Supermarkt met exotische afdeling Niet-Westerse klassieke en volkskunst KUNST Trouw/Kwartet ITERDAG 27 MEI 1978 Links: Ton de Leeuw Linksboven: de luitspeler Munir Bashjir Irak: dansen en muziek van boeren en Arabische bedouinen Rechts: „Wasla", vocaliste in de uitvoering van een Egyptische suite Geheel boven: Béla Bartok, van simpel volksliedje tot complete integratie In nevenstaand artikel geeft Ton de Leeuw zijn visie op de keuze van de klassieke en volkskunst (niet-westers) in het komende Holland Festival. Ton de Leeuw is als componist de enige die in Nederland niet-westerse muziek doceert aan een conservatorium. door Adr. Hager Het thema van het Hol land Festival voor dit jaar is „Volkskunst en relaties met klassieke kunst". Als toelichting op deze werktitel zeggen de organisatoren: „Volkskunst is letterlijk Kunst uit het volk voort gekomen, waarbij het volk dan vooral als een kwantitatief begrip moet worden beschouwd. Volkskunst is kunst over het volk of kunst voor het volk; populaire kunst is eveneens een as pect van volkskunst." „Ik ben er een beetje confuus van" zegt Ton de Leeuw. „Ik begrijp 't ook niet zo goed. Na tuurlijk wordt er veel Interes sants geboden maar zo'n the ma is een kapstok, 't wordt er met de haren bijgesleept. U moet zo'n festival zien als een supermarkt geleid door mana gers die het idee hadden een exotische afdeling in te rich ten. Die managers zijn bezig met de consumptieve kant van de kunst. De presentatie van volkskunst is in 1978 haalbaar, daar krijg Je volle zalen mee. En wie zal managers een derge lijk inzicht kwalijk nemen? Maar het is niet zonder proble men. We trekken een facade op. een facade met geld ge kocht, wat er achter die facade leeft komt niet naar voren. Dat is mijn probleem met dit festi val. De volkskunst zoals die gepresenteerd wordt in het pro gramma is een show. Leuke pakjes, bruine meisjes, leuke dansen en leuke trommelaars. Als ik lees dat men over het ensemble Ehimomo uit Ghana zegt dat voor het eerst in de geschiedenis Afrikaanse pries ters aan een manifestatie in Europa deelnemen, dan is dat show. Cultureel kolonialisme Uit Irak komt Munir Bashir, de luitspeler. Een man die 't ge maakt heeft, die ook in de Ara bische wereld hoog staat aan geschreven. Hij is in feite de deur van het geïsoleerde Irak naar het Westen. Jaren geleden was hij al in ons land en wordt hu gepresen teerd als „de wereldvermaarde vertegenwoordiger". Dat is voor mij, inplaats van een avondje Menuhin, een avondje Bashir. Doch alleen maar aan kondigen „wereldvermaard" is niets. Er zijn voldoende groepen aan te wijzen die zich hebben laten Inpakken door de impressa- rio's, zij brengen waar het pu bliek behoefte aan heeft. Die managers hebben daar een fij ne neus voor, hebben met ach tergronden niets te maken. Maar volkskunst presenteren uit Egypte, Ghana, India, Irak e.d. zonder begeleiding, zonder introductie, is het bedrijven van cultureel kolonialisme. Op die manier kan men dan ook niet spreken van een werkelij ke confrontatie. In het Tropen museum in Amsterdam wor den al Jaren dit soort concerten gegeven, daar heeft men een kring van werkelijk belangstel-' lenden gekweekt. Met goede oren en een open geest is het niet nodig om de sociologische en sociale achtergronden te kennen om toch dichter bij deze cultuur te komen. Wat in dit festival gebracht wordt is om de bliksem geen volkskunst. Het is de elite van musici, die hoge en oude tradi ties