ositie Arafat in 't geding
Arabisch geld voor Afrikaanse troepen
Hulpverschaffers moeten eens naar de dessa
Radicalen willen nieuwe PLO-leiding
ritse rechter:
bortus mag tegen
van vader
Rechts Spanje boycot
grondwetscommissie
Moboetoe ontvangt Belgische premier
Doel inval:
blanken weg
économische groei alleen helpt Indonesië niet
HPERDAG 25 MEI 1978
BUITENLAND
Trouw/Kwartet
i een onzer redacteuren
ERDAM Voor het eerst In bijna tien Jaar wordt het leiderschap van PLO-voorman Jasser
at ernstig aangevallen. In een gemeenschappelijke verklaring eisen vijf Palestijnse guerrilla-
aties een nieuw leiderschap voor de Palestijnse Bevrijdingsbeweging.
meenschappelljke verklaring
verleden week aan de grootste
itljnse verzetsgroep, Al Fatah,
ran Arafat eveneens voorzitter
•rhandlgd. De verklaring Is on-
cend door het Volksfront voor
vrij ding van Palestina van dr.
~}orge HabasJ, het Palestijnse
csstrijdfront, het door Irak ge
ïnde Arabische Bevrijdingsfront,
Palestijnse Bevrijdingsfront en
i Democratische Volksfront voor
Bevrijding van Palestina van Na-
Hawatmeh. Vooral het feit dat
watmeh de verklaring heeft on-
tekend wijst op een groeiende
rrede met het beleid van Arafat in
Vj lagere gelederen van de PLO. Tot
kort koos de beweging van Ha-
leh herhaaldelijk de kant van
'LO-leider In interne Palestijnse
es. Hawatmeh wordt ook ge-
als een van de eerste voorstan-
van een meer gematigd Pales
standpunt in het conflict in het
Iden-Oosten.
itocratisch
ider Arafat bij naam te noemen
huldigen de vijf Palestijnse or-
satles de PLO-lelder ervan de
lestijnse beweging autocratisch te
len. In PalesUJnse kringen is dit
uiterst ernstige beschuldiging,
it omdat het Palestijnse verzet
telkens weer beroept op zijn
iocratlsche traditie. De verkla-
van de vijf Palestijnse organlsa-
volgt op meningsverschillen bln-
de PLO en binnen Al Fatah over
Palestijnse houding Jegens de
lestroepen van de Verenigde Na-
in het zuiden van Libanon. Met
ie is er bij vele Palestijnen onvre-
met het besluit van Arafat om
te houden aan de wapenstil-
id in het zuiden en om geen Pa-
inse guerrillastrijders achter de
les van de Verenigde Naties te
infiltreren. Verleden maand
Tt Arafat ongeveer honderddertig
festijnen, waarvan velen lid van
Fatach waren, oppakken omdat
I van plan waren om Israëlische
jis^epen in het zuiden van Libanon
l.d
POOL (Reuter) Een rech-
in het Britse Liverpool heeft
sdag beslist dat de 29-jarige
Paton een abortus mag onder-
i. De 32-jarige echtgenoot van de
inpuw: William Paton, had de rech-
5 vr gevraagd de abortus te verbie-
llah- Volgens de rechter, Sir George
aglker, staat In de abortuswet van
n\67 niet dat ,de vader moet worden
c. raadpleegd als een vrouw een
r iangerschap wil laten beëindigen".
B zaak werd in Engeland gezien als
ijdi proef voor de Britse abortuswet,
ndi vrouw wil een abortus omdat
wljsen haar dat geadviseerd hebben,
loilliam Paton bestreed dit. Hij zei
kilt zijn vrouw uit wrok handelde.
