Helmut Schön Duitse bondscoach is een instituut Niet praten over politiek Wie weg is wordt niet gezien DINSDAG 23 MEI 1978 TROUW/KWARTET 17 door Johan Woldendorp FRANKFORT Vak kennis, eenvoud en vriendelijkheid zijn vere nigd in Helmut Schön. Het volgende voorbeeld is slechts een detail, maar tekent de on-Duits ogende Westduitse bondscoach ten voeten uit. Na het interview in één van de vergaderza len in het moderne cen trum van de Duitse voet balbond, even buiten Frankfort, stapt hij in de auto om zijn gast naar de rijksweg richting Neder land te begeleiden. Helmut Schön is de verant woordelijke man achter het elftal, dat in 1974 ten koste van Nederland wereldkampi oen werd en twee jaar later op een haar na de Europese titel miste. Een indrukwek- kende staat van dienst heeft van de zestigjarige oefen- meester geen wereldvreemd figuur gemaakt. Vakkennis, eenvoud en vriendelijkheid, het zijn voor hem deugden, die nooit onder de „druk" van maatschappelijk succes mogen vervagen. Ook in dit opzicht zou hij voor menige voetbalafgod een uitsteken de leermeester zijn. Helmut Schön is niet alleen daarom in Nederlandse ogen een unieke persoonlijkheid. De sportleraar uit Wiesbaden bekleedt een post, waarvan hij, sinds het jaar dat hij daartoe „geroepen" werd (1964), weet, dat die het laat ste hoofdstuk is in het boek, dat over zijn werkzame leven handelt. De strategie van de DFB is even verbluffend als doeltreffend: de patroon krijgt een knecht, die onver mijdelijk zijn opvolger wordt. Schön leerde de kneepjes van het vak van Sepp Herberg, de „voetbal professor" die vorig jaar op 80-jarige leeftijd overleed. Op zijn beurt heeft Schön zijn assisten Jupp Derwall klaar gestoomd voor het ambt van bondscoach. Bij de KNVB, waar men in dat opzicht lie ver bij de avond dan bij de dag leeft, is officieel nog niet bekend wie de in zijn vrije tijd als interim-coach figure rende Ernst Happelmag op volgen de bond hoopt op korte termijn toestemming van de hogere legerleiding te verkrijgen om Jan Zwart kruis in te kunnen lijven in Duitsland bestaan er op dat punt tot de eeuwwisseling geen problemen. Want de op volger van de toekomstige DFB-trainer is er ook al: Erich Ribbeek, nu nog oefen- meester van Bundesligaclub 1 FC Kaiserslautern. Ervaring Helmut Schön: „Sinds het eind van de jaren twintig heeft Duitsland drie bonds- trainers gehad: Nertz, Her- „Poen und Punkte, sonst nichts." Zo groot is de betrok kenheid van Ernst Happel met onschuldige Argentijnen, die momenteel, andersluidende mededelingen van Videla ten spijt, gemarteld worden. De Oostenrijker is met deze enge opstelling helaas geen een zaam mens. Het aantal voet ballers, dat gevoelig is voor alles wat er buiten de stadions gebeurt, valt nog altijd op de vingers van één hand te tellen. Ook in Duitsland. Paul Breit- ner, door een conflict met Hel mut Schön niet in de WK- selectie opgenomen, stelde zijn collega's vlak voor de vriendschappelijke qntmoe- ting West-Duitsland-Brazilië voor om president Videla niet de hand te schudden. De DFB reageerde kribbig, dat men niet op acties van de heer Breitner zat te wachten. Er zijn dus karrevrachten vol zand in de ogen van de Duitse voetballeiders gestrooid. Am nesty International, dat onver moeibaar voor de mensenrech ten opkomt, bleef eveneens bedremmeld op de deurmat staan. Aleen doelman Sepp Maier was bereid zijn handte kening onder een petitie te zetten. Schön draait lustig mee in het carrousel vol met mensen, die kennelijk nog steeds niet we ten, dat sport alles met poli tiek heeft te maken.