Beunhaas' eindelijk geprezen Harde gevolgen van 'zachte' energie Plan voor herstel Bossche Markt naar historisch model aurens Janszoon Costerprijs voor 'wegbereider' De Slegte Wetenschap en techniek Verloren mandagen per MWa iTERDAG 27 MEI 1978 BINNENLAND burgemeester van Haarlem, drs. J. horst, zal op 1 juni de Laurens Jans- n Costerprijs uitreiken aan boekhan- lar Jan de Slegte. De prijs, bestaande een geldbedrag van 5000 gulden en beeldje van Kees Verkade, is een van waardering voor bijzondere in- nning, geleverd door personen of in- lingen ten behoeve van het Neder- Ise boek Dit jaar wordt de prijs voor tweede keer toegekend. De eer viel vorig jaar te beurt aan de Amsterdamse uitgever G. A. van Oorschot. De jury, bestaande uit de uitgeefster Tine van Buul. de dichter Jan G. Elburg en de graficus Dick Elffers, die De Slegte een stemmig voor bekroning voordroeg, vindt dat hij er als geen ander in geslaagd is het boek tot gemeengoed te maken. „Het lijdt geen twijfel", zo schrijven de juryleden in hun rapport, „dat menigeen met een uitgelezen, omvangrijke bibliotheek zijn eerste boeken bij De Slegte heeft aange schaft en heel waarschijnlijk ook zijn late re. zeker wanneer het gaat om een of ander royaal geïllustreerde uitgave van specialistische aard waarvan het bezit zoal niet onontbeerlijk dan toch dienstig Wellicht nog meer dan aan zijn antiquari aat. dankt boekhandel De Slegte zijn faam aan de uitgeversrestanten, de zoge heten „ramsj". In het boekenvak kan dat met anders dan gemengde gevoelens oproepen Ook dat heeft de jury onder kend ..Men kan", schrijft zij. als auteur uitgever of „echte' boekhandelaar het verschijnsel ramsi betreuren omdat hel onvervulde wensdromen van de eerstbe- 'rokkenen symboliseert, toch is het speci aal voor schrijvers een opbeuring waar te nemen hoe aanvankelijk schijnbaar ver smade werken, bij De Slegte aangeland, daar plotseling als broodies over de toon bank gaan naar een wel oegelijk geïnte resseerd maar minder draagkrachtig pu bliek van. bijvoorbeeld jongeren De jury karakteriseert De Slegte als een ..unieke figuur een „wegbereider in boekenland wiens bedrijf en dat mag wel de hoogste lof heten ..spreekwoor delijk' geworden is Trouw/Kwartet 15 Eigenlijk is het ontzettend vervelend voor dr. Herbert Inhaber dat hij uitgerekend in de sector kernenergie werkt. Iemand die komt vertellen dat zon en wind als energiebronnen een stuk gevaarlijker zijn dan kerncen trales. hoeft er toch al niet op te rekenen dat hij overal met begrip en warmte ontvangen wordt En als zo iemand dan ook nog bij de atoomclub hoort, zij het aan de controlerende kant (de Canadese Raad van toezicht voor kernenergie AECB), dan komt daar voor velen het ver- .moeden bij dat hij een beetje naar zich toe gerekend heeft, bewust of onbewust, Het enige wat je daar tegen kunt doen, is heel precies vertellen hoe je de zaken uitgerekend hebt en ie dereen de vrijheid laten om het niet met je methoden en veronderstellingen eens te zijn Dat heeft Inhaber dus gedaan, samenvattend in de New Scientist van 18 mei (vol. 78 pag. 444-446), voor details ver wijzend naar het oorspronke lijke rapport. (Risk of Energy Production. AECB-1119, Ato mic Energy Control Board. P.O. Box 1Ö46, Ottawa. Cana da). Het principe van de bere kening is eenvoudig, je moet (otale energiesystemen verge lijken. Niet alleen de risico's van de kerncentrale zoals hij daar staat te draaien, maai ook wat er mis ging bij hel delven van het uranium. Niet alleen het zonnepaneel dat vre dig in het dak van een huis gemonteerd warm zit te wor den. maar ook de wederwaar digheden van de aluminium smelter. „Als je alleen het risico uitre kent van een deel van een sys teem. en dat vergelijkt met het overeenkomstige deel van een ander systeem, kun je bewij zen dat willekeurig welk sys teem riskanter