'Antisemitisme bestaat niet meer in Polen
Er zijn immers geen Joden meer'
Uit brieven van lezers
Tien jaar na de exodus van 1968
lATERDAG 13 MEI 1978-
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
27
d
wal.
ar z
ï.vr
ste,
nkcr
asio»
It v|
Wij zullen u zeggen wat socialisme is. Maar eerst
moeten we zeggen wat socialisme niet is. Socialis
me is niet een maatschappij waarin de ene mens
ongelukkig is omdat hij een Jood is, terwijl de
andere zich beter voelt omdat hij geen Jood is
Iet visum betekent veel voor de
anvragers. Zij kunnen ermee naar
sraël. waar al menig Joods familie-
id een nieuw bestaan heeft opge-
ouwd. Maar het visum betekent te-
elijk een definitief afscheid van Po
en. Wie eenmaal zijn handtekening
p het visum heeft geplaatst, verliest
et Poolse staatsburgerschap en
ïag niet meer naar Polen terug.
>e vijf Polen die nu maandelijks de
lederlandse ambassade bezoeken,
ormen slechts een fractie van de
troom Joden die in 1968, precies
en jaar geleden, om een visum
wam Toen meldden zich een kleine
wintigduizend Poolse Joden bij het
Dket. De stroom kwam versneld op
[ang nadat in maart 1968 in Polen
en bijzonder kwaadaardige hetze
?gen alles wat Joods was losbarstte.
Nieuwe term
1 hetze was sterk antisemitisch ge
leurd. Maar omdat zelfs het klein
te kind in Polen wist dat na Ausch-
ritz het woord „antisemitisme" niet
neer gebruikt kon worden, werd een
ieuwe term ingevoerd: „anti-zionis-
ne". Groot was het onderscheid tus-
en die twee begrippen niet. Zo ant-
oordde Jerzy Solecki, de chef-re-
acteur van het" Poolse persagen t-
:hap Interpress, op de vraag wie hij
en zionist noemde: „Een zionist is
elk geval iemand wiens vader en
toeder Joden zijn."
!en grap die in 1968 veel werd ver
leid. was de volgende: „Ben jij het,
jaworski?" vroeg een angstige stem
or de telefoon. „Ik ben het. Ko-
ralski." „Welke Kowalski? Ik ken er
"luizend." „Israël Kowalski. die jij
jedurende de bezetting in de muur-
last hebt verborgen." „Ach ja, hoe
;aat het met je? Ik heb al meer dan
fointig jaar niets van je gehoord."
3k wou je vragen: heb je die muur-
tast nog?"
Ia de exodus van 15.000 tot 20.000
'oolse Joden in de jaren 1968 en
669, de precieze cijfers zijn nooit
lekend gemaakt, bleven er in Polen
log zo'n 8.000 Joden over. De anti-
lonistische campagne ebde lang-
faam weg. ook omdat er tenslotte
'anuit de communistische partij op
hatiging werd aangedrongen.
Pogroms
Miet opvallen
fien jaar later valt er van antisemi-
jsme of antizionisme niet veel meer
b merken. De mensen in Warschau
raten er niet graag over. „Kijk maar
tn je heen of je nog antisemitisme
jet," zegt de gids duidelijk geïrri-
eerd. Inderdaad, er is niks te zien.
Ie Joodse venters zijn uit het straat-
jeeld verdwenen. Evenals het kep-
door Hanneke Wijgh
llen
imb
pzi(
erdi
iwoi Leszek Kolakowski
gen*
aisi WARSCHAU Bij de Nederlandse ambassade in Warschau
nelden zich elke maand zo'n vijf Poolse Joden. Zij komen voor
een uitreisvisum naar Israël. Dat kan alleen via bemiddeling van
rdl8e Nederlandse ambassade, omdat Polen sinds de zesdaagse
irlog in juni 1967 alle diplomatieke betrekkingen met Israël
leeft verbroken.
peltje, de zwarte hoed en de dito jas.