St echtpaar is sinds enige tijd uit
-*aar. Joan Paton heeft een echt-
heiding aangevraagd. Tijdens de
fhtszaak demonstreerde buiten de
chtszaal enige tientallen voor- en
genstanders van abortus.
aan te vallen. Deze Palestijnen zou
den vooral aanhangers zijn van de
bekende Fatach-functionarissen
Aboe Daoed en Aboe IJad. Met name
Aboe IJad liet zich in het openbaar
kritisch uit over de houding van Ara
fat. Hij veroordeelde pogingen om
interne Palestijnse geschillen met
geweld te beslechten. In de verkla
ring stellen de vijf Palestijnse orga
nisaties dat „wij van mening zijn dat
politieke besluiten individueel in
plaats van collectief genomen wor
den. Er is geen deelname in het ne
men van besluiten omdat uw leiding
(de leiding van Fatach) nog steeds de
partij is die alle politieke besluiten
bepaalt."
Wat de gevolgen van de verklaring
van de vijf Palestijnse organisaties
zal zijn valt op dit ogenblik niet te
overzien. Mogelijkerwijs zal Arafat
gedwongen worden om zijn beleid
wat meer aan te passen aan de op
vattingen van het Palestijnse Ver
werpingsfront. Dit front waartoe vier
van de vijf organisaties die de ver
klaring hebben ondertekend beho
ren, verwerpt elke vreedzame rege
ling van het conflict in het Midden-
Oosten. Een zekere toenadering tus
sen Arafat en de Palestijnse radica
len leek zich te voltrekken tijdens
een conferentie van tegenstanders
van het vredesbeleid van de Egypti
sche president Sadat in december
verleden Jaar in de Libische hoofd
stad Tripoli. Sinsdlen heeft de PLO-
lelder echter in een aantal vraagge
sprekken, waaronder ook met
Trouw, laten doorschemeren dat hij
zich eigenlijk bij het bestaan van de
staat Israël heeft neergelegd. Tij
dens een bijeenkomst van het cen
trale comité van de PLO in de Syri
sche hoofdstad Damascus afgelopen
weekeinde werd besloten om in au
gustus een Palestijns Nationaal Con
gres (een soort Palestijns parlement
in ballingschap) bijeen te roepen. Op
dit congres was het mede de bedoe
ling om de menlngsverchillen tussen
de leden van het Palestijnse Verwe-
pingsfront en de overige Palestijnse
groepen wat te overbruggen.
Collectieve leiding
In hun verklaring stellen de vijf Pa
lestijnse organisaties tegenover het
autocratische leiderschap het voor
stel van een collectieve leiding. „Wij
stellen voor dat de generaal-secreta-
rissen van alle verzetsgroepen, verte
genwoordigers van het centrale co
mité van Fatach en andere nationa
listische elementen de leiding van de
Palestijnse revolutie zouden vormen
en dat dit lichaam het recht krijgt
om politieke besluiten te nemen."
Hiermee willen de vijf organisaties
de machtspositie van Fatach binnen
de PLO afbreken. Hier tegenover
staat echter een stroming binnen de
gelederen van Fatach die'van me
ning is dat het maar eens afgelopen
moet zijn met de verdeeldheid bin
nen de Palestijnse verzetsbeweging
en dat Fatach de zaak nu volledig
naar zich toe moet trekken.
In hun verklaringen beschuldigen de
vijf Palestijnse organisaties sommi
ge partijen binnen de PLO-leiding
ervan zich te verlaten op reactionai
re regimes, „8aoedi-Arabië in het
bijzonder". Ten gevolge van dergelij
ke banden zou de PLO niet in staat
zijn om onafhankelijke besluiten te
nemen. Dergelijke opvattingen zijn
al eerder door bij voorbeeld George
Habasj geuit. In een vraaggesprek
met Trouw verleden jaar liet hij
doorschemeren dat hij Arafat wei
eens tot het Imperialistische kamp
Zou willen rekenen. Meningsverschil
len tussen Arafat en de conservatie
ve Arabische landen zijn volgens Ha
basj „kleine tegenstellingen binnen
het kader van de imperialistische
plannen. Slechts wanneer Arafat
zich van het huidige proces afkeert,
wanneer hij de juiste polieke lijn
voor de Palestijnse en Arabische
massa's kiest en wanneer hij de
strijd van de revolutie anders inricht
kan het machtsevenwicht (in het
Midden-Oosten) worden veranderd."