„Over politiek wil ik niet praten. Ik ben een voetbalman in hart en nieren. Over die tak van sport kan ik met kennis van zaken discussiëren. Ik hoop dat de militaire regering er voor zorgt dat er niets gebeurt. West- Duilsland gaat naar Argenti nië om met vijftien andere landen sport te bedrijven." berger en ik. Ikzelf stop na het wereldkampioenschap in Argentinië. Ik heb dan lang genoeg in het vak gezeten. Veertien jaar in de huidige functie en daarvoor acht jaar als assistent onder Herber ger. Verder heb ik zestien keer in het Duitse elftal ge speeld en scoorde daarin ze ventien keer. Op het geld na heb ik alles meegemaakt in de voetballerij. Daarom kan ik me in het hart en in de ziel van de spelers verplaatsen. Dat is uiterst waardevol. Er varing is de grootste weten schap, die er in mijn vak be staat. Niet een boekenkast met lectuur." Op dat punt voelt Schön zich verwant met zijn Nederland se collega Ernst Happel. Maar buiten dat facet en de terugblik op een carrière als internationaal voetballer be staan er tussen die twee geen raakvlakken. Schön is er te vriendelijk voor om de Ne derlandse strategie keihard aan te vallen hij verschuilt zich achter het cliché 's lands wijs, 's lands eer" maar kan toch niet nalaten om zich er op z'n minst lichtelijk over te verbazen. „Een clubtrai ner, die tevens de verant woordelijke man voor het na tionale elftal is. verliest vol gens mij het overzicht over het laatste. Iemand, die een vereniging heeft, concen treert zich daarin eerste in stantie op. Wanneer je je neu traal opstelt, kun je alle kan ten opkijken. In Duitsland is zoiets nooit mogelijk geble ken. Maar ik moet zeggen, dat mijn werk bij de DFB meer omvat dan alleen de training van het nationale elftal. Ik geef veel cursussen en heb tevens de zorg over allerlei amateurelftallen." Wereldrecord Happel wil echt wel trainer van een vertegenwoordigend elftal zijn, maar vindt dat al leen niet voldoende. Tien „partijtjes" per seizoen.do den zijn geest, vindt hij. Schön: „Daar blijft het niet bij. Ik bekijk ook veel wed strijden. Wanneer ik als bondscoach een schrijftafel strateeg zou zijn, zou ik me in de gedachten van Happel kunnen verplaatsen. Maar club en bond samen, nee, dat zie ik niet zitten. Vooral niet, nu er ook volop in Europees verband wordt gevoetbald. Hier heerst een andere men taliteit, maar dat doet aan de waardering voor Happel als trainer niets af. Ieder zijn smaak, zal ik maar zeggen. Wat men in Duitsland heeft gepresteerd, is precies het te genovergestelde. Drie trai ners in vijftig jaar, dat moet wel een wereldrecord zijn." Bondstrainer in Duitsland zijn betekent de zekerheid, die ambtenaren hoog in hun vaandel hebben geschreven. Een manier om rijk te wor den is het geenszins. „Een clubtrainer wordt veej beter betaald dan een bondsoefen- meester," weet Helmut Schön. „Helaas, zou ik willen zeggen, omdat iedereen wel weet wat de filosofie achter die hoge salariëring is. De clubs denken daarmee suc ces te kunnen kopen, terwijl ze langzamerhand moeten weten, dat een trainer pas de laatste is, die verantwoorde lijk kan worden gesteld voor beleidsmatige zaken en de fouten, die op die terreinen worden gemaakt. Het be stuur koopt immers de spe lers. maar slechts zelden ont slaat een bestuur zichzelf, wanneer de trainer niets met die spelers kan doen. Daarom ben ik blij, dat de Duitse voetbalbond zich ook bij te leurstellingen achter de trai ner opstelt. Het is een groot voordeel, dat ik niet op een schopstoel zit. Je leest in de Duitse pers zelden, dat een bondscoach ontslagen moet worden. Hij is