Het getto is door de Duitsers al op
16 mei 1943 neergehaald.
De Joden die er nog wonen, wagen
het niet op te vallen. Zij gedragen
zich Poolser dan de Polen, dragen
klinkende Poolse namen en voeden
hun kinderen op in de oude Poolse
tradities. Menige onmiskenbare
Jood ontkent glashard als hem ge
vraagd wordt of hij Jood is. De angst
zit diep.
.Antisemitisme bestaat niet meer in
Polen." zegt een medewerkster van
de universiteit van Warschau. „Er
zijn immers geen Joden meer." Een
oudere schrijfster, ex-gevangene van
Auschwitz, na de oorlog met een
Joodse man getrouwd, benadert het
vraagstuk met minder ironie en
meer nuance. „Materieel gezien is er
geen sprake meer van antisemitis
me, geen Jood wordt nog openlijk
gediscrimineerd. Maar irrationeel,
onderhuids, broeit er nog van alles.
Er hoeft maar dat te gebeuren of een
nieuwe golf breekt los."
Het antisemitisme in Polen bestaat
al zolang ais er Joden wonen. Dat is
al heel lang. Want hoe paradoxaal
het ook klinkt, Polen is sinds de
middeleeuwen gastvrij voor de Jo
den geweest. Koning Kazimierz
bood in de veertiende eeuw aan ge
vluchte Joden een toevlucht op zijn
grondgebied. Warschau werd ooit
het Jeruzalem van Europa genoemd.
Tot op de dag van vandaag heet een
van de grootste boulevards in het
centrum Allee Jerozolimskie
Het getto-monument in Warschau, een vast programmapunt voor bezoekende regeringsleiders
De officiële cijfers bevestigen dit.
Het aantal Joden in Polen bedroeg
vor de tweede wereldoorlog bijna 3,5
miljoen. Nagenoeg tien procent van
de bevolking. In grote industriële
centra als Warschau en Lodz, waar
het fabrieksproletariaat grotendeels
uit Joden bestond, was een op de
drie Inwoners een Jood.
Al na de eerste wereldoorlog vonden
in Polen pogroms plaats. Massale
slachtingen, waarbij tussen de 50.000
en 70.000 Joden per keer stierven. De
pogroms zouden zeker minder heftig
zijn geweest, als de rooms-katholie-
ke kerk, in Polen traditioneel een
factor van belang, enige afkeurende
geluiden had laten horen. Het tegen
deel was het geval. Kardinaal-pri
maat Hlond liet in 1936 in aUe ker
ken een herderlijk schrijven voorle
zen, waarin hij aandrong op econo
mische boycot van alle Joden. Hij
noemde ze in zijn brief „vrijdenkers"
en „de brengers van atheïsme, bol
sjewisme en de revolutie".
Het Poolse antisemitisme maakte
tijdens de tweede wereldoorlog
plaats voor een nog gruwelijker va
riant: het Duitse antisemitisme. De
gevolgen zijn bekend. Zes miljoen
Joden kwamen om in de vernieti
gingskampen, waarvan de grootste
op Poolse bodem werden gebouwd.
Auschwitz-Birkenau, Sobibor, Maj-
danek, Chelmno, Belsec, Stutthof en
Treblinka.
Het is te hard om te stellen dat de
meeste Polen met de uitroeiing van
de Joden instemden. Daarvoor zijn
er te veel bewijzen van het tegen
deel. Bij de opstand in het getto van
Warschau hebben tientallen Polen
de Joden geholpen. Ook hebben Jo
den bij Polen kunnen onderduiken.
En de partisanen, vooral van linkse
signatuur, hebben veel gedaan om
het lot van hun Joodse landgenoten
enigszins te verzachten.
Het is ook niet juist om de gretigheid
waarmee veel Polen zich meester
maakten van de huizen en de goede
ren, die de weggevoerde Joden ach
terlieten, los te zien van de omstan
digheden. De Duitsers hadden half
Polen met de.grond gelijk gemaakt.