MADRID (UPI) De
rechtse Volksalliantie
en de Baskische Nati
onalistische Partij
zijn uit protest van de
zitting van de speciale
grondwetscommissie
van het Spaanse par
lement weggelopen.
De beide partijen willen
door deze stap protest
aantekenen tegen het feit
dat de grote politieke par
tijen de regerende Unie
van het Democratische
Centrum van premier
Adolfo Suarez en de zich
in de oppositie bevinden
de Socialistische Arbei
derspartij (PSOE) van Fe
lipe Gonzales een ak
koord hebben gesloten
over de teksten waarvoor
zij zullen stemmen. Door
deze maatregel willen de.
twee grote partijen het de
bat in de commissie be-
spoedingen. Het akkoord
wordt gesteund door de
communisten en de Cata
laanse nationalisten.
Ofschoon enkele artikelen
zeer omstreden kwesties
betreffen aanvaardde de
36 leden tellende commis
sie na het bereiken van
het akkoord met een con-
fortabele meerderheid 26
artikelen van de ontwerp-
grondwet. Een van de om
streden artikelen geeft het
groene licht voor de legali
sering van de echtschei
ding in Spanje door te ver
klaren dat een burgerlijke
wet alle wettelijke aspec
ten van het huwelijk,
waaronder ontbinding
daarvan, zal regelen. Een
andere artikel geeft de
rooms-katholieke kerk het
recht er scholen en colle
ges op na te houden en
staat de regering toe deze
te subsidiëren. Andere ar
tikelen in de ontwerp-,
grondwet geven arbeiders
het stakingsrecht en er
kennen rechten van gewe
tensbezwaarden.
De Volksalliantie en de
Baskische nationalisten
zeiden niet hoe lang zij
van plan waren de bijeen
komsten van de commis
sie te boycotten. Beide
partijen beschuldigen de
grote partijen van pogin
gen tot het onmogelijk
maken van een echte dis
cussie. De commissie
heeft nu de tekst van 50
van de 151 artikelen van
de nieuwe grondwet goed
gekeurd. In de herfst zal
het ontwerp van de grond
wet via een referendum
aan het Spaanse volk wor
den voorgelegd.
KIN8JASA, PARIJS (UPI,
Reuter, AP) Saoedi-Arabië
is bereid om als geldschieter
op te treden voor een gemeen
schappelijk Afrikaans leger.
Andere Arabische landen, zo
als Egypte en Marokko, zou
den ook krachtig voorstander
zijn van zo'n leger, dat overal
moet worden ingezet waar
een Afrikaans land te maken
krijgt met gewapend verzet.
Dit stond gisteren in een Koe-
weits dagblad, dat deelne
mers aan de Frans-Afrikaan
se topconferentie als bronnen
noemde.
Op deze conferentie, waaraan
Frankrijk en twintig Fransspre
kende Afrikaanse landen hebben
deelgenomen, is het veiligheidspro
bleem in Afrika uitvoerig aan de
orde geweest. Verschillende Afri
kaanse regeringen zijn nu direct
afhankelijk van militaire steun van
Frankrijk. Om deze taak van
Frankrijk te kunnen overnemen of
te kunnen verlichten is binnen Afri
ka het plan ontwikkeld om een
eigen expeditieleger voor noodge
vallen te vormen. Landen als Saoe
di-Arabië en Egypte zijn daarin
sterk geïnteresseerd. De regeringen
van deze landen hebben herhaalde
lijk hun bezorgdheid getoond over
de „toenemende invloed" van de
8owJet-Unle (met Cuba als helper)
op het Afrikaanse continent.