een instituut, waaraan niet getornd mag worden." Toch is het glazen huisje, waarin Schön verblijft, het fabriceren van doelpun ten even zondig is als het plegen van overspel ..Ik heb goede hoop. dat het meevalt. Ook in Italië hebben andere inzichten terrein gewonnen." Dromen Schön maakt zich ernstiger zorgen over de vercommercialisering van de voetbalsport. De zogeheten grote belangen op en buiten het veld. het gegeven dat top- voetballers er van dromen om de leden van 's werelds tenniselite tot minimumlo ners te degraderen, het ge vaar dat voetballers zich als lopende advertentiepagina's ontpoppen, affijn. de voor beelden laten zich gewillig aaneen rijgen tot een meters lang snoer. Eerder in het ver haal doet Schön de ontboeze ming. dat hij alles heeft be leefd. behalve het verdienen van veel geld. Moreel gezien beschouwt hij dat allerminst als een gemis. „Ik vind de huidige ontwik keling gevaarlijk. De voetbal sport dreigt gedegradeerd te worden tot een show. Sport- vreemde elementen laten he laas hun invloed gelden. Het feit. dat Bundesliga-spelers in de competitie met recla-- meteksten op de borst rond lopen, doet me pijn. Het is een veeg teken, dat dergelij ke zaken niet meer uit het. profvoetbal zijn weg te den ken. Dat men toevlucht tot dergelijke praktijken moet nemen, omdat er zoveel geld nodig is voor aankopen, etce tera. Daarmee wil ik niet di rect stellen, dat het transfer systeem afgeschaft moet worden. Het klinkt als sla venhandel. maar dat valt mee. Spelers moeten van te voren de consequenties van zo'n stelsel onder ogen zien. Niemand is verplicht be roepsvoetballer te worden. Ik ken spelers, die rijk zijn ge worden, omdat ze veelvuldig van vereniging veranderen. Spelers voelen zich niet te jong om grote sommen geld aan te nemen, dus zijn ze ook oud genoeg om te weten waar ze aan beginnen. Sentimente le gedachten zijn hier niet op zijn plaats." De Duitse bondscoach Helmut Schön Show geenszins opgetrokken uit kogelvrije ruiten. De spelers van de „Mannschaft" werden na de 1-0-nederlaag tegen Brazilië meedogenloos uitge floten. „Het publiek raakt verwend door de successen. U moet niet vergeten, dat we sinds de WK-finale van 1974 maar een paar keer hebben verloren. Het publiek is niet tevreden, wanneer we met slechts 1-0 van Rusland win nen en Engeland met niet meer dan 2-1 kloppen." Lichtzinnig Nederland is door zijn vol strekt chaotische voorberei ding binnen de eigen grenzen geen nadrukkelijke favoriet voor een ereplaats. De kan sen op een medaille worden eerder toegeschreven aan een gunstige loting dan aan het etaleren van overvloedig veel talent. Helmut Schön pro beert in eigen land wel te waarschuwen tegen al te lichtzinnig optimisme. Beide naties hebben overigens met elkaar gemeen, dat ze in de ogen van de overige WK-deel- nemers met het favorieten- dom zijn opgezadeld. Het is de bekende koude oorlog-po litiek. Want Nederland en West-Duitsland zijn onmis kenbaar zwakker geworden. Zoals Happel onder andere Johan Cruijff niet voor een retourtje Argentinië kan bofe- ken, zo moet Schön het zon der Franz Beckenbauer. Wolfgang Overath, Gerd Müller, Paul Breitner en Uli Stielike stellen. Daarom zegt de Westduitse trainer cliché matig: „Ik reken voor Duits land op een vierde plaats. In dit sterke veld van zestien landen zou dat een succes zijn. Elke hogere klassering is voor mij het vervullen van een wensdroom. Wanneer je de deelnemers aan je ogen voorbij laat trekken, kom je eerst twee Zuidamerikaanse landen tegen: Argentinië en Brazilië. Wat Europa betreft, Engeland, Joego-Slavië