Er was aan alles gebrek. Aan voed
sel, aan warme kleren, aan brand
stof, aan bewoonbare huizen. Wie zal
het de Polen kwalijk nemen, dat zij
de Joodse goederen in bezit namen
voordat de Duitsers hetzelfde kon
den doen?
De terreur van de nazi's bracht de
Polen en de Joden in vele gevallen
dichter bij elkaar. Hun gemeen
schappelijke vijand heeft voor een
kortstondige verbroedering gezorgd.
Hoewel er ook in de oorlogsjaren nog
steeds Polen waren, die niets van
hun Joodse landgenoten wilden we
ten. Wapens werden slechts tegen
woekerprijzen verkocht, levensmid
delen waren ook tegen grote som
men geld niet verkrijgbaar. En me
nigmaal werd een ontsnapte Jood
uit het getto of concentratiekamp
nog dezelfde avond bij de SS-com-
mandant terugbezorgd.
Vijfde macht
Na de tweede wereldoorlog waren er
van de 3.5 miljoen Poolse Joden nog
300.000 over. Negentig procent emi
greerde zo snel mogelijk naar Ameri
ka. Desondanks bleef het antisemi
tisme wel bestaan In 1946, de gaska
mers waren nog amper ontlucht,
werden in Kielce eenenveertig Joden
vermoord. Twaalf Polen kregen hier
voor de doodstraf. Op een muur in
Kielce stond met witkalk geschil
derd: „De Joden hebben twaalf Po
len vermoord."
In 1956 was het opnieuw zover. Wla-
dislaw Gomoelka, de pas benoemde
partijsecretaris zuiverde de partij
top van al te stalinistisch georiën
teerde leden. De meesten van hen
waren Jood. Zij hadden zich voor de
oorlog tot het communisme bekeerd
en waren na de oorlog door Stalin als
zetbazen in Polen neergezet. Behal
ve de stalinisten moesten echter ook
niet partijgebonden Joden het ont
gelden.
Toch verzinkt de hele actie van 1956
in het niet bij de antisemitische het
ze van 1968. In 1956 was er nog enig
verband aan te wijzen tussen de poli
tiek van die dagen en de antisemiti
sche reactie. In 1968 was dat niet het
geval. Er waren geen Joden in de
partijtop meer over die gewipt moes
ten worden Toch werden de Joden
gebrandmerkt als de grote onrust
stokers, de vijfde macht en wat al
niet meer. Hoe valt dit te rijmen?
Wie enig oog had voor de politieke
ontwikkelingen in Polen kon rond de
jaren 1967 en 1968 een interessante
strijd ontdekken, die zich voorname
lijk binnen de partijtop afspeelde.
Gomoelka was politiek gezien uitge
speeld, al duurde het nog tot de
stakingen van 1970 voor hij definitief
het veld ruimde. De interne strijd om
de macht ging tussen de liberaal
gematigde kandidaat Edward Gie-
rek, die enige hervormingen wilde
doorvoeren, en de stalinistische ge
neraal Mietzyslaw Moczar, oud-par-
tisanenleider, een geheide antise
miet en minister van binnenlandse
zaken en openbare veiligheid in de
regering van Gomoelka.
Bliksemafleider
De interne partijstrijd mocht, zo oor
deelde de partijtop, niet openbaar
worden gemaakt. Dit om gezichts
verlies te voorkomen. Wat kon dus
beter als bliksemafleider fungeren
dan de studentenbetoging, die Juist
in bescheiden mate, op de universi
teit van Warschau, was uitgebroken.
Dat de twee gearresteerde studen
ten, Adam Michnik en Henryk Szlaj-
fer, beiden Joden waren, moet de
partijtop en de partijpers op een idee
hebben gebracht.
