'Antisemitisme bestaat niet meer in Polen Er zijn immers geen Joden meer' Uit brieven van lezers Tien jaar na de exodus van 1968 lATERDAG 13 MEI 1978- BINNENLAND Trouw/Kwartet 27 d wal. ar z ï.vr ste, nkcr asio» It v| Wij zullen u zeggen wat socialisme is. Maar eerst moeten we zeggen wat socialisme niet is. Socialis me is niet een maatschappij waarin de ene mens ongelukkig is omdat hij een Jood is, terwijl de andere zich beter voelt omdat hij geen Jood is Iet visum betekent veel voor de anvragers. Zij kunnen ermee naar sraël. waar al menig Joods familie- id een nieuw bestaan heeft opge- ouwd. Maar het visum betekent te- elijk een definitief afscheid van Po en. Wie eenmaal zijn handtekening p het visum heeft geplaatst, verliest et Poolse staatsburgerschap en ïag niet meer naar Polen terug. >e vijf Polen die nu maandelijks de lederlandse ambassade bezoeken, ormen slechts een fractie van de troom Joden die in 1968, precies en jaar geleden, om een visum wam Toen meldden zich een kleine wintigduizend Poolse Joden bij het Dket. De stroom kwam versneld op [ang nadat in maart 1968 in Polen en bijzonder kwaadaardige hetze ?gen alles wat Joods was losbarstte. Nieuwe term 1 hetze was sterk antisemitisch ge leurd. Maar omdat zelfs het klein te kind in Polen wist dat na Ausch- ritz het woord „antisemitisme" niet neer gebruikt kon worden, werd een ieuwe term ingevoerd: „anti-zionis- ne". Groot was het onderscheid tus- en die twee begrippen niet. Zo ant- oordde Jerzy Solecki, de chef-re- acteur van het" Poolse persagen t- :hap Interpress, op de vraag wie hij en zionist noemde: „Een zionist is elk geval iemand wiens vader en toeder Joden zijn." !en grap die in 1968 veel werd ver leid. was de volgende: „Ben jij het, jaworski?" vroeg een angstige stem or de telefoon. „Ik ben het. Ko- ralski." „Welke Kowalski? Ik ken er "luizend." „Israël Kowalski. die jij jedurende de bezetting in de muur- last hebt verborgen." „Ach ja, hoe ;aat het met je? Ik heb al meer dan fointig jaar niets van je gehoord." 3k wou je vragen: heb je die muur- tast nog?" Ia de exodus van 15.000 tot 20.000 'oolse Joden in de jaren 1968 en 669, de precieze cijfers zijn nooit lekend gemaakt, bleven er in Polen log zo'n 8.000 Joden over. De anti- lonistische campagne ebde lang- faam weg. ook omdat er tenslotte 'anuit de communistische partij op hatiging werd aangedrongen. Pogroms Miet opvallen fien jaar later valt er van antisemi- jsme of antizionisme niet veel meer b merken. De mensen in Warschau raten er niet graag over. „Kijk maar tn je heen of je nog antisemitisme jet," zegt de gids duidelijk geïrri- eerd. Inderdaad, er is niks te zien. Ie Joodse venters zijn uit het straat- jeeld verdwenen. Evenals het kep- door Hanneke Wijgh llen imb pzi( erdi iwoi Leszek Kolakowski gen* aisi WARSCHAU Bij de Nederlandse ambassade in Warschau nelden zich elke maand zo'n vijf Poolse Joden. Zij komen voor een uitreisvisum naar Israël. Dat kan alleen via bemiddeling van rdl8e Nederlandse ambassade, omdat Polen sinds de zesdaagse irlog in juni 1967 alle diplomatieke betrekkingen met Israël leeft verbroken. peltje, de zwarte hoed en de dito jas. Het getto is door de Duitsers al op 16 mei 1943 neergehaald. De Joden die er nog wonen, wagen het niet op te vallen. Zij gedragen zich Poolser dan de Polen, dragen klinkende Poolse namen en voeden hun kinderen op in de oude Poolse tradities. Menige onmiskenbare Jood ontkent glashard als hem ge vraagd wordt of hij Jood is. De angst zit diep. .Antisemitisme bestaat niet meer in Polen." zegt een medewerkster van de universiteit van Warschau. „Er zijn immers geen Joden meer." Een oudere schrijfster, ex-gevangene van Auschwitz, na de oorlog met een Joodse man