professioneel uitdragen. Ook in de Oosteuropese lantjen is volkskunst een export-arti kel geworden. In samenwerking met het Koninklijk Insti tuut voor de Tropen, Amsterdam, het Haags Gemeentemuseum en het Interna tionale Institut für vergleichende Musik- studiën und Dokumentation, Berlijn, brengt het Holland Festival de volgende programma's op het gebied van de niet- westerse klassieke en volkskunst. EGYPTE: Klassieke muziek o.l.v. Achmed Shafiq Abu Olaf door het Cairo Takht-en- semble. In 1932 kwamen voor het eerst experts uit Arabi sche landen in Cairo sa men en werd een begin gemaakt met het inventa riseren en analyseren van tradities en stijlen in de Arabische wereld. Het ensemble bestaat uit luit, viool, cither, fluit en tamboerijn. In een drietal concerten zal het ensem ble worden uitgebreid met een aantal vocalisten voor de uitvoering van de „Wasla", een Egyptische suite. Den Haag: 13 juni, Am sterdam: 14 juni, Utrecht: 15 juni, Rotterdam: 16 juni. Wasla-ensemble Den Haag: 18 juni, Amster dam 19 juni, Enschede: 20 juni. Het ensemble Ehimomo o.l.v. Musthapha Tettey Addy. Dertien Ghanese artiesten, die ritueel trom melen en zingen volgens de tradities van de streek Ga. Hun kunst geeft hen een belangrijke functie bij de riten in gebruik bij hun samenleving. De bronnen voor het re pertoire zijn vooral de oude mensen in de dor pen, voornamelijk uit die bevolkingsgroepen van wie de werkzaamheden met het mystieke en ritu ele zijn verbonden, zoals vissers en lagers. Scheveningen: 12 juni, Amsterdam: 13 juni, En schede: 14 juni, Rotter dam: 15 juni, Eindhoven: 16 juni, Nijmegen: 17 juni, Groningen: 18 juni, Maastricht: 21 juni, Haar lem: 22 juni, Utrecht: 23 juni. Een programma van authentiek volkstheater uit de Indiase deelstaat Rajasthan, dat nooit eer der buiten India te zien was. Het gaat hierbij o.a. om ballade-zangers die met beschilderde doeken het verhaal van de lokale held Pabuji uitbeelden. Den Haag: 15 juni, Utrecht: 16 juni, Rotter dam: 19 juni, Amsterdam: 21 juni. Klassieke zang door de twee jongere broers van de Dagarfamilie, N. Zahi- ruddin en N. Faiyaruddin, bij uitstek vertolkers van de sobere dhrupad zangstijl uit Noord-lndia. Utrecht: 20 juni, Rotter dam: 21 juni, Amsterdam: 22 juni. Gamelan en dans van Sawan, Noord-Bali door Gong Sawan. De leden van de Gong (gamelan orkest) bezitten een grote mate van muziektechni- sche virtuositeit, een ty pisch kenmerk van de Balinese orkestmuziek. De groep zal op 28 mei de hernieuwde hal van het Tropenmuseum in wijden. In het kader van het Hol land Festival voorstellin gen in Nijmegen: 1 juni, Amsterdam: 2 juni, Sche veningen 3 juni, Rotter dam: 4 juni. Klassieke kunst door het KOREA: SYRIË: SURINAME: Baghdadi Maqamensem- ble. Er zijn twee onderde len: het ensemble dat de Maqam-al-lraqi verzorgt, de geïmproviseerde vo cale muziek gezongen door een zangeres met begeleiding door cither, luit, trom, tamboerijn en fluit. Amsterdam: 11 juni, Utrecht: 13 juni, Den Haag: 14 juni. Dansen en muziek van boeren en Arabische Be- doeï. .n-nomaden. De dansers voeren o.m. de beroemde Sazdans uit. Rotterdam: 11 juni, Am sterdam: 12 juni. Munir Bashir is een meester op de luit, hij is één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Arabische klassieke muziek. Laren: 11 juni, Amster dam: 11 juni, Utrecht: 12 juni, Rotterdam: 13 juni, Den Haag: 14 juni. Het Maskertheater uit Pongsan. Demonische ri tuelen door veertien ge