Terwijl de studenten in werkelijk
heid demonstreerden voor een grote
re vrijheid van discussie en vrijheid
van meningsuiting schreven de
kranten, het partij-orgaan Trybuna
Ludu voorop, over de gevaarlijke in
vloed van pro-zionistische elemen
ten op de universiteit. De leugens
werden met de dag gezochter. De
media gingen zelfs zover de Joden
ervan te beschuldigden militaire en
industriële geheimen aan Amerika,
Israël en West-Duitsland te verko
pen. De zionisten, aldus schreven de
kranten, vormden een geheime we
reldmacht, die aan het communisme
een einde wilde maken. Trybuna
Ludu opende een dag de krant met
de kreet: .Zuiver de partij van de
zionisten".
Hoewel de Polen in 1967 direct na
het uitbreken van de zesdaagse oor
log zich enigszins pro-Israël hadden
uitgesproken, zeer tegen de zin van
de partijtop in, lieten zij zich in
maart 1968 volledig door de anti-
zionistische leugens van de wijs
brengen. De radio-toespraak van Ka
zimierz Roesineks, de naaste mede
werker van generaal Moczar. waarin
hij zinspeelde op de beweerde aan
wezigheid van meer dan duizend na
zi-officieren in dienst van het Israëli
sche leger, zorgde voor groot tumult.
Een open brief in de Glos Robot-
nietsjl van 12 mei 1968 spande de
kroon. Nadat de schrijver Piotr
Goszczyrtnski eerst Mosje Dayan
voor een nazi had uitgemaakt, „een
specialist in moord en mensenroof",
eindigde hij de brief gericht aan Ooi-
da Melr met de vraag: „Ik heb ge
hoord dat u voor een berg geld Mar
tin Bormann. de plaatsvervanger
van Hitler, in uw kast verborgen
houdt. Is dat waar?"
Ook al geloofde niet elke Pool in de
betrouwbaarheid van de berichtge
ving, het gewenste effect was inmid
dels bereikt. De interne partij troebe
len werden nagenoeg gemaskeerd.
Daarbij kwam de onverwachte uit
tocht van duizenden Joden de partij
ook niet ongelegen. Hoewel een zo
hevige antisemitische reactie niet In
de bedoeling had gelegen (Gomoelka
liet nog op 19 maart enige sussende
woorden horen), had niemand de ge
volgen meer in de hand. Hooglera
ren. generaals, ingenieurs, atoom
deskundigen, arbeiders, lagere amb
tenaren, partijfunctionarissen, wie
ook maar een drupje Joods bloed in
de aderen had, werd ontslagen.
Minstens veertig Joden pleegden die
maanden zelfmoord. De meesten
echter zochten een uitweg via de
Nederlandse ambassade. De exodus
was bijna compleet. Wat de nazi's
niet gelukt was. de Joden volledig
uit Polen te bannen, dreigde de com
munisten wel te lukken Alleen de
methode verschilde aanzienlijk Een
enkele reis Israël, ook al moet je er
een vermogen voor neertellen, is im
mers duizendmaal te prefereren bo
ven een enkele reis naar de gas
kamer.
Anno 1978 lijkt het antisemitisme,
dat zich tien jaar eerder zo kwaad
aardig manifesteerde, meer op een
boze droom dan op een werkelijke
gebeurde tragedie. „Oordeel niet te
hard", zegt een nog jonge lector aan
de Warschause universiteit. „Het
Poolse antisemitisme is een erg in
gewikkelde materie."
Maar toch. Wat moet men denken
van de opstelling van een man als
professor Czeslaw Pilitsjowski. de di
recteur van het Poolse centrum voor
oorlogsdocumentatie en in die hoe
danigheid Polens oorlogshistoricus
nummer één. In 1968 noemde hij het
aantal van zes miljoen vermoorde
Joden „overdreven zionistische pro
paganda". Het waren er slechts drie
miljoen geweest, zei hij. In het april
nummer '78 van het maandblad „Po
len" laat Pilitsjowski opnieuw van
zich horen. „Wij zullen nooit verge
ten". zegt hij. Maar in het hele arti
kel over concentratiekampen en gas
kamers komen, gek genoeg, de Jo
den niet voor.