getrouwd, benadert het vraagstuk met minder ironie en meer nuance. „Materieel gezien is er geen sprake meer van antisemitis me, geen Jood wordt nog openlijk gediscrimineerd. Maar irrationeel, onderhuids, broeit er nog van alles. Er hoeft maar dat te gebeuren of een nieuwe golf breekt los." Het antisemitisme in Polen bestaat al zolang ais er Joden wonen. Dat is al heel lang. Want hoe paradoxaal het ook klinkt, Polen is sinds de middeleeuwen gastvrij voor de Jo den geweest. Koning Kazimierz bood in de veertiende eeuw aan ge vluchte Joden een toevlucht op zijn grondgebied. Warschau werd ooit het Jeruzalem van Europa genoemd. Tot op de dag van vandaag heet een van de grootste boulevards in het centrum Allee Jerozolimskie Het getto-monument in Warschau, een vast programmapunt voor bezoekende regeringsleiders De officiële cijfers bevestigen dit. Het aantal Joden in Polen bedroeg vor de tweede wereldoorlog bijna 3,5 miljoen. Nagenoeg tien procent van de bevolking. In grote industriële centra als Warschau en Lodz, waar het fabrieksproletariaat grotendeels uit Joden bestond, was een op de drie Inwoners een Jood. Al na de eerste wereldoorlog vonden in Polen pogroms plaats. Massale slachtingen, waarbij tussen de 50.000 en 70.000 Joden per keer stierven. De pogroms zouden zeker minder heftig zijn geweest, als de rooms-katholie- ke kerk, in Polen traditioneel een factor van belang, enige afkeurende geluiden had laten horen. Het tegen deel was het geval. Kardinaal-pri maat Hlond liet in 1936 in aUe ker ken een herderlijk schrijven voorle zen, waarin hij aandrong op econo mische boycot van alle Joden. Hij noemde ze in zijn brief „vrijdenkers" en „de brengers van atheïsme, bol sjewisme en de revolutie". Het Poolse antisemitisme maakte tijdens de tweede wereldoorlog plaats voor een nog gruwelijker va riant: het Duitse antisemitisme. De gevolgen zijn bekend. Zes miljoen Joden kwamen om in de vernieti gingskampen, waarvan de grootste op Poolse bodem werden gebouwd. Auschwitz-Birkenau, Sobibor, Maj- danek, Chelmno, Belsec, Stutthof en Treblinka. Het is te hard om te stellen dat de meeste Polen met de uitroeiing van de Joden instemden. Daarvoor zijn er te veel bewijzen van het tegen deel. Bij de opstand in het getto van Warschau hebben tientallen Polen de Joden geholpen. Ook hebben Jo den bij Polen kunnen onderduiken. En de partisanen, vooral van linkse signatuur, hebben veel gedaan om het lot van hun Joodse landgenoten enigszins te verzachten. Het is ook niet juist om de gretigheid waarmee veel Polen zich meester maakten van de huizen en de goede ren, die de weggevoerde Joden ach terlieten, los te zien van de omstan digheden. De Duitsers hadden half Polen met de.grond gelijk gemaakt. Er was aan alles gebrek. Aan voed sel, aan warme kleren, aan brand stof, aan bewoonbare huizen. Wie zal het de Polen kwalijk nemen, dat zij de Joodse goederen in bezit namen voordat de Duitsers hetzelfde kon den doen? De terreur van de nazi's bracht de Polen en de Joden in vele gevallen dichter bij elkaar. Hun gemeen schappelijke vijand heeft voor een kortstondige verbroedering gezorgd. Hoewel er ook in de oorlogsjaren nog steeds Polen waren, die niets van hun Joodse landgenoten wilden we ten. Wapens werden slechts tegen woekerprijzen verkocht, levensmid delen waren ook tegen grote som men geld niet verkrijgbaar. En me nigmaal werd een ontsnapte Jood uit het getto of concentratiekamp nog dezelfde avond bij de SS-com- mandant terugbezorgd. Vijfde macht Na de tweede wereldoorlog waren er van de 3.5 miljoen Poolse Joden nog 300.000 over. Negentig procent emi greerde zo snel mogelijk naar Ameri ka. Desondanks bleef het antisemi tisme wel bestaan In 1946, de gaska mers waren nog amper