Het is niet duidelijk wat er op de
conferentie in Parijs precies is be
sloten over de vorming van een
gemeenschappelijke Afrikaanse
troepenmacht. In de verklaring die
na afloop in Parijs is uitgegeven
staat dat alle Afrikaanse staten het
recht hebben op „veiligheid binnen
hun eigen grenzen, hoe ook hun
politieke stelsel is." Daarop volgt
dan de zin: „Het is noodzakelijk om
via onderlinge besprekingen zo
spoedig mogelijk aan het onderlin
ge streven tot solidariteit gestalte
te geven." Daaruit kan worden op
gemaakt dat de vorming van een
Afrikaans leger nog verder zal wor
den besproken.
In de straten van Kolwezi liggen nog steeds de lijken van zwarte slachtoffers van de opstand en de Franse
interventie. De blanke slachtoffers, zijn al begraven. De lijken in de'straten verspreiden een lischuwelijk,*
stank en vormen een gevaar voor de gezondheid.
Legionairs
Op dit moment is de nood het
grootst voor president Moboetoe
van Zaïre. HU heeft de Franse rege
ring gevraagd de eenheid van het
vreemdelingenlegioen nog min
stens zes maanden in het zuiden
van Zaïre te laten blijven. Bij afwe
zigheid van die Franse legionairs
zal Moboetoe waarschijnlijk bin
nen de kortste keren te maken krij
gen met een nieuwe inval van de
opstandelingen, die zich nu in An
gola aan het hergroeperen zijn. Of
Frankrijk bereid is de zorg voor
Moboetoes veiligheid nog zo lang
volledig op zich te nemen staat nog
te bezien. De Franse regering heeft
gezegd dat de para's van het
vreemdelingenlegioen teruggetrok
ken zullen worden zodra alle nu
nog vermiste blanken in zuidelijk
Zaïre terecht zijn. De Franse presi
dent Giscard d'Estaing heeft dit
standpunt gisteren herhaald in zijn
onderhoud met Moboetoe, die nog
in Parijs is.
Moboetoe heeft gisteren in Parijs
ook bezoek gehad van de Belgische
premier Leo Tindemans. Wat er
tussen deze twee is besproken is
niet bekend gemaakt. Het bezoek
van Tindemans is waarschijnlijk
vooral bedoeld als verzoeningsge-
baar. De afgelopen dagen ontstond
er veel wrijving tussen Zaïre (het
vroegere Belgische Congo) en Bel
gië, om dat laatste land niet bereid
bleek Moboetoe op eerste afroep te
hulp te komen met militairen. Mo
boetoe verstoutte zich begin deze
week nog zeer lelijke dingen te zeg
gen over de Belgische minister Si-
monet. Het Zaïrese regeringsblad
Elima uitte gisteren overigens op
nieuw zware kritiek op minister
Simonet.
Speuractie
De Franse troepen zijn gisteren tot
ver in het achterland van de mijn-
stad Kolwezi doorgedrongen op
zoek naar opstandelingen en even
tuele blanke gijzelaars, yolgens
Franse opgave worden er in en
rondom Kolwezi nog steeds onge
veer zeventig blanken vermist. Het
vermoeden bestaat dat dezen door
de vluchtende opstandelingen naar
Angola worden meegevoerd als gij
zelaars. Een bevelhebber van de
opstandelingen heeft inderdaad ge
zegd dat ze blanken gevangen hiel
den. Ooggetuigen die de opstande
lingen hebben gezien tijdens hun
tocht naar Angola hebben overi
gens geen blanke gevangenen
gezien.
Volgens diplomatieke kringen in de<
Zaïrese hoofdstad Kinsjasa zijn er
twee hoofdroutes waar langs de
verslagenen naar Angola trekken.