En waarom worden de Joden in
Auschwitz-Birkenau nagenoeg ver
stopt? Drieënhalf miljoen van de
vier miijoen mensen die er zijn om
gekomen. waren Joden. Maar de fo
to's in de gangen van het museum
zijn uitsluitend van niet-Joodse Po
len. Het Joodse paviljoen is. tien
dagen nadat het officieel werd geo
pend, wederom gesloten.
En waarom wordt het Joods mu
seum in Warschau in geen enkele
brochure genoemd? Waarom zegt de
gids in eerste instantie dat hij nog
nooit van het museum heeft ge
hoord, als hij het later wel degelijk
blijkt te kennen?
En waarom vertellen jonge Polen,
allen na de oorlog geboren, de klas
sieke antisemitische sprookjes over
de Joodse uitzuigers? En waarom
hoort of leest men nergens dat ne
gentig procent van de Joden in het
vooroorlogse Polen in de bitterste
armoede leefden?
In Warschau worden wij door onze
Poolse gastheren gevoerd naar het
beroemde Joodse Theater. Daar za
gen wij in gedramatiseerde vorm de
opstand in het ghetto van Warschau.
„In New York leven twee miljoen
Joden. Daar is geen Joods Theater.
Hier in Warschau wél", zegt onze
gids trots. Het betrof het zelfde Jood
se Theater dat na het vertrek in 1968
van de beroemde toneelspeelster Ida
Kaminski naar Israël gewoon door
speelde, zij het veelal voor lege zalen.
De directie had van staatswege de
opdracht gekregen het buitenland te
bewijzen dat de Joodse cultuur in
Polen nog steeds een bloeiend leven
leidt.
Deze rubriek is uitsluitend bestemd voor korie reacties op m deze krant gelezen
berichten artikelen en commentaren, en niet voor gedichten open brieven, oproepen
o' reacties op advertenties (deze laatste dienen tot de directie gericht te worden) De
inzendingen voor deze rubriek dienen zo beknopt mogeli|k te zi|n De redactie behoudt
Zich het recht van bekorting voor Het is ons helaas n.et mogel"|k over elk geval
van bekorting ot metplaatsing (doorgaans een gevolg van een te groot aanbod) tê
corresponderen Brieven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw,
Postbus, 859. Amsterdam. Bi| publicatie worden naam en woonplaats van de
schrijver vermeld
lecht op arbeid (13)
eel lezers van „Trouw" zijn het eens
et het Schoolbestuur van Leeuwar-
:n. dat gehuwde onderwijzeressen
ten vaste aanstelling (meer) wil ge-
tn. Men redeneert aldus: waarom
tt éne gezin twee inkomens en het
tdere geen? Of waarom de betrek-
ng niet gegeven aan een werkloze
nge onderwijzer of onderwijzeres?
oge deze redenering op zichzelf'
tnnemelijk klinken, de vanzelfspre-
indheid, waarmee wordt geconclu-
erd dat de gehuwde vrouw, die
ten kostwinster is. haar baan be-
Ihikbaar moet stellen, komt me on-
ist voor. Het ware toch ook moge-
Ik. dat de man zijn functie opgaf en
taken „binnenshuis" waar zou ne-
ien Al met al: we moeten ons nog
aar eens terdege bezinnen over de
ragen omtrent de man/vrouw-ver-
)uding. arbeid, betaald of onbe-
iald. verdeling van het beschikbare*
erk onder de beroepsbevolking,
e.
Bsterdam
C. van Zweden-van Alkemade
lecht op arbeid (14)
hoofdartikel heeft mijn volledige
temming. Een argument dat ik
te is: economische onafhanke-
heid Ook fiscaal wordt de vrouw
gi gediscrimineerd (zie uitspraak
tssecretaris Kraayeveld-Wou-
Voor een rechtvaardige verde-
van de arbeid is allereerst nodig:
uwnaarspensioen. Immers eerst
dan kan de arbeid in gezin en maat
schappij pas werkelijk eerlijk wor
den verdeeld.