ontlucht, werden in Kielce eenenveertig Joden vermoord. Twaalf Polen kregen hier voor de doodstraf. Op een muur in Kielce stond met witkalk geschil derd: „De Joden hebben twaalf Po len vermoord." In 1956 was het opnieuw zover. Wla- dislaw Gomoelka, de pas benoemde partijsecretaris zuiverde de partij top van al te stalinistisch georiën teerde leden. De meesten van hen waren Jood. Zij hadden zich voor de oorlog tot het communisme bekeerd en waren na de oorlog door Stalin als zetbazen in Polen neergezet. Behal ve de stalinisten moesten echter ook niet partijgebonden Joden het ont gelden. Toch verzinkt de hele actie van 1956 in het niet bij de antisemitische het ze van 1968. In 1956 was er nog enig verband aan te wijzen tussen de poli tiek van die dagen en de antisemiti sche reactie. In 1968 was dat niet het geval. Er waren geen Joden in de partijtop meer over die gewipt moes ten worden Toch werden de Joden gebrandmerkt als de grote onrust stokers, de vijfde macht en wat al niet meer. Hoe valt dit te rijmen? Wie enig oog had voor de politieke ontwikkelingen in Polen kon rond de jaren 1967 en 1968 een interessante strijd ontdekken, die zich voorname lijk binnen de partijtop afspeelde. Gomoelka was politiek gezien uitge speeld, al duurde het nog tot de stakingen van 1970 voor hij definitief het veld ruimde. De interne strijd om de macht ging tussen de liberaal gematigde kandidaat Edward Gie- rek, die enige hervormingen wilde doorvoeren, en de stalinistische ge neraal Mietzyslaw Moczar, oud-par- tisanenleider, een geheide antise miet en minister van binnenlandse zaken en openbare veiligheid in de regering van Gomoelka. Bliksemafleider De interne partijstrijd mocht, zo oor deelde de partijtop, niet openbaar worden gemaakt. Dit om gezichts verlies te voorkomen. Wat kon dus beter als bliksemafleider fungeren dan de studentenbetoging, die Juist in bescheiden mate, op de universi teit van Warschau, was uitgebroken. Dat de twee gearresteerde studen ten, Adam Michnik en Henryk Szlaj- fer, beiden Joden waren, moet de partijtop en de partijpers op een idee hebben gebracht. Terwijl de studenten in werkelijk heid demonstreerden voor een grote re vrijheid van discussie en vrijheid van meningsuiting schreven de kranten, het partij-orgaan Trybuna Ludu voorop, over de gevaarlijke in vloed van pro-zionistische elemen ten op de universiteit. De leugens werden met de dag gezochter. De media gingen zelfs zover de Joden ervan te beschuldigden militaire en industriële geheimen aan Amerika, Israël en West-Duitsland te verko pen. De zionisten, aldus schreven de kranten, vormden een geheime we reldmacht, die aan het communisme een einde wilde maken. Trybuna Ludu opende een dag de krant met de kreet: .Zuiver de partij van de zionisten". Hoewel de Polen in 1967 direct na het uitbreken van de zesdaagse oor log zich enigszins pro-Israël hadden uitgesproken, zeer tegen de zin van de partijtop in, lieten zij zich in maart 1968 volledig door de anti- zionistische leugens van de wijs brengen. De radio-toespraak van Ka zimierz Roesineks, de naaste mede werker van generaal Moczar. waarin hij zinspeelde op de beweerde aan wezigheid van meer dan duizend na zi-officieren in dienst van het Israëli sche leger, zorgde voor groot tumult. Een open brief in de Glos Robot- nietsjl van 12 mei 1968 spande de kroon. Nadat de schrijver Piotr Goszczyrtnski eerst Mosje Dayan voor een nazi had uitgemaakt, „een specialist in moord en mensenroof", eindigde hij de brief gericht aan Ooi- da Melr met de vraag: „Ik heb ge hoord dat u voor een berg geld Mar tin Bormann. de plaatsvervanger van Hitler, in uw kast verborgen houdt. Is dat waar?" Ook al geloofde niet elke Pool in de betrouwbaarheid van