De één is rechtstreeks over de Za-
irees-Angeolese grens, de ander
loopt via Zambia. De Franse para's
zijn er kennelijk op uit de recht
streekse route af te snijden. Langs
beide wegen trokken gisteren nog
voortdurend grotere of kleinere
konvooien van het Bevrijdings
front voor Congo, de organisatie
achter de inval in de provincie
Sjaba.
De Franse regering heeft gisteren
Angola en Zambia gevraagd alles
te doen om de levens van eventuele
blanke gijzelaars te redden.
De Zaïrese opstandelingen hadden
met hun inval in Sjaba twee bedoe
lingen. Ze wilden in de eerste plaats
in de stad Kolwezi een regering vor
men tegen het bewind van Moboe
toe. Daarnq wilden ze een snelle
evacuatie van alle blanken uit het
gebied om de koperproduktie volle-
- dig te ontregelen. Daarmee zouden
ze de regering-Moboetoe in het hart
hebben getroffen.
Deze opzet van de invasie is volgens
Franse journalisten en militairen in
zuidelijk Zaïre op te maken uit docu
menten die zijn gevonden op ge
sneuvelde opstandelingen. Een ver
slaggever van het Franse blad Figa
ro meldde dat de vorming van een
nieuwe Zaïrese regering volgens
plan had moeten worden aangekon
digd in Brussel, Parijs en Genève.
Volgens hem is er een lijst met de
namen van de leden van deze tegen
regering.
Le Figaro meent dat de opstandelin
gen wel degelijk bloedbaden onder
de blanken hebben aangericht met
de bedoeling angst te kweken en een
snel vertrek te veroorzaken. Om die
reden zijn de Fransen ook erg onte
vreden over de Belgen, die met hun
evacuatie-plan de opstandelingen
immers in de kaart hebben gespeeld.
Alle blanken zijn nu weg en de
koperproduktie is inderdaad ontre
geld. Een Franse kolonel in Kolwezi
noemde de evacuatie gisteren „een
fundamentele fout". Hij zei dat de
Fransen Kolwezi hadden willen her
overen op de opstandelingen om
daarna te proberen de blanken er
zoveel mogelijk te houden. De Bel
gen wilden echter van begin af uit
sluitend een reddingsactie. Voor de
meeste waarnemers staat wel vast
dat het zonder de hulp van blanke
technici erg moeilijk zal zijn de ko
perproduktie in het gebied van Kol
wezi op gang te krijgen. En zonder
die koper wordt de positie van Mo
boetoe nog wankeler dan zij al is.
^por Johan ten Hove
e jaarlijkse bijeenkomst van de IGGI, de Intergouvernementele Groep
Jor Indonesië, die de buitenlandse hulp aan het land coördineert, is weer
Hgelopen en de Indonesische delegatie kan weer tevreden naar huis gaan.
|s van ouds kan de Indonesische regering
- rekenen op forse aantallen dollars
nee het bewind van president Soe-
0 kan proberen het land sociaal-econo-
sch omhoog te stuwen. Als vanouds is er
r aangedrongen op een zodanige beste-
i van de gelden dat ook de allerarm-
a in de samenleving ervan kunnen pro-
ren. Per slot van rekening is dat één
i de criteria van het Nederlandse ont-
elingsbeleid en Nederland vervult tra-
ioneel een grote rol bij IGGI-bijeen-
isten. Nederland is tot op heden voor-
r van de IGGI en dit jaar fungeerde de
tuwe minister van ontwikkelingssamen-
Jan de Koning als zodanig.
drong er bij de opening van de vergade-
bij de Indonesische regering op aan
1 nadruk te leggen op arbeldsintensie-
programma's, zodat de enorme werk-
leid in het land teruggedrongen
t. Overigens waren de minister en de
I van mening dat de Indonesische
ring een goed gebruik had gemaakt
zijn buitenlandse hulp. Hij citeerde
!t instemming het rapport van de we
bank (lid van de IOOI) waarin stond
t het land een snelle economsiche groei
(er een breed front doormaakt en dat de
donesische regering zich zal toeleggen
economsiche gelijkheid en sociale
»rd|chtvaardigheid.
