hoogte van huizen.auto's, vakantieadressen, wilt blijven van wat er te koop is. ui toen mensen in het hele land- Een ideale kans om ie auto snel te verkopen! banen. Er staan ook veel meer kennis makingsadvertenties en persoonlijke aanbiedingen in dan vroeger. Als u een auto zoekt ol een huis. sla dan de mini-pagina's van uw eigen topdi teko» lees dan de mini-advertenties. Alles staat er in Op de mini-pagina's staat wat er te koop is. door Henk van Halm Een paar Jaar geleden verscheen er plotseling midden In een pol lissen aan mijn vijver een plantje met donkerbruin gevlekt blad. Nog een jaar later bloeide het met een tros van paarsrode bloemen met een tekening van donkere lusvormige lijntjes op de onderlip. Het was een gevlekte riet- of juni-orchis, een wild orchideetje. Ook aan de overkant van de vijver kwam er een op van dezelfde soort en nog geen meter er vandaan schoten twee scheutjes op van de breedbladige wespenorchis, die elk jaar groter worden, maar tot nu toe niet hebben gebloeid. Orchideeën zijn niet zeldzaam; al leen de plaatsen waar ze ongestoord kunnen opgroeien, worden steeds minder talrijk. Beide soorten orchi deeën heb ik niet In mijn tuin ge plant en er ook nooit uitgezaaid. Hun stoflichte zaad zweeft tientallen kilometers ver weg en komt op aller lei plaatsen terecht, maar ziet alleen kans te ontkiemen en zich tot plan ten te ontwikkelen op plekken waar een bepaalde schimmel ln de grond zit. waarmee de orchidee samenleeft. Orchideeënzaden hebben niet zoals de zaden van andere planten, reser ve voedsel binnen de zaadhuls en kunnen dus niet op eigen kracht ontkiemen. Ze bestaan alleen uit een klem. omgeven door een netvormige zaadhuis. die hun zweefmogelijkhe- den vergroot. Niet in de tuin Men weet nog steeds niet hoe de ontkieming precies ontstaat, maar het ls heel waarschijnlijk dat die alleen kan plaatsvinden nadat een schimmeldraadje van die speciale schimmel ln de kiem is binnenge drongen en dan door de kiem als voedsel wordt gebruikt. Normaal zal dat nooit ln een tuin gebeuren, om dat de schimmel niet voorkomt in vaak overhoop gehaalde grond, die bovendien regelmatig van meststof fen wordt voorzien en van een ande re samenstelling is dan de schimmel nodig heeft. Maar is de grond wel geschikt op de plekken waar de orchideeën in mijn tuin opschoten. Is de bodem weidegrond en bosgrond wordt de bodem met rust gelaten en nooit gemest, dan is er een kans dat er vanzelf orchideeën komen. Dat ls ook de enige verantwoorde manier om deze bloeiende planten ln de eigen tuin te krijgen, want over planten ls strafbaar (orchideeën zijn beschermd!), milieuverarmend en leidt bovendien zelden tot het succes dat men beoogt. Dan kun Je orchi deeën beter in de natuur bekijken en eraf blijven. En dat er nog heel wat orchideeën in Poppenorchis, een van de platen in „Wilde erchi- L deeën van Europa" Gevlekte orchis, een van de platen in „Wilde orchideeën van Europa" BINNENLAND J. Landwehr: Wilde orchidee Europa. Uiig. Vereniging tot 1 van Natuurmonumenten, 's land. 2 delen samen 576 blz tezamen voor leden „Natuu menten" 97,50, voor nie 127,50. H. Heukels en S. J. van Oost' Flora van Nederland. 