en Europees kampioen Tsje- choslowakijke moeten thuis blijven hoe sterk moeten de Europese landen, die gaan, wel niet zijn?" „Ik weet het, het lijken cli ché-uitspraken, maar van Ne derland en Duitsland zegt men, dat die landen onbe twist tot de sterkste van de wereld behoren. Ondanks het De Duitse selectie opgesteld; staand van links naar rechts: coach Helmut Schön, Gerd Zebe, Dieter Bur- denski, Rüdiger Abramczik, Ronald Worm, Rudi Kargus, Georg Schwarzenbeck, Dieter Müller, Rolf Rüssmann en assistent-coach Erich Ribbeek. De middenrïj: Manfred Kaltz, Bernd Hölzenbein, Hans Müller, Bernd Cull- mann, Karl Heinz Rummenige, Sepp Maier en Herbert Zimmermann. Knielend; Rainer Bonhoff, Bernd Dietz, Harald Konopka Klaus Fischer. Berti Vogst, Heinz Flo- he en Erich Beer. feit, dat iedereen weet, dat spelers als Cruijff en Becken bauer zich niet gemakkelijk laten vervangen. Zij hebben een belangrijke stempel op de ontwikkeling van de voet balsport gedrukt. Aan de an dere kant moet je er niet te dramatisch over doen. Voet ballanden als Nederland en Duitsland zullen zich ook zonder deze vedettes best redden. De wereld zal in die naties heus niet vergaan." Redmiddel Franz Beckenbauer, gelau werd met de eretitel „Der Kaiser", vertrok onlangs naar Amerika en elimineerde zich daarmee voor het titel- toernooi. Er is veel pressie op Beckenbauer uitgeoefend om zich toch bÉpchikbaar te stel len voor het WK. Schön ech ter, weigert er terecht een onverkwikkelijke cyclus nachtmerries aan over te houden. Hij speurde driftig naar alternatieven en vond er al vrij snel één: Manfred Kaltz. Merkwaardig genoeg vertolkte de Hamburger in zijn club HSV de rol van rech tervleugelverdediger, toen Schön zijn oog op hem liet rusten. „Toen Franz eenmaal besloten had om naar Ameri ka te emigreren, heb ik zuiver voetbaltechnisch gesproken weinig aandacht aan hem ge schonken. In de resterende interlands heb ik hem ge woon geen enkele keer opge steld, maar op zijn plaats an dere spelers getest. Kaltz beviel mij het beste. Hij is niet alleen verdedi gend. maar ook aanvallend goed. Natuurlijk heb ik het erg betreurd, dat Franz dat besluit bekend maakte. Hij had te veel beleefd om zijn afscheid uit te stellen. In de eerste plaats moest hij van zijn nieuwe club Cosmos on middellijk naar de Verenigde Staten. In de tweede plaats raakte hij door een privé-af- f aire in paniek en zag zodoen de de vlucht naar Amerika als een redmiddel. Maar bui ten dat. moet je een jongen, die ineens veel geld kan ver dienen. tegen houden? Stel je voor. dat Franz zichzelf op z'n veertigste zou verwijten: „Had ik maar niet toegege ven aan de verlangens van Schön," dan zou ik ook met zelfverwijt moeten rond lopen." Het gemis van een domine rende voetballer kan natuur lijk verhelderend werken op spelers, die zich min of meer automatisch schuil hielden achter dergelijke persoon lijkheden. Zo'n speelwijze sluit het rtsiro niet uit, dat zitten. Helmut Schön is opti mistischer. ook ten aanzien van een land als Italië, waar een elftal in elkaar stort met het geraas van een iA lichter laaie staand pand, omdat de keizerlijke leider om welke reden dan ook ontbreekt. Is hij so-wie-so niet van de par tij, dan zoekt de rest aller minst stuurloos naar een uit weg. Helmut Schön beaamt dat: „Nederland zal zonder Cruijff anders spelen, Duits land doet datzonder Becken bauer en Overath ook. Voor sommige voetballers kan de afwezigheid van Franz inder daad gunstig zijn. Becken bauer was op iedere plaats aanspeelbaar, daardoor trok hij het spel ook naar zich toe. Hij