Wat dacht U overigens van mannen
met twee banen? Zoals de combina
tie burgemeester Tweede-Kamerlid.
Moet het CDA zich niet eens gaan
afvragen of het gezin van b.v. de heer
Schakel niet te kort komt en of hier
wel sprake is van een eerlijke verde
ling van arbeid?
Rotterdam H. Baggerman-Verboom
Recht op arbeid (15)
Inkomenspolitiek kun je niet bedrij
ven door de gehuwde vrouw eventjes
te ontslaan. Waarom mag iemand op
zijn eentje wel vijf keer zoveel ver
dienen als een ander? Omdat hij niet
in dezelfde straat woont, zoals het
onderwijzersgezin van inzender
Meijer? Maar in een huis in een ande
re buurt? Een social inkomensbe
leid. prima, maar wat er voor minder
sociaals aan is als er twee mensen
hard voor dat inkomen werken zie ik
niet helemaal Een sociaal inko
mensbeleid kijkt naar de lasten van
het gezin. Laten we op dt punt ons
belastingstelsel dan herzien. Verde
len van het werk is een ander punt.
Voor wie wil werken is het hard als
het niet kan. En dat is niet gebonden
aan leeftijd of sekse. Waarom niet
ieder die wil werken een halve baan
en een halve uitkering? Juist in het
onderwijs kan uitstekend met deel
taken gewerkt worden. Solidariteit
van de werkenden in het onderwijs
zou dit mogelijk moeten maken.
Welke gemeente of welk schoolbe
stuur bijt hier de spits af?
Assen R. Post-Hooykaas
Recht op arbeid (16)
Wat een achterhaalde ideeën over
recht op arbeid worden er geleverd
in de brievenrubriek van 5 mei. Wie
bepalen er weer even wat gehuwde
werkende vrouwen zouden moeten
doen of laten? Mannen! Het begrip
sociale rechtvaardigheid wordt mis
bruikt om vrouwen weer terug naar
de keuken te sturen. Als ze zich
zonder baan niet gelukkig voelen,
moeten ze maar gaan breien of bak
ken of een kind krijgen of zoiets,
nietwaar? Mogen we alsjeblieft be
oordeeld worden op ons werk in
plaats van op de hoeveelheid inko
men die ons gezin binnenkomt? Na
tuurlijk moeten er oplossingen ge
zocht worden voor de werkloosheid
in het onderwijs (en elders) en geluk
kig wordt daar op hoog niveau over
gedacht en aan gewerkt, maar die
oplossingen dienen wel van het soort
te zijn, waarbij mannen net zo goed
iets moeten inleveren.
Oud-Beijerland
J. H. van Rikxoort-Hoogsteen
Recht op arbeid (17)
Over een maand hoop ik het P.A.-
diploma in m'n zak te hebben. Even
als de meeste medestudenten heb ik
nog geen baan. Velen zullen waar
schijnlijk straks in de R W W. ko
men. Wat het betekent werkloos te
zijn, kan ik alleen vermoeden. Wel
weet ik wat het inhoudt 92 sollicita
tiebrieven te schrijven en bijna even
zoveel keren te moeten lezen: „Met
dank aan uw sollicitatie..."Een ge
huwde vrouw heeft recht op arbeid.
Maar heeft een gezin ook recht op
dubbel inkomen terwijl zoveel pas
afgestudeerden werk zoeken? Bij het
argument van D. P. Verburg, dat een
pasgeslaagde juf de kinderen nog
geen gevoel van geborgenheid kan
geven, wil ik graag een kanttekening
plaatsen: Hoe is een moeder in staat
geweest haar eerste kind geborgen
heid te geven? Kan men van een
onderwijzer!es) ervaring verlangen
als ze de kans niet krijgt deze op te
doen? Als de gehuwde onderwijze
ressen destijds toen er een tekort
aan leerkrachten was. hun plaats
hebben gekend, dan zullen ze mis-
scien ook nu hun plaats kennen!