is (of veiliger) dan een ander, door met ver stand het onderdeel uit te zoe ken". aldus Inhaber. en daar kun je hem naar mijn smaak alleen maar hartelijk gelijk in geven. Iets problematischer ligt het met zijn maat voor het risico het arbeidsverzuim uitgedrukt in mandagen per megawatt- jaar (MWaï geproduceerde energie Dat de gevaren van elk systeem moeten worden betrokken op eenzelfde stan- daardhoeveelheid afgeleverde energie, is volstrekt redelijk Het gaat tenslotte om het af wegen van alternatieve moge lijkheden. althans wat hei ene aspect van de menselijke scha de betreft De keuze van arbeidsverzuim als maat voor die menselijke schade, is zwak maar dooi de omstandigheden gedicteerd Het beperkt het gezichtsveld tot die medemensen die vol gens een. betrekkelijk wille keurige definitie worden aan gemerkt als economisch actief En zelfs dan spelen er nog on duidelijke factoren mee. elke beschouwing over onze Neder landse sociale wetgeving staat er bol van Anderzijds is het arbeidsver zuim het enige gegeven over menselijke risico's waarvan per bedrijfstak ook maar enigszins betrouwbare statis tieken ter beschikking staan, en dus de enige maatstaf waar mee gemeten en gerekend kan worden Ook Inhaber is ervan doordrongen dat zulke cijfers niet vreselijk nauwkeurig zijn', maar hij meent dat ze voldoen de basis opleveren voor een vergelijkende studie Om de vergelijking mogelijk te ma ken inoet hij nog een wat naar geestige afspraak invoeren sterfgevallen worden meegere kend als het verlies van 6000 mandagen De Canadese rekenpartij rangschikt volgens deze me thode tien energiesystemen, bestaande en verhoopte, in volgorde van toenemend risico voor de mensen Dat risico is afzonderlijk berekend voor mensen die beroepshalve bezig zijn met voorbereiding, bouw en bedrijf van het systeem (..werkers") en mensen die al leen blootstaan aan de gevol gen van het bedrijf („publiek totaal werkers publiek aardgas 6 6 0 atoom 11) 9 1 oceaan 31 30 1 zon I 113 103' 10 zon II 611 101 510 zon Hl 699 188 511 wind 821 282 539 methanol 127# 1270 0 olie 1938 18 1920 steenkool 2083 73 2010 Op zijn minst gezegd is dit een verrassend resultaat, vindt In haber zelf ook. Allerhande „al ternatieve" energiebronnen die ons intuïtief schoon, veilig en onschuldig toeschenen, ko men hier nogal belabberd uit de bus. Voor een goed begrip behoeft de tabel enig commen taar. Op één uitzondering na, zijn hier uitsluitend systemen vergeleken om elektriciteit te produceren. Dat is niet hele maal realistisch, maar voor een zo zuiver mogelijke verge lijking wel nuttig. Alleen „zon I" heeft betrekking op het op vangen en direct gebruiken van zonnewarmte voor het ver- warmen van huizen en ge bouwen. „Zon II" staat voor de elektri sche centrale die werkt op stoom uit een toren waarvan de bovenkant via een veld van spiegels door geconcentreerd zonlicht wordt beschenen „Zon III" is het systeem van foto-elektrische cellen die licht direct in stroom omzetten. Bij „oceaan" is het ontwerp door gerekend van Installaties die op het temperatuurverschil tussen oppervlaktewater en diepere lagen (in de tropen) turbines laten lopen die elek triciteit opwekken. „Wind" heeft uiteraard betrekking op de grote molens die we mis schien gaan bouwen en „met hanol" is de vloeibare brand stof die uit plantaardig materi aal kan worden bereid Het bovenste reepje van de ta bel verbaast ons niet erg: dat aardgas een ideale schone brandstof voor centrales is. wisten we al. maar dat het op raakt ook. De statistische vei ligheid van kerncentrales was ook bekend; de grote proble men zitten daar in andere hoe ken. Olie en kolen, onderaan, eisen een wat grotere tol bij de werkers: risico's van vooral winning en transport. (De win ning van uranium is per man uur ongeveer even riskant als die van kolen, maar per hoe veelheid