az
l' uitermate hoopgevend beeld.
onderaf'
r niet alleen dc IOOI houdt zich bezie
jet de ontwikkelingshulp aan Indonesië!
voor de bijeenkomst van de IGGI
i er in de Universiteit van Amsterdam
Q congres gehouden waar een breed sca
la van deskundigen zich eveneens bezig
hield met hulp aan Indonesië. Met dit
verschil dat zij de hulp „van onderaf"
bekeken. De slotconclusie van dit congres
was kort gezegd dat de hulp aan Indonesië
zeker met aan de armste lagen van de
bevolking ten goede komt, dat zij de kloof
tussen rijk en arm vergroot, dat de zoge
naamde „donorlanden" in samenwerking
met het bewind hard bezig zijn roofbouw
te plegen op de grondstoffen van het land
en dat het regime gestaafd wordt in zijn
onderdrukking van de Indonesische bevol
king. Waarna het congres aandrong op
stopzetting van de hulp.
Een uitermate somber beeld.
Wie heeft er gelijk? Het trieste is dat op het
economische gebied beide partijen deels
gelijk kunnen hebben. Een economische
groei, verhoging van het nationaal inko
men per hoofd, zoals het rapport van de
wereldbank zegt, kan samengaan en gaat
vaak samen met vergroting van de kloof
tussen rijk en arm. Verhoging van het
nationaal inkomen hoeft met in te houden
dat de allerarmste lagen in een samenle
ving er beter van worden. BIJ het bekijken
van hulp en investeringen „van bovenaf"
zoals de IOOI doet, wordt geen rekening
gehouden met de individuele man in de
dessa. die in de benadering van „onderaf"
op de voorgrond staat.
Het is juist de taak van het ontvangende
land via goed uitgewerkte programma's op
de verschillende niveaus de mensen te
bereiken en in te schakelen in de nationale
economie. En het is juist hierin dat de
Indonesische regering volgens het congres
volkomen faalt. Het apparaat dat voor de
uitvoering van programma's zou moeten
rechtvaardige ontwikkeling of die welke
aantrekkelijk is voor de elite van het land
en een bepaald soort inversteerders en
„hulpverschaffers".
Stoppen?
Oud-minister Jan Pronk
zorgen ontbreekt of is van hoog tot laag
corrupt, en dan vooral hoog.
Stabiliteit
Over de onderdrukking van het volk moet
gezegd worden dat er nog steeds enkele
tienduizenden politieke gevangenen in het
land worden vastgehouden, hoewel er in
derdaad een begin gemaakt is met de
vrijlating van deze mensen, van wie velen
meer dan elf jaar vastzaten zonder enige
vorm van proces. Feit is ook dat de Indo
nesische regering bijzonder weinig binnen
landse kritiek op haar eigen beleid kan
verdragen. De studenten van verschillende
universiteiten en de kranten die over hun
Minister Jan de Koning
verzet schreven kunnen ervan meepraten.
Triest is dat ook hierin de buitenlandse
hulpverschaffers een rol spelen. De Indo
nesische regering houdt al jaren vol ter
wille van de politieke stabiliteit de teugels
strak te moeten houden. Politieke stabili
teit die noodzakelijk is voor de sociale eir
economische ontwikkeling en die tevens
noodzakelijk is om buitenlandse hulpver
schaffers en investeerders met af te
schrikken.