Halle Ineke Wildenbeest
Buikhuizen (3)
Naar aanleiding van de discussie
Jörg-van Weringh over de benoe
ming van Buikhuizen tot hoogleraar
in de criminologie in Leiden het vol
gende:
Zelf liep ik in de jaren zestig, als
aankomend jurist, colleges crimino
logie bij prof. W H. Nagel. Aan die
colleges heb ik veel gehad. Aan het
verband tussen wetenschap en de
mocratie werd behoorlijke aandacht
besteed. Benadrukt werd dat een
volstrekt democratische gezindheid
per se tot het Instrumentarium van
een Integere sociaal-wetenschapper
behoort.
Het is daarom voor mij des te onver
teerbaarder dat thans van de ene op
de andere dag onder de noemer „cri
minologie" een volmaakt andere we
tenschap aan de huidige studenten
wordt gepresenteerd, namelijk een
totalitair samenraapsel, voorname
lijk stoelend op de gedachten van de
Amerikaanse geleerde Skinner, voor
wie zie zijn geschriften mensen
uitsluitend geschikt zijn om te mani
puleren. ongeveer op de wijze waar
op men dat doet met laboratorium
ratten.
Het spijt mij om het te moeten zeg
gen. maar voor Buikhuisen is „demo
cratie" een hol woord Daarvandaan
het minachtend gemak waarmee hij
allerlei minderheidsgroeperingen
(delinquenten, schoolkinderen) voor
zijn proeven meent te mogen clai
men. zonder daartoe overigens enige
bevoegdheid of bekwaamheid te be
zitten. want wat psychlsch-fysiolo-
gisch onderzoek betreft, is Buikhui
sen een leek.
Naar heersende juridische opvattin
gen is hij zelfs strafbaar wegens mis
handeling. als hij zich als leek ingre
pen in de lichamelijke integriteit van
andere mensen permitteert. De zoge
naamde „vrijwillige" toestemming
van gedetineerden e.d. is daartoe ge
zien de opvattingen in de juridische
doctrine daarover, beslist onvol
doende rechtvaardigingsgrond.
Rotterdam mr. Manuel Kneepkeus
Italiaanse communisten
Er zijn m i. nog wel betere redenen te
bedenken voor het ontstaan van het
links-extremisme in Italië dan het
verleden van de Italiaanse commu
nistische partij (PCD. n.l. de rechtse
terreur, de economische toestand en
de christen-democraten zelf.
Zo was de bomaanslag op een Mila
nese bank in 1968. waarbij 16 doden
vielen, feitelijk het begin van de nog
immer voortdurende terreur. Dit
bleek een provocatie van uiterst
rechts die het land rijp wilde maken
voor een rechtse machtsovername
en hun wandaden in de schoenen
van links schoven. Christen-demo
cratische ministers waren hiervan op
de hoogte (hetgeen bleek uit het Ca-
tanzaro-procesi. Dat links zich niet
onbetuigd zou laten was te voorzien.
Verder speelt de hoge werkloosheid
onder de Jongeren en de armoede
een rol. De christen-democraten
moeten gezien worden als de verte
genwoordigers van de gegoede bur
gerij. Haat tegen een maatschappij
die werkloosheid en armoede schijnt
in te calculeren, en tegen een partij
die 30 Jaar niets anders heeft gedaan
dan alles bij het oude te laten is dan
wel te begrijpen. De PCI heeft bewe
zen dat die onvrede omgezet kan
worden in een democratische strijd
in plaats van blinde razernij, zoals de
Rode Brigades hanteren.