geproduceerde ener gie stukken minder.» De cijfers voor het publieksri- sico wijzen erop dat de Cana dezen het volle effect van de luchtvervuiling hebben mee genomen. Hier zal zeker een herberekening nodig zijn met toepassing van zuiveringsmet hoden. Maar waar zit in vredes naam dat risico van windmo lens en zonne-energie? Niet in de afbrekende molenwiek die een omstander treft, niet in de val van het dak bij het lappen van de zonnepanelen. Het ve nijn zit hier in de hoeveelheid toegepast materiaal. Het staal voor de windmolens komt uit een hoogoven die kolen ge bruikt (zie bovenj en andere risico's veroorzaakt. Voor de produktie van de ge kozen standaardhoeveelheid energie van 1 MWa wordt aan het windmolensysteem 800 ton materiaal toegerekend, aan een oliegestookte centrale 70 ton Ook het noodzakelijke constructiewerk met de daar bij horende risico's verschilt een orde van grootte 18.000 respectievelijk 400 manuur Zon 'en wind zijn diffuse ener giebronnen, die naar verhou ding zeer grote opvang- en op slagsystemen nodig hebben om een bepaalde hoeveelheid te hanteren Kolen-, olie- en kerncentrales doen hetzelfde met een geconcentreerde vorm van energie in een compacte installatie. Nog een kanttekening bij de methanol-variant. Het hoge beroepsrisico berust op de zeer Canadese gedachtengang dat de enig denkbare grondstof hout is. In de bosbouw worden inderdaad nogal wat brokken gemaakt. Maar de Brazilianen bijvoorbeeld, stoken alcohol uit suikerriet en dat lijkt toch een minder riskante teelt Met de Canadese risicobereke ningen is zeker niet het laatste woord gezegd over de maat schappelijke aanvaardbaar heid van verschillende energie bronnen. Maar Inhaber en zijn collega's hebben wel een as pect boven tafel getild dat in de discussies tot nog toe ten onrechte heeft ontbroken „Zachte" energie blijkt harde re consequenties te hebben dan wel eens in alle onschuld Is gedacht. Van een onzer verslaggevers 's HERTOGENBOSCH Het ge meentebestuur van Den Bosch heeft een plan laten ontwikkelen voor herstel van het oude histori sche karakter van de Markt. Het ontwerp is gebaseerd op een vijf- tiende-eeuws schilderij van de Markt en met inspraak van de burgerij tot stand gekomen. Uitgangspunt was de historische structuur van de oude binnenstad de driehoekige vorm van een Frankisch akkerdorp te her stellen. Ook de middeleeuwse wa terput. zoals die op het schilderij te zien is, wordt opnieuw aange bracht. De juiste plaats en om vang zijn uit opgravingen bekend. In de bestrating zal de oorspron kelijke wegenstructuur tot uit drukking moeten komen. Voor de bestrating van het midden van de Markt is de waterput als centraal punt genomen, van waaruit zes lijnen uitstralen. Voor het mid denterrein zullen kinderkopjes en voor de rijwegbestrating bakste nen klinkers worden gebruikt. De ontwerpers vinden herstel van hardstenen stoepen, pothuizcnl keltiertoegangen, luifels, stoeppa- len en kettingen voor het eigen erf van de huizen wenselijk. Open terrasjes en zonneluifcls ten dienst van het wikelend publiek zijn mogelijk. Laogs de trottoirs is een straat verlichting van oude gietijzeren palen met vierkante kop hedacht. terwijl op het middenterrein en kele hogere lantaarns kunnen ko men. Er wordt gestreefd naar een verlichting met een evenwicht tussen lichte en donkere plekken, die de sfeer verhogen. Met uitzondering van de gerecon strueerde put en een Mariakapel letje zal iedere verdere „meubile ring" van de Markt achterwege blijven. Wel kunnen tijdelijke marktkramen, visverkoopwagens of een muziek- of toneelpodium worden geplaatst. Architect Jan van der Eerden en ontwerper Jan Sonneborn hadden een groot aan deel in de totstandkoming van het ontwerp. De tekening hiernaast heeft een beeld van de reconstructie met in hel midden de waterput. wanten in Duitsland taboe