de berichtge ving, het gewenste effect was inmid dels bereikt. De interne partij troebe len werden nagenoeg gemaskeerd. Daarbij kwam de onverwachte uit tocht van duizenden Joden de partij ook niet ongelegen. Hoewel een zo hevige antisemitische reactie niet In de bedoeling had gelegen (Gomoelka liet nog op 19 maart enige sussende woorden horen), had niemand de ge volgen meer in de hand. Hooglera ren. generaals, ingenieurs, atoom deskundigen, arbeiders, lagere amb tenaren, partijfunctionarissen, wie ook maar een drupje Joods bloed in de aderen had, werd ontslagen. Minstens veertig Joden pleegden die maanden zelfmoord. De meesten echter zochten een uitweg via de Nederlandse ambassade. De exodus was bijna compleet. Wat de nazi's niet gelukt was. de Joden volledig uit Polen te bannen, dreigde de com munisten wel te lukken Alleen de methode verschilde aanzienlijk Een enkele reis Israël, ook al moet je er een vermogen voor neertellen, is im mers duizendmaal te prefereren bo ven een enkele reis naar de gas kamer. Anno 1978 lijkt het antisemitisme, dat zich tien jaar eerder zo kwaad aardig manifesteerde, meer op een boze droom dan op een werkelijke gebeurde tragedie. „Oordeel niet te hard", zegt een nog jonge lector aan de Warschause universiteit. „Het Poolse antisemitisme is een erg in gewikkelde materie." Maar toch. Wat moet men denken van de opstelling van een man als professor Czeslaw Pilitsjowski. de di recteur van het Poolse centrum voor oorlogsdocumentatie en in die hoe danigheid Polens oorlogshistoricus nummer één. In 1968 noemde hij het aantal van zes miljoen vermoorde Joden „overdreven zionistische pro paganda". Het waren er slechts drie miljoen geweest, zei hij. In het april nummer '78 van het maandblad „Po len" laat Pilitsjowski opnieuw van zich horen. „Wij zullen nooit verge ten". zegt hij. Maar in het hele arti kel over concentratiekampen en gas kamers komen, gek genoeg, de Jo den niet voor. En waarom worden de Joden in Auschwitz-Birkenau nagenoeg ver stopt? Drieënhalf miljoen van de vier miijoen mensen die er zijn om gekomen. waren Joden. Maar de fo to's in de gangen van het museum zijn uitsluitend van niet-Joodse Po len. Het Joodse paviljoen is. tien dagen nadat het officieel werd geo pend, wederom gesloten. En waarom wordt het Joods mu seum in Warschau in geen enkele brochure genoemd? Waarom zegt de gids in eerste instantie dat hij nog nooit van het museum heeft ge hoord, als hij het later wel degelijk blijkt te kennen? En waarom vertellen jonge Polen, allen na de oorlog geboren, de klas sieke antisemitische sprookjes over de Joodse uitzuigers? En waarom hoort of leest men nergens dat ne gentig procent van de Joden in het vooroorlogse Polen in de bitterste armoede leefden? In Warschau worden wij door onze Poolse gastheren gevoerd naar het beroemde Joodse Theater. Daar za gen wij in gedramatiseerde vorm de opstand in het ghetto van Warschau. „In New York leven twee miljoen Joden. Daar is geen Joods Theater. Hier in Warschau wél", zegt onze gids trots. Het betrof het zelfde Jood se Theater dat na het vertrek in 1968 van de beroemde toneelspeelster Ida Kaminski naar Israël gewoon door speelde, zij het veelal voor lege zalen. De directie had van staatswege de opdracht gekregen het buitenland te bewijzen dat de Joodse cultuur in Polen nog steeds een bloeiend leven leidt. Deze rubriek is uitsluitend bestemd voor korie reacties op m deze krant gelezen berichten artikelen en commentaren, en niet voor gedichten open brieven, oproepen o' reacties op advertenties (deze laatste dienen tot de directie gericht te worden) De inzendingen voor deze rubriek dienen zo beknopt mogeli|k te zi|n De redactie behoudt Zich het recht van bekorting voor