18e drul Wolters-Noordhoff, Groninge blz.. 46.75. Trouw/Kwartet P 12 RH ons land en daarbuiten ln Europa leven, en vooral ook hoe mooi die vaak over het hoofd geziene planten zijn, kun je gewaar worden in onge twijfeld een van de allermooiste boekwerken die dit jaar zijn gepubli ceerd. Het beschrijft alle orchideeën van Europa en van de landen rond om de Middellandse Zee en van alle soorten ook de tot nu toe bekende plaatselijke typen en rassen. Meer nog: al die orchideeën zijn in 258 kleurenplaten van 23 x 30 cm afge beeld op een manier die de oorspron kelijke perfecte aquarellen helemaal recht doet. Sinds 1850 zijn er wel een paar grote platenwerken over Europese orchi deeën verschenen, maar deze om spannen een beperkt gebied of be handelen maar een paar geslachten. En als ze alle orchideeën van Europa omvatten, zijn de gegevens sterk ver ouderd en kunnen de toegepaste technieken van kleurendruk de ver gelijking met de tegenwoordige weergavetechnieken niet doorstaan. Dit unieke werk, „Wilde orchideeën van Europa", is gedrukt in vijf kleu rendruk, wat de weergave van de allerfijnste kleurennuances, juist bij deze bijzondere plantengroep van groot belang, mogelijk maakt. Wie ooit de bloem heeft gezien van Oph- rys speculum, de spiegelorchis. die voorkomt in het Middellandse Zee gebied. kan zich voorstellen wat een tekenaar moest presteren om de glimmend blauwe lip van deze ook verder opmerkelijk gekleurde bloem naar de werkelijkheid te penselen. Landwehr heeft het gedaan, zesmaal voor de vergrote bloemen van ver schillende ondersoorten en varian ten van deze opzienbarende soort Een levenswerk Wie is deze Landwehr, de auteur en tekenaar van een werk dat elk ander mens een leven lang bezig gehouden zou hebben, maar die ondanks zijn betrokkenheid bij de orchideeën ook een atlas tekende van alle in ons land voorkomende bladmossen en een atlas van alle Nederlandse gras sen. die in binnen- en buitenland in hoog aanzien staan? Hij begon zijn loopbaan als chrysanten- en rozen- kweker. maar toen in de jaren dertig de ouderlijke kwekerij werd ontei gend voor de aanleg van het Amster damse Bos. kwam hij in dienst van de gemeente Amstelveen. Daar pak te hij de aanleg en de beplanting van parken en plantsoenen op een heel nieuwe wijze aan. Het tot ver buiten onze grenzen bekende Jac. P. Thijs- separk en de tientallen meters brede, met inheemse planten ingezaaide middenberm van de Amstelveense Beneluxbaan zijn voor het grootste deel zijn werk. Naast die pioniers werkzaamheden in gemeentedienst zag hij kans mossen, grassen en or chideeën te tekenen, niet zelden beurtelings turend door microscoop of loep en op het tekenvel, in zulke ontzaglijke aantallen en met zo'n perfectie dat hij een gedrevene moet zijn. Gedrevene Alleen al het feit dat hij alle orchi deeën naar de natuur heeft afge beeld, die van het hoge noorden evengoed als die van Zuid-Europa, Turkije en Noord-Alrika, betekent dat hij er al zijn vakanties mee ge vuld moet hebben. Zelf heeft Land wehr ooit gezegd: „Talent hebben is geen verdienste, maar je moet het wel gebruiken en anderen erin laten delen." Dat delen is gelukkig ook wat de prijs van het tweedelige werk betreft geen al te groot bezwaar, want wie lid is van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, betaalt er nog geen honderd gulden voor. Veel lof dus voor dit boek, dat naast de telst en de sublieme kleurenteke ningen verspreidingskaartjes en eni ge honderden potloodafbeeldingen bevat. Toch ook enige kritiek, die deels de laatstgenoemde afbeeldin gen betreft. Het merendeel geeft het landschap of de vegetatie weer, waarin de auteur de getekende or chideeën aantrof. Dat geeft een ex tra dimensie aan het boek, die te waarderen valt. Maar mij