Utrecht Pieter. Wde Rijk
Schoolstrijd
Onder de titel „Nieuwe schoolstrijd
op komst" heeft Trouw (6 mei) een
artikel van oud-minister Van Keme-
nade in het blad „8chool" be
sproken.
Van Kemenade beweert daarin, dat
de vrijheid van onderwijs in Neder
land door het bijzonder onderwijs
wordt misbruikt. In plaats van het
stichtingsbestuur-oude-vorm voor
de bijzondere school, wil hij een ra
den-bestuur. waarin ouders en perso
neel participeren. Bijzondere scho
len met zo n raden-bestuur bestaan
er. Maar het zijn uitzonderingen om
dat. met een voor allerlei toevallige
en contradictoire opvattingen vat
baar bestuur, elk beginselvast op
voedingswerk gevaar loopt. Maar
Van Kemenade wil dat gevaar HIJ
wil het vaste opvoedingsbeginsel, de
vrijheid om dat beginsel te dienen,
op losse schroeven zetten Hij heeft
die wil zelfs door een (gelukkig afge
wezen) wetsvoorstel willen opleggen
En deze dwang wordt dopr de sofist
Van Kemenade vrijheid genoemd.
Hij hoopt op een spoedige terugkeer
van een regering met collectivisten
en voorspelt, wat de bijzondere
school van hem mag verwachten, als
hij op de oude plaats terugkeert:
schoolstrijd. Het bijzonder onder
wijs is gewaarschuwd.
J. Jaspers Heerlen
Verdeeld
Ook dr J. P. Feddema (onder het
pseudoniem Hans Feddema) „op het
podium" zien staan? Als ik het goed
heb begrepen is hij lid van de ARP.
adviserend lid van het betuur van de
EPV en sympathisant van de PvdA
en PPR (of ook lid?). Iemand die het
nog nooit kan verwerken dat het
kabinet-Van Agt regeert en ver
deeldheid probeert te zaaien en on
vrede in het CDA onder het mom
van vrede en gerechtigheid. Een ge
vaarlijk man dus. Die ook nog be
weert. dat zijn kritiek constrcutief is
bedoeld. Wanneer veel waar de C van
het Christelijk iets mee te maken
heeft kapot gaat in de politiek, in de
pers. in de kerk. In de school enz
dan komt dat met in de eerste plaats
door de vijandschap van rondom
(onder andere te beluisteren in Vara-
uitzendingen in „Haagse kringen" en
„Rooie Haan"), maar veel meer door
innerlijke verdeeldheid en verdeeld
heidzaaiers.
Groningen J. v. d. Laan
Bij de beesten af
The Tubes weergaloos, vindt Geert
Kistemaker. Volgens de kleurrijke
beschrijving van mijn collega een
bloederige, vunzige, perverse en be
stiale show. de muzikale en andere
kwaliteiten daargelaten. De onver
bloemde uitleving van wat in ons
allen leeft (helaas Ja leeft). „Ver
geef ons onze schulden. Heer!"
Krimpen a.d. IJstel Anja de Zeeuw
Roomse boer
Boer Rigter heeft beslist fouten ge
maakt en volgens de regels van de
wet heeft de dlakonie van Eemnes
gelijk. Maar volgens de beginselen
van de Hervormde gemeente zeer
zeker niet. Dit is niet christelijk, zelfs
niet fatsoenlijk. Verleng het huur
contract van boer Rigter nog met zes
Jaar. dan kan hij zijn investeringen
nog terug krijgen en heeft hij tijd om
een andere boerderij te krijgen
L«usden T. van Raaij
Moro
Aldo Moro is omgebracht; de rege
ring van Italië heeft niet met de
Rode Brigades willen praten Van
Aldo Moro is geëist dat hij. zonodig,
zijn leven zou geven. De regering van
Italië heeft zich niet willen realiseren
dat met het gijzelen de Rode Briga
des niet een wetsovertreding bedoel
den. maar dat het gijzelen gericht is
tegen fouten van de bestaande rege
ring.
Rotterdam p. C. van Wijk