wa ren verklaard (na aanvankelijk verbrand te zijn), werden ze over de grens met Nederland gebracht en daar door De Sleg te te koop aangeboden. Auteurs als Thomas Mann, Stephan Zweig, Joseph Roth en Lion Feuchtwanger vonden op die manier toch hun weg naar het publiek. Er bestond veel belangstelling voor hun werk. niet alleen bij de Joden die uit Duitsland waren ge vlucht. maar ook bij wat Jan de Slegte „de intelligentsia" noemt. Het bedrijf heeft er voor een belangrijk deel zijn bloei aan te danken Impulsief Jan de Slegte deed onmiddel lijk na de oorlog zijn intrede m de toen al met enkele filialen uitgebreide zaak, waar hij de fakkel van zijn vader overnam. De vraag of hij er zin in had. was niet aan de orde, waarbij het natuurljk goed uitkwam dat hij er toevallig wel zin in had. Hij had een paar jaar eco nomie gestudeerd, maar na zijn kandidaatsexamen voelde hij meer voor de handel in boe ken dan voor de voltooiing van zijn studie. Aan aanleg en talent ontbrak het hem niet: het bedrijf groei de als kool. Boekhandel De Slegte telt nu tien filialen in Nederland en twee in België in Antwerpen en Gent. De vraag of het aantal vestigingen nog zal worden uitgebreid, moet vooralsnog onbeant woord blijven. Jan de Slegte mompelt dat er nu wel genoeg zijn. maar blijkt even later toch met de gedachte te spelen in Maastricht nog een winkel te openen. Een vastomlijnd plan heeft hij naar zijn zeggen nog niet. want hij vindt Maastricht wat ver weg. Ten slotte moet hij zelf geregeld al zijn filialen afreizen om na te gaan of de antiquari sche boeken wel juist, geprijsd zijn. Desondanks acht hij het mogelijk dat hij ook nog eens over een andere grens, die met West-Duitsland, zijn vleugels zal uitslaan. „Ik ben een impul sief mens," zegt hij. en als hij plotseling de hand zou kunnen leggen op een mooi pand. zou hij ook wel eens in de Bondsre publiek kunnen opduiken. Behalve aanleg en talent is er aan de uitbreiding van de on derneming ook heel wat tran spiratie te pas gekomen. Jan de Slegte is voortdurend in de weer, waarbij hij zich niet ont ziet zelf achter de paktafel te gaan staan, als het storm loopt. Slechts zelden is hij ach ter zijn bureau te vinden. Zijn voorliefde gaat duidelijk uit naar het antiquariaat, dat voor ongeveer veertig procent van de omzet zorgt, maar waarin het meeste wordt ver diend. Ook voor de klant valt daar naar zijn zeggen nog wel eens wat te „verdienen": door dat het antiquariaat algemeen is, kun je er, wegens gebrek aan specialistische kennis van de verkopers, soms nog koop jes aantreffen. De man die on langs naar huis ging met een zeldzaam, aan Voltaire toege schreven werkje (waarvan het fijn hier niet onthuld mag wor den I, kan daarover meepraten. Raar vak Die ramsj is weer een heel an dere handel, al weet je het daarbij eigenlijk ook nooit. Querido deed eens een hele partij Salamanders van de hand. waarna De Slegte ze. op verzoek van de uitgeverij met een eigen omslag, tegen sterk gereduceerde prijzen te koop aanbood. Een roman var. de schrijfster A. H. Nijhoff. bij voorbeeld. kostte maar een dubbeltje. Desondanks raakte ook De Slegte dat boek niet kwijt. Toen de planken nog kreun den onder het gewicht van de stapels, besloot Querido de ro man te herdrukken. Terwijl De Slegte zijn exemplaren aan de straatstenen niet kwijtraakte, vloog de nieuwe editie, die toch zo'n drie of vier gulden kostte, de winkels uit. Ook Tine van Buul, de directrice van Querido was stomver baasd. toen ze hoorde dat er nog een hele ramsj-partij voor radig was. „Ja. het is een raar vak", verzucht Jan de Slegte. Zijn onverkochte stapels zijn ten slotte bij de oud-papier handelaar terechtgekomen. De Slegte vormt, op weg naar de vergankelijkheid, in boeken land de laatste reddingsboei. Een nog Slegtere boekhandel bestaat er niet. Met droge ogen zegt