groeide uit tot het na tuurlijke middelpunt. Alles liep over hem. Nu worden de spelers gedwongen om zich zelfstandiger te gedragen." Een wereldkampioenschap wil nog wel eens verhelde rend revoluties in tactisch opzicht teweeg brengen. Het allegaartje van Europese en Zuidamerikaanse landen on der de loep nemend, valt er weinig opwekkends te ver wachten. Meer dan een men geling van hard en verdedi gend „belangenvoetbal" lijkt er niet in de grabbelton te „Nee, de voetbalsport zal eer der aan waarde verliezen, wanneer ze van sport tot show degradeert. Zoals in Amerika het showelement de sport doordrenkt met onheil spellende invloeden. De der tig- tot vijftigduizend toe schouwers willen in een wed strijd goed voetbal en veel doelpunten zien, niet de toe passing van vreemdsoortige spelregelveranderingen. De Franse koningen kenden vroeger als lijfspreuk: „Cher- chez la femme". De rol van het geld is zo dominerend, dat veel voetballers met een variant op dat gezegde stel len: „Cherchez l'argent". Ik kan ook Wilhem Teil citeren. Hij zei: „Wij willen een volk van broeders zijn." Maar wanneer de overdreven beta lingen en het overschrijden van limieten op de huidige schaal plaats blijven vinden, helpt zo'n mooie belofte niets Wanneer het geld in mijn tijd een even grote rol zou spelen als nu, had ik veel kunnen verdienen. Ik huil evenwel niet, omdat de tijd. waarin ik voetbalde, mis schien mooier was van de ja ren, waarin de hedendaagse speler gedijt." Vorig jaar nam de DFB hel opmerkelijke besluit, dat voet ballers, die zich naar buiten landse clubs lieten transferen, een plaatsje in de selectie- groep van Helmut Schön op hun buik konden schrijven. De schrik werd er goed inge jaagd, al is het twijfelachtig of emigratieplannen bevordelijk zijn om je in de kijker van de technische keuzeheren te spe len. Niet voor niets vreesde Johnny Rep, die vergeefs naar de gunsten van AZ'67 hengel de. dat hij bij Bastia als ano nieme voetballer kopje onder zou gaan. Het toernooi om de UEFA-Cup, waarin de stunt- ploeg uit Corsica iedere voet- halliefhebber verbaasde, voor kwam die „ramp." In Duitsland prefereerde slechts één voetballer het zo geheten grote geld boven nati onale roem. De voor Borussia Mönchengladbach spelende middenvelder Uli Stielike ver huisde naar Real Madrid en kreeg inderdaad geen uitnodi ging oin zich op het titeltoer- nooi voor te bereiden. Maar ook in de bondsrepubliek kent de consequentie haargrenzen. Nadat Franz Beckenbauer de Atlantische plas had overge stoken. werden er wel degelijk met lichte paniek door drenkte plannen gesmeed om „der Kaiser" te strikken voor de wedstrijdreeks in Ar gentinië. Tevergeefs overi gens. In de nabije toekomst kan er een aardig precedent ont staan, omdat de Europese commissie met vertegenwoor digers van de voetbalbonden de toepassing van het recht op vrij arbeidsverkeer binnen de EEG heeft vastgelegd. Het is de vraag of een sportbond zijn voetballers dan nog voor bo vengenoemde keus mag stel len. Al kan met name de KNVB iedereen vertellen, hoe moeilijk bet is om met buiten- lundse landgenoten te wer ken. Helmut Schön zou het liefst, zij het om andere rede nen, zien, dat alle grenzen op slot worden gedraaid. „Ik moet er aan toevoegen, dat in dit geval het hart van de bondstrainer spreekt. Ik wil niets ten nadele van iemand als. Ronnie Hellström (de Zweedse doelman van I FC Kaisrrslautern red.) per soonlijk zeggen, maar het is wel zo, dat hij de plaats van een jong Duits talent bezet. En'dat is jammer."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 17