Het is ons helaas n.et mogel"|k over elk geval van bekorting ot metplaatsing (doorgaans een gevolg van een te groot aanbod) tê corresponderen Brieven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw, Postbus, 859. Amsterdam. Bi| publicatie worden naam en woonplaats van de schrijver vermeld lecht op arbeid (13) eel lezers van „Trouw" zijn het eens et het Schoolbestuur van Leeuwar- :n. dat gehuwde onderwijzeressen ten vaste aanstelling (meer) wil ge- tn. Men redeneert aldus: waarom tt éne gezin twee inkomens en het tdere geen? Of waarom de betrek- ng niet gegeven aan een werkloze nge onderwijzer of onderwijzeres? oge deze redenering op zichzelf' tnnemelijk klinken, de vanzelfspre- indheid, waarmee wordt geconclu- erd dat de gehuwde vrouw, die ten kostwinster is. haar baan be- Ihikbaar moet stellen, komt me on- ist voor. Het ware toch ook moge- Ik. dat de man zijn functie opgaf en taken „binnenshuis" waar zou ne- ien Al met al: we moeten ons nog aar eens terdege bezinnen over de ragen omtrent de man/vrouw-ver- )uding. arbeid, betaald of onbe- iald. verdeling van het beschikbare* erk onder de beroepsbevolking, e. Bsterdam C. van Zweden-van Alkemade lecht op arbeid (14) hoofdartikel heeft mijn volledige temming. Een argument dat ik te is: economische onafhanke- heid Ook fiscaal wordt de vrouw gi gediscrimineerd (zie uitspraak tssecretaris Kraayeveld-Wou- Voor een rechtvaardige verde- van de arbeid is allereerst nodig: uwnaarspensioen. Immers eerst dan kan de arbeid in gezin en maat schappij pas werkelijk eerlijk wor den verdeeld. Wat dacht U overigens van mannen met twee banen? Zoals de combina tie burgemeester Tweede-Kamerlid. Moet het CDA zich niet eens gaan afvragen of het gezin van b.v. de heer Schakel niet te kort komt en of hier wel sprake is van een eerlijke verde ling van arbeid? Rotterdam H. Baggerman-Verboom Recht op arbeid (15) Inkomenspolitiek kun je niet bedrij ven door de gehuwde vrouw eventjes te ontslaan. Waarom mag iemand op zijn eentje wel vijf keer zoveel ver dienen als een ander? Omdat hij niet in dezelfde straat woont, zoals het onderwijzersgezin van inzender Meijer? Maar in een huis in een ande re buurt? Een social inkomensbe leid. prima, maar wat er voor minder sociaals aan is als er twee mensen hard voor dat inkomen werken zie ik niet helemaal Een sociaal inko mensbeleid kijkt naar de lasten van het gezin. Laten we op dt punt ons belastingstelsel dan herzien. Verde len van het werk is een ander punt. Voor wie wil werken is het hard als het niet kan. En dat is niet gebonden aan leeftijd of sekse. Waarom niet ieder die wil werken een halve baan en een halve uitkering? Juist in het onderwijs kan uitstekend met deel taken gewerkt worden. Solidariteit van de werkenden in het onderwijs zou dit mogelijk moeten maken. Welke gemeente of welk schoolbe stuur bijt hier de spits af? Assen R. Post-Hooykaas Recht op arbeid (16) Wat een achterhaalde ideeën over recht op arbeid worden er geleverd in de brievenrubriek van 5 mei. Wie bepalen er weer even wat gehuwde werkende vrouwen zouden moeten doen of laten? Mannen! Het begrip sociale rechtvaardigheid wordt mis bruikt om vrouwen weer terug naar de keuken te sturen. Als ze zich zonder baan niet gelukkig voelen, moeten ze maar gaan breien of bak ken of een kind krijgen of zoiets, nietwaar? Mogen we alsjeblieft be oordeeld worden op ons werk in plaats van op de hoeveelheid inko men die ons gezin binnenkomt? Na tuurlijk moeten er oplossingen ge zocht worden voor de werkloosheid in het onderwijs (en elders) en geluk kig wordt daar op hoog niveau over gedacht en aan gewerkt, maar die oplossingen dienen wel van het soort te zijn, waarbij mannen net zo goed iets moeten inleveren. Oud-Beijerland J. H. van Rikxoort-Hoogsteen Recht op arbeid (17) Over een maand hoop ik het P.A.