de prijswinnaar dat de mi nimum-prijs van zijn boeken twee cent per kilo bedraógt. oor Leo Kleyn toto: Erwin Verheijen ïou, vooruit, kom zater- otigmiddag dan maar", td hij na enig aandrin- [n door de telefoon ge- «pen Van interviews .oet Jan de Slegte (50) genlijk niets hebben, zo- riss hij enkele malen op- terkt als het al te laat is. •ok de fotograaf krijgt •n, jn plaat niet cadeau. De ïan die naar eigen zeggen laar het liefst op de ach- blijft, laat zich lechts onder protest ten van de foto op de •oorgrond plaatsen. Hij is opgelucht, wan hij weer kan verdwij- Hen in de mensenmassa e in zijn winkel op koop- s aast. e prijs, zegt hij, had hij aan- nkelijk ook geweigerd. Over. precieze reden van die wei- ring schept hij geen klaar- id, maar zonder de waarheid weid aan te doen. kan wor- n gesteld dat hij die bekro- ng maar onzin vond. Toen hij :h door het bestuur van de in aarlem gevestigde Stichting lurens Janszoon Costerprijs- it overreden, stelde hij wel s voorwaarde dat niet hij, aar de boekhandel bekroond u worden. Dat betekent dat prijs nu mede aan zijn 130 irsoneelsleden, werkzaam in iraalf filialen en twee magazij- in. ten deel zal vallen. e „wegbereider in boeken- nd" zegt niet goed te begrij pen wat er te prijzen valt aan iemand die slechts voor 't ge win in touw is geweest. De in Rotterdam geboren („kun je dat niet horen, dan?) boekhan delaar beschouwt zichzelf min der als de cultuurdrager die in het juryrapport wordt afge schilderd dan als een koopman die ervoor moet zorgen dat de aan het eind van de boeken planken opgestelde kassa blijft rinkelen. Tenmjnste. dat zegt hij. Het blijkt dc koopman toch niet geheel onverschillig te hebben gelaten dat zijn nering nu kennelijk erkenning heeft gevonden, en zelfs waardering geoogst, bij de officiële boek handel. Jarenlang deed in die kring De Slegte zijn naam alle eer aan. De fatsoenlijke mid denstanders maakten er geen geheim van dat zij deze markt koopman wat uit de toon von den vallen. Doodshoofden Het was ook werkelijk op de markt dat de grootvader van de laureaat, de Rotterdamse lantaarnopsteker Jan de Sleg te, in 1908 of 1909 (het juiste jaartal schijnt niet meer te achterhalen te zijn) de grond slag voor het ramsj-imperium legde. Daarnaast dreef hij, in een achterafstraatje, een boek winkeltje, waarin hij tweede hands boeken verkocht en boe ken van niet-erkende leesbi bliotheken uitleende. Waarom hij van de verlich- tings- naar de boekenbranche overstapte, weet zijn kleinzoon niet precies „Ik denk dat-ie van lezen hield", zegt hij. De man was in elk geval een fer vent boekenverzamelaar, maar daarnaast bezat hij ook een collectie oude geweren en doodshoofden Met zijn nieuwe broodwinning was hij een beetje een vreemde eend in de bijt. „De tweede- hands- en ramsj-handel", zegt Jan de Slegte. ..was voor een belangrijk deel in Joodse han den. Mijn grootvader was een buitenbeentje, en dat voelde hij ook wel." Een van diens in die tijd bekende collega's was een zekere Simon Blok. die met een kraam vol winkel dochters op het Binnenhof stond en daar goede zaken deed met de volksvertegen woordigers. Voelde de oude Jan de Slegte zich onder zijn vakgenoten min of meer een buitenstaan der. door de reguliere boekhan del werd hij als een beunhaas beschouwd. Omdat hij. in het nog steeds streng gereglemen teerde boekenvak, niet in aan merking kwam voor een erken ning, mocht hij geen nieuwe boeken verkopen. Hij mocht slechts aan de slag met boeken die minstens drie jaar eerder waren uitgegeven. Tegenwoor dig geldt een termijn van twee jaar. Een erkenning hadden oprich ter De Slegte en zijn zoon ook niet nodig om zich in de jaren dertig toe te leggen op de ver koop van emigrantenlectuur. Toen boeken van Joodse schrijvers door Hitier en tra-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 15