Samen met de IOOI zou de Indonesische
regering zich wel eens mogen afvragen
welke stabiliteit ze eigenlijk nastreeft. De
stabiliteit die noodzakelijk is voor een
Stopzetten of doorgaan met de hulp. Dat is
de vraag die elk jaar opnieuw naar voren
zal komen, zolang de Indonesische rege
ring het huidige beleid handhaaft. De
IGGI en met name Nederland kan elk jaar
met om deze vraag heen. Ook de vorige
minister van ontwikkelingssamenwerking,
Jan Pronk, werd er mee geconfronteerd.
Ook hij heeft er geen afdoend antwoord op
weten te vinden en dus bleef onder zijn
bewind alles bij het oude. Een nota over
deze materie werd verschillende malen uit
gesteld tot het niet meer hoefde omdat
Pronk het veld moest ruimen.
Stopzetten of doorgaan met de hulp. Sim
pele problemen behoeven een simpel ant
woord. Maar de vraag en het probleem zijn
met zo simpel en dus het antwoord en de
oplossing met. De gevolgen van een plotse
linge stopzetting van de hulp zullen desa
streus zijn, voor de elite, voor de regering
maar ook voor de armste lagen. Het land
zou bankroet gaan en dat zou op korte
termijn rampzalig zijn voor miljoenen in
woners. Indonesië voert twee en een hall
miljoen ton rijst per jaar in. Stopzetting
daarvan zou op korte termijn tot grote
hongersnoden leiden, en met in de eerste
plaats bij de rijke elite.
Doorgaan met de hulp op deze manier is al
even rampzalig. Potentiële rijkdommen
worden in snel tempo afgeroomd, terwijl
de voordelen niet terecht komen bij de
mensen die ze het hardst nodig hebben.
Doorgaan van de hulp sterkt de Indonesi
sche regering inderdaad in het idee dat het
goed gaat in het land en dat het huidige
sociaal-economische beleid voortgezet
moet worden, hetgeen slechts kan gebeu
ren als het bewind de huidige politieke
stabiliteit handhaaft. Maar deze politiek
van rust en orde ontmoet steeds meer
verzet, dat op zijn beurt met steeds meer
repressie tot de „orde" geroepen moet wor
den. De spanningen op het overbevolkte
Java zijn tot grote hoogten gestegen. Meer
verzet, meer onderdrukking en meer span
ning zal onvermijdelijk leiden tot een uit
barsting, waarbij het geweld van de jaren
65 en 66, toen honderdduizenden mensen
het leven lieten, nog overtroffen kan
worden.
Anders
Niet doorgaan en met stoppen dus, maar
doorgaan op een andere manier, zoals ook
sommigen op het Congres, zij het schoor
voetend. naar voren brachten. Net als ove
rigens verantwoordelijke en oprechte in
woners van Indonesië zelf. die ondanks al
hun kritiek met voor een algehele stopzet
ting van de hulp zijn.
Er bestaan wel degelijk voorbeelden van
goede lokale projecten in Indonesië ge
richt op de behoeften van de armste lagen
van het volk. Vaak zijn dat projecten die
buiten de officiële kaders omgaan en die
door nlet-gouvernementele organisaties
gefinancierd worden. Meer nadruk op deze
projecten en meer financiële mogelljkhe
den voor de organisaties die deze projec
ten ondersteunen, is een eerste vereiste
Naast deze benadering „van onderaf" zal
de financiële hulp van samenwerkingsver
banden als de IOOI niet van de ene op de
andere dag afgebroken kunnen worden.
Daar is tijd voor nodig, waarbij het geen
„inmenging in interne Indonesische aan
gelegenheden" is wanneer de IOOI en met
name minister De Koning blijk geven van
hun verontrusting over het huidige soci
aal-economische beleid van de Indonesi
sche regering. Verder is het noodzakelijk
dat men van het hoge IGOI-niveau eens
afdaalt naar de „onderaf-benadering", om
in ieder geval eens kennis te nemen van
het „andere Indonesië". Anders wordt het
echt tijd de „allerarmsten" als criterium
voor het Nederlandse ontwikkelingsbeleid
maar openlijk opzij te zetten.