maskerde dansers met begeleiding van vier musici. Amsterdam: 18 juni. Utrecht: 19 juni, Rotter dam: 20 juni. Laren: 21 juni, Den Haag 22 juni Huwelijksceremonie uit Aleppo. Een Syrisch en semble van 25 personen, aangevuld met Neder landse figuranten. Een dergelijk gebeuren is nog nooit in Nederland te zien geweest. Awanashow door bosne gers uit Goejaba. Bosne gercultuur met roligieuze en profane zang, dans en drumspel. (data worden nader be kendgemaakt). Uit verschillende delen van het land worden musici bijeenge zocht en zij vormen het „plaat je" naar bulten. Maar in de presentatie zit een stuk show en dat is de devaluatie van de volkskunst. Het religieus bele ven, de geweldige intensiteit, de ethiek gaat in een festival verloren. De ijverige staf van het Hol land festival doet veel met veel geld. En als je tevreden bent met elke avond iets anders, zo aan het eind van het seizoen, ja, dan is 't best leuk. Maar meer dan cultureel vermaak is het niet" Geen chauvinisme Ton de Leeuw gunt zich nauwe lijks tijd voor de koffie als het woord „identiteit" ter sprake komt. „We kennen geen enkele vorm van cultureel chauvinis me. Weet u dat wij geen cultu rele attachés kennen? De pers attaché doet de kunst er bij. Wat Duitsland, Frankrijk, Amerika op dit gebied doen is fabelachtig, zij laten zien: dit is onze cultuur. In vergelijking met het buitenland steken we met onze kunst gunstig af, maar we durven 't niet uit te dragen. Het gaat niet om het voortbrengen van genieën, maar om eem breedheid van spectrum van activiteiten op allerlei fronten. Dat doet het Holland Festival niet, dat doen ook onze orkesten niet die met grote moeite één werkje mee naar het buitenland nemen en ook Philips doet vanwege de commercie praktisch niets voor de Nederlandse muziek. Zodoende hebben we nog steeds een armoedige culturele identiteit. Bij dit alles komt dan ook nog het marktmechanisme van vraag en aanbod. Niet alleen in de lichte muziek, niet alleen in de klassieke moderne muziek, maar ook in de Oosterse landen. Voorlopers van de gebroeders Dagar, die in het festival klas sieke zang uit India brengen, zouden nooit willen spelen in een radiostudio voor een kille microfoon. Dat is de kloof die ook door de Westerse muziek loopt. Dat is de splitsing ook tussen de creatieve en recrea tieve muziek. Het creatieve muziekleven houdt zich per de finitie bezig met die dingen die niet zo verschrikkelijk con sumptief zijn. Zij vallen buiten het circuit van publiciteit, re clame en psychologische machtsmiddelen. Enerzijds commercie, anderzijds het fei telijk kunstgebeuren. Als Stockhausen niet in Keu len, maar honderd kilometer meer naar het westen was ge boren, dan had zijn wieg in Maastricht gestaan. Ik verze ker u, dat hij dan niet meer geworden zou zijn dan één van de 200 Nederlandse componis ten die zijn normale composi tie-opdrachten zou krijgen. Meer niet. Je mag in ons land niet boven de middelmaat uit steken. Met onze subsidiepolitiek doen we veel, iedere redelijke com ponist heeft vrij snel een op dracht te pakken. We spreiden muziek als met een gieter, een ieder mag redelijk uit de ruif mee-eten, maar alsjeblieft steek niet boven de ander uit. Dat gemiddelde is levensge vaarlijk." Jonge componisten Op dit terrein gekomen, wordt 't duidelijk, dat Ton de Leeuw nu ook emotioneel bij het ge sprek betrokken raakt. Hij, al jaren docent, ziet in het ontbre ken van een eigen culturele identiteit een gevaar voor