- diploma in m'n zak te hebben. Even als de meeste medestudenten heb ik nog geen baan. Velen zullen waar schijnlijk straks in de R W W. ko men. Wat het betekent werkloos te zijn, kan ik alleen vermoeden. Wel weet ik wat het inhoudt 92 sollicita tiebrieven te schrijven en bijna even zoveel keren te moeten lezen: „Met dank aan uw sollicitatie..."Een ge huwde vrouw heeft recht op arbeid. Maar heeft een gezin ook recht op dubbel inkomen terwijl zoveel pas afgestudeerden werk zoeken? Bij het argument van D. P. Verburg, dat een pasgeslaagde juf de kinderen nog geen gevoel van geborgenheid kan geven, wil ik graag een kanttekening plaatsen: Hoe is een moeder in staat geweest haar eerste kind geborgen heid te geven? Kan men van een onderwijzer!es) ervaring verlangen als ze de kans niet krijgt deze op te doen? Als de gehuwde onderwijze ressen destijds toen er een tekort aan leerkrachten was. hun plaats hebben gekend, dan zullen ze mis- scien ook nu hun plaats kennen! Halle Ineke Wildenbeest Buikhuizen (3) Naar aanleiding van de discussie Jörg-van Weringh over de benoe ming van Buikhuizen tot hoogleraar in de criminologie in Leiden het vol gende: Zelf liep ik in de jaren zestig, als aankomend jurist, colleges crimino logie bij prof. W H. Nagel. Aan die colleges heb ik veel gehad. Aan het verband tussen wetenschap en de mocratie werd behoorlijke aandacht besteed. Benadrukt werd dat een volstrekt democratische gezindheid per se tot het Instrumentarium van een Integere sociaal-wetenschapper behoort. Het is daarom voor mij des te onver teerbaarder dat thans van de ene op de andere dag onder de noemer „cri minologie" een volmaakt andere we tenschap aan de huidige studenten wordt gepresenteerd, namelijk een totalitair samenraapsel, voorname lijk stoelend op de gedachten van de Amerikaanse geleerde Skinner, voor wie zie zijn geschriften mensen uitsluitend geschikt zijn om te mani puleren. ongeveer op de wijze waar op men dat doet met laboratorium ratten. Het spijt mij om het te moeten zeg gen. maar voor Buikhuisen is „demo cratie" een hol woord Daarvandaan het minachtend gemak waarmee hij allerlei minderheidsgroeperingen (delinquenten, schoolkinderen) voor zijn proeven meent te mogen clai men. zonder daartoe overigens enige bevoegdheid of bekwaamheid te be zitten. want wat psychlsch-fysiolo- gisch onderzoek betreft, is Buikhui sen een leek. Naar heersende juridische opvattin gen is hij zelfs strafbaar wegens mis handeling. als hij zich als leek ingre pen in de lichamelijke integriteit van andere mensen permitteert. De zoge naamde „vrijwillige" toestemming van gedetineerden e.d. is daartoe ge zien de opvattingen in de juridische doctrine daarover, beslist onvol doende rechtvaardigingsgrond. Rotterdam mr. Manuel Kneepkeus Italiaanse communisten Er zijn m i. nog wel betere redenen te bedenken voor het ontstaan van het links-extremisme in Italië dan het verleden van de Italiaanse commu nistische partij (PCD. n.l. de rechtse terreur, de economische toestand en de christen-democraten zelf. Zo was de bomaanslag op een Mila nese bank in 1968. waarbij 16 doden vielen, feitelijk het begin van de nog immer voortdurende terreur. Dit bleek een provocatie van uiterst rechts die het land rijp wilde maken voor een rechtse machtsovername en hun wandaden in de schoenen van links schoven. Christen-demo cratische ministers waren hiervan op de hoogte (hetgeen bleek uit het Ca- tanzaro-procesi. Dat links zich niet onbetuigd zou laten was te voorzien. Verder speelt de hoge werkloosheid onder de Jongeren en de armoede een rol. De christen-democraten moeten gezien worden als de verte