ontgaat geheel het nut van tekeningen van een konijn, een slak, een sabel sprinkhaan, omdat het verband met de orchideeën nauwelijks blijkt. Een nog belangrijker punt van kritiek vind ik zelf de onduidelijke begren zing van de bloemen van de nachtor chissen in de aanvang van het eerste deel. De witte orchissen vallen gro tendeels weg ln de eveneens witte achtergrond, waardoor de contouren niet meer te zien zijn. Verderop in het werk is dit bij dergelijke bloe men ondervangen door ze een iets getinte achtergrond te geven. Maar dat is dan ook werkelijk alles wat Ik ten nadele van dit werk zou kunnen zeggen. Het blijft desondanks een van de best verzorgde boeken die ik ooit onder ogen heb gehad. Ter bespreking ligt op mijn bureau ook de achttiende druk van de „Flo ra van Nederland" van H. Heukels, bewerkt door dr. S. J. van Oost- stroom. In mijn boekenkast stond nog de dertiende druk van 1949, die Gevlekte rietorchis in mijn tuin. ik nog regelmatig raadpleegde. Er is veel veranderd sinds 1949, allereerst de prijs, toen ƒ8,50, nu 46,75! Een prijsvergelijking is natuurlijk niet helemaal eerlijk, met een tijdsver schil van dertig jaar, maar het is wel een aardige illustratie van de devalu atie van ons geld. Een praktisch en niet te onderschatten verschil is de dikte van beide uitgaven, die van 1949 vijf centimeter, de nieuwe nog geen drieëneenhalve centimeter, iets kleiner ook in formaat en daardoor heel wat gemakkelijker mee naar buiten te nemen. In omvang scheelt het niets: de geringere dikte heeft te maken met het dunnere papier, want de nieuwe flora telt zelfs nog veer tien bladzijden meer. Belangrijker dan dit alles is dat deze laatste druk geheel is bijgewerkt, met gegevens over nieuwe vondsten en versprei- dingsopgaven, de laatste Inzichten op het gebied van de systematiek en van de wetenschappelijke naamge ving en vermelding van nieuwe lite ratuurgegevens. Heukels' flora is maatgevend voor de nomenclatuur, die uniform wordt ge bruikt in belangrijke botanische werken, zoals „Wilde planten" van Natuurmonumenten, de Nederland se uitgave van Keble Martin's flora en Westhoff's „Plantengemeen schappen in Nederland". Het is de enige zakflora waarmee de tegen woordig onderscheiden soorten van paardebloemen en bramen kunnen worden gedetermineerd. Bovendien Blikjes in de koeltas. Vragen weinig ruimte. Gaan open met één vingerklok-klok-lekker-koel! Blikje leeg? Gooi 't niet zomaar weg, ook 't ringetje niet. Denk aan ons milieu, 't Gaat al beter. Houen zo en we blijven blij met blik biedt Heukels' flora het voordeel bij elke plant is weergegeven ln ke plantengemeenschap ze th hoort in een cijfer- en lettercode uniform is aan Westhoff's handt* Om een voorbeeld te geven en bi orchideeën terug te keren: bij gevlekte rietorchis staat P 25 A. betekent dat het een kenmerke soort is voor klasse 25 orde A, Milinietalia of de pijpestrootjeso waarin (zie Westhoff) ook thuishc lidrus, ruwe smele, grote pimper moeraslatyrus, gewone engelwol wederik, grote ratelaar, wilde tram, kale jonker, moesdistel, p ruit, poelruit, addertongvaren, dehavikskruid, ruw walstro en kl( valieriaan. Niet allemaal tegelijk tuurlijk, maar meestal zijn er wel paar soorten in de nabijheid te den, zoals al die gele ratelaan donkerpaarse kale jonkers op natte hooiland, waar ik ik honder volop bloeiende rietorchissen v< ergens in het Utrechts-Hollandsi vierengebied.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 14