de jonge componisten met veel idealen. „Het huidige klimaat veroorzaakt dat er nu nog sluipend iets weggaat van het zelfvertrouwen. Er is altijd een feed-back nodig tussen de componist en zijn omgeving. Door het gebrek aan weerklank is er bij onze componisten tussen de slechte zitten ook goede componisten in ons land een onbewuste daling van creatieve energie waarneem baar. Men wordt niet alleen niet gestimuleerd, men wordt zelfs afgezwakt. Als reactie daarop klimt de één in de mast om te protesteren, de ander verhuist naar de romantische provincie en de derde compo neert niet meer. We zeggen in ons land nooit: daar zit potentie dat moeten we eruit halen. Daarom hebben we 't dan ook altijd over onze „jonge Nederlandse componis ten". Zolang Je maar „veelbelo vend" bent ia 't goed, dat is risicoloos. We spreken zelden over onze „oudere Nederlandse componisten". Daar weten we niet zo goed raad mee. Ze krij gen dan een prijs voor het tota le oeuvre, maar hun muziek wordt nauwelijks nog ge speeld." Die harte kreet van De Leeuw brengt on$ weer bij het Holland Festival. Hoe kijkt hij aan te gen de programmakeuze van de orkesten die een aandeel hebben in dit 31e festival? Het zijn het Concertgebouworkest, The London Sinfonietta, het Nederlands Blazersensemble, het Nederlands Kamerorkest, het Omroeporkest, het Prome nade Orkest, hét Radio Filhar monisch Orkest, het Residen tie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest. „Ja," zegt De Leeuw, „ik zie eigenlijk niet goed in wat Mah ler, Tsjaikowsky, Ravel e.d. met het thema nog te maken hebben. Dat zal dan ook wel de bedoeling niet zijn. Gelukkig komt ook de naam van Bartok voor, maar men komt er niet toe. aan te tonen aan de hand van een aantal werken, hoe hij een simpel volksliedje ontwik kelde naar een complete inte gratie in zijn muziek. Men zou daar een geheel festival-pro gramma van kunnen opbou wen. Ook is dat het geval bij een figuur als Messiaen en niet te vergeten Strawinsky in zijn beginperiode, die binding met de Russische volksmuziek. En om nog een geheel andere com ponist te noemen. De Falla." De Leeuw komt toch nog even terug op de Nederlandse com ponisten. Hij gelooft niet in een presentatie zonder samenhang, zoals het Residentie Orkest met de werken van Matthijs Vermeulen. „Dat is niet het uit dragen van een identiteit, het is meer in het kader van de revivals die we hebben gehad met Ives, Satie en Kurt Weill. Vermeulen was zeker één van de stimulerende figuren, maar voor mij ben je met veel fanta- *sie en veel Ideeën nog geen goede componist." Volgend festival De vraag: hoe hij het volgende festival zou organiseren, zet De Leeuw aan het denken. Zijn antwoord is een wedervraag: bij wie zouden de managers van het Holland Festival eigen lijk te rade gaan? „Ik geloof niet in dit soort massamanifes taties, in deze supermarkten. Maar dat neemt niet weg. dat ik graag adviezen zou geven. Bijvoorbeeld over wat er leeft bij Japanse en Koreaanse com ponisten en hun werelden, maar het is duidelijk dat dat iets anders zou worden dan de opzet van het komende festi val. Men koopt wat voorhan den is, wat de impresario aan biedt. De managers hebben een kunst ontwikkeld voor wat er aan goeds te krijgen is, maar tot de kem komen ze niet. Dat is mijn kritiek op dit program ma, al is er veel in dit program ma waar ik met belangstelling en veel interesse naar uitzie."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 25