genwoordigers van de gegoede bur gerij. Haat tegen een maatschappij die werkloosheid en armoede schijnt in te calculeren, en tegen een partij die 30 Jaar niets anders heeft gedaan dan alles bij het oude te laten is dan wel te begrijpen. De PCI heeft bewe zen dat die onvrede omgezet kan worden in een democratische strijd in plaats van blinde razernij, zoals de Rode Brigades hanteren. Utrecht Pieter. Wde Rijk Schoolstrijd Onder de titel „Nieuwe schoolstrijd op komst" heeft Trouw (6 mei) een artikel van oud-minister Van Keme- nade in het blad „8chool" be sproken. Van Kemenade beweert daarin, dat de vrijheid van onderwijs in Neder land door het bijzonder onderwijs wordt misbruikt. In plaats van het stichtingsbestuur-oude-vorm voor de bijzondere school, wil hij een ra den-bestuur. waarin ouders en perso neel participeren. Bijzondere scho len met zo n raden-bestuur bestaan er. Maar het zijn uitzonderingen om dat. met een voor allerlei toevallige en contradictoire opvattingen vat baar bestuur, elk beginselvast op voedingswerk gevaar loopt. Maar Van Kemenade wil dat gevaar HIJ wil het vaste opvoedingsbeginsel, de vrijheid om dat beginsel te dienen, op losse schroeven zetten Hij heeft die wil zelfs door een (gelukkig afge wezen) wetsvoorstel willen opleggen En deze dwang wordt dopr de sofist Van Kemenade vrijheid genoemd. Hij hoopt op een spoedige terugkeer van een regering met collectivisten en voorspelt, wat de bijzondere school van hem mag verwachten, als hij op de oude plaats terugkeert: schoolstrijd. Het bijzonder onder wijs is gewaarschuwd. J. Jaspers Heerlen Verdeeld Ook dr J. P. Feddema (onder het pseudoniem Hans Feddema) „op het podium" zien staan? Als ik het goed heb begrepen is hij lid van de ARP. adviserend lid van het betuur van de EPV en sympathisant van de PvdA en PPR (of ook lid?). Iemand die het nog nooit kan verwerken dat het kabinet-Van Agt regeert en ver deeldheid probeert te zaaien en on vrede in het CDA onder het mom van vrede en gerechtigheid. Een ge vaarlijk man dus. Die ook nog be weert. dat zijn kritiek constrcutief is bedoeld. Wanneer veel waar de C van het Christelijk iets mee te maken heeft kapot gaat in de politiek, in de pers. in de kerk. In de school enz dan komt dat met in de eerste plaats door de vijandschap van rondom (onder andere te beluisteren in Vara- uitzendingen in „Haagse kringen" en „Rooie Haan"), maar veel meer door innerlijke verdeeldheid en verdeeld heidzaaiers. Groningen J. v. d. Laan Bij de beesten af The Tubes weergaloos, vindt Geert Kistemaker. Volgens de kleurrijke beschrijving van mijn collega een bloederige, vunzige, perverse en be stiale show. de muzikale en andere kwaliteiten daargelaten. De onver bloemde uitleving van wat in ons allen leeft (helaas Ja leeft). „Ver geef ons onze schulden. Heer!" Krimpen a.d. IJstel Anja de Zeeuw Roomse boer Boer Rigter heeft beslist fouten ge maakt en volgens de regels van de wet heeft de dlakonie van Eemnes gelijk. Maar volgens de beginselen van de Hervormde gemeente zeer zeker niet. Dit is niet christelijk, zelfs niet fatsoenlijk. Verleng het huur contract van boer Rigter nog met zes Jaar. dan kan hij zijn investeringen nog terug krijgen en heeft hij tijd om een andere boerderij te krijgen L«usden T. van Raaij Moro Aldo Moro is omgebracht; de rege ring van Italië heeft niet met de Rode Brigades willen praten Van Aldo Moro is geëist dat hij. zonodig, zijn leven zou geven. De regering van Italië heeft zich niet willen realiseren dat met het gijzelen de Rode Briga des niet een wetsovertreding bedoel den. maar dat het gijzelen gericht is tegen fouten van de bestaande